Naar beginpagina
Genealogie GOESINNEN, van Uitgeest
(6 generaties)
>index
I. Dirck, alleen bekend van een dochter en twee zoons,
tr. N.N.
Uit dit huwelijk:
1. Maritgen DIRCXDR, volgt IIa.
2. Cornelis Dircxz GOESINNEN, geb. ca. 1551, volgt IIb.
3. Jan DIRCXZ, scheepmaker te Haarlem, overl. ald., tr. Nelletgen BARTHELMEUSDR, dr van Mieus SYMONSZ.
In Haarlem verkopen op 30 november 1584 Dirick Claesz van Vijfhuysen voor hemzelf, Dirick Florisz als getrouwd gehad Annetgen Fransdr, en Jan Fransz van Haarlemmerliede voor hemzelf en voor alle andere erfgenamen van wijlen Frans Jansz hun vader, aan Jan Diricxz schuytmaker een erf waar eertijds een huis en hooihuis gestaan heeft in de troebelen gedemoleerd, buiten de Schalckwyckerpoort tussen Claes IJsbrantsz en Jan Diricxz zelf, voor 180 gld 1.
In Haarlem constitueert Jan Diricxzoon sceepmaker buiten de Scalcwyckerpoort op 18 augustus 1591 [Henrick Jansz] Cursor ad lites contra Willemtgen Claesdr, weduwe van [Cornelis] Pietersz, en stelt op dezelfde dag Symon Diricxz, schipper en poorter dezer stad, wonende op de Burchwal, zich borg voor Willemtgen Claesdochter, weduwe van Cornelis Pietersz schuytmaker, wiens schuit door Jan Diricxz schuytmaker gearresteerd [= in beslag genomen] is, om 't gewijsde van schepenen dezer stad voor de voorschreven Willemtgen tegen de voornoemde Jan Diricxz te voldoen 2.
In Haarlem verkoopt op 19 april 1592 Jan Diricx scheepmaker aan Cornelisz Jansz schuytvoerder en Neel Jans zijn zuster een camer met erf buiten de Schalckwyckerpoorte, belend ten noorden de gemene muur, ten zuiden Claes Mol, strekkende van de Heerwech tot aan het Spaerne, al vrij, voor 448 gld, te betalen Allerheiligen 1592 136 gld 10 st, en de rest op twee eerstvolgende Allerheiligen 3.
Op 7 december 1596 testeren Jan Dircxz scheepmaecker en Nelletgen Meeusdochter zijn huisvrouw, wonende buiten de Schalckwyckerpoort binnen de vrijheid van Haarlem. Zij legateren aan elkaar het vruchtgebruik hun leven lang. Jan Dircxz scheepmaecker benoemt de kinderen van zijn zal. zuster Maritgen Diricxdr als universele erfgenamen, mits dat zij uitkeren aan de kinderen van Cornelis Diricxz zijn broer 500 gld, die hij aan dezelve kinderen legateert. 4
In Haarlem verkoopt in 1602 Jan Dirckxz scheepmaecker aan Floris Outgersz een huis met erf buiten de Schalckwyckerpoort, belend ten noorden Willem Jan Steffensz, ten zuiden Jan Dircxz zelf, strekkende achterwaarts tot in 't Sparen, welverstaande dat de magistraten van Haarlem hebben geordonneerd een trekweg om de schepen te trekken langs de wallen te maken, zodat de koper van dit huis hetzelve zal moeten gedogen, voor 855 gld, te betalen op 5 eerstkomende meiendagen 5.
In Haarlem heeft op 28 november 1603 Floris Outgers, gekocht hebbende van Jan Dircxz scheepmaecker een huis met erf buiten de Schalckwyckerpoorte binnen dezer stads vrijheid, belend ten noorden Willem Jan Steffensz, ten zuiden de voorschreven Jan Dircxz scheepmaecker, zijn optie gehouden om de laatste termijn te mogen houden op rente tegen de penning 16 6.
In Haarlem stelt op 10 oktober 1605 Symon Dirick Symonsz zich borg voor Cornelis Lourisz Oosterlinck, gearresteerde ten verzoeke van Jan Diricxz sceepmaker, om t gewijsde van schepenen te voldoen 7.
In Haarlem verkoopt op 24 augustus 1606 Jan Dircxz scheepmaecker aan Jan van Gaveren, molenaar, de helft van een korenmolen met werf en huizinge genaamd de Catmolen, waarvan Pieter Pietersz backer de wederhelft toebehoort, buiten de Schalckwyckerpoort, belend ten westen de Heerenwech, ten oosten en noorden Dirck Claesz Vermoll, ten zuiden Pieter Dircxz Geus, met de helft van 14 gld 's jaars erfpacht waarvan de andere helft Pieter Pietersz te betalen heeft, voor 2000 gld, te betalen 300 gld gereed en de rest op 6 eerstkomende en volgende jaren, en verkoopt op 30 december 1606 Jacob Gerritsz bloockmaecker aan Jan Dircxz scheepmaecker een huis met erf over het Spaerne bij de Langebrugge, tussen de poort en steeg van de weduwe van Has Jacobsz, brouwster, en Jacob Dircxz cuyper, al vrij, voor 1700 gld, te betalen 350 gld gereed te mei 1607, 250 gld mei 1608 en de rest op 6 daaropvolgende meien 8.
In Haarlem verkoopt op 1 december 1607 Joost Gerritsz Hardesteyn, timmerman, aan Jan Dirxz scheepmaecker een huis met erf in de Penselaersteege, tussen de weduwe van Barthelmees Gerritsz ten oosten en Gillis de Pelser ten westen, voor 1350 gld 9.
In Haarlem verkoopt op 20 december 1609 Theunis Claesz scheepmaecker aan Jan Dirxz scheepmaecker een huis met erf op de Burchwal op de hoek van de Raemstege, belend ten zuiden Jan Willemsz pottebacker, ten noorden de Raemstege die onder het huis gaat, voor 1030 gld, te betalen op 5 eerste meien, en verkoopt op 22 december 1609 Jan Dircxz scheepmaecker aan Henrick Cornelisz bloockmaecker een huis en erf over het Spaerne bj de Lange Brugge, tussen de poort en steeg van Has Jacobs weduwe, brouwster, en Jacob Dircxz Cuyper, voor 2600 gld, te betalen op 6 meiendagen 10.
In Haarlem verkoopt in 1610 Femmetgen Michielsdr, weduwe van Goosen Willemsz, aan Jan Dircxz scheepmaecker een huis met erf, tuin en put in de Hagestraet, belend ten oosten Rem Pietersz, ten westen Peter de Loor, voor 3650 gld, te betalen 650 gld gereed mei 1611, de rest op 5 daaraanvolgende meien 11.
Voor het Hof van Holland compareert op 27 februari 1624 Jan de Jonge, met procuratie van Jan en Adriaen Corneliszonen Goesinnen en Fop Oedewyns, allen wonende te Uitgeest, mitsgaders Jacob Hendricxz woende in de Beverwijk, als actie en transport hebbende van Dirck Jansz [dit moet Dirck Doedesz zijn, grootgebracht door zijn oom Jan Dircxz scheepmaecker en diens vrouw], universeel erfgenaam ex testamento van Jacob [moet zijn Jan] Dircxz scheepmaecker, zijn zal. oom, impetranten in reformatie, die hadden doen dagvaarden Jan Cornelis Woutersz wonende te Limmen, die ook voor Jan Cornelisz nomine uxoris mitsgaders Claes Dieloffs optrad, met als eis dat gedaagde gecondemneerd zou worden tot het maken van een inventaris van de nagelaten goederen van Pieter Adriaens alias Pieter Centen, en dat zij, impetranten, verklaard zouden worden gerechtigd te zijn tot de eigendom van de helft van de vrije goederen die Neeltgen Meeus aangekomen waren van voornoemde Pieter Adriaens alias Pieter Centen mitsgaders van Jan Meeusz, behoudende dezelve Neeltgen aan dezelve goederen de lijftocht haar leven lang (er is geen uitspraak) 12.
Op 10 oktober 1624 hebben Jan Cornelisz Goesinnen, buurman te Uitgeest, ook voor Adriaen Cornelisz Goesinnen zijn broer, Fob Oduwijnsz mede buurman te Uitgeest, als man en voogd van Trijntgen Cornelis Goesinnen, Jacob Henricxz, woonachtig in de Beverwijk, als getrouwd hebbende Grietgen Dircx de dochter van Dirck Cornelisz Goesinnen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Dircxz scheepmaecker, hun oom en oudoom respectieve, binnen de stad Haarlem overleden, mitsgaders Willem Claesz molenaer in de Beverwijk, als man en voogd van Neeltgen Barthelmeusdr, Jan Cornelis Arentsz buurman te Limmen als getrouwd hebbende Sytgen Barthelmeusdr, Claes Dieloffsz mede buurman te Limmen, zoon van Maritgen Barthelmeusdr, Jan Dircxz ook buurman te Limmen, man en voogd van Gerburch Dieloffsdr mede een dochter van de voornoemde Maritgen Barthelmeus, nog Claesgen Barthelmeus, weduwe van Arent Cornelisz, ten overstaan van mij, notaris, als haar gecoren voogd in dezen, elk voor zichzelf en zich mede sterk makende en de rato caverende voor Jan Cornelis Woutersz, man en voogd van Adriaentgen Barthelmeus, en voor Pieter Adriaensz onmondige zoon van Adriaen Bartelmeus, allen tezamen vrunden en geïnstitueerde erfgenamen van Nelletgen Barthelmeus in haar tijd weduwe van de voorschreven Jan Dircxz scheepmaecker, volmachtig gemaakt Adriaen Willemsz van der Aer, inwonende poorter van Haarlem, om te compareren voor schepenen van Haarlem om te transporteren 9 huizen, woningen en camers met de erven buiten de Schalckwijckerpoorte binnen de vrijheid van Haarlem, als zij van de voornoemde Jan Dircxz te erfenis genomen en bij openbare veiling verkocht hebben, gevende mede volmacht om de 2 huizen met de erven als hun van de voornoemde Jan Dircxz en Nelletgen Barthelmeus nog opgekomen en verstorven zijn binnen Haarlem, het ene in de Peuselaerstege en het andere in de Hagestraet, verkopen en daarvan opdracht te doen 13.
In Haarlem verkopen op 17 juni 1625, 2 mei 1625/2 juli 1626 en 13 mei 1626/10 juni 1627 (met enige doorhaling van datums) de erfgenamen van Jan Dircxz scheepmaecker, hun oom en oudoom, en van Nelletgen Barthelmeus, diverse huizen. Als erfgenamen van hem worden genoemd Jan Cornelisz Goesinnen, buurman te Uitgeest, diens broer Adriaen Cornelisz Goesinnen, Fop Oduwijnsz mede te Uitgeest, als man en voogd van Tryntgen Cornelis Goesinnen, Jacob Henricxz wonende in Beverwijk, als getrouwd hebbende Grietgen Dircx, dochter van Dirck Cornelisz Goesinnen. [Het is onduidelijk hoe het gekomen is dat in 1624 Dirck Doedesz alias Dirck Jansz (kennelijk in 1624 het enige overgebleven kind van Maritgen Dircxdr) nog wel maar in 1625 niet meer de universele erfgenaam van Jan Dircxz is.] Als geïnstitueerde erfgenamen van haar worden genoemd Willem Claesz molenaer in Beverwijk, man en voogd van Neeltgen Barthelmeusdr, Jan Cornelis Arentsz buurman te Limmen, als getrouwd hebbende Sytgen Barthelmeusdr, Claes Dieloffsz mede te Limmen, zoon van Maritgen Barthelmeusdr, Jan Dircks te Limmen, man en voogd van Gerberich Dieloffsdr een dochter van Maritgen Barthelmeusdr, Claesgen Barthelmeus weduwe van Arent Cornelisz, Jan Cornelis Woutersz, man en voogd van Ariaentge Barthelmeus, Pieter Adriaens, onmondige zoon van Adriaen Barthelmeus. Zij verkopen een huis met erf in de Poeselaersteege voor 650 gld, verder buiten de Schalckwykerpoort een camer of woninge voor 75 gld, nog een camer of woninge voor 80 gld, een huizinge met erf en een bleekveld voor 305 gld, nog een huizinge met erf 155 gld, nog een huis of woninge voor 100 gld, nog een huis of woninge met erf voor 125 gld, nog 2 keer een huis of woninge voor 70 en 75 gld, en in de Hagestraet een huis met erf en een tuin en pomp vor 2000 gld. 14
Op 20 januari 1607 maakt Nelletgen Meeusdr, huisvrouw van Jan Diricxz scheepmaker, confirmerende het testament van 7 december 1596 bij dezelfde notaris, begerende dat haar man Jan Diricxz, ingeval zij raakt te sterven voor haar zuster Sytgen Meeusdr, vooruit uit haar gereedste goederen ontvangen en behouden zal 500 gld 15.
IIa. (van I) Maritgen DIRCXDR,
In Alkmaar geeft in 1591 Doede Cytgesz, kuiper, de vader van Trijn, Dirck en Jan geprocreëerd bij Maritgen Dircxdr zijn overleden huisvrouw, met Griet Lucas zijn tegenwoordige huisvrouw, ter presentie van Cornelis Dircxz Goesinnen wonende te Uitgeest als oom van de kinderen van moederszijde, onder protectie van de weeskamer 129 gld als erfenis van de moeder, te weten elk kind 43 gld. Op 5 juni 1596 bekent Nellitgen Mieusdr, met Mieus Symonsz van Limmen haar vader, ontvangen te hebben 100 gld in mindering van de erfenis van de moeder van de kinderen, welke penningen zij employeren zal tot onderhoud van de voorschreven kinderen. Op 31 mei 1597 bekent Jan Dircxz, scheepstimmerman wonende te Haarel, oom van de kinderen van moederszijde, ontvangen te hebben van Griet Lucas, weduwe van Doede Cytges, 39 gld in volle betaling van de erfenis van de moeder van de kinderen. 16
tr. Doede CIJTGESZ, kuiper te Alkmaar, die hertr. met Griet LUCAS.
Uit dit huwelijk:
1. Trijn DOEDES.
2. Dirck DOEDESZ.
3. Jan DOEDESZ.
IIb. (van I) Cornelis Dircxz GOESINNEN, geb. ca. 1551, een kapitein van de vrijbuiters 17, waard, schepen van Velsen vanaf 14 juni 1595 tot 18 okt. 1595 18,
In Uitgeest verkoopt in 1580 Baert Claesz Bosman van Assendelft aan Cornelis Dircxz Goesinnen een zesdepart in een stuk land genaamd de Etven, gemeen met dezelve Goesinnen, groot in 't geheel 2 morgen, met zijn dijk en buitendijks land in de Brouck, belend ten oosten de Halve Etven, ten zuiden de Hoogendijck, ten westen Goesinnen voorschreven, ten noorden de Kerckhoff 19.
In Uitgeest verkoopt in 1583 Dirck Claesz Smit uit de Aeckerslooterwout aan Cornelis Dircxz alias Goesinnen wonende op Sint Aechtendijck de portie die de verkoper 3 dagen eerder gekocht had van Gerryt Claesz wonende op de Legendijck, namelijk 2 derdeparten van een stuk land waarvan een zesdepart Claes Gerry Claes Baerts en de andere zesdepart Frans Jorijsz toekomt, bij de Zinte Aechtendijck, belend ten zuiden de voorschreven dijk, ten noorden de gemene watering, met de helft van de belastingen van 69 gld en 200 gld (afgelost in 1597 en op 29 oktober 1601), en hebben in 1584 Meynert Cornelisz Verlaen van de Hoven, als getrouwd hebbende Clara Ariansdr, en Pieter Junius van Haarlem zijn zwager, als erfgenamen van Maritge Willemsdr van Haarlem hun zal. moeder, verkocht aan Cornelis Dircxz Goesinnen een stuk land genaamd de Halve Etven gelegen bij St. Aechtendijck, groot 6½ gars, belend ten zuidoosten Cornelis Benning van Amsterdam, ten zuidwesten St. Aechtedijck, ten zuidoosten [sic] de hofstee waar Claes Dircxz placht te wonen met het andere weerdeel van de voorschreven Etven, ten noorden de Langen Hemmen 20.
Op 23 februari 1585 worden verklaringen afgelegd door o.a. Cornelis Dijrcxz Goedesinnen, waard aan de Hoogen Sintaechtendijck, oud omtrent 22 jaar, buurman van Heemskerk 21.
In Uitgeest in 1585 bekent Cornelis Dircxz Goesinnen voldaan te zijn van Claes Pietersz zijn zwager van al het goed hem door het overlijden van Cornelis Dircxz, de vader van zijn huisvrouw, opgestorven, waarbij Claes Pietersz alle schuld en onschuld die dezelve Cornelis zal. ged. schuldig mag zijn tot zijn laste neemt, en verkoopt Cornelia Claesdr, bij consent van Cornelis Lambertsz uit Beverwijk haar zwager, aan Cornelis Dircxz Goesynen, buurman alhier wonende op de Hogendijck, een koeweid in een stuk land genaamd de Halve Etven, belend ten westen de Halve Etven, ten zuiden de Hoogendijck, ten westen de koper, ten noorden het Kerckhoff 22.
In Haarlem verklaart op 24 november 1588 Henrick Jansz Cursor, als procureur van Dirick Fyck van Hove, hem te bevoelen grotelijken bezwaard door zeker vonnis door schepenen dezer stad als gecommitteerden op de decisie van de differenten vallende ter zake van de gemene-landsmiddelen op 9 november, te zijn achterdeel en voordeel van Cornelisz Dircxz Goesinnen als pachter van de bezaaide landen van Velsen, mits welk hij zich stelt appellant of reformant aan de gecommitteerde raden van de Staten van Holland of aan alzulke rechters als hij volgende ordonnantiën vermag te appelleren 23.
In Haarlem verklaart op 15 oktober 1590 Gerardt van Berckenroede, baljuw van Kennemerland, ex officio, dat hij hem grotelijken bezwaard bevonden heeft door zeker vonnis van 6 oktober gewezen tussen Henrick Jansz, Cornelis Willemsz en Henrick IJsbrants, pachters van het bestiaal over Heemskerk, tegen Cornelis Diricxz Goesinnen, waarin hij, comparant, hem voor interesse ratione officii gevoegd had, mits welke hij, comparant, hem daarvan geconstitueerd heeft appellant of reformant aan de gecommitteerde raden van de Staten van Holland of anders daarvan node wezen zal 24.
In Uitgeest verkopen in 1592 Dirk Garbrantsz als burgemeester en Claes Jansz als secretaris van Beverwijk, met Jan Adamsz Visscher te Haarlem, aan Cornelis Dircxz Goesinnen 2 morgen weiland genaamd de Havercamp in Vuytgeesterbrouck, belend ten noorden Mr Willem Bardesius, ten noorden de koper, ten zuiden Sint Aechtendijck, ten westen Jacob Jansz Coorn, bekent in 1592 Cornelis Dircxz Goesinnen aan de burgemeesteren van Uitgeest schuldig te zijn een jaarlijkse losrente van 15 pond 12 st 6 penn, losbaar met 250 gld, onder verband van 't gekochte land (in 1594 afgelost), en verkoopt in 1593 Gerryt Ruychaver, poorter te Haarlem, aan Cornelis Diercxz Goedesinnen een stuk land groot omtrent 5 geerzen 4 snees in de Langhen Hem, belend ten oosten Zijpsven, ten zuiden Claes Berren[?] Bouwenven, ten westen het Kerckhoff, ten noorden de Hemsloot 25.
In Velsen verkopen in 1592 Mr Heyndrick Spoirwater en Jan Foppesz, gebroeders, poorters van Haarlem, aan Cornelis Dircksz Goesinnen een perceel land in Velzerbrueck op de Dammer Vyffmaden, belend ten noorden de erfgenamen van Jan Fransz Sluijswachter, ten oosten de Velzerdijck of Willem Hendricksz Snyder, ten zuiden Luydt Pietersz, ten westen de Brederoeder- of Zantpoorterlaen, met de opstal an 8 gld 's jaars te lossen tegen de penning 18, in 1593 door de koper verkocht aan Pieter Jansz Kies, oud-burgemeester van Haarlem, waarbij de comparant vertoont zekere rentebrief van 8 gld 's jaars sprekende als verhypothekeerd op 't voornoemde land, door hem betaald en gelost en 't voorschreven land daarmee bevrijd 26.
In Uitgeest in 1594 verkoopt Dierck van Muyssenburch, poorter te Haarlem, aan Cornelis Diercxz Goesinnen de helft van 3 morgen 592 roeden genaamd Sender[?]lant of de Hoycamp, belend ten oosten de Ouwe Hemsloot, ten zuiden de Nauwelaen, ten westen de Rooven, ten noorden het Groote Sweelant, en verkoopt Cornelis Diercxz Goesinnen aan Willem Claesz wonende op de Nieuwedam, buurman te Assendelft, een mad land in de Langhe Hem als door Jan van 't Veer laatst gebruikt, belend ten zuiden de weduwe van Huijch Fransz gemeen met Willem Claesz voorschreven, ten westen de Hemsloot, ten noorden Cornelis Diercxz Goesinnen, ten oosten Willem Claesz voorschreven 27.
In Haarlem verklaart op 24 juli 1595 Dirick de Weent, als procureur van Cornelis Diricxz Goedesinnen als pachter van de hoornbeesten en de bezaaide landen over Velsen met zijn gehuchten, hem grotelijken bezwaard door zeker vonnis door schepenen dezer stad als gecommitteerden op de 15e dezer maand te zijnen achterdele en voordele van Cornelis Cornelisz buurman te Velsen gewezen, mits welk hij hem daarvan geconstitueerd heeft appellant of reformant aan de gecommitteerden van de Staten van Holland 28.
In Uitgeest verkoopt in 1596 Frans Fransz Coster, poorter te Haarlem, als procuratie hebbende van de jonkheren Cornelis en Franchoijs van Beresteijn, gebroeders, en Jr Johan van Verezijn als man en voogd van Joffr. Johanna van Beeckesteijn, als erfgenamen van zal. Mr Dirck van Beresteijn, aan Cornelis Dirccxz Goesinnen, onze buurman, omtrent 2 mad land in de Lange Hemmen gemeen met Goesinnen voorschreven, belend ten oosten Sijpershemmen, ten zuiden Barendenven, ten westen 't Kerckhoffslant, ten noorde d'Ouwe Hemsloot 29.
In Uitgeest verkoopt in 1597 Claes Pietersz van de Nieuwendam in de banne van Assendelft aan Cornelis Dircxz Goezinnen een werf of hofstede, groot omtrent 2 snees, liggende ten Goesinnenland in de Brouck, belend ten oosten, westen en noorden met hem, ten zuiden de Hogendijck, waarbij Evert Pietersz zich borg stelt voor zijn broer Claes Pietersz voor de waarnis, verkoopt in 1599 Meester Willem Baerdesen, burgemeester van Amsterdam, aan Cornelis Dircxz Goesinnen 2 stukjes of omtrent 8 snees lands in de Lange Noorder Hemmen in de Brouck, belend de Wateringe, de erfgenamen van Huijch Franssen en Dirck Franssen, en verkoopt in 1599 Frans Fransz Koster van Haarlem als gemachtigde van Johan van Muyssenburch aan Cornelis Dircxz Goesinnen de helft van een stuk land genaamd de Camp, gemeen met Goesinnen zelf, groot in 't geheel omtrent 359 roeden, in de Broeck, belend ten oosten 't Sweerlant, ten zuiden de Hemsloot, ten westen de Nauwe, ten noorden de Roeven 30.
In Uitgeest wordt voor de kapitale lening van 1599-1600 (tenminste de 200e penning van de waarde van alle goederen) onder Westergeest Cornelis Dircxz Goesinnen gesteld op 25£ 31.
In Uitgeest in 1601 verkoopt Cornelis Dircksz Goesinnen aan Cornelis Benningh, burgemeester van Amsterdam, een stuk buitendijks land genaamd Cornelis Dirck Wilkesvennen, groot omtrent 1 morgen, liggende buiten de Hoogendijck, belend ten oosten de gemene Kaijdijck, ten zuiden Baert Bosmans c.s., ten westen de Armen van Uitgeest, ten noorden de Hoogendijck, en verkoopt Cornelis Dircksz Goezinnen aan Frans Garbrantsz, de Heilige Geest alhier, Jan Havicxz in Beverwijk en Jan Dircxz op Wijckerdijck tezamen, zekere partij land, lang en breed zijnde 122 roeden, strekkende van de Sinte Aechtendijck af tot het land van Baert Bossemans c.s. toe, afgedolven van een stuk land genaamd de Wterdijck van Dirck Wilkesvennen, waarop zekere koedijk geslagen is, belend ten oosten Baert Dircxz c.s., ten zuiden Baert Claessen Bosman c.s., ten westen Cornelis Benningh, ten noorden de Sinte aechtendijck 32.
In Haarlem constitueert Cornelis Diricxz Goedesinnen op 29 september 1603 [Dirck de] Weent ad lites tegen een iegelijk, zowel eisende als verwerende 33.
In Haarlem constitueert Cornelis Dirick Pietersz van Heemskerk op 19 oktober 1603 Medenblick ad lites contra Cornelis Diricxz Goesinnen, om zijn zaken te vervolgen [voor de vierschaar van Haarlem] als gecommitteerden van de gemene-landsmiddelen 34.
In 1604 bekent Jan Adamsz Visscher dat Cornelis Diricxz Goesinnen, buurman te Uitgeest, hem afgelost en betaald heeft de hoofdsom van 250 gld met alle verlopen renten vandien als rest van de koop van een stuk land groot 2 maden, wezende de helft van 4 maden genaamd de Havercamp in de banne van Uitgeest bij de Sint Aechtendyck, belend ten zuiden Cornelis Diricxz, ten westen Sint Aechtendyck, ten noorden een stuk hooiland, hetwelk comparant omtrent 12 jaren geleden aan voornoemde Cornelis Diricxz heeft verkocht 35.
In de banne van Westzaan eist in 1606 Cornelis Dircksz Goesynnen van Jan Nanesz betaling van 25 gld als rest van meerdere somme spruitende uit zake van koop van 2 koebeesten waarop de gedaagde al 25 gld betaald heeft. Op 16 november 1606 laat Jan Nanesz zich williglijk condemneren en belooft de 25 gld binnen 14 dagen te betalen, en dat met de kosten. 36
In Haarlem constitueren Cornelis Diricxz Goesinnen, als pachter van 't gemaal van Assendelft, mitsgaders Aelbert Pietersz, medestander en collecteur aldaar, op 17 februari 1607 Swartzenburch ad lites contra Gerrti Garbrantsz, buurman te Assendelft, en alle anderen 37.
In Uitgeest in 1611 verkoopt Garbrant Walichs aan Cornelis Dircxz Goezinnen omtrent 3 snees een vierendel in Roobroeck gemeen met Goezinnen, belend ten oosten Garbrant Claesses ackeren, ten westen Cornelis Gerryt Arys, ten zuiden Gerryt Dirck Gerryts, ten noorden bruikwaar van Claes Pieter Evertsz c.s., en stel tot waarborg zijn huis en erf op de Busch, belend ten oosten de Crommenie, ten westen de Legendyck, ten zuiden Hendryck Jansz, ten noorden d'Ouwe Worff, en verkoopt Sijmon Willemsz van Krommeniedijk aan Cornelis Dircxz Goezinnen 6 snees in Roobrouck gemeen met Goezinnen, belend ten oosten Garbrant Claesacker, ten westen Cornelis Gerryt Arys, ten zuiden Dirck Gerryts, ten noorden bruikwaar van Allert Dirck Hasert c.s. 38.
In Haarlem constitueren Jan Cornelisz Goesinnen, Fop Odewynssoon en Adriaen Cornelisz Goesinnen, allen wonende te Uitgeest, en Jacop Henricxz wonende in de Beverwijk, op 29 mei 1624 Pieter Dassonnevyle, procureur, ad lites op en jegens Nelletgen Batholomeus, weduwe van Jan Dircxz scheepmaecker, poortersse dezer stad, en alle anderen 39.
tr. 1° N.N. CORNELIS, dr van Cornelis DIRCXZ,
tr. 2° Neel SIJMONSDR, wed. van Jochum Pietersz KLEYNSORG, kapitein van een vaandel soldaten en in 1574 aangesteld tot commandeur van een vrijbuitersvloot 40.
Op 15 december 1612 worden huwelijkse voorwaarden gemaakt tussen Cornelis Dircxz Goesinnen, weduwnaar te Uitgeest, en Neel Sijmonsdr, weduwe te Wessanen. Zij brengen hun goederen in volgens een inventaris. Bij het scheiden door de dood zullen de goederen teruggaan, met staande huwelijk verkregen legaten en erfenissen. Zij of haar erfgenamen zullen nog 400 gld ontvangen na het overlijden van voorschreven Cornelis Dircxz, welke somme haar beloofd is als morgengave. Hij zal alle winst en verlies staande huwelijk genieten en dragen. 41
Op 14 februari 1598 is in Westzaan de weduwe van Jochem Pietersz met haar kinderen belend in de Middel 42.
In de banne van Westzaan is op 11 december 1608 Lobberich Egbertsz eiser contra Neel Symonsdr, weduwe van Jochum Pietersz, om betaling van 20 0f 21 gld, of zo veel bij slot van rekening bevonden zal worden, verteerd door haar zoon Dirck Jochums, nu uitlandig, niet wetend of hij dood of levend is voor bijna 10 jaar. Zij is weigerachtig, en schepenen verwijzen naar goeden mannen. 43
In de banne van Westzaan testeert op 29 mei 1609 Anna Jochums, onze inwonende buurvrouw, aan haar 2 kinderen Jochum Pietersz en Claes Pietersz, geprocreëerd bij Pieter Claesz Kat, o.a. de erfenis van haar vader Jochum Pietersz nog berustende onder haar moeder Neel Symesdr 44.
In de banne van Westzaan verkopen op 22 februari 1613 Jan Arisz voogd van Reyn Jocheumsdr, Simon Jocheums, IJsbrant Aerians als man en voogd van Lysbet Jochemsdr, mitsgaders voor Pieter Egges wonende te Wormer en Anna Jochemsdr met haar kinderen, aan Claes Jansz IJperen het Madt in de Middel 45.
Uit het eerste huwelijk:
1. Dirck Cornelisz, volgt IIIa.
2. Anna Cornelisdr, tr. Jan CORNELISZ.
In Uitgeest verkoopt in 1621 Jan Cornelisz van Assendelft als man en voogd van Anna Cornelis Goesinnes aan Guijert Willems de huisvrouw van Claes Gerryt Fransz met haar kinderen die zij geprocreëerd heeft bij Claes Engelsz haar eerdere man een stuk land genaamd de Langen Hemmen met zijn uiterdijk, groot met zijn uiterdijk omtrent 5 geerzen 7 roeden, belend ten oosten mede de Langen Hemmen, ten zuiden Huijch Huijgesz, ten westen Rem Hesselsz, ten noorden Sypers Hem, en verkoopt in 1622 Jan Cornelisz, buurman te Assendelft, aan Rem Hessels een stuk land genaamd de Kevelsbusch, groot omtrent 1 mad, in de Broeck, belend ten oosten de Bussche, ten zuiden IJsbrant Pietersz, ten westen Dirck Hannijngsven, ten noorden de Nauwelaen 46.
3. Jan Cornelisz, geb. ca. 1583 47, volgt IIIb.
4. Trijn CORNELIS, volgt IIIc.
5. Aerjan Cornelisz, tr. Neeltgen JANSDR.
In Uitgeest verkoopt in 1621 Jan Claesz Speelman aan Aerjan Cornelisz Goesinnen een huis met zijn erf genaamd de Valck in de Kerckbuyert waar de Valck uithangt, belend ten oosten de gemene Heerenwegh, ten zuiden de weduwe van Gerryt Anues[?], ten westen Haes Cornelis, ten noorden Anna Dircxdr, waarbij Jan IJsbrantsz Schoemaecker, onze buurman, zich met consent van de andere kinderen en voogden borg voor de waarnis van 't voorschreven huis heeft gesteld, verkoopt in 1621 Aerjan Cornelisz Goesinnen, waard in de Vergulde Valck, onze buurman, aan Jacob Nyelen van Assendelft het halve huis met het halve hooihuis met zijn erf waarvan de andere helft Pyeter Pijetersz Welboren toekomt, liggende bij de Hoogendijck, belend in 't geheel ten oosten Dirck Willemseven, ten zuiden de Hoogendijck, ten westen de Havercamp, ten noorden de voorschreven ven, en bekent in 1623 Adryaen Cornelisz Goesinnen, waard in de Vergulde Valck, schuldig te zijn aan Baert Out van der Nijenburch te Haarlem een jaarlijkse losrente van 30 gld 5 st, te lossen met 550 gld, met als hypotheek een stuk land genaamd Wyckerbrouckgenven in de Brouck, belend ten oosten Cornelis Gerrijtsz scheepmaker, ten zuiden Steffen Pouwelsz, ten westen Cornelis Steffensz, ten noorden Schepmeer, voorts zijn huis en erf (afgelost op 8 augustus 1628) 48.
In Uitgeest in 1624 verkoopt Claes Jansz matselaer, onze buurman, aan Aerjen Cornelisz Goesinnen, mede onze buurman, een erfje op de hofstede in de Schorelstraet, belend ten oosten de voorkinderen van Jan Pietersz, ten zuiden de gemene straat, ten westen Jaep Groot, ten noorden het Cappel, verkoopt Aerjan Cornelisz Goesinnen, waard in de Vergulde Valck, aan Claes Jacobsz, lakenkoper, een vierdepart van een stuk land genaamd de Hooycamp, van 't grote stuk afgedolven, groot omtrent 1 morgen, belend ten oosten de Nieuwenhemsloot, ten zuiden de Groote Hooycamp, ten westen Frans Dircxz, ten noorden het Soeilant, verkopen Crystoffel Matthewijsz, Claes Theunisz als voogd van Machtelt Thewes, Mies Cornelisz als mede-voogd van de kinderen van Hester Thewis, vervangende alle andere erfgenamen van Aecht Dircx in haar leven buurwijf alhier, aan Aerjan Cornelisz Goesinnen, waard in de Vergulde Valck, een stukje land genaamd Rijcke Ronckegesven, groot omtrent 1 morgen, belend ten oosten Cornelis Steffensz, ten noorden de Schepmeer, ten zuiden Luijt Odewynsz, ten westen [niets], en bekent Aerjan Cornelisz Goesinnen, waard in de Vergulde Valck, schuldig aan Cornelia Cornelisdochter van Rycken, de nagelaten dochter van Cornelis Claesz van Rycken in zijn leven brouwer van de Oliphant, poorterse te Haarlem, een jaarlijkse losrente van 33 gld, losbaar met 600 gld (op 8 augustus 1628 afgelost) 49.
In Uitgeest is op 31 mei 1624 Pijeter Pietersz, welboren man wonende te Uitgeest, eiser contra Aerjan Cornelis Goesinnen, waard in de Vergulde Valck alhier, om betaling van 18 gld 12 st ter zake van koop van een vet varken, en nog 6 st 8 penn van voorgeschoten waaggeld (schepenen condemneren de gedaagde) 50.
In Uitgeest wordt voor de 200e penning in 1625 onder Kerckbuyert Aerjen Goesinnen aangeslagen voor 10 51.
In Uitgeest verkoopt op 10 maart 1628 Aerian Cornelisz Goesinnen, onze buurman, waard in de Vergulde Valck, aan Cornelis Arysz Cuyper, mede buurman alhier, een stuk land genaamd Rycke Ronckesventgen, groot omtrent 1 morgen min 1½ snees, belend ten oosten mede Rycken Ronckesven, ten zuiden de koper, ten westen Cornelis Steffensz, ten noorden Schepmeer; compareerde mede Jan Cornelisz Goesinnen, comparants broer, en stelde zich borg voor Aerian Cornelisz Goesinnen 52.
Blijkens een authentieke kopie van een akte d.d. 30 april 1628 voor schout en schepenen van Uitgeest gepasseerd belooft Aerian Cornelisz Goesinnen, waard in de Vergulde Valck, Gerrit Miesz zijn schoonbroer en Jan Cornelisz zijn broer kosteloos en schadeloos te houden van alle lasten en borgtochten die hunlieden zouden mogen opkomen van de borgtocht t.b.v. Jacob Aeriansz c.s., pachters van de impost op de wijnen en bieren over alle dorpen onder Alkmaar sorterende, ter somme van 372 gld 4 st geëxpireerd laatste Maart jl., waarvoor comparant specialijk verbonden heeft zijn huis en erf waar de Vergulde Valck uithangt, en voorts al zijn andere goederen, en transporteert hij al zijn inboedel en huisraad waarvan een inventaris is gemaakt aan voorschreven Gerryt Miesz en Jan Cornelisz Goesinnen 53.
Op 16 mei 1628 compareren Jan Cornelisz Goesinnen en Gerrit Meeusz, buurluiden te Uitgeest, verklarende dat Henrick van den Hove, brouwer in de Sterre binnen Haarlem, zich als principale borg geconstitueerd heeft voor Adriaen Cornelisz Goesinnen, in zijn leven mede buurman te Uitgeest, hun resp. broer en zwager, ter hoofdsomme van 400 gld en de jaarlijkse renten vandien, ten behoeve van Popias van Paenderen, vermogende de obligatie van d.d. 7 november 1621, willende zij, comparanten, voorschreven Henrick van deze borgtocht bevrijden 54.
In Uitgeest is in 1629 Cornelis Jacobsz Andij wonende te Krommenie eiser contra Aerjan Cornelisz Goesinnen, waard in de Vergulde Valck, om betaling van 22 gld wegens koop van vlees en anders (schepenen condemneren de gedaagde), en Anna Pauwels weduwe van Cornelis Dircxz Kabell eiser contra Jan Cornelisz Goesinnen en Gerryt Myiesz als curateurs en verkopers van de boedel van Aerian Cornelisz Goesinnen en Neeltgen Jans, om betaling van 61 gld 1 st 8 penn van gehaalde waren (welke zaak nog 3 keer dient), en is in 1632 Anthonij Lodewijcxz, man en voogd van Wijberich Jansdr, poorter van Amsterdam, eiser contra Adrijaen Cornelis Goesinnen, om betaling van 71 gld 15 st van gehaalde waren door de huisvrouw van de gedaagde gekocht 55.
In Uitgeest verkopen op 28 april 1629 Jan Cornelisz Goesinnen als broer, Gerryt Mieusz als zwager, en curateurs van de boedel van Aerjan Cornelisz Goesinnen, ook als last en procuratie hebbende van hun broer d.d. 22 juni 1628, aan Heyndrick van den Hove, brouwer van de Eene Ster te Haarlem, een huis met zijn erf in de Kerckbyert genaamd de Valck, belend ten oosten de Heerewech, ten zuiden Gerryt Jansz, ten westen Pieter Cornelisz, ten noorden Jacop Fransz 56.
Op 2 augustus 1630 was Neeltgen Jansdr, de huisvrouw van Adrijaen Cornelisz Goesinnen, aanwezig in 't Morejaenshooft te Alkmaar 57.
IIIa. (van IIb) Dirck Cornelisz GOESINNEN, overl. vóór 17 aug. 1605,
In Haarlem constitueert Dirck Cornelisz Goedesinnen wonende te Heemskerk op 29 december 1601 [Dirck de] Weent ad lites tegen Willem Woutersz als pachter van de impost van de bieren van Heemskerk, tam agendo quam defendo 58.
In Heemskerk verkoopt in 1603 Pieter Willemsdr, weduwe van Cornelis Arisz in zijn leven buurman te Heemskerk, geassisteerd met Aris Cornelisz haar zoon, aan Dirck Cornelisz Goesinne, waard in de Swan te Heemskerk, een croftje land groot omtrent 469 roeden, belend ten oosten Jooris Paulusz, ten zuiden Cornelis Thonisz, ten westen Jacob Claesz, ten noorden de Hollebeeck, voor een custingbrief van 399 gld te betalen op 3 Lucasmarkten 59.
In Beverwijk verklaart in 1620 Willem Woutersz wonende te Heemskerk, ten verzoeke van Ds Franciscus Stockius te Castricum, hoe dat omtrent 17 of 18 jaar geleden dat Arys Gerritsz hem verhaalde dat Dirck Goesines en hij, Arijs Gerritsz, des requirants huisvrouw met een wagen en zekere halve vaten bier op de weg omtrent de banscheiding tussen Heemskerk en Castricum hadden gemolesteerd en zekere moeite aangedaan ter zake dat zij wilden zeggen dat er geen biljetten bij 't voorschreven bier zouden geweest zijn 60.
Voor het haardstedengeld in Heemskerk voor 1604 wordt Dirck Cornelisz Gosinnen aangeslagen voor 4 schoorstenen (in 1606 niet vermeld) 61.
Op 17 augustus 1605 geeft Williken Pietersz Bal, brouwer, poorter te Haarlem, volmacht aan Jan Gerytsz, poorter in de Beverwijk, om van de weduwe van Dirick Cornelisz Goesinnen te eisen 44 gld van op 29 maart 1604 geleverde bieren 62.
In Heemskerk verkoopt op 3 november 1605 Gerrit Aeriaensz Santberghen, waard in de Swan te Heemskerk, aan Maerten Claesz Schouten in de Beverwijk een croftje land groot 469 roeden, belend ten oosten Joris Palusz, ten zuiden Cornelis Thonisz, ten westen Jacob Claesz, ten noorden de Hollebeeck, als eertijds Dirck Cornelisz Goesinne, in zijn leven man en voogd van Guyrte Gerritsdr tegenwoordig huisvrouw van de comparant, heeft gekocht 63.
tr. Guyrte GERRITSDR, die hertr. met Gerrit Aeriaensz SANTBERGHEN.
Uit dit huwelijk:
1. Grietgen DIRCX, tr. Jacob HENRICXZ.
IIIb. (van IIb) Jan Cornelisz GOESINNEN, geb. ca. 1583 47, schepen 64 van Uitgeest,
In Assendelft bekent in 1612 Claes Sijmonsz onze buurman, als oom en voogd van Tryn Jans weeskind van wijlen Tryn Symons, ten overstaan en met consent van Jan Cornelisz buurman te Uitgeest, vader van 't zelve weeskind, verkocht te hebben aan Willem Sijmonsz, mede oom van hetzelve kind, het gedeelte in alle percelen van land beoosten de weg, mitsgaders in 't Zuyer Ventgen bewesten de weg genaamd Bouwesventgen, als het kind daarin toebehoort, tegenwoordig gebruikt door Marytgen Claesdochter grootmoeder van 't voorschreven kind, liggende in de Woudtbuyert 65.
In Uitgeest verkoopt in 1612 Jan Jacobsz, eertijds van Zaandam, buurman op Assum, aan Jan Cornelisz Goezinnen het pannenhuijs met zijn erf, met 't dorpgen voor 't huis en de boomgaard achter 't huis, op Assum, belend nutertijd ten oosten Gerryt Mieusz, ten zuiden de Vaert, ten westen Cornelis Dirck Woutersz, ten noorden de Coorendyck, en verkopen in 1619 Willem Claesz Neijenburch en Dirck Jacobsz, buurluiden te Heemskerk, ook voor Claes Reynertsz burger van Beverwijk, aan Jan Cornelisz Goesinnen onze buurman een stuk land genaamd Claes Meyenven, groot 1½ morgen, in de Broeck, belend ten oosten Doovelant, ten zuiden de Heemskercker Tocht, ten westen Jan Cornelisz zelf, ten noorden de Hardt 66.
In Uitgeest verkoopt in 1621 Jan Corneliszoon Goesinnen, onze buurman op Assum, aan Jacob Nyelen onze buurman aan de Hoogendyck een mad land of 2 twaalfdedelen in een stuk land genaamd Dirck Willemenven, gemeen met Pyeter Pietersz Welboren en Jacob Heyndricx, groot het geheel omtrent 12 koeven, belend ten oosten de ven in de hoek, ten zuiden de Hoogendyck, ten westen het huis met zijn erf aan de Nauwelaen, ten noorden het Kerckhoff 67.
In Uitgeest verkopen in 1623 Gerrijt Claesz Wenne, Jan Pyetersz als man en voogd van Gryetgen Claes geweest hebbende geassisteerd met Jan Cornelisz Goesinnen, en Joost Gerrijts als man en voogd van Wentgen Claes, allen erfgenamen van wijlen Claes Gerrijtsz, in zijn leven buurman op Assum, aan de voorschreven Jan Cornelisz Goesinnen een boomgaardje achter Assum over de Vaert, belend ten oosten de koper, ten zuiden de Hagen, ten westen de Not- of Hagensloot, ten noorden de gemene vaart, en verkoopt Dierck Pietersz Welboren, buurman op Assum, aan Jan Cornelisz Goesinnen, mede onze buurman op Assum, omtrent 2 snees land in Gaukelant, met nog een vrije notweg tot de voorschreven 2 snees land toe strekkende bewesten het huis van Pieter Dircxz [moet dit Dirck Pietersz zijn?] over zijn erf tot op de Corendijck, belend ten oosten Dirck Heijndricxz, ten zuiden de voorschreven Pieter Dircxz [?], ten westen Cornelis Hessels, ten noorden [geknoeid] 68.
In Beverwijk heeft in 1623 Aelbert Jacopsz, nutertijd wonende te Zaandam, een obligatie van 345 gld toebehorende zijn zuster Jannitgen Jacopsdr, geprocreëerd door Jacop Aelbertsz en Trijn Jacopsdr, uitgezet op interest aan Jan Cornelisz Goesinnen te Uitgeest (afgelost op 1 augustus 1627) 69.
In Uitgeest wordt voor de 200e penning in 1625 onder Assum Jan Cornelisz Goesinnen aangeslagen voor 20 51.
Op 7 februari 1628 zijn de notaris Daem Voorgouw met getuigen Aeryaen Thonysz en Jan Wouters gegaan te Heemskerk op de Suydt Maedwech, en hebben aldaar ten verzoeke van Jan Cornelisz Goesinnen en IJsbrant Bruijnsz als gecommitteerden van de schepenen van Uitgeest inspectie oculair gedaan van 't overlopen van 't water, en hebben bevonden dat het land gelegen buiten dijk droog was 70.
In Uitgeest verkopen in 1634 Wijbrant Jaspersz weduwnaar van Beertgen IJsbrants, Volckert Huijbertsz en Huijbert Huijbertsz, kinderen van de voornoemde Beertgen IJsbrantsdr, allen onze buurluiden, ook tezamen voor Aechgen Huijbertsdr wonende te Alkmaar, aan Jan Cornelisz Goesinnen mede onze buurman een huis en erf in Bonckenburch, belend ten oosten de gemene Heerewech, ten zuiden het Afterpadtgen, ten westen Cornelis Cornelisz Stierman, ten noorden Jacob Jansz Cramer, met een vrije watergang over het erf toebehorende Jan Pietersz Gorter zuidaan 71.
In Uitgeest bekent in 1634 Jan Cornelisz Goesinnen, onze buurman, schuldig te zijn aan Jan en Cornelis Wouters zonen, nagelaten weeskinderen van zal. Wouter Jansz, ten overstaan van Tonis Gerritsz Smit en Gerrit Bruijnsz Alckemade, mede onze buurluiden, een jaarlijkse losrente van 15 gld, af te lossen met 300 gld, met als onderpand zijn huis met zijn erf in Bonckenburch, belend ten oosten de gemene weg, ten westen Cornelis Cornelisz Stierman; Sijmon Jacopsz, mede onze buurman, heeft zich tot borg gesteld voor zijn schoonvader 72.
In Uitgeest verkopen in 1636 Claes Cornelisz Blauwen, tegenwoordig schepen te Uitgeest, Jacob Cornelisz als man en voogd van Guijrte Cornelisdr, Jan Joosten als vader en voogd van zijn kinderen geprocreëerd bij zal. Wijberich Cornelisdr zijn overleden huisvrouw, hen ook sterk makende voor de nagelaten kinderen van zal. Dirck Cornelisz in de wandeling genaamd Dirck Jan, aan Jan Cornelisz Goesinnen hun zwager en Sijmon Jacobsz de zwager [schoonzoon] van de voornoemde Jan Cornelisz Goesinnen, mede onze buurluiden, alle goederen hun nagelaten door zal. Marytgen Cornelisdr, in haar leven huisvrouw van Jan Cornelisz Goesinnen. Nog verklaarden Jan Cornelisz Goesinnen en Sijmon Jacobsz dat zij aleer zij de voorschreven goederen gekocht hadden geaccordeerd zijn geweest dat Sijmon Jacobsz zou hebben de helft van het stuk land genaamd Claes Maeijenven in de Broeck, groot in 't geheel 10 geerzen 1½ snees, belend ten oosten Doevelandt, ten zuiden de Tocht, ten westen Sijmonsven, ten noorden 't Hardt, nog een stuk land in de Claeijne Sien genaamd Steffkens Ackers, groot 6 snees, belend ten noorden de Wittigen Derch, ten zuiden Dresschen, nog een akker zaadland op Assum genaamd het Gaukelant, groot omtrent 2 snees, belend ten oosten Dirck Heijndricxz, ten westen Gerrit Miesz, ten zuiden Albert Pietersz, ten noorden de Binneven, en dat Jan Cornelisz Goesinnen zal hebben het halve huis en erf waar hij tegenwoordig in woont in Bonckenburch, belend ten oosten de gemene weg, ten zuiden het Afterpadtgen, ten westen Cornelis Cornelisz Stierman, ten noorden Jacob Jansz Craemer, mitsgaders de hele inboedel en de in- en uitschulden. 73
In Uitgeest verkoopt in 1636 Jan Cornelisz Goesinnen, tegenwoordig schepen binnen ons dorp, aan Sijmon Jacobsz zijn zwager [schoonzoon], mede onze buurman, een huis met zijn erf op Assum, groot het erf 1½ snees 12½ roede, belend ten oosten Gerrit Mieusz, ten zuiden de Assemerwech, ten westen de kinderen van Dieuwer Gerrits, ten noorden de Koorendijck, nog het werfje vóór 't voorschreven huis, groot omtrent 1½ roede, belend ten oosten Gerrit Mieusz, ten zuiden de Koorendijck, ten westen de kinderen van Dieuwer Gerrits, ten noorden Schaepven, item de boomgaard achter het huis over de vaart, groot 3 snees min 3 roeden, belend ten oosten Gerrit Mieusz, ten zuiden de Haegen, ten westen de kinderen van Dieuwer Gerrits, ten noorden de Assemervaert 74.
In Uitgeest bekent in 1637 Jan Cornelisz Goesinnen, onze buurman, schuldig te zijn aan Marytgen Pietersdr, weduwe van Jacob Cornelisz, en Cornelis Jacobsz haar zoon, mede onze buurluiden een jaarlijkse losrente van 13 gld, losbaar met 250 gld, met als onderpand een huis met zijn erf in Bonckenburch, belend ten oosten de Smaele Wech, ten zuiden het Afterpadtgen, ten westen Cornelis Cornelisz, ten noorden Jacob Jansz, en verkoopt in 1638 Jan Cornelisz Goesinnen, oud-schepen en buurman binnen ons dorp, aan Sijmon Jacobsz mede onze buurman, zijn zwager [schoonzoon], de helft van een stuk land in de Broeck genaamd Claes Meijnenven waarvan de andere helft de koper toebehoort, groot het gehele stuk land volgens het morgenboek 10 geerzen 1½ snees, belend in 't geheel ten noordoosten het Hart, ten noordwesten Sijmonsven, waarop Sijmon Jacobsz de voorgaande koop van Jan Cornelisz Goesinnen, de vader van zijn huisvrouw, bekent, en belooft te betalen in 3 termijnen, onder conditie dat voornoemde Jan Cornelisz Goesinnen hem bevrijdt van zekere borgtocht van 700 gld 75.
In Uitgeest hebben op 2 januari 1648 Jan Cornelisz Goesinnen en Heijndrick Hesselsz, bloedvoogden, mitsgaders Jacob Cornelisz Bessen en Claes Jansz Alen, wettelijke gecoren voogden, van Aechte Remmen, de nagelaten onmondige dochter van wijlen Rem Hesselsz en Neeltgen Cornelisdr [zuster van Jan Cornelisz Goesinnen?], in hun leven wonende binnen dezen dorpe, aangebracht de goederen dezelve Aechte Remmen als erfenis van haar ouders toebehorende, nl. een stuk land in de Broeck genaamd Voor-Dirckhannincxven, groot omtrent 3 morgen, belend ten oosten de Nauwelaen, ten westen de After-Dirckhannincxven, item nog 375 gld berustende onder Hessel Jansz op Assum en 125 gld berustende onder de voorschreven Jacob Cornelisz Bessen 76.
tr. 1° Trijn SYMONS, dr van Symon CLAESZ, op 9 december 1586 collecteur van de nieuwe verpondingen te Assendelft, en Marytgen CLAES COSTERS,
tr. 2° Marytgen CORNELISDR,
Op de ldmatenlijst van Uitgeest over de periode 1624-1668 wordt vermeld: Jan Cornelys Goesinnen met Marjete Cornelys, verhuisd van Assum naar Smalleweg.
tr. 3° Uitgeest 2 maart 1636 Neeltgen CORNELIS, dr van Cornelis CORNELISZ, van Uitgeest, uitvinder van de houtzaagmolen.
Op 27 maart 1638 testeert Neeltgen Cornelis, huisvrouw van Jan Cornelisz Goesinnen wonende te Uitgeest, aan de kinderen van Cornelis Cornelisz timmerman te Alkmaar haar broer voor de ene helft en aan die van Claes Cornelisz haar broer voor de wederhelft, of hun kinderen bij representatie, met de bepaling dat haar broer Cornelis Cornelisz het vruchtgebruik van al haar goederen zal hebben zolang hij leeft 77.
Op 29 augustus 1654 approbeert bij codicil Neeltgen Cornelis, weduwe van Jan Cornelisz Goesinnen wonende te Uitgeest, haar testament gepasseerd voor notaris Gerrit Jansz Weijer te Alkmaar, en legateert zij aan Maritgen Claes haar broers dochter al haar kleren, goud en zilver tot haar lijf behorende 78.
In Uitgeest verkoopt op 1 september 1671 Allert Jansz Bonckenburch als last en procuratie hebbende van Jan Mieusz als in huwelijk hebbende Aechje Claes, Jacob Willemsz als in huwelijk hebbende Trijn Claes, Maritje Claes geassisteerd met haar zoon Claes Pietersz, en de regenten van 't weeshuis der stad Alkmaar als vaders van Cornelis Arentsz, allen kinderen en kleinkinderen van Claes Cornelisz Gravemaecker, tegenwoordig allen wonende te Alkmaar, en dienvolgende enige erfgenamen van Neeltje Cornelis, weduwe van Jan Cornelisz Goesinnen, te Uitgeest overleden, aan Gerrit Heijndricxz buurman te Uitgeest een huis met zijn erf in Bonckenburch, groot het erf 8½ roede, belend ten oosten de weg, ten zuiden het Achterpatje, ten westen de kinderen van zal. Mieus Jansz, ten noorden Jan Fransz Schipper, voor een custingbrief van 312 gld te betalen op 3 termijnen 79.
Uit het eerste huwelijk:
1. Trijn JANS, tr. Uitgeest 17 febr. 1630 Sijmen JACOBSZ.
In Uitgeest verkoopt in 1675 Sijmen Jacobsz wonende te Oucoop gehorende onder Loenersloot aan Jan Sweren wonende op Assum de helft in een stuk land op Assum genaamd Alen- of Swerenven, groot in 't geheel omtrent 5½ gars 3 roeden, belend ten oosten de Notsloot, ten westen Grote Claes, ten noorden Heijndrick Dircxe, ten zuiden de Vaert, voor 916 gld 80.
IIIc. (van IIb) Trijn CORNELIS,
tr. Fop ODEWIJNSZ, schoenmaker, schepen van Uitgeest, zn van Odewijn CORNELISZ, schoenmaker, en Trijntgen PHOPPENDR.
In Uitgeest verkoopt in 1607 Odewijn Cornelisz, schoenmaker, aan Phop Odewijnsz, zijn zoontje geprocreëerd bij zal. Trijntgen Phoppendr, een vierdepart met een achtstepart in een stuk land genaamd de Voorven, in de Zien, belend ten oosten de Geestackeren, ten zuiden IJsbrant Pietersz, ten westen de Schouwateringe, ten noorden de Nyeuwe Wech. De voogden van 't kind zijn Jan Jansz alias Comen Jan en Allert Cornelisz. De vader belooft het kind de 6 eerstkomende jaren te onderhouden en voorts het huisje toekomende Phop voornoemd, gekomen van Marytgen Dircxdr, in raak en daak in goede reparatie te houden. 81
In Uitgeest verkoopt op 15 januari 1621 Oedewyn Cornelisz, onze buurman, een Fop Odewynsz zijn zoon een huis met zijn erf, belend ten oosten de Binnendyckermeer, ten zuiden Jan Cornelisz, ten westen de Corendyck, ten noorden Claes Jansz, met de rechten volgens de kwijtschelding van 29 maart 1596, verkoopt op 16 december 1621 Fop Odewynsz onze buurman aan Jacob Nyelen van Assendelft een vierdepart in de Dirck Willemenven groot omtrent 4 morgen of 12 koegang, met belenders als in de voorafgaande verkoop door Jan Cornelisz Goesinnen, verkoopt op 1 februari 1621 Jan Claesz Coen van Assendelft, ook voor zijn broer Floris Claesz Coen nutertijd wonende in de Beemster, aan Fop Odewynsz, schoenmaker, onze buurman, een stuk weiland genaamd Baertsven, belend ten oosten de Verckensbusch, ten zuiden de Nesegheestermeer, ten westen Mr Heyndrick Spoorwaters c.s., voor 3000 gld te betalen in 3 termijnen, en verkoopt op 30 januari 1623 Fop Oodewynsz aan Pieter Pietersz Welboren, beiden onze buurluiden, omtrent 1 morgen land wezende een vierdepart van de Hoycamp, het gehele land groot geweest 4 morgen, belend ten noorden Claes Jacobsz met zijn vierde, ten oosten de Nijenhemsloot, ten westen de Nauwelaen, ten noorden de Rooven 82.
In Uitgeest bekent op 30 augustus 1624 Fop Odewijnsz schuldig te zijn aan Frans Barentsz [onleesbaar] te Haarlem een jaarlijkse losrente van 10 gld 8 st 12 penn, losbaar met 175 gld, en stelt tot hypotheek zijn huis en erf met het dorpen voor zijn deur, belend ten oosten de Binnendycxsmeer, ten zuiden Duergnens[?] Jan Cornelisz, ten westen de Smaele Wegh, ten noorden Claes Jansz, verkoopt op 27 april 1625 Fop Odewynsz onze buurman aan Garbrant Gerrytsz Smit een vierdepart in een achtstepart van een stuk land genaamd de Voorven, groot het gehele land omtrent 27 snees, in de Groote Sien, en bekent op 10 augustus 1626 Fop Oodewynsz onze buurman schuldig te zijn aan Frans Barentsz Cousevant, poorter te Haarlem, een jaarlijkse losrente van 20 gld 6 st 4 penn, losbaar met 325 gld 83.
In Uitgeest wordt in 1625 voor de 200e penning onder Westergeest Fop Odewynsz aangeslagen voor 20 51.
in Uitgeest is op 2 juni 1628 Allert Arentsz, schout, als last hebbende van Mr Gerryt Pietersz, chirurgijn te ... Schermer, eiser contra Fop Odewijnsz, schoenmaker alhier, om betaling van 17 gld ter cause van 't cureren van een kwaad been en een zere keel, met de medicamenten, en om betaling van 5 gld ter cause van geaccordeerde penningen (schepenen condemneren de gedaagde) 84.
In Uitgeest bekent op 7 maart 1631 Fop Oodewijnsz onze buurman schuldig te wezen aan Gerryt Jacobsz Hulft poorter te Haarlem een jaarlijkse losrente van 43-15-0, te lossen met 700 gld, met als hypotheek een stuk land genaamd Baertsven in de Broeck, groot omtrent 3 morgen min 5½ snees, belend ten oosten de Verckensbusch, ten zuiden de Westergeestermeer, ten westen en noorden mede Baertsven (geroyeerd op 25 febr. 1671) 85.
In Uitgeest is op 12 november 1632 Pieter Mieusz Schutter eiser contra Fop Odewynsz vanwege zijn zoon, om betaling van 10 gld uit zake dat de zoon van de gedaagde hem vervorderd heeft peulen te plukken op de Geest; de gedaagde is gecondemneerd en heeft ten volle betaald 86.
In Uitgeest bekent op 1 augustus 1636 Fop Odewijnsz Schoenmaecker, onze buurman, schuldig te zijn aan Frans Barentsz Kousebant, poorter te Haarlem, een jaarlijkse losrente van 9 gld 8 penn, losbaar met 150 gld, waaraan hij verbindt zijn huis met zijn erf in Westgeest, groot het erf 7½ snees 117 roede, belend ten oosten de Binnendijcxmeer, ten zuiden de weduwe van Jan Cornelisz, ten westen de Koorendijck, ten noorden Claes Jansz, item nog een akkertje vóór 't voorschreven huis, groot omtrent 1 snees 8 roeden, belend ten oosten de Koorendijck, ten westen de Smaele Wech, ten zuiden de weduwe van Jan Cornelisz, ten noorden Claes Jansz 87.
In Uitgeest bekent op 27 juni 1643 Fop Odewijnsz, onze buurman, gehuurd te hebben van de regeerders van het St. Elisabethgasthuis binnen Haarlem een stuk land genaamd Boovijgemaed, voor 1642 t.e.m. 1646, jaarlijks voor 120 gld, en stelde tot onderpand hiervoor een stuk land in de Broeck genaamd de Bagijnenbusch, groot omtrent 1 morgen, belend ten oosten Dirck Jacobsz Coppen, ten zuiden de Wijelaen, ten westen Dirck Dingenumsz Keijser, ten noorden de Veet 88.
In Uitgeest bekent in 1649 Fop Odewijnsz Schoenmaecker, onze buurman, schuldig te zijn aan Frans Barentsz, poorter te Haarlem, een jaarlijkse losrente van 31 gld 5 st, te lossen met 500 gld, met als onderpand zijn huis en erf met het dorpgen of werffgen voor het huis in Westergeest, groot 9 snees 3 roeden, belend ten oosten de Binnendijcxmeer, ten zuiden Guijrt en Alijt Jansdochteren, ten westen de Smaelewech, ten noorden Claes Jans (geroyeerd op 27 maart 1677) 89.
In Uitgeest verkopen op 7 juni 1658 Jacob Cornelisz Seylemaecker, ook voor Neeltje Cornelis zijn zuster en Guijrte Sijmonsdr zijn zusters dochter, Claes Sijmonsz Kerver als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, Jan Harmensz Backer als getrouwd hebbende Neeltje Claesdr, Jan Claesz van 't Sant als vader en voogd van zijn onmondige zoon geprocreëerd bij Risjen Cornelisdr, Cornelis Jansz Swan en Jillis Claes Prins wettelijke voogden van de weduwe en kinderen van zal. Claes Cornelis Kabel, Heijndrick Hesselsz en Pieter Sijmonsz Bonckenburch wettelijke voogden van de weduwe en kinderen van Cornelis Dircxz Kabel en Anna Pouwelsdr, onze buurluiden, aan Fop Odewijnsz, tegenwoordig mede-schepen, een huis met erf op de Meldijck genaamd het Seijlhuijs, belend ten oosten Cornelis Bruijnsz Alckemade, [ten zuiden] Lijsbeth Gerrits, ten westen Claes Dircxz, ten noorden de gemene straat, en bekende Fop Odewijnsz de voorgaande koop, voor 500 gld, te betalen op 3 termijnen 90.
In Uitgeest verkoopt op 11 juni 1661 Fop Odewijnsz, schepen binnen ons dorp, aan Alijt Clautius onze buurvrouw een huis met zijn erf op de Meldijck genaamd het Seijlhuijs, belend ten oosten Cornelis Bruijnsz Alckemade, ten zuiden Gerrit IJsbrantsz Seuntjes, ten westen Cornelis Pietersz, ten noorden de gemene straat, waarna de koopster, geassisteerd met Pieter Clautius haar broer, verklaart dit huis en erf voor 485 gld gekocht te hebben en belooft deze somme te betalen in 3 termijnen met als onderpand het gekochte 91.
In Uitgeest verkoopt op 6 juni 1663 Anna de Renesse, vrijvrouwe van Assendelft, vrouwe van Heemskerk, Castricum, ter Aa, etc., zo nodig geassisteerd met Martinus Barten haar rentmeester, aan Phop Odewijnsz, oud-schepen binnen ons dorp, de helft van zeker perceel land met uijtterdijcken in de Broeck, genaamd Polsbroeck, groot in 't geheel met de uijtterdijcken omtrent 11 morgen 150 roeden, waarvan de andere helft gekocht is door Jacob Jan Meijndersz buurman te Krommenie; de voornoemde Fop Odewijnsz zal het westerste gedeelte hebben, zijnde dit belend ten zuiden het Langelant, ten westen de Vroomsmeer, ten noorden Sijbrant Cornelisz en Claes Bruijnsz Alckemade, voor een custingbrief van 2800 gld, te betalen in 3 termijnen 92.
In Uitgeest verkopen op 5 juni 1669 Fop Odewijnsz, vader en voogd van Grietjen Foppen, en ook als grootvader van Aerjan Cornelisz, zoon van zijn voornoemde dochter geprocreëerd bij Cornelis Garbrantsz haar overleden man, Jan Jansz Hen als wettelijke gecoren voogd, mitsgaders Wijbrant Wijbrantsz chirurgijn en Frederick Cornelisz als omen van de voorschreven kinderen [?] van de voornoemde Cornelis Garbrantsz anders Cornelis Fanten, aan Trijn Jans en Stijn Jans (allen onze buurluiden) een huis met zijn erf op 't Nieuwe Landt, belend ten oosten Neeltje Jans, ten zuiden de weg, ten westen Trijn Bruijns, ten noorden de gemene sloot, waarna de koopsters deze koop voor 550 gld bekennen en beloven deze somme op 3 termijnen te betalen 93.
In Uitgeest verkopen op 21 mei 1676 Pijeter en Sijbrant Jansz Matselaer, ook voor hun moeder Dieuwer Meijnders mitsgaders Meijndert, Nan en Marij, Jans hun broers en zuster, aan de kinderen van Fop Odewijnsz een stuk land in de Broeck genaamd de Breemaedt, groot 63½ snees 3 roeden, belend ten oosten Cornelis Garbrantsz Crofft, ten westen de Meer, ten noorden IJsbrant Bruijnsz Broens en Claes Dircxe Vrienden, voor een custingbrief waarin Cornelis Foppen Goesinnen wonende alhier verklaart dit stuk land gekocht te hebben van de weduwe en kinderen van Jan Pijetersz Matselaer voor 1315 gld, welke somme hij belooft te betalen in 3 termijnen 94.
Uit dit huwelijk:
1. Grietje FOPPEN, volgt IVa.
2. Cornelis Foppen GOESINNEN, ged. (nederd. geref.) Uitgeest 28 maart 1627, schepen 95 ald., molenmeester van de Uitgeester Broeck 96, waarschap 97 van Uitgeest.
Op 5 maart 1680 testeren Cornelis Foppen Goesinnen, regerend schepen van Uitgeest, en Trijntie Foppen, boer en zuster, beiden wonende binnen het dorp Uitgeest in de Westegeest, de eerste ziekelijk. Hun goederen zullen worden geërfd door hun naaste vrunden ab intestato, met de restrictie dat al hetgeen Adriaen Cornelisz, zoon van hun zuster zal. geprocreëerd bij Cornelis Garmensz, van hen zal komen te erven, ingeval hij zonder wettige kinderen komt te overlijden wederom zullen moeten gaan op de naaste vrunden van testateurs. Verder verklaren zij tot voogden van de voornoemde Arijen Cornelisz te stellen hun twee broers, met namen Hercules en Dirck Foppen Goesinnen. 98
In Uitgeest in 1682 verkoopt Wouter de Graef wonende binnen de stad Haarlem aan Cornelis Foppen Goesinnen, waarschap van dit dorp, een stuk land in de Broeck genaamd de Voorven, groot 3½ gars 3 snees 10 roeden, belend ten oosten en zuiden de Bolmeer, ten noorden mede de Voorven, ten westen de Varckenbusch, voor 650, en verkoopt Cornelis Foppen Goesinnen wonende alhier aan Wouter Arissen Coperslager mede wonende alhier een end van een akker land op de Geest genaamd Aensaetlandt, groot 2 snees, belend ten oosten Tamis Odewijnsz, ten westen Dirck Snijer, ten noorden de koper zelf, ten zuiden Abraham Pietersz, voor 107 gld 2 st 99.
In Uitgeest verkopen in 1682 Cornelis Jansz Stierp en Jan Abrahamsz, voogden van de kinderen van zal. Jacob Steffens, voor 1/8, Anna Steffens weduwe van Hendrick Jacobsz voor 1/8, Claes en Pieter Jacobsz Seunties, voor henzelf en voor hun broer IJsbrant Jacobsz, voor 4/8, en dan nog nevens Mr Jacobus Cos, Maertie en Trijntie Gerrits, Haeutie Steffens weduwe van Cornelis Gerrits, item Maerten Jansz, Maertie Jans, Aeghte Gerrits weduwe van Pieter Jansz Seuntjes, en Trijntie Wouters geassisteerd met Arijen Gerrits Jannen als haar voogd, voor de resterende 2/8, aan Cornelis Foppen Goesinnen 2 akkers zaadland op de Geest, groot tezamen 7 snees, belend ten westen Kuijpersven, ten zuiden Jan Cornelis Ruijter, ten noorden de erfgenamen van IJsbrant Lourisz, ten oosten de Brewegh, voor 240 100.
In Uitgeest verkoopt in 1684 Griet Wouters wonende alhier aan Cornelis Foppen Goesinnen een akker zaadland op de Geest, genaamd de Acker van Steffen Garbrantsz, groot 4 snees 5 roeden, belend ten noorden Jan Cornelis Ruijter, ten zuiden de weduwe van Pieter Jansz Seuntjes, voor 110 101.
In Uitgeest verkopen in 1685 Maertie Jans, weduwe van Claes Garbrantsz, voor 1/6, en de resterende erfgenamen voor 5/6, aan Cornelis Foppen Goesinnen een stuk land in de Broeck genaamd het Lagervelt, groot 1692 roeden, belend ten zuiden Pieter Hesselsz, ten noorden Jan Willems Castricum, voor 504 102.
In Uitgeest verkoopt in 1689 Jan Claesz Decker wonende op Assum aan Cornelis Foppen Goesinnen wonende alhier een akker land op de Geest, groot 2 snees, belend ten noorden de Acker van Keut, ten zuiden de stad Haarlem, ten oosten de Breewech, ten westen Kuijperven, voor 110 103.
In Uitgeest verkopen in 1686 Frans Jansz en Cornelis Jansz, beiden wonende te Amsterdam, en Aeltie Dircx, weduwe van Heijndrick Jansz, wonende te Sparendam, nevens de voorschreven Frans en Cornelisz als omen en bloedvoogden van het nagelaten weeskind van de voorschreven Hendrick Jansz en Aeltie Dircx, aan Cornelis Foppen Goesinnen een stuk land in de Sien genaamd de Binneven, groot 110 roeden, belend ten zuiden Pieter Claesz Slooties, ten noorden Claes Gerritsz Stockemaecker, voor een custingbrief waarin Cornelis Foppen Goesinnen en Jan Willemsz Gorter elk voor de helft samen een schuld van 1150 bekennen, te betalen op mei 1686, 1687 en 1688 104.
In Uitgeest verkoopt in 1687 Johannis van Coevenhoven aan Cornelis Foppen Goesinnen wonende alhier een stuk land in de Broeck genaamd de Noocken met deszelfs uiterdijk, groot tezamen 1903½ roede, belend ten oosten Arent Engelsz Rollerus, ten westen de Ouwen Hemsloot, voor 576 105.
3. Marijtje FOPPEN, ged. (nederd. geref.) Uitgeest 18 maart 1629.
4. Hercules Foppen GOESINNEN, ged. (nederd. geref.) Uitgeest 12 okt. 1631, volgt IVb.
5. Ariaantje FOPPEN, ged. (nederd. geref.) Uitgeest 2 nov. 1634.
6. Odewijn FOPS, ged. (nederd. geref.) Uitgeest 11 juli 1638.
7. Dirck Foppen GOESINNEN, ged. (nederd. geref.) Uitgeest 23 dec. 1640, volgt IVc.
8. Trijntje FOPPEN.
Op 6 mei 1679 verzoeken de weduwe en kinderen van zal. Claes Cornelisz Kabel aan de notaris zich te vervoegen aan Trijntje Foppen, tegenwoordig tegen de wil van de insinuanten te hunnen huize zich onthoudende. Insinuanten hebben met de geïnsinueerde in de voorwinter een akkoord gesloten over de pretenties van de geïnsinueerde over een voorschot van huur als anders ten laste van de insinuanten als erfgenamen van zal. Dirck Jan Maten. Het verzoek is om aan de geïnsinueerde te presenteren te voldoen 125 gld tot betaling van de eerste termijn bij dito akkoord getroffen en verder te presenteren om ten behoeve van de geïnsinueerde te passeren een behoorlijke akte van cautie voor de resterende termijnen bedragende tezamen 400, te betalen op mei 1680, 81, 82 en 83, elk met een vierdepart, mits dat zij, geïnsinueerde, alsdan binnen 24 uren uit het huis van de insinuanten zal vertrekken. Zij gaf ten antwoord dat zij volgens haar broers geen akkoord mocht maken en dat zij het hierbij moest hebben. 106
IVa. (van IIIc) Grietje FOPPEN,
tr. Cornelis GARBRANTSZ, anders Cornelis Fanten.
Uit dit huwelijk:
1. Ariaen Cornelisz GOESINNEN, volgt Va.
IVb. (van IIIc) Hercules Foppen GOESINNEN, ged. (nederd. geref.) Uitgeest 12 okt. 1631, biersteker, schepen o.a. in 1681 107 ald., diaken (van de gereformeerde kerk 107) ald., rolreder, overl. Uitgeest 12 dec. 1714,
In Uitgeest verkoopt in 1666 Gerard Scholten, brouwer in de brouwerij van de Oliphant binnen de stad Haarlem, aan Hercules Foppen onze buurman een huis met zijn erf in Oostergeest, met de halve sloot bezuiden dito erf die voor dit huis en het huis van Pieter Sijmonsz Bonckenburcg in gemeenschap gebruikt wordt, belend ten oosten de Binnendijcxmeer, ten zuiden de voornoemde Pieter Symonsz, ten westen de gemene straat, ten noorden Aechte Cornelis, voor een schuldbrief van 1400 gld 108.
In Uitgeest bekent in 1669 Huijbert Fransz, onze buurman, ontvangen te hebben van Gerrit Schouten, brouwer in de Oliphant te Haarlem, en Hercules Foppen, biersteker van de Oliphant, onze buurman, tezamen 400 gld, welke somme hij mag houden zolang hij de nering van tappen is doende of zolang de voornoemde brouwer en biersteker de voornoemde nering continuerende zijn (geroyeerd op 13 juli 1670) 109.
In Uitgeest verkopen in 1671 Hessel Heijndrickse, Claes Heijndrickse, Rem Heijndrickse, Cornelis Heijndrickse en Aechte Heijndricks, kinderen van Heijndrick Hesselsz, mitsgaders Cornelis Sijmonse in huwelijk hebbende Hillegont Heijndricks en Harklis Foppen in huwelijk hebbende Guijrt Heijndricx, allen ook voor Jacob Heijndrickse en de kinderen van Sijmon Heijndrickse, voor zover het dezelven en alle anderen enigszins aangaan mag, aan Pieter Phillipsse een huis en zijn erf op de Meldijck, belend ten oosten en noorden de Buijtendijcxmeer, ten westen Pieter Phillipsse zelf, ten zuiden de sloot, als in het contract door Hessel Remmen en ene Frans Pietersse, geassisteerd met Paulus Jansen en Poulus Steffens als voogden van Stijntgen het onmondige kind van Frans voorschreven geprocreëerd bij Aeff Heijndricx, op 24 juni 1641 opgericht is, voor een obligatie van 1300 gld, en aan Claes Sijmonsz Kerver en Fredrick Cornelisse, beiden onze buurluiden, een stuk land in de Broeck genaamd Rijcken Ronckjesven, groot 3 geerzen 1 snees 9½ roede, belend ten oosten en zuiden Coningen Acker, ten westen Cornelis Arentse Breet, ten noorden de Sondernaem, voor 1000 gld 110.
In Uitgeest verkopen in 1683 Pieter Claes Blaeuw wonende op Saerdam voor 1/4, Gerrit Jansz wonende te Amsterdam voor 1/4, Claes Claesz Blaeuw en Jacob Jans Sweren in huwelijk hebbende Breghte Claes Blaeuw tezamen voor 1/4, Abraham Pietersz in huwelijk hebbende Aeghte Cornelis Blaeuw wonende te Alkmaar, Aeghte Cornelis wonende te Leiden en Anna Cornelis wonende in de Beverwijk tezamen voor de resterende 1/4, aan Hercules Foppen Goesinnen, oud-schepen van dit dorp, een akker zaadland op de Geest, groot 4 snees, genaamd Armeracker, belend ten noorden Jan Willemsz Castricum, ten zuiden Willem IJsbrantsz Broens, voor 140:4:0 111.
In Uitgeest verkoopt in 1692 Sijmen Pietersz Bonckenburgh wonende alhier aan Hercules Foppen Goesinnen wonende mede alhier een huis en erf in Oostgeest als tot dato dezes door de verkoper bewoond, belend ten noorden de koper, ten zuiden Pieter Willemsz Gorter, ten oosten de Meer, ten westen de Corendijck, voor een schiftingbrief van 1112:10:0, te betalen in 3 termijnen, op mei 1692, 1693 en 1693 met een derdepart, en verkoopt in 1693 Hercules Foppen Goesinnen, oud-waarschap dezes dorps aan Willem Jansz Cnol een akker zaadland op de Geest, groot 4 snees, belend ten oosten de Brewegh, ten westen de Kuijpersven, ten noorden Jan Willemsz Castricum, ten zuiden Cornelis IJsbrantsz Broens, voor een custingbrief van 132, te betalen in 3 termijnene, mei 1693, 1694 en 1694 telkens een derdepart 112.
Op 1 april 1693 wordt het recht van de wind verleend aan Hercules Foppe Goesinne c.s., wonende te Uitgeest, opgericht hebbende een hennepkloppersmolentje te Uitgeest, achter Westergeest, welke zij noemen zullen de Swaen van 't Nest, voor een jaarlijkse erfpacht van 5 ponden, te 40 ponden 't pond 113.
In Uitgeest verkopen in 1698 de executeurs van het testament van zal. Foockeltje Baerts aan Hercules Foppe, oud-burgemeester dezes dorps, de helft van een stuk land in de Brouck genaamd de Hemke, gemeen met Pieter Willemsz Gorter, groot 28 snees, belend ten noorden de Binnenmeer, voor 297-17-0 114.
In Uitgeest verkopen in 1701 de erfgenamen van zal. Theunis Gerritsz Smit aan Hercules Foppen Goesinnen een stuk land genaamd het Langelant in de Broek, groot 951 roeden, belend ten noorden de koper, ten zuiden de Vroomsloot, voor 338 gld 115.
In Uitgeest verkoopt in 1703 Jan Claasz Jan Baas aan Herculus Foppe Goesinne een stuk land genaamd de Rietacker anders genaamd de Bate, groot volgens het morgenboek 2476 roeden, belend ten zuiden de Waldijk, ten noorden Neel Nanne c.s., ten westen de Cleys, ten oosten de Rietacker, hebbende dit land een vrije notsloot tussen de Kleijne Bate en de Rietacker, voor 1754 gld 4 st 116.
In Uitgeest bekent in 1703 Hercules Foppe Goesinnen schuldig te wezen aan de kinderen van Claas Gerritsz Koningh 895, tegen 4 procent in 't jaar, verbindende specialijk een stuk land genaamd de Rietacker, groot 2476 roeden, in de polder van de Broeck, belend ten zuiden de Waldijk, ten noorden Neel Nanne c.s. (op 3 juni 1704 voldaan) 117.
In Uitgeest verkopen in 1708 de gezamenlijke erfgenamen van Jacob Matham aan Hercules Foppe Goesinnen, oud-regent alhier, een huis en erf aan de Oostegeest, het erf groot 3 roeden, belend ten noorden Cornelis Willemsz Cabel, ten zuiden Pieter Willemsz Cabel, voor 500 gld 118.
Op 21 oktober 1707 testeren Hercules Foppen Goesinnen en Guurtje Hendriks, echtelieden te Uitgeest, aan hun kineren de legitieme portie. Zij prelegateren aan Neeltje Hercules Goesinnen een stuk land in Uitgeest genaamd de Riedacker of de Baate, groot ruim 8 morgen, belend ten noorden Neel Nanne c.s., ten zuiden de Waldijk, item een stuk land genaamd de Kaebelsven onder Castricum, groot schaars 3 morgen, met nog een gedeelte van de Oude Ven daaraan groot 770 roeden, belend ten oosten het Die, ten westen de Bijstenmaaker, tezamen geschat op 2000, nog de vrije bewoning haar leven lang van het huis en erf door de testateuren bewoond, zonder kosten en reparatie te betalen, en prelegateren aan Fop Hercules Goesinnen het huis, erf en bierstel door de testateuren nu bewoond, met het sied, garenhuis en al het gereedschap dat tot de rolrederij behoort. De langstlevende institueert Ariaantje Hercules Goesinnen in haar legitieme portie en de verdere nalatenschap aan Neeltje en Fop, ieder voor de helft. 119
Op 12 april 1715 wordt de staat en inventaris opgemaakt van de boedel en goederen, mitsgaders schulden en lasten, op 12 december 1714 binnen Uitgeest met de dood ontruimd door Hercules Foppen Goesinnen, weduwnaar en boedelhouder van Guurtje Heijndricx. Onder de onroerende goederen zijn 3 huizen, wegens testamentaire dispositie dd. 21 oktober 1707 geprelegateerd aan Fop Herculesz Goesinnen, het ene huis door de overledene bewoond geweest, het tweede huis bewoond door Fop Herculesz Goesinnen, het derde huis verhuurd aan Frans Emmerzeel. Er worden 9 stukken land vermeld, 2 twintigsteparten aan de hennepkloppersmolen genaamd de Swaan vant Nest staande aan de Weijelaan in de polder van de Broek, 1 twintigstepart aan de hennepkloppersmolen genaamd de Vink staande achter Krommeniedijk, en nog de helft in een huismanswoning met werf, schuur, boomgaard en twee kavelingen lands in de Stommeer binnen de banne van Aalsmeer, groot ruim 9 morgen. Onder de roerende goederen zijn rolrederijwaren, rollen en vee. Er is een lange lijst van inschulden, veel vanwege geleverde rollen, nog meer vanwege geleverd bier, en ook van geleverd vlees. Aarjen Cornelisz Goesinnen is 213-12-2 schuldig vanwege geleverde bieren, renten en landhuur, 16 over vlees, 48 vanwege landhuur van de Baartsven over 1714, 260 vanwege een obligatie dd. 24 augustus 1713. Dirk Foppen Goesinnen en zijn zoon Fop Dirksz Goesineen zijn 636 schuldig vanwege een obligatie dd. 17 mei 1714. Er is een lijst van hetgeen Fop Herculesz Goesinnen uit de boedel heeft ontvangen, o.a. uitgaven ten behoeve van Antje en Maartje. Onder de schulden ten laste van de boedel komt Fop Herculesz Goesinnen veel voor, o.a. wegens het waarnemen van de rolrederij gedurende 11 jaren, ieder jaar 400 gld, tezamen 4400, voor het waarnemen van 6 koeien van de gemene boedel voor 10 jaren tot mei 1714 507. Aan Dirk Foppe Goesinnen is 29-11-8 schuldig wegens onkosten en voorschot aan 't land genaamd Polsbroek, aan Fop Dirks Goesinnen 10-1-0 voor verdiend schrijfloon. 120
tr. Uitgeest 11 okt. 1665 Guurtje HENDRICKS, impost op begr. ald. 3 juni 1710 (impost 6), dr van Heijndrick HESSELSZ.
Uit dit huwelijk:
1. Fop Herculesz, volgt Vb.
2. Neeltje Hercules, impost op begr. Uitgeest 14 maart 1730 (impost 6 + 6 als ongetrouwd, aangever Mr Leendert Coppenol).
Op 9 juni 1718 testeert Neeltje Herculis Goesinnen, meerderjarige dochter wonende te Uitgeest, niet wel te passen, teniet doende eerdere testamenten, in het bijzonder dat van 3 juli 1715 voor schepenen van Uitgeest. Zij legateert aan Arien Cornelisz Goesinnen, bij vooraflijvigheid deszelfs descendenten, 500 gld, aan Fop Dircksz Goesinnen idem, aan haar dienstmaagd Maartje Jans 300 gld met nog de helft van haar kleren tot haar lijf hebbende behoord uitgezonderd de beste lakense huik en het zilverwerk, met dien verstande dat de voornoemde Maartje Jans op testatrices overlijden nog bij haar woont als dienstmaagd. Zij nomineert tot haar universele erfgenaam haar zuster Aerjaentje Herculis Goesinnen, bij vooraflijvigheid haar kinderen, en als die overlijden zonder wettige descendenten zullen alle goederen die van testatrce afkomen versterven op Arien en Fop Goesinnen, bij vooraflijvigheid hun descendenten, hoofd voor hoofd; Arien en Fop Goesinnen zullen ook de executeurs zijn en eventuele voogden, dewelke worden geautoriseerd om na haar overlijden, benevens haar zuster Ariaentje Herculis Goesinnen en deszelfs man Leendert van Coppenol, om haar boedel te openen en al het nodige te doen. 121
In Uitgeest verkoopt in 1719 Mr Leendert Coppenol, chirurgijn alhier, aan Neeltje Hercules Goesinne, meerderjarige ongehuwde dochter, een huis en erf in de Oostegeest. 't erf groot 96 roeden, belend ten zuiden Neeltje Michiels, ten noorden de Priesterstuijn, voor 100 gld, en Trijntje Cornelis Nelle, meerderjarige dochter wonende alhier, aan Neeltje Hercules Goesinne, mede meerderjarige ongehuwde dochter en alhier woonachtig, een stukje land groot 50 roeden, gelegen voor Benes, belend ten noorden de kinderen van Barent ..., ten oosten de Benesserdijck, ten westen de Dije, voor 45 gld 122.
Op 14 augustus 1722 testeert Neeltje Hercules Goesinnen, meerderjarige dochter wonende te Uitgeest, niet wel te passen, casserende eerdere disposities. Zij legateert aan haar dienstmaagd Maartje Jans 500 gld indien dezelve op testatrices overlijden nog bij haar woont, aan Hercules Foppen Goesinnen, zoontje van Fop Dirksz Goesinne, een stuk land in de polder van de Zien, groot omtrent 1½ morgen, maar als die zonder wettige descendenten kwam te overlijden zal het land devolveren op Dirck Foppen Goesinnen zijn broer, en indien dezelve zonder wettige descendenten kwam te overlijden zal het land komen op zijn jongste broers en zusters in egale portiën. Zij nomineert tot haar enige en univesele erfgenaam Cornelis Leendertsz Coppenol, enige zoon van haar zuster Ariaantje Hercules in huwelijk hebbende Mr Leendert Coppenol, met als voogden mitsgaders executeurs, over de voornoemde Cornelis Leendertsz Coppenol, Pieter Cornelisz Bel, oud-burgemeester, en Gerrit Claasz Stockemaker, regerend burgemeester dezes dorps, met uitsluiting van de weeskamer. 123
Op 25 juni 1723 geven Neeltje Hercules Goesinne, meerderjarige ongehuwde dochter wonende te Uitgeest, en Mr Leendert Coppenol, chirurgijn alhier, als in huwelijk hebbende Ariaantje Hercules Goesinne, kinderen en erfgenamen van wijlen Hercules Foppen Goesinne en Guijrte Hendricks, in hun leven echtelieden en alhier overleden, machtiging aan Isacq Blinckvliet, schout te Aalsmeer, om bij te wonen zekere rekening van de Stommeer, waarin de eerste comparant is hebbende 4/9, de tweede comparant 1/9 part, alsmede om de tegoed zijnde penningen te ontvangen en verder al het nodige te doen 124.
Op 28 juni 1723 revoceren Neeltje Hercules Goesinne, meerderjarige en ongehuwde dochter wonende te Uitgeest, en Mr Leendert Coppenol, chirurgijn alhier in huwelijk hebbende Ariaantje Hercules Goesinnen, de procuratie die zij voor de secretaris van dit dorp op 11 augustus 1716 op Fop Dircksz Goesinne hebben gepasseerd, en machtigen zij de notaris om zich te vervoegen aan de persoon van Fop Dircksz Goesinne om hem dezelve revocatie aan te kondigen. Op 29 juni 1723 heeft de notaris dit gedaan, waarbij Fop Dircksz Goesinne zei niet te weten enige papieren nopende de procuratie meer onder hem te hebben maar deze al lang aan de voornoemde Neeltje Hercules Goesinne overgegeven te hebben. 125
Op 23 mei 1728 testeert Neeltje Hercules Goesinnen, meerderjarige ongehuwde dochter wonende te Uitgeest, niet wel te passen. Zij nomineert tot haar enige en universele erfgenaam Cornelis Leendertsz Coppenol, enige zoon van haar zuster Ariaantje Hercules in huwelijk hebbende meester Leendert Coppenol, stellende tot voogden over Cornelis Leendertsz Coppenol mitsgaders tot executeurs van dit testament Pieter Cornelisz Bel, regerend burgemeester, en Gerrit Claasz Stockemaker, oud-burgemeester, beiden dezes dorps, met uitsluiting van de weeskamer. 126
3. Ariaantje Hercules, volgt Vc.
IVc. (van IIIc) Dirck Foppen GOESINNEN, ged. (nederd. geref.) Uitgeest 23 dec. 1640, lijnmeester van de St. Aechtendijck te Uitgeest,
In Uitgeest verkoopt in 1678 Dirck Foppen Goesinnen wonende alhier aan Cornelis Jansz Schipper mede wonende alhier de helft in een huis en erf op de Meldijck, belend ten noorden en westen de Meer, ten oosten Cornelis Gerritsz Alckemade, ten zuiden Bruijn Cornelisz Backer, voor 250 127.
In Uitgeest verkopen in 1680 Aeltie Cornelis, weduwe van Phillips Claesz Prins, en Cornelis Phillipsz Prins haar zoon, aan Dirck Foppen Goesinnen wonende alhier een huis met zijn erf op de Meldijck, belend ten oosten de kinderen van zal. Jan Cornelis Molenaer, ten zuiden de Binnendijcxmeer, ten westen Gerrit Hendricxe Spangiaert, ten noorden de Straet, voor 864 128.
In Uitgeest hebben op 8 januari 1686 Dirck Foppen Goesinnen als vader en voogd van zijn minderjarige zoon Fop Dircxe geprocreëerd bij zal. Trijn Jans, ter eenre, en Frans en Pieter Jansz Schipper als omen en voogden, op de weeskamer doen registreren, eerstelijk 500 gld door zal. Saerte Outermans aan dito Fop Dircx gelegateerd, berustende onder de vader, item 700 gld voor 's moeders erfenis berustende onder de vader. Verder is geconditioneerd dat de voornoemde vader zijn voornoemde zoon zal onderhouden en ook behoorlijk te laten leren lezen en schrijven en naar deszelfs staat op te brengen, en dat met behouden goed, tot de monmdige dagen of huwelijkse of anders geapprobeerde staat. 129
In Uitgeest verkoopt in 1686 Dirck Fop[p]en Goesinnen aan Pieter Jacobsz Laeckencooper een huis en erf op de Meldijck, belend ten oosten Claes Molenaer, ten westen de erfgenamen van Gerrit Heijndricxe Spangiert of de koper, voor 484:16:0 130.
In Uitgeest verkoopt in 1692 Floris Jansz Tin wonende te Barsingerhorn aan Dirck Foppen Goesinnen wonende alhier 400 roeden in een land op Dijckenhemmen, belend ten westen Reijer Pepertuijn, ten oosten de Crommenie, voor 80 131.
In Uitgeest bekent in 1698 Dirck Foppe Goesinne gelicht te hebben uit de penningen van het weeskind Grietie Jans, dochter van Jacob Gerritsz Knaep, 200 gld, tegen interest van 4 gld van 't honderd elk jaar, verbindende specialijk een stuk land genaamd de Voorven, groot ruim 1100 roeden, belend ten oosten en zuiden de Bobmeer (op 6 december 1701 zijn deze penningen opgebracht) 132.
In Uitgeest verkoopt in 1704 Dirck Foppe Goesinnen aan de weduwe en gezamenlijke erfgenamen van Jan Willemsz Joncker een veertigste en een twintigste part in de hennepkloppersmolen (genaamd de Broedende Swaan) in de banne van Uitgeest, voor 150 (160) gld (in de marge: het veertigste part verkocht aan Jan Woutersz en hier geroyeerd) 133.
In Uitgeest verkopen in 1709 Jacob Jansz Smit en Dirck Cornelisz van 't Hoff, als voogden over Jan Jacobsz Smit, nagelaten minderjarige dochterszoon van wijlen Antje Jacobs in haar leven wonende alhier, aan Dirck Foppe Goesinne, oud-regent alhier, een huis en erf in de Oostegeest, het erf groot 122½ roede, belend ten zuiden Grietie Cornelis, ten noorden Claas Garbrantsz, en ook nog de tuin gelegen voor hetzelve huis, groot 50 roeden, belend ten zuiden Grietie Cornelis, ten noorden Zijtie Jans, tezamen voor 1125 gld 134.
tr. 1° Uitgeest 28 maart 1677 Trijn JANS, overl. vóór 8 jan. 1686,
In Uitgeest verklaren in 1679 Frans Jansz Schipper, Cornelis Jansz Schipper, Pieter Abrahamsz Coogh in huwelijk hebbende Dieuwer Jans, Dirck Foppen Goesinnen in huwelijk hebbende Trijn Jans, allen wonende alhier, en Garbrant Jansz Pater in huwelijk hebbende Jacobje Jans wonende te Akersloot, dat aan Pieter Jansz Schipper in 't delen van de goederen van hun vader is gevallen een huis en erf op Bonckenburgh, belend ten oosten en noorden de Straet, ten zuiden Cornelis van de Tuijn, ten westen Jacob Mieus Tromp, mits aan de voornoemde Garbrant Jansz Tromp uit te keren 250 gld, van welke somme die bekende ten volle voldaan te zijn 135.
tr. 2° Uitgeest 30 jan. 1686 Niesje GERRITS.
Uit het eerste huwelijk:
1. Fop Dircksz, volgt Vd.
Va. (van IVa) Ariaen Cornelisz GOESINNEN, schepen (o.a. in 1698 136) van Uitgeest,
In Uitgeest zijn op 7 juni 1695 Thuenis Jansz Hen, oud-schepen te Uitgeest, en Arijen Cornelisz Goesinne als vader en voogd van Cornelis Arijensz zijn onmondige zoon, geaccordeerd over de erfenis van de moeder, eerstelijk dat de vader zal geven 200 gld in geld, met de bloedkoralen ketting van deszelfs overleden moeder en de gouden ring zijnde zonder stenen, en voort zal Arijen Cornelisz het kind moeten onderhouden en mede hetzelve laten leren lezen en schrijven, tot zijn mondige jaren, huwelijkse of andere geapprobeerde staat, waarvoor tot zekerheid verbonden het stuk land genaamd de Kerckebusch. Op 1 mei 1699 hebben Aerian Cornelis, als vader, en Dirck Foppe ter weeskamer gebracht een somme van 400 gld het voorschreven weeskind van zijn grootvader en grootmoeder aanbestorven. Op 15 juni 1700 hebben zij nog gebracht 1534-4-0, item 12 lakens, 11 kussenslopen, 3 peluwlakens, 7 hemden, 5 neusdoeken, 4 dassen en 2 oorkussens. Op 1 juni 1717 machtigt de zoon zijn vader Aerjen Cornelisz om zijn goederen van de weeskamer op te eisen. 137
In Uitgeest verkoopt in 1699 Engel Arentsz wonende te Limmen aan Aerjaen Cornelis Goesinnen, regerend schepen alhier, een stuk land in de Broeck genaamd de Bagijnenbusch, groot omtrent 25½ roede, belend ten zuiden de koper, ten noorden de gemene vaart, voor 320 gld 138.
In Uitgeest verkoopt in 1714 Jan Nanne Backer aan Aerjen Cornelisz Goesinne een akker zaadland op de Geest genaamd de Kruysacker, groot 150 roeden, belend ten zuiden en noorden de koper, voor 106 gld 138.
tr. N.N. Theunis HEN, dr van Theunis Jansz HEN en Sieuwtje Pieters WELBOREN.
Uit dit huwelijk:
1. Cornelis Aerijensz, schepen (o.a. in 1718 139) van Uitgeest, impost op begr. ald. 10 mei 1722 (impost 3 + 3, als ongetrouwd).
In de weeskamer van Uitgeest wordt in de periode 1699-1715 twaalf keer geld gelicht uit de penningen toekomende Cornelis Aerijensz Goesinnen, zoon van Ariaen Cornelisz Goesinnen, steeds tegen een interest van 4 gld ten honderd in 't jaar. In de volgende gevallen gebeurt dit door familieleden, op 15 juni 1700 door de vader Aerjaen Cornelisz Goezinne 1031 gld 4 st, met als onderpand de Begynenbuschen, in 't geheel groot ruim 2 morgen, belend ten noorden de Wijerven, ten zuiden de Ackere, item een stuk land genaamd de Kerckebusch, groot 32 snees, belend ten noorden de Vaert, op 6 maart 1708 door Dirck Goesinne 100 gld, specialijk verbindende een stuk land in de polder van de Broek genaamd de Vorven, groot 34 snees, belend ten noorden Mr Jacob Cos,ten zuiden en westen de Bobmeer (afgelost op 3 juli 1708), op 9 april 1709 door Dirck Foppe Goesinne, oud-regent alhier, 100 gld, specialijk verbindende de helft in een stuk land genaamd Baartsven in de polder van de Broek, groot in 't geheel ruim 2200 roeden, belend ten zuiden de Vaart, ten noorden een andere Baartven (op 3 juni 1721 geroyeers als afgelost), op 9 juni 1712 door Aerijen Cornelisz Goesinne [de vader] 300 gld, specialijk verbindende een stuk land genaamd de Bagijnebusch in de polder van de Broek, groot omtrent 2 morgen, belend ten noorden de Wijelaan, ten zuiden de Ackeren, nog een stuk land genaamd de Kerckbusch, groot omtrent 2 morgen, belend ten zuiden Claas Jaobsz Zeunties, ten noorden de Vaart naar de Heijningh toe 140
Op 2 mei 1722 testeert Cornelis Ariensz Goesinne, regerend burgemeester van Uitgeest, ziekelijk te bedde liggende. Hij benoemt tot universele erfgenamen Fop Dirksz Goesinne, regerend schepen van Uitgeest, bij zijn overlijden deszelfs descendenten ab intestato, en Neeltje Hercules Goesinne, met conditie nochtans dat na het overlijden van de voornoemde Neeltje Hercules Goesinne des testateurs na te laten goederen in 't geheel zullen gaan op de voornoemde Fop Dirksz Goesinne, en bij diens overlijden op zijn descendenten. 141
In Uitgeest verkopen op 4 mei 1723 Fop Dirksz Goesinne, voor de helft erfgenaam van Cornelis Ariensz Goesinne, en Pieter Cornelisz Bel als instaande voor Neeltje Hercules erfgename voor de wederhelft, aan Claes Maartensz Castricum, beiden wonende alhier, een huis en erf in Westegeest, 't erf groot 261½ roeden, belend ten noorden Pieter Floren, ten zuiden Louris Dirxz, nog een dorpje voor 't zelve huis, groot 41 roeden, belend ten noorden Pieter Floren, ten zuiden Claas Jansz Castricum, nog 3 aan elkaar liggende akkers zaadland, tezamen groot 522 roeden, belend ten zuiden Cornelis Pietersz Smit,ten noorden Claas Jansz Castricum, voor 650 gld, aan Frans Ariensz Hogeboom wonende op Assum een stuk land in de polder van de Broeck, genaamd Bagijnebusch, groot 1678½ roeden, belend ten oorden de Weijelaan, ten westen de Westergeestervaart, voor 275 gld, aan Gerrit Cornelisz Croft wonende alhier een stuk land in de plder van de Broek, genaamd de Kerkebusch, groot 878 roeden, belend ten noorden de Nieuwevaart, ten zuiden de kinderen van Claas Jacobsz Zeuntjes, voor 504 gld, aan Claas Maartensz Castricum en Grietje Maartens Castricum, beiden wonende alhier, een stuk land in de polder van de Broeck, genaamd het Laegevelt, groot 1696 roeden, belend ten westen de stad Haarlem, ten oosten de erfgenamen van Gerrit Sickesz, voor 250 gld, en aan Cornelis Willemsz wonende onder Assendelft een stuk land in de polder van de Broeck, genaamd de Nooken, groot 1895½ roeden, belend ten westen de Hemsloot, ten zuiden Garbrant Pietersz Keijser, item nog een Uijterdijck in de Wouderpolder, groot 10 roeden, belend ten zuiden Anthonij de Jongh, ten noorden Joris Verbint, voor 146 gld 142.
Vb. (van IVb) Fop Herculesz GOESINNEN, overl. vóór 23 nov. 1715,
In Uitgeest verkoopt in 1710 Dirck Foppe Goesinne aan Fop Herculesz Goesinnen de helft in een stuk land in de polder van de Broek, genaamd Baartsven, waarvan de wederhelft aan Hercules Foppe Goesinne toebehoort, in het geheel groot 2216½ roede, belend ten zuiden een andere Baartsven, voor 600 gld 143.
In Uitgeest in 1711 verkoopt de weduwe [Aegh Poulis] van Jacob Jacobsz Appel aan Fop Herculisz Goesinnen een stuk land in de polder van de Zien bij de Uitgeester Coogh, genaamd Claas Jannenventje, groot omtrent 791 roeden, belend ten noorden Herculis Foppen Goesinnen, ten zuiden het Haarlemmerlant, voor 460 gld, en verkoopt Marytje Bankerts, laatst weduwe van Pieter Willemsz Cabel, aan Fop Herkulisz Goesinnen een huis en erf met de tuin voor hetzelve huis waarin de verkoopster tegenwoordig woont, in Oostegeest, het erf groot 100 roeden en de tuin 33½ roede, belend ten zuiden Claas Jacob Zeuntjes, ten noorden de kinderen van Willem Cornelisz Gorter, voor 650 gld, met conditie dat de verkoopster haar leven lang kosteloos in het huis mag blijven wonen, en als zij in een kleiner huis zou gaan zij moet trekken de eventuele huurpenningen van het huis, erf en tuin 144.
Vanwege het protest door de naastbestaande bloedverwanten tegen de aanstelling van voogden op 23 november 1715 over Maartie Foppen, minderjarige dochter van wijlen Fop Herculesz Goesinne en zijn nog in leven zijnde huisvrouw Antje Gerrits Croone, waarbij tot voogden benoemd waren een bloedvriend en twee andere personen, alzo voorbijgegaan is aan een even na bloedverwant, hetgeen niet behoort, om welke misslag te corrigeren de naastbestaande bloedverwanten recommandeerden de akte van voogdij te veranderen, hebben schout en schepenen van Uitgeest, als opperweesmeesters, nadat de weesmeesters op hun verzoek om de akte te veranderen dit geweigerd hadden, op 9 januari 1716 de personen van Aerijen Cornelisz Goesinne en Fop Dircksz Goesinne aangesteld tot voogden zonder meer, deze zijnde de twee naaste bloedvrienden van de afgestorven zijde 145.
In Uitgeest compareert op 11 augusts 1717 Antje Gerrits Croone, weduwe van Fop Herculis Goesinne zijnde voor 4/9 erfgenaam van wijlen Herculis Foppen Goesinnen en Guerte Heyndrickx, in hun leven echte man en vrouw, alhier overleden, uitwijzende hun testament gepasseerd voor notaris Aris van der Mieden te Alkmaar op 21 oktober 1707, en geeft zij volmacht aan Dirck Pietersz Jonker alhier om uit haar naam bij te wonen zekere jaarlijkse rekening van de Stommeer[?] onder de banne van Aalsmeer, ter zake van zekere hofstede genaamd het Kloosterhuys gelegen in de voornoemde banne, haar tot dusver in eigendom toebehorende 146.
ondertr. (impost) Uitgeest 22 dec. 1703 (impost 6 voor hem, zij jongedochter van Limmen) Antje Gerrits CROONE.
Op 14 september 1730 machtigt Antje Croone, wonende te Uitgeest, weduwe en boedelhoudster mitsgaders enige erfgename van Fop Hercules Goesinne, Hendrick Stael, gewezen armenvoogd dezes dorps, om in Harlingen te vorderen zodanige penningen als zij deugdelijk te pretenderen heeft van Aefke Poppes, weduwe en boedelhoudster van Poppe Aukes, of haar erfgenamen, wegens leverantie van rollen of zeildoek 147.
In Uitgeest verkoopt in 1747 Antje Croone, weduwe van Fop Harkelisz Goesinne, aan Cornelis Coppenol wonende alhier een bierstal, als zij, verkoopster, dezelve heeft beheerd en bezeten, voor 15 gld 15 st 148.
Uit dit huwelijk:
1. Maartje Foppen, impost op begr. Uitgeest 16 okt. 1705 (impost 3 voor Maartje Foppe, aangever Herculas Foppe).
2. Maartje Foppen.
Vc. (van IVb) Ariaantje Hercules GOESINNEN, impost op begr. Uitgeest 1 febr. 1742 (impost 3, aangever Leendert Coppenol),
ondertr. (impost) Uitgeest 21 juni 1709 (impost samen 6), tr. ald. 14 juli 1709 Leendert Cornelisz (van) COPPENOL, chirurgijn ald., schepen (o.a. in 1736 149) qan Uitgeest.
Op 22 augustus 1716 ('s nachts de klok omtrent 12 uren) testeren Leendert van Coppenol, mr chirurgijn, onpasselijk, en Arijaantje Hercules Goesinnen, echteluiden wonende te Uitgeest. Zij casseren speciaal de huwelijkse voorwaarden vóór hun huwelijk opgericht, en testeren op de langstlevende, met alsdan aan de kinderen de legitieme portie, zonder staat en inventaris zij het overlijden van de eerststervende, en de langstlevende moet de eventuele kinderen opvoeden en zal eventueel voogd of voogdesse zijn, met uitsluiting van de weeskamer. Gepasseerd binnen het dorp Uitgeest, ter presentie van Pieter Cornelisz Bel en Olfert Cornelisz Breghman. 150.
In Uitgeest verkoopt in 1744 Leendert Coppenol wonende alhier aan Mr Niclaas Cleijn een huis en erf in Oostegeest, het erf groot 59 roeden, belend ten zuiden Pieter Claasz Cistemaker, ten oosten en westen de gemene weg, voor een custingbrief van 300 gld, voor 50 gld alle jaren interest (op 9 juli 1764 betaald en geroyeerd) 151.
Uit dit huwelijk:
1. Cornelis Leendertsz COPPENOL, impost op begr. Uitgeest 21 febr. 1781 (impost 6), ondertr. (impost) 1° ald. 4 okt. 1732 (impost elk 6) Trijntje JANS, impost op begr. ald. 18 juni 1738 (impost 6, aangever Cornelis Coppenol), ondertr. (impost) 2° Uitgeest 20 okt. 1740 (impost ieder 6), tr. ald. 6 nov. 1740 Aagje Jacobs SINT, ondertr. (impost) 3° ald. 1 dec. 1764 (impost ieder 6) Maartje Jacobs ROUKEMA, impost op begr. Uitgeest 18 juli 1781 (impost 6, aangever Jacob Roukema).
In Uitgeest verkoopt op 24 mei 1735 Jacob Otse, wonende alhier, als erfgenaam ab intestato van Baligje Huijbers, aan Cornelis Coppenol een huis en erf in 't Afterpat, het erf groot 11 roeden, belend ten westen de verkoper, ten oosten de weduwe van Arien Garbrantsz, voor 53 gld, en aan Jan Poste en Cornelis Coppenol een huis en erf in Oostegeest, het erf groot 31[?] roeden, belend ten Noorden Aldert Claese, ten zuiden Pieter Wagemaker, voor 250 gld 152.
In Uitgeest verkopen op 4 augustus 1735 Jan Vroon en Gerrit Stockemaker, als executeurs volgens testament en akte van schout en schepenen van Uitgeest over de boedel van wijlen Poulis Gerritsz Visser en Maert Jacobs, beiden alhier overleden, aan Cornelis Coppenol, wonende alhier, een huis en erf in Oostegeest, het erf groot 120 roeden, belend ten noorden Aemker Kerver, ten zuiden Cornelis Maertse, voor 760 gld 153.
In Uitgeest verkoopt in 1736 Cornelis Coppenol, wonende alhier, aan Jannetje Poste, mede wonende alhier, een half huis en erf in Oostegeest, 't halve erf groot 16½ roeden, belend ten noorden Aldert Claesz, ten westen de gemene weg, voor 125 gld, en aan Pieter Pietersz Wagenmaker, mede wonende alhier, 2 aan elkaar gelegen stukken land in de polder van de Broek, genaamd de Polsbroeken, groot 6404 roeden, belend ten oosten Jan Tuijk, ten zuiden Anne Crone, voor 612 gld 10 st 154.
In Uitgeest verkopen in 1740 de weduwe van Pieter Maertse en de voogden over de minderjarige erfgenamen van Maertje Ariens aan Cornelis Coppenol een stuk land in de polder van de Broek, genaamd Scheendert, groot 1710½ roeden, belend ten noorden Leendert Coppenol, ten zuiden de Swat, voor 330 gld 155.
In Uitgeest verkoopt in 1743 Pieter Jansz Swart aan Cornelis Coppenol wonende alhier een huis en erf in Oostegeest, het erf groot 122 ½ roeden, belend ten zuiden de koper, ten noorden Pieter Waegemaker, voor 240 gld 156.
In Uitgeest verkoopt in 1752 Cornelis Koppenol, wonende alhier, aan Gerrit Dirksz Vriende een huis en erf in Oostegeest, het erf groot [niet ingevuld], belend ten noorden Jan Vroon, ten zuiden Pieter Hartman, voor 260 gld 157.
In Uitgeest verkoopt in 1754 Cornelis Coppenol aan Jacob Pietersz een huis en erf in de Oostegeest, het erf groot 37 roeden, belend ten zuiden Dirk Joor, ten oosten de weduwe van Cornelis Gerritsz, voor 200 gld, te betalen op 4 meidagen 1755, 1756, 1757 en 1758, ieder jaar 50 gld (op 22 juni 1758 voldaan en geroyeerd) 158.
In Uitgeest verkopen in 1755 de executeurs over de boedel van wijlen Aamker Corver aan Cornelis Koppenol wonende alhier een tuintje, groot 50 roeden, belend ten zuiden Cornelis Maartsz, ten noorden de weduwe van Jacob Broersz, voor 75 gld 159.
In Uitgeest verkopen in 1760 gemachtigden van de meerderjarige, ook als voogden van de minderjarige, kinderen van Frans Jacobsz Coop en Trijntje Willems, beiden te Uitgeest overleden, aan Cornelis Koppenol wonende alhier een bosje gelegen aan de Kerkbuurt, groot 160½ roeden, belend ten oosten de schout Æmilius, ten westen Claas Kraak, voor 125 gld, en verkopen in 1762 de erfgenamen van Bartelomies Crone en de voogden over het minderjarige kind van Jan Driesel aan Cornelis Koppenol, regerend schepen alhier, een stuk land in de Sien, genaamd Klaas Jannenventje, groot 791 roeden, belend ten zuiden Jan Gerritsz, ten noorden de koper, voor 225 gld 160.
In Uitgeest verkoopt in 1765 Kornelis Coppenol, wonende alhier, aan Jan Jansz Smit, wonende alhier, een huis en erf in 't Afterpat, het erf groot 11 roeden, belend ten oosten en westen Jan Posten, voor 100 gld 161.
In Uitgeest verkopen in 1774 Cornelis Coppenol en Simon Karman, als last en procuratie hebbende van de weduwe van Claas Groot, aan Cornelis Koppenol en Simon Karman in compagnie een huis en erf op Assum, het erf groot 58 roeden, belend ten westen Gerrit Jansz, ten oosten Aelbert Jansz en de Ouwe Tolweg, voor 70 gld, door de kopers in 1777 verkocht aan Govert Taktor voor 80 gld 162.
In Uitgeest verkopen op 24 oktober 1786 Jacob Boukema, als met en benevens Cornelis Goesinnen, Cornelis en Jan Roukema aangestelde voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Cornelis Coppenol, ook voor zijn mede-voogden, aan de heer Joan Geelvink, vrijheer van Bakkum, ambachtsheer van Castricum, etc., etc., wonende te Amsterdam, een stukje land in de Castricummerpolder onder deze banne, groot 50 roeden, belend ten noorden en zuiden Cornelis Æmilius, voor 50 gld. Blijkens een kopie van een request hebben op 1 augustus 1768 de weesmeesters van Uitgeest toestemming gegeven aan Cornelis Goezinnen mitsgaders Cornelis, Jan en Jacob Roukema, wonende alhier, als aangestelde voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Cornelis Coppenol, voor het uit de hand verkopen voor een gulden de roede aan de heer Geelvink [kennelijk als heer van Castricum] van een stukje land aan de Koogdijk alsmede van een strook ter breedte van 3 roeden van een stuk land in de Castricummerpolder, hun pupillen toebehorende, uitmakende het verkochte 404 roeden, voor het maken van een nieuwe weg. 163
Vd. (van IVc) Fop Dircksz GOESINNEN, schepen (o.a. in 1719 164) van Uitgeest, impost op begr. ald. 14 mei 1732 (impost 3, aangever Cornelis Goesinnen),
Op 27 juli 1723 testeert Jan Jacobsz Boy, wonende te Uitgeest, ziekelijk te bedde liggende; hij nomineert tot zijn enige erfgenaam Fop Dircksz Goesinne, of bij zijn overlijden deszelfs descendenten 165.
In Uitgeest verkopen op 27 mei 1733 de voogden van de kinderen [niet met namen genoemd] van wijlen Fop Goesinne, aan Aemker Kerver wonende alhier een huis en erf in Oostegeest, het erf groot voor en achter het huis 172½ roeden, belend ten zuiden Poulis Gerritsz Visser, ten noorden Jannetje Huijge, voor 305 gld, aan Cornelis Coppenol wonende alhier een stuk land in de polder van de Broek, genaamd Polsbroek, groot 2302 roeden, belend ten zuiden Bruijn Dirksz, ten westen Pieter Pronk, voor 152 gld, aan Cornelis Leendertsz Coppenol wonende alhier de helft van een stuk land in de polder van de Broek, genaamd Polsbroek, groot de helft 1151 roeden, belend ten zuiden Antje Kroon, ten noorden Jannetje Huijge, voor 88 gld 10 st, aan Pieter Bel, Jan Vroon en Claes Blauw, allen wonende te Uitgeest, een stuk land in de polder van de Broek, genaamd de Voorven, groot 1033 roeden, belend ten noordoosten Jacob Otse, ten zuidwesten Pieter Bel Cornelisz, voor 225 gld, en aan Trijntje Jans wonende alhier een akker zaadland op de Geest, groot 100 roeden, belend ten noorden Garbrant Keijser, ten zuiden Jacob Willemsz, voor 15 gld 166.
ondertr. (impost) Uitgeest 30 aug. 1710 (impost samen 6), tr. ald. 14 sept. 1710 Jannetje JACOBS, impost op begr. ald. 12 jan. 1730 (impost 3, aangever Cornelis Foppe).
Uit dit huwelijk:
1. Cornelis Foppen, volgt VIa.
2. Dirk Foppesz GOEZINNEN, volgt VIb.
3. Trijntje Foppes GOEZINNEN, volgt VIc.
4. (kind) Foppen, impost op begr. Uitgeest 11 juli 1722 (impost 3, aangifte door Fop Goesinne van zijn kind).
5. Jacob Foppen, impost op begr. Uitgeest 14 aug. 1725 (impost 3, aangever Fop Goesinne).
6. Arien Foppen, impost op begr. Uitgeest 29 sept. 1725 (impost 3, aangever Fop Goesinne).
7. Guijrtje, impost op begr. Uitgeest 18 juni 1729 (pro deo, aangever Fop Goesinne).
8. Herkeles Foppen, impost op begr. Uitgeest 11 febr. 1733 (pro deo, aangever Leendert Koppenol).
VIa. (van Vd) Cornelis Foppen GOESINNEN, schepen (o.a. in 1752 167 en 1768 168) van Uitgeest, overl. ald. 9 april 1788,
In Uitgeest verkopen in 1747 Frans Jacobsz en Cornelis Foppe, wonende alhier, aan Sijme Pietersz wonende alhier een huis en erf op 't Nieuwelant, het erf groot 92 roeden, belend ten oosten Cornelis Craak, ten westen Jan Sijmonsz, voor 92 gld 169.
In Uitgeest verkopen in 1752 de regenten van Uitgeest aan Cornelis Goesinne wonende alhier een huis en erf op 't Nieuwelant, het erf groot 21½ roeden, belend ten oosten Neeltje Cornelis, ten westen Maarte Gijse, voor 33 gld 167.
In Uitgeest verkoopt in 1754 Cornelis Goesinne, wonende alhier, aan Jan Pietersz wonende in de Beemster een jacht met deszelfs zeil en treil, staand en lopend want en hetgeen daar verder bij hoort, voor 340 gld 170.
In Uitgeest verkopen in 1755 de executeurs over de boedel van wijlen Aamker Corver aan Cornelis Goesinne wonende alhier een bos, groot 178 roeden, belend ten zuiden Willebort Claese, ten noorden Isaak Wagen, voor 193 gld, en verkoopt in 1759 Willem Pietersz wonende alhier aan Cornelis Goezinnen mede wonende alhier een barghoutsjagt, lang voor steven 40 voet, wijd tussen 10 en 11 voet, met 2 zeilen, 2 fokken en lood op de mast, voor 300 gld 171.
In Uitgeest verkopt in 1759 Willem Pietersz, wonende alhier, aan Cornelis Goezinnen. mede wonende alhier, een barghoutsjagt, lang voor steven 40 voet, wijd tussenn 10 en 11 voet, met 2 zeilen, 2 fokken en lood op de mast, voor 300 gld 172.
In Uitgeest verkopen in 1764 Pieter Bouwesz en Hendrik van Leijde, voor de helft, aan Cornelis Goesinne en Simon Karman, beiden wonende alhier, de helft in een vierdepart in een stuk land in de Broek, genaamd de Vijfmaat, de helft groot 312½ roeden, de helft in een stuk land gelegen als voren op Bobmeer, de helft groot 448½ roeden, de helft in een stuk land gelegen als voren, genaamd Beunisnoort, de helft groot 56½ roeden, de helft in een stuk land gelegen als voren bij de Heijning, de helft groot 644 roeden, de helft in een stuk land gelegen als voren, genaamd Overwerff, de helft groot 866½ roeden, de helft in een akkertje zaadland op de Geest, de helft groot 58¼ roeden, de helft in een akkertje gelegen als voren, de helft groot 37 roeden, voor 218 gld 173.
In Uitgeest bekennen in 1766 Cornelis Goesinnen en Simon Karman, beiden wonende alhier, uit kracht van een bezegeldheid gepasseerd voor schout en schepenen te Uitgeest dd. 22 mei 1765, verkocht te hebben, en verklaren dienvolgende op te dragen, aan Arien Louwersz Blankert, mede wonende alhier, een huis en erf in Westegeest, het erf groot 100 roeden, belend ten zuiden Pieter Barendsz, ten noorden de voornoemde Arie Blankert, met het dorpje voor het huis groot 106 roeden, welk huis en erf de vrijheid heeft om met een paard, koeien en dergelijke te gaan en staan over het land van de werf nu toebehorende Pieter Barendsz tot aan de Meer toe om daar in en uit te schepen en ook een schuitje aan het einde van de werf te mogen leggen en langs de sloot vrij te mogen varen tot de Meer toe en terug, waarbij het hekje dwars over de werf Pieter Barendsz en Arie Blankert samen moeten onderhouden, gelijk ook het modderslootje, zover het tussen Jan Barendsz en Arie Blankert is strekkende, en de sloot met Arien Blankert gemeen Pieter Barendsz voor zijn rekening moet opruimen en schoonmaken, voor 235 gld 174.
In Uitgeest verkopen in 1766 Claas Groen, wonende te Wormerveer, als testamentaire erfgenaam van wijlen Jacob Metzelaar, voor de ene helft, Poulis Hessing in huwelijk hebbende Aaltje Pieters Cistemaker benevens Trijntje, Neeltje, Antje en Cornelia Pieters Cistemaker, mede testamentaire erfgenamen, voor de andere helft, aan Cornelis Goezinne, wonende alhier, een huis en erf op de Meldijk, het erf groot 36 roeden, belend ten oosten Hendrik Staal, ten westen Bruijn Harmesz, voor 405 gld 175.
In Uitgeest bekent op 30 januari 1768 Jacob Sijmonsz Smit wonende alhier schuldig te zijn ten behoeve van Cornelis Goezinne mede wonende alhier 500 gld, verbindende speciaal zijn huis en erf op de Meldijk, het erf groot 24½ roeden, belend ten oosten Jacob Sint, ten westen Aris Coopman, en nog een tuin op Assum groot 452 roeden, belend ten oosten en westen de Coogdijk, tegen 3 gld van 't honderd in 't jaar (op 1 november 1768 verklaart Cornelis Goezinnen voldaan te zijn) 176.
In Uitgeest verkopen in 1768 Gerrit Kuijt, in huwelijk hebbende Arejaantje Smit, en Geertje Hoff, weduwe van Jacob Zijmonsz Smit, aan Cornelis Goesinnen, wonende alhier, een erfje op 't Diekenest, groot 6 roeden, belend ten noorden de koper, ten zuiden de verkopers, voor nihil 177.
In Uitgeest draagt in 1769 de heer Adriaan Wigbold, Grave van Nassau Wouden berg, rentmeester-generaal van de domeinen der Edele Grootmogendhden in Westfriesland en het Noorderkwartier, op aan Cornelis Goezinnen, wonende alhier, een stuk land in de Zien, genaamd Dirk IJff, groot 2267 roeden, belend ten noorden de kinderen van Jan Bregman, ten zuiden Cornelis Vierhuijse, voor 125 gld 178.
In Uitgeest verkoopt in 1771 Maartje Jans, weduwe van Harmen Barends, wonende op Assum, aan Cornelis Goezinnen en Simon Carman, beiden wonende alhier, een huis en erf op Assum, het erf groot 50 roeden, belend ten oosten Claas Dekker, ten westen Zijme Sonnevelt, met het tuintje voor het huis groot 79 roeden, voor 205 gld 179.
In Uitgeest verkoopt in 1772 de heer Wigbold Adriaan, Grave van Nassauw, heer van Woudenberg, rentmeester-generaal van de domeinen der Grootmogendheden van Westfriesland en Noorderkwartier, aan Cornelis Goesinnen en Simon Carman in compagnie een akker zaadland op de Geest, groot 100 roeden, voor 35 gld, item 2 akkers gelegen als voren, groot 266 roeden, voor 60 gld, item een akker gelegen als voren, groot 166 roeden, voor 40 gld, item een stuk land in de polder de Broek, genaamd Heijnisbus, groot 517 roeden, voor nihil, item een stuk land gelegen als voren, genaamd Worghem, groot 297 roeden, mede voor nihil 180.
In Uitgeest verkoopt in 1773 Crelis Teunisz, wonende alhier, aan Cornelis Goezinnen en Sijme Carman in compagnie 2 hoekjes land in de polder den Broek, tezamen groot 69 roeden, voor nihil 181.
In Uitgeest verkoopt in 1778 Cornelis Goezinnen, wonende alhier, aan Pieter Paulsz Kabel, mede wonende alhier, een huis en erf op 't Nieuweland, het erf groot 21½ roeden, belend ten westen de koper, ten oosten Jan Mante, voor 30 gld, en aan Johannis Prinselaar, mede wonende alhier, een huis en erf op de Meldijk, het erf groot 4 roeden, belend ten zuiden Aris Coopman, ten noorden de Buijtemeer, en de hofstee op Diekenest, groot 6 roeden, in een vierdepart in 't bleekveld, groot 2¼ roeden, belend ten westen Aris Coopman, ten oosten het Diekeneststeegje, item nog een schuit met zijn zeil en treil zoals hij door de comaparant is bevaren, tezamen voor 900 gld 182.
In Uitgeest verkoopt op 20 april 1786 Cornelis Goesinnen, wonende alhier, aan Willem Groen, mede alhier, een huis en erf op de Meldijk, 't erf groot 36 roeden, belend ten oosten de weduwe van Aamker Hertog, ten westen Cornelis Roukema, voor 650 gld 183.
In Uitgeest verklaren op 27 februari 1789 Teunis Goezinnen, nagelaten zoon van Cornelis Goezinnen die gewoond heeft en de 9e april anno passato alhier overleden te Uitgeest, voor 1/3 erfgenaam, ter eenre, Cornelis Kabel te Uitgeest als last en procuratie hebbende van Neeltje Goezinnen weduwe van Aris Coopman alhier, nagelaten dochter en mede-erfgename voor 1/3 van gemelde Cornelis Goezinnen, ten tweede, en Sijmon Karman en Maarten Bakker, beiden mede te Uitgeest woonachtig, als aangestelde voogden over de drie nagelaten minderjarige kinderen van Fop Goezinnen, gewoond hebbende en overleden in De Rijp blijkens akte dd. 1 juli 1788, welke Fop Goezinnen geweest is een vooroverleden zoon van de voornoemde Cornelis Goezinnen, mede-erfgenaam voor de resterende 1/3, ten derde, verklaren op 26 november 1788 in publieke veiling verkocht te hebben en bij dezen over te dragen, aan Hendrik Beek wonende in de Beverwijk een houtbos op de Loet, groot 178 roeden, belend ten zuiden de koper ten noorden de weduwe van Pieter Wagen, voor 97 gld, aan Jan Goose en Anthonij Burger, beiden woonachtig in de Beverwijk, in compagnie, een stuk land in de polder de Zien, genaamd Dirk IJff, groot 2276 roeden, belend ten oosten Elbert Kooij, ten westen de kinderen van Jan Bregman, voor 150 gld, aan Sijmon Zoet, Tewis Henneman en Arien Gerritsz Zonneveld, de twee eersten op Assum, de laatste te Akersloot, in compagnie, een huis en erf op Assum, 't erf groot 78 roeden, belend ten oosten Klaas Dekker, ten westen Jan Nanning Kabel, voor 65 gld, aan Wulbert Melkert wonende op Assum een tuintje op Assum, groot 50 roeden, belend ten oosten Klaas Dekker, ten westen de koper, voor 32 gld, aan Elbert Kooij wonende op Assum een stuk land in de polder den Broek, genaamd Worghem, groot 297 roeden, belend ten oosten Goverd Taktor, ten westen Gerrit Jansz Bakker (met alle servituten, zoals overpaden, wegen, ban en houwwerk), voor 37 gld, aan Sijmon Carman de helft in een stuk land in de polder den Broek, op Bopmeer, in 't geheel groot 987 roeden, belend ten oosten Willem Hazeven, ten westen Teunis Barendsz, voor 152 gld10 st, waarvan de wederhelft de koper reeds toebehoorde, aan Jan Pietersz de Waard wonende op Assum een stuk land in de polder den Broek, genaamd Beunisnoord (alias Aagtegeppe), groot 1133 roeden, belend ten noorden de erve Klaas Dekker, ten zuiden de Vroonsmeer, ten oosten Huijbert Eenhoorn, voor 80 gld, aan de Luthersche Kerk in Beverwijk een stuk land in de polder den Broek, genaamd de Overwerff (alias het stuk van Volkert), groot 1780 roeden, belend ten oosten de Luijshoek, ten westen Cornelis Teunisz, voor 75 gld, aan Andries de Wolf voor de Lutherse Kerk een stuk land in de polder den Broek, genaamd de Luijshoek, groot 1310 roeden, belend ten westen de Overwerff, ten oosten Pieter Bourgonje, voor 361 gld, aan Elbert Kooij wonende op Assum een stuk land in de polder den Broek, genaamd Dirk Heijnisbusch (of de Coekebakkershoek), groot 517 roeden, belend ten oosten en westen de koper, voor 77 gld, aan Cornelis Poulisz Cabel alhier woonachtig een akker zaadland op de Geest, groot 116½ roeden, belend ten noorden Dirk Beugel, ten zuiden Harmen Schoone, voor 100 gld, aan Gerrit Jansz Bakker alhier woonachtig een akker zaadland op de Geest, groot 116½ roeden, belend ten noorden Cornelis Teunisz, ten zuiden Jacob Blankert, voor 111 gld, aan Gerrit Cornelisz Bakker te Uitgeest een akker zaadland op de Geest, groot 166 roeden, belend ten zuiden Matthijs Willemsz, ten noorden de koper, voor 125 gld, tot 14 mei 1789 in huur bij Egbert de Beer, aan Jan Putters wonende alhier een akker zaadland op de Geest, groot 106 roeden, belend ten westen Egbert de Beer, ten oosten Teunis Barendsz, voor 100 gld, aan Ernst Boeziek, inwoner dezer heerlijkheid, een akker zaadland in de Zeijl, groot 116½ roeden, belend ten westen Cornelis Teunisz, ten oosten Jacob Ariensz Schuur, voor 70 gld, aan Jan de Waard wonende op Assum een akker zaadland in de Zeijl, groot 114 roeden, belend ten westen Jacob Schuur, ten oosten de gemene weg, voor 70 gld, aan Pieter Smit wonende te Marken-Binnen een stuk land in de Wouderpolder, genaamd Klaaskes, groot 349 roeden, belend ten oosten Pieter Besse ten westen de koper, voor 110 gld, aan Gerrit Cornelisz Bakker wonende alhier een akker zaadland op de Geest, groot 116½ roeden, belend ten zuiden de koper, ten noorden Pieter Teunisz, voor 98 gld, aan Jan van Lith voor Pieter Meester wonende te Marken-Binnen enige aan elkaar glegen stukken land in de Markerpolder, genaamd de Haagsevennen, tezamen groot 5391½ roeden of 6 morgen 591½ roeden, belend ten westen de vaarsloot en de Noordenderhuizen, ten oosten Pieter Bakker, voor 2480 gld 184.
ondertr. (impost) Uitgeest 30 maart 1737 (impost elk 3), tr. ald. 14 april 1737 Grietje THEUNIS.
Uit dit huwelijk:
1. Neeltje Cornelis GOEZINNEN, ondertr. (impost) Uitgeest 9 febr. 1770 (impost ieder 3) Aris Jansz COOPMAN, impost op begr. ald. 20 mei 1785 (impost 3, aangever zijn zoon Cornelis Coopman), wedn. van Neeltje Jans SCHIPPER.
In Uitgeest verkoopt op 23 december 1785 Neeltje Goezinnen, weduwe van Aris Coopman, wonende alhier, aan Dirk Mannevelt, mede alhier woonachtig, een schip zijnde een ijkerjacht, met deszelfs staande en lopende want alsmede alles wat tot 't zelve schip enigszins gehorende mocht zijn, voor 1175 gld 185.
2. Fop Cornelisz GOEZINNEN, overl. De Rijp, impost op begr. Uitgeest 19 april 1781 (impost 6), begr. ald., ondertr. (impost) ald. 23 nov. 1770 (impost ieder 6) Neeltje Klaas KARMAN.
In Uitgeest verkoopt op 25 juli 1784 Jacob Dirksz Zoet wonende te Westzaan aan Cornelis Goezinnen en Cornelis Boonacker als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Fop Goezinnen en Neeltje Karman, in leven echtelieden, de helft van een stuk land genaamd de Polle in de polder De Zien, geheel groot 3479 roeden, belend ten noorden de gemene dijk, ten zuiden Willem Hazeven, alsmede de helft van een stuk land genaamd de Paardekamp, gelegen als voren aan de Coogdijk, geheel groot 1367 roeden, belend ten noorden Claas en Maarten Stokkemaker, en laatstelijk nog de helft in een stuk land genaamd de Uijgang, gelegen als voren aan de voornoemde Coogdijk, geheel groot 928 roeden, belend ten noorden Cornelis Æmilius, ten zuiden Claas Bonkenburg, zijnde de wederhelft van de voornoemde landen aan de bovengenoemde kinderen in eigendom toebehorende, voor 1700 gld 186.
3. Teunis Cornelisz GOEZINNEN, ondertr. (impost) 1° Uitgeest 16 aug. 1777 (impost ieder 6) Maartje CLAAS, attestatie om te trouwen 2° ald. 23 april 1786 (naar Amsterdam, zij jongedochter van Amsterdam) Geesje Harmens KONING.
VIb. (van Vd) Dirk Foppesz GOEZINNEN,
tr. Oostzaandam 10 jan. 1740 (hij jongman in de Noort, zij jongedochter op de Roozegragt aan de Westzij) Trijntje Jans van NEK, ged. (nederd. geref.) Westzaandam 18 aug. 1717, dr van Jan Gerritsz van NEK en Trijntje POULUS.
Uit dit huwelijk:
1. Trijntje Dirks, ged. (nederd. geref.) Westzaandam 15 febr. 1741.
2. Fop Dirksz, ged. (nederd. geref.) Oostzaandam 21 nov. 1743.
3. Jannetje Dirks, ged. (nederd. geref.) Oostzaandam 12 sept. 1745, impost op begr. ald. 26 juli 1799, tr. ald. 16 juni 1770 (hij jongman in de Noort, zij jongedochter op 't Valdeurspad) Albert Willemsz MANTE, ged. (nederd. geref.) Oostzaandam 20 mei 1745, zn van Willem Claasz MANTE en Trijntje Cornelis FIJ.
4. Maritje Dirks, ged. (nederd. geref.) Oostzaandam 9 juli 1747.
5. Fop Dirksz, ged. (nederd. geref.) Oostzaandam 6 juli 1752, tr. ald. 8 jan. 1775 (hij jongman op 't Valdeurspad, zij jongedochter in de Noort) Antje Leenderts SCHOUTEN, ged. (nederd. geref.) ald. 4 sept. 1749, dr van Leendert Cornelisz SCHOUTEN en Stijntje Pieters van der VEGT.
6. Jan Dirksz, ged. (nederd. geref.) Oostzaandam 30 sept. 1756.
VIc. (van Vd) Trijntje Foppes GOEZINNEN,
tr. Oostzaandam 25 okt. 1744 (hij weduwnaar op 't Boogaartpad, zij jongedochter in de Halstraat) Claas Baukesz FABER, laatst wedn. van Maritje Dirks WIT, eerder wedn. van Niesje Simons DRIE.
Uit dit huwelijk:
1. Fop Claasz FABER, ged. (nederd. geref.) Oostzaandam 24 febr. 1746.
2. Harmen Claasz FABER, ged. (nederd. geref.) Oostzaandam 24 dec. 1747.
3. Geertje Claas FABER, ged. (nederd. geref.) Oostzaandam 14 maart 1752.
4. Fop Claasz FABER, ged. (nederd. geref.) Oostzaandam 17 febr. 1754, tr. ald. 27 okt. 1782 (hij jongman op de Zuyddyk, zij jongedochter aan de Westzijde op de Hoogendijk) Maritje Cornelis TOL, ged. (nederd. geref.) ald. 25 april 1756, dr van Cornelis Jacobsz TOL en Aagje Gerrits GIJSE.
5. Harmen Claasz FABER, ged. (nederd. geref.) Oostzaandam 25 maart 1756, tr. ald. 22 sept. 1782 (hij jongman op de Zuyddyk, zij jongedochter aan de Westzijde op de Hoogendijk) Neeltje Volkerts KEIJZER, ged. (nederd. geref.) De Rijp 17 aug. 1760, overl./begr. Westzaandam 20/23 sept. 1805, dr van Volkert Dirksz KEIJZER en Geertje Claas HUIJGEN.
6. Jacob Claasz FABER, ged. (nederd. geref.) Oostzaandam 17 sept. 1758.
7. Claas Claasz FABER, ged. (nederd. geref.) Oostzaandam 16 april 1761.
8. Geertje Claas FABER, ged. (nederd. geref.) Oostzaandam 22 jan. 1765.
Noten
NA = Nationaal Archief te Den Haag
NHA = Noord-Hollands Archief te Haarlem
RAA = Regionaal Archief Alkmaar
ZSA = Zaans Streekarchief/Gemeentearchief Zaanstad, te Koog a/d Zaan
1. NHA ORA Haarlem 76.27 fol. 111v, 30 nov. 1584.
2. NHA ORA Haarlem 47.2 (Procuratiën, cautiën en acten van appel), 18 aug. 1591.
3. NHA ORA Haarlem 76.29 fol. 131v, 19 april 1592.
4. NHA ONA Haarlem 38 (notaris Adriaen Willemsz Suyderhoef), fol. 59 en fol. 60, 7 dec. 1596.
5. NHA ORA Haarlem 76.34 fol. 57v, 28 nov. 1602.
6. NHA ORA Haarlem 78.7 (Belastbrieven) fol. 34, 28 nov. 1603.
7. NHA ORA Haarlem 47.3 (Procuratiën, cautiën en andere stipulatiën) fol. 248v, 10 okt. 1605.
8. NHA ORA Haarlem 76.35, fol. 229v 24 aug. 1606, fol. 255 30 dec. 1606.
9. NHA ORA Haarlem 76.36 fol. 112, 1 dec. 1607.
10. NHA ORA Haarlem 76.37, fol. 204 20 dec. 1609, fol. 207v 22 dec. 1609.
11. NHA ORA Haarlem 76.38 fol. 132v, 11 mei 1610.
12. NA Hof van Holland 2253, 27 febr. 1624.
13. NHA ONA Haarlem 125 (notaris Jacob Schoudt) fol. 60, 11 dec. 1624.
14. NHA ORA Haarlem 76.50, fol. 55v 17 juni 1625, fol. 31 2 mei 1725/2 juli 1626, fol. 187v 13 mei 1626/10 juni 1627.
15. NHA ONA Haarlem 45 (notaris Adriaen Willemsz Suyderhoef) fol. 208v, 20 jan. 1607.
16. RAA ORA Alkmaar 15 (Weeskamer) fol. 314, 11 sept. 1591.
17. Geschiedenis der Zaanlanden, door Jacob Jansz Honig, Haarlem 1849, blz. 176, 186 en 204.
18. NHA ORA Velsen 955, blz. 235 14 juni 1595, blz. 240 18 okt. 1595.
19. NHA ORA Uitgeest 194 fol. 58v, 18 nov. 1580.
20. NHA ORA Uitgeest 194, fol. 16 15 aug. 1583, fol. 31 30 nov. 1584.
21. RAA NA Alkmaar 6 (notaris Henrick van Seevanck Dijrcxz) fol. 55v, 23 febr. 1585.
22. NHA ORA Uitgeest 194, fol. 39 16 juni 1585, 40 25 aug. 1585.
23. NHA ORA Haarlem 47.2 (Procuratiën, cautiën en acten van appel), 24 nov. 1588.
24. NHA ORA Haarlem 47.2 (Procuratiën, cautiën en acten van appel), 15 okt. 1590.
25. NHA ORA Uitgeest 194, fol. 96v 30 jan. 1592, fol. 98v 30 jan. 1592, fol. 131 14 mei 1593.
26. NHA ORA Velsen 955, blz. 167 23 maart 1592, blz. 190 11 maart 1593.
27. NHA ORA Uitgeest 194, fol. 161v 2 juni. 1594, fol. 166v 1 nov. 1594.
28. NHA ORA Haarlem 47.2 (Procuratiën, cautiën en acten van appel), 24 juli 1595.
29. NHA ORA Uitgeest 195 fol. 19v, 1 mei 1596.
30. NHA ORA Uitgeest 195, fol. 34v 28 aug. 1597, fol. 59 april 1599, fol. 62v 22 nov. 1599.
31. NHA OA Uitgeest 496 (Kapitale lening 1599-1600).
32. NHA ORA Uitgeest 195, fol. 78 18 mei 1601, fol. 79 5 juni 1601.
33. NHA ORA Haarlem 47.3 (Procuratiën, cautiën en andere stipulatiën) fol. 205v, 29 sept. 1603.
34. NHA ORA Haarlem 47.3 (Procuratiën, cautiën en andere stipulatiën) fol. 206v, 19 okt. 1603.
35. NHA ONA Haarlem 43 (notaris Jan Adamsz Suyderhoef) fol. 183v, 27 april 1604.
36. ZSA ORA Westzaan 1503 (Schepenrol), 4 nov. 1606 - 16 nov. 1606.
37. NHA ORA Haarlem 47.3 (Procuratiën, cautiën en andere stipulatiën) fol. 295, 17 febr. 1607.
38. NHA ORA Uitgeest 195, fol, 137 17 juni 1611, fol. 138 5 dec. 1611.
39. NHA ORA Haarlem 47.5 (Procuratiën, cautiën en andere stipulatiën) fol. 75, 29 mei 1624.
40. Geschiedenis der Zaanlanden, door Jacob Jansz Honig, Haarlem 1849, blz. 113, 170 en 204.
41. RAA NA Alkmaar 60 (notaris Jacob Cornelisz van der Geest) fol. 284v, 15 dec. 1612.
42. ZSA ORA Westzaan 1565 fol. 22, 14 febr. 1598.
43. ZSA ORA Westzaan 1504 (Schepenrol), 11 dec. 1608.
44. ZSA ORA Westzaan 1567 fol. 4, 29 mei 1609.
45. ZSA ORA Westzaan 1567 fol. 251, 22 febr. 1613.
46. NHA ORA Uitgeest 196, fol. 4 26 mei 1621, fol. 36 27 aug. 1622.
47. NHA ONA Uitgeest 517 (notaris Jan Allertsz Bonckenburch) akte 156, 10 mei 1651.
48. NHA ORA Uitgeest 196, fol. 15v [geen datum], fol. 17 16 dec. 1621, fol. 49 1 aug. 1623.
49. NHA ORA Uitgeest 196, fol. 54 10 febr. 1624, fol. 58 10 juni 1624, fol. 63v 24 aug. 1624, fol. 103 6 juli 1624.
50. NHA ORA Uitgeest 185 (Schepenrol), 31 mei 1624.
51. NHA OA Uitgeest 475 (200e penning 1625).
52. NHA ORA Uitgeest 196 fol. 130, 10 maart 1628.
53. NHA ORA Uitgeest 196 fol. 241, 1632.
54. NHA ONA Haarlem 99 (notaris Willem van Triere) fol. 74, 16 mei 1628.
55. NHA ORA Uitgeest 185 (Schepenrol), 30 jan. 1629, en 18 mei, 1 juni, 15 juni en 28 juni 1629, en 15 okt. 1632.
56. NHA ORA Uitgeest 196 fol. 150v, 28 april 1629.
57. NHA ONA Uitgeest 5106 (notaris Jan Allertsz Bonckenburch) akte 14, 5 juli 1633.
58. NHA ORA Haarlem 47.3 (Procuratiën, cautiën en andere stipulatiën) fol. 161, 29 dec. 1601.
59. NHA ORA Heemskerk 281 (nw 249) blz. 19, 6 maart 1603.
60. NHA ONA Beverwijk 232 (notaris Daem Voorgouw) blz. 51, 25 nov. 1620.
61. NHA OA Heemskerk 101 (Haardstedengeld), 1604.
62. NHA ONA Haarlem 44 (notaris Adriaen Willemsz Suyderhoef) fol. 195, 17 aug. 1605.
63. NHA ORA Heemskerk 281 (nw 249) blz. 34, 3 nov. 1605.
64. NHA ORA Uitgeest 197, o.a. fol. 122, 6 april 1636.
65. ZSA ORA Assendelft 2000 fol. 198, 15 aug. 1612.
66. NHA ORA Uitgeest 195, fol. 145v 13 juni 1612, fol. 199 8 nov. 1619.
67. NHA ORA Uitgeest 196 fol. 16v, 16 dec. 1621.
68. NHA ORA Uitgeest 196, fol. 42v en 43, 5 maart 1623.
69. NHA ORA Beverwijk 1264 (Rol van de weeskamer) fol. 154, 21 juli 1623.
70. NHA ONA Beverwijk 232 (notaris Daem Voorgouw) blz. 441, 7 febr. 1628.
71. NHA ORA Uitgeest 197 fol. 71v, 21 mei 1634.
72. NHA ORA Uitgeest 2434 (Obliatiën t.b.v. wezen) fol. 1, 24 okt. 1634.
73. NHA ORA Uitgeest 197 fol. 129, 18 mei 1636.
74. NHA ORA Uitgeest 197 fol. 135, 29 juni 1636.
75. NHA ORA Uitgeest 197, fol. 172 14 dec. 1637, fol. 178 en 178v, 25 jan. 1638.
76. NHA ORA Uitgeest 253 (Staatboek) fol. 64, 2 jan. 1648.
77. RAA NA Alkmaar 121 (notaris Baert Jansz Heerencarspel) fol. 47v, 27 maart 1638.
78. RAA NA Alkmaar 141 (notaris Pieter Fransz Ocker) fol. 184v, 29 aug. 1654.
79. NHA ORA Uitgeest 203, fol. 209v en 210, 1 sept. 1671.
80. NHA ORA Uitgeest 204 fol. 115, 17 nov. 1675.
81. NHA ORA Uitgeest 196 fol. 104, 10 aug. 1626.
82. NHA ORA Uitgeest 196, fol. 6 15 jan. 1621, fol. 17 16 dec. 1621, fol. 17v 1 febr. 1621, fol. 41v 30 jan. 1623.
83. NHA ORA Uitgeest 196, fol. 64v 30 aug. 1624, fol. 75 27 april 1625, fol. 104 10 aug. 1626.
84. NHA ORA Uitgeest 185 (Schepenrol), 2 juni 1628.
85. NHA ORA Uitgeest 196 fol. 191, 7 maart 1631.
86. NHA ORA Uitgeest 185 (Schepenrol), 12 nov. 1632.
87. NHA ORA Uitgeest 197 fol. 137, 1 aug. 1636.
88. NHA ORA Uitgeest 198 fol. 113v, 27 juni 1643.
89. NHA ORA Uitgeest 221 (Hypotheken) fol. 21v, 1649.
90. NHA ORA Uitgeest 201, fol. 27 en 28, 7 juni 1658.
91. NHA ORA Uitgeest 201, fol. 200 en 200v, 11 juni 1661.
92. NHA ORA Uitgeest 202, fol. 127 en 128v, 6 juni 1663.
93. NHA ORA Uitgeest 203, fol. 129 en 129v, 5 juni 1669.
94. NHA ORA Uitgeest 204, fol. 153v en 154, 21 mei 1676.
95. NHA ORA Uitgeest, 204 o.a. fol. 33, 13 febr. 1673, 205 o.a. fol. 54v, 24 mei 1679, 206 o.a. fol. 38v, 9 mei 1684.
96. NHA ORA Uitgeest 204 fol. 37, 7 sept. 1678.
97. NHA ORA Uitgeest 205 fol. 145, 2 april 1682.
98. NHA ONA Uitgeest 5027 (notaris Johannes van Coevenhoven) akte 125, 5 maart 1680.
99. NHA ORA Uitgeest 205, fol. 145 2 april 1682, fol. 145v 19 april 1682.
100. NHA ORA Uitgeest 205 fol. 172v, 2 juni 1682.
101. NHA ORA Uitgeest 206 fol. 41v, 9 mei 1684.
102. NHA ORA Uitgeest 206 fol. 89, 15 mei 1685.
103. NHA ORA Uitgeest 207 fol. 43, 24 mei 1689.
104. NHA ORA Uitgeest 206, fol. 136v en 137, 11 juli 1686.
105. NHA ORA Uitgeest 206 fol. 165, 15 mei 1687.
106. NHA ONA Uitgeest 5027 (notaris Johannes van Coevenhoven) akte 100, 6 mei 1679.
107. NHA ORA Uitgeest 205 fol. 116, 13 mei 1681.
108. NHA ORA Uitgeest 203 fol. 16v, 1 april 1666.
109. NHA ORA Uitgeest 221 (Hypotheken) fol. 208, 26 april 1669.
110. NHA ORA Uitgeest 203, fol. 178v en 179, 6 maart 1671.
111. NHA ORA Uitgeest 206 fol. 12v, 16 mei 1683.
112. NHA ORA Uitgeest 207, fol. 124 en 124v, 22 mei 1692, fol. 168 en 168v, 26 mei 1693.
113. NA Grafelijkheidsrekenkamer (Registers) 179 fol. 31, 1 april 1693.
114. NHA ORA Uitgeest 209 fol. 17v, 19 mei 698.
115. NHA ORA Uitgeest 209 fol. 135, 11 mei 1701.
116. NHA ORA Uitgeest 209 fol. 168v, 15 mei 1703.
117. NHA ORA Uitgeest 244 (Obligatiën t.b.v. wezen) fol. 160, 5 juni 1703.
118. NHA ORA Utgeest 210 fol. 13, 1 mei 1708.
119. RAA NA Alkmaar 398 (notaris Aris van der Mieden) akte 73, 21 okt. 1707.
120. RAA NA Alkmaar 404 (notaris Aris van der Mieden) akte 14 12 april 1715.
121. NHA ONA Uitgeest 5035 (notaris Anthoy Braens) akte 1, 9 juni 1718.
122. NHA ORA Uitgeest 211, fol. 53v 16 mei 1719, fol. 54v 18 sept. 1719.
123. NHA ONA Uitgeest 5035 (notaris Anthony Braens) akte 103, 14 aug. 1722.
124. NHA ONA Uitgeest 5035 (notaris Anthony Braens) akte 135, 25 juni 1723.
125. NHA ONA Uitgeest 5035 (notaris Anthony Braens) akte 137, 28 juni 1723.
126. NHA ONA Uitgeest 5036 (notaris Anthony Braens) akte 78, 23 mei 1728.
127. NHA ORA Uitgeest 205 fol. 30, 16 juni 1678.
128. NHA ORA Uitgeest 205 fol. 70, 13 mei 1680.
129. NHA ORA Uitgeest 254 (Staatboek) fol. 86, 8 jan. 1686.
130. NHA ORA Uitgeest 205 fol. 140v, 11 juni 1686.
131. NHA ORA Uitgeest 206 fol. 128, 22 mei 1692.
132. NHA ORA Uitgeest 244 (Obligatiën t.b.v. wezen) fol. 137, 1 april 1698.
133. NHA Uitgeest 209, fol. 108v (en fol. 179v), 1 april 1704.
134. NHA ORA Uitgeest 210 fol. 42v, 16 mei 1709.
135. NHA ORA Uitgeest 205 fol. 53v, 22 mei 1679.
136. NHA ORA Uitgeest 209 fol. 29v, 14 mei 1698.
137. NHA ORA Uitgeest 254 (Staatboek) fol. 133v, 7 juni 1695.
138. NHA ORA Uitgeest 209 fol. 75, 24 sept. 1699.
139. NHA ORA Uitgeest 225 (Diverse schepenakten), 21 nov. 1718.
140. NHA ORA Uitgeest 244 (Obligatiën t.b.v. wezen), fol. 151v 15 juni 1700, fol. 185v 6 maart 1708, fol. 187v 9 april 1709, fol. 193 9 juni 1712.
141. NHA ONA Uitgeest 5035 (notaris Anthony Braens) akte 96, 2 mei 1722.
142. NHA ORA Uitgeest 211, fol. 147, fol. 147v, fol. 148, fol. 148v en fol. 149, 4 mei 1723.
143. NHA ORA Uitgeest 210 fol. 65v, 20 mei 1710.
144. NHA ORA Uitgeest 210, fol. 97 13 mei 1711, fol. 129 1 aug. 1711.
145. NHA ORA Uitgeest 257 (Boedelpapieren), 9 jan. 1716.
146. NHA ORA Uitgeest 225 (Diverse schepenakten), 11 aug. 1717.
147. NHA ONA Uitgeest 5036 (notaris Anthony Braens) akte 161, 14 sept. 1730.
148. NHA ORA Uitgeest 213 fol. 167, 25 mei 1747.
149. NHA ORA Uitgeest 212 fol. 299, 24 mei 1736.
150. NHA ONA Beverwijk 260 (notaris Jan Barrevelt) akte 35, 22 aug. 1716.
151. NHA ORA Uitgeest 213, fol. 138v en 139, 21 mei 1744.
152. NHA ORA Uitgeest 212, fol. 267 en fol. 280v, 24 mei 1735.
153. NHA ORA Uitgeest 212 fol. 287, 4 aug. 1735.
154. NHA ORA Uitgeest 212, fol. 304 en fol. 306v, 24 mei 1736.
155. NHA ORA Uitgeest 213 fol. 34, 19 mei 1740.
156. NHA ORA Uitgeest 213 fol. 102v, 21 mei 1743.
157. NHA ORA Uitgeest 213 fol. 231, 28 nov. 1752.
158. NHA ORA Uitgeest 213, fol. 269v en 270, 22 mei 1754.
159. NHA ORA Uitgeest 214 fol. 2, 22 mei 1755.
160. NHA ORA Uitgeest 214, fol. 84v 22 mei 1760, fol. 130v 20 mei 1762.
161. NHA ORA Uitgeest 214 fol. 192, 10 dec. 1765.
162. NHA ORA Uitgeest 215, fol. 80 28 april 1774, fol. 132 3 mei 1777.
163. NHA ORA Uitgeest 216 fol. 97, 24 okt. 1786, en folio 98.
164. NHA ORA Uitgeest 225 (Diverse schepenakten), 22 jan. 1719.
165. NHA ONA Uitgeest 5035 (notaris Anthony Braens) akte 143, 27 juli 1723.
166. NHA ORA Uitgeest 212, fol. 218, fol. 218v, fol. 219, fol. 219v en fol. 220, 17 mei 1733.
167. NHA ORA Uitgeest 213 fol. 221v, 17 mei 1752.
168. NHA ORA Uitgeest 222 (Hypotheken) fol. 62, 4 okt. 1768.
169. NHA ORA Uitgeest 213 fol. 164v, 25 mei 1747.
170. NHA ORA Uitgeest 213 fol. 277, 19 april 1754.
171. NHA ORA Uitgeest 214, fol. 2v 22 mei 1755, fol. 76 24 febr. 1759.
172. NHA ORA Uitgeest 214 fol. 76, 24 febr. 1759.
173. NHA ORA Uitgeest 214 fol. 178, 17 nov. 1764.
174. NHA ORA Uitgeest 214 fol. 197, 28 mei 1766.
175. NHA ORA Uitgeest 214 fol. 198v, 22 mei 1766.
176. NHA ORA Uitgeest 222 (Hypotheken) fol. 58, 30 jan. 1768.
177. NHA ORA Uitgeest 214 fol. 259, 1 nov. 1768.
178. NHA ORA Uitgeest 214 fol. 274, 21 nov. 1769.
179. NHA ORA Uitgeest 215 fol. 7, 15 april 1771.
180. NHA ORA Uitgeest 215 fol. 27, 9 april 1772.
181. NHA ORA Uitgeest 215 fol. 69v, 22 april 1773.
182. NHA ORA Uitgeest 215, fol. 268 en fol. 268v, 8 dec. 1778.
183. NHA ORA Uitgeest 216 fol. 82, 20 april 1786.
184. NHA ORA Uitgeest 216, fol. 171 t.e.m. 190, 27 febr. 1789.
185. NHA ORA Uitgeest 216 fol. 68, 23 dec. 1785.
186. NHA ORA Uitgeest 216 fol. 16, 25 juli 1784.
Cuijk, 16 dec. 2013.
H. & A.B. de Vries-Doyle
Jan van Cuijkstraat 46,
5431 GC Cuijk.
Tel. 0485-313614.
Elektronisch adres: hab.devries-doyle@home.nl
>index
Terug naar het begin.
# # # G E N K W A # # #