Naar beginpagina
Genealogie VAN RIJN, van Voorschoten
(6 generaties)
>index
I. Willem (van RIJN), alleen bekend als vader van 4 zonen Van Rijn.
Uit onbekende relatie(s):
1. Pieter Willemsz van RIJN, volgt IIa.
2. Daniel Willemsz van RIJN, volgt IIb.
3. Louris Willemsz van RIJN, tr. N.N.
In het morgenboek van Zoeterwoude van 1542 is Louweris Willemsz van Rijn eigenaar en gebruiker van 2½ m 64 r (tussen de Stompicker wech en de Ommedyck) 1. In het morgenboek van Voorschoten van 1543/1544 is Louweris Willemsz bruiker van 1 m 494 r, van 7 m 257 r, van 255 r en van 286 r, en is Lourys Willemsz van Rijn bruiker van 1 m 30 r 2.
Voor de 10e penning van 1544 in Voorschoten brengt Louwerijs Willemsz van Rijn aan zijn woning met 9 morgen 5½ hond land in Voorschoten en nog 26 morgen 4½ hond land in Stompwijk, altezamen huurwaar 113£, nog een morgen kwaad veenland in Stompwijk waarvan geen profijt komt, 10 st 3
In het boek van de morgentalen van Stompwijk, begonnen kort vóór 1600, heeft Pieter Jonge Louwen 7½ hond land gekomen van Louris Willemsz van Rijn, in het geheel gemeten op 2½ morgen 64 roeden, tussen de Stompwycxe wech, de Wilsveense wech en de Ommedyck 4.
4. Cornelis Willemsz van RIJN, geb. ca. 1493, volgt IIc.
IIa. (van I) Pieter Willemsz van RIJN, overl. vóór of in 1542,
In 1523 doen deken en het gemene kapittel van St. Pancras binnen Leiden kond dat zij in erfpacht uitgegeven hebben aan Pieter Willemzn van Ryn 16 morgen land in het ambacht van Zoeterwoude in de ban van Stompwijk, genaamd het Poelweer, belend ten noorden de Vliet, ten zuiden Reyer Janszn, ten westen heer Jan van Duyvenvoerde, ten oosten de Hofflaen, jaarlijks voor 16 gouden Philippusguldens, het eerst in het jaar 1524, en bekent Pieter Willemsz van Ryn voor Ghysbrecht van Zweeten, ambachtsheer en schout van Zoeterwoude, bovengenoemde Poelweer in eeuwige erfpacht ontvangen te hebben en belooft hij met Lourys Jacopzn, Daniel Willemszn, Lourys Willemsz en Cornelis Willemszn als borgen de gestelde voorwaarden te onderhouden, welke borgen garant zullen zijn voor het toegemaakt blijven van 6 morgen van de 16 morgen 5. Pieter Willemsz van Rijn pacht 16 morgen land aan de Vliet in Zoeterwoude, banne Stompwijk, van het kapittel van St. Pancras in Leiden, als vermeld in 1512, 1523 (in erfpacht gegeven) en 1533, welk land op 5 januari 1544 overgegaan is op Maritgen Louwerisdr, de weduwe van Pieter Willemsz van Rijn, met Pieter Willems [sic] haar oudste zoon. In 1552 is Maritgen Lourisdr, wonende te Voorschoten, overleden en is het goed overgegaan op haar kinderen, in 1553 overgedragen door de erfgenamen op Cornelis Pietersz van Rijn. 6
In het morgenboek van Zoeterwoude van 1542 wordt vermeld Mary Pieter van Rijns weduwe met haar kinderen, eigenaar en gebruikster in erfpacht van 17 m 4 h 30 r (tussen de Stompicker wech en de Goowech), heer Jan van Duvenvoirde ridder en meer eigenaars, met als gebruikster Pieter van Rijnen weduwe, van 4½ m 3½ h 39 r (idem), en Maritgen Pieter van Ruynen weduwe met Thonis Aertsz, eigenaars en gebruikers van houtland groot 4½ h 27 r (tussen de Stompicker wech en de Ommedyck) 7. In het morgenboek van Voorschoten van 1544 zijn er vier vermeldingen van Pieter Willemsz als gebruiker, van opv. 284 r, 13 m 556 r, 9 m 8 r en 7 m 388 r, en twee vermeldingen van Pieter Willemsz als eigenaar en gebruiker, van opv. 473 r en 3 m 594 r, waarvan vermoedelijk sommige of alle betrekking hebben op Pieter Willemsz van Rijn 8.
In het kohier van de 10e penning van Voorschoten van 1544 wordt vermeld Martge weduwe van Pieter Willemsz, met haar woning met 11 morgen eigen land waar het huis op staat, met 3 morgen land in erfpacht in Stompwijk, belend ten oosten Martge zelf, ten westen Jan Claes Symonsz, met 16 morgen in erfpacht in Stompwijk, belend ten oosten de Hofflaen, ten westen heer Jan van Duivenvoorde, en met 4 hond land huurwaar in Voorschoten 9.
In Stompwijk verkopen in het openbaar in 1607 Joris Dircxz wonende te Rijswijk als man en voogd van Maritgen Lenertsdr, dochter van wijlen Lenert Pietersz van Ryn, Pieter Dircxz van Ryn, Mees Gerritsz man en voogd van Maritgen Dircxdr, Joost Jacopsz man en voogd van Aeriaentgen Dircxdr, kinderen van wijlen Dirc Pietersz van Ryn tezamen wonende in Haagambacht, Cornelis Cornelisz van Ryn wonende in de banne voorschreven, zoon van Cornelis Pietersz van Ryn, ook als oom van vaderszijde en moederszijde mitsgaders Willem Louwen wonende te Voorschoten oom van moederszijde, Pieter Dircxz voorschreven en Thonis Ghysen behuwde omen van moederszijde, tezamen voogden van de twee onmondige kinderen van wijlen Pieter Cornelisz van Ryn mede zoon van Cornelis Pietersz van Ryn voorschreven, met consent van de schout, burgemeesters en weesmeesters van Den Haag, Cornelis, Joris en Aeriaen Claeszonen mitsgaders Pieter Pietersz Colyn man en voogd van Maritgen Claesdr, kinderen van wijlen Claes Neel Jorisz gewonnen bij Machtelt Pietersdr van Ryn, tezamen wonende te Stompwijk, Pieter, Cornelis, Jan en Claes Huygenszonen, kinderen van wijlen Huych Louwensz gewonnen bij Jannetgen Pietersdr van Ryn, Grietgen en Catharina Cornelisdochters wonende in Den Haag, geassisteerd met Mees Gerritsz voornoemd, kinderen van Cornelis Gerritsz gewonnen bij Maritgen Pietersdr van Ryn, altezamen erfgenamen van wijlen Louris Pietersz van Ryn, in zijn leven gewoond hebbende in Den Haag, hun oom en oudoom, voor de ene helft, en de broers en zusters van wijlen Annetgen Willemsdr, in haar leven huisvrouw van Louris Pietersz van Ryn, of hun kinderen (allen met namen genoemd), benevens door Pieter Huijgens, aan Willem Claesz Schouten van Ryn wonende te Voorschoten omtrent 6 morgen land in Voorschoten, belend ten oosten Louris Meesz wonende te Voorschoten, ten zuiden de Meerburger wateringe, ten westen Cornelis Jan Cornelisz, ten noorden de Vliet, belast met 10 pond Hollands eeuwige pacht.
De hiervoor genoemde verkoop gebeurde onder zekere beschreven voorwaarden ten aanzien van Pieter Huygensz, mede erfgenaam, zoon van Huych Willemsz. Meteen na de koop laat de koper, Willem Claesz Schouten, alles aan de voornoemde Pieter Huygensz, en dragen de erfgenamen hun portie op aan Pieter Huygensz voor 2400 gld, te betalen de ene helft gereed en de nadere helft mei 1608 toekomende. Op dezelfde dag bekennen Pieter Huygensz van Noort wonende te Voorschoten als principaal, mitsgaders Willem Claesz Schout van Ryn en Willem Lourisz van Noort, mede wonende aldaar, aan de erfgenamen van wijlen Louris Pietersz van Ryn en Annitgen Willemsdr, in hun leven gewoond hebbende in Den Haag, een schuld van 2400 gld (voldaan op 26 april 1650). Verder verkopen de erfgenamen aan Cornelis Jansz wonende te Voorschoten omtrent 3 morgen 2½ hond land gelegen in Voorschoten, belend ten oosten Cornelis Mees botercooper te Leiden, ten zuiden Huych Adriaensz mede wonende te Leiden, ten westen Pieter Pietersz Buyer te Voorschoten, ten noorden de Meerburger wateringe, belast met 35 'comens grooten' 's jaars toekomende de kerk te Zoeterwoude, voor 1100 gld, te betalen de ene helft gereed en de andere helft mei 1608 toekomende, waarna Cornelis Jansz en Jan Dircxz als borg, beiden wonende te Voorschoten, hiervoor schuld bekennen 10.
tr. Maritgen LOURISDR, overl. 1552, dr van Lourys JACOBSZ.
Uit dit huwelijk:
1. Willem Pietersz.
In het morgenboek van Zoeterwoude van 1542 is Willem Pietersz van Rijn eigenaar en gebruiker van 2 morgen 58 roeden tussen de Stompicker wech en de Ommedijck 11. In het kohier van de 10e penning van Voorschoten van 1553 heeft Willem Pietersz van Ryn zijn woning met 2 morgen eigen hoog geestland, nog 8½ hond land als leengoed, en nog de helft van 3 morgen 3 hond als huurwaar van de Wezen te Leiden met de andere helft in erfpacht 12.
In het boek van de morgentalen van Stompwijk, begonnen kort vóór 1600, heeft de weduwe van Louwrens Symonsz [den Elsen] 5 hond gekomen van Willem Pietersz van Ryn (tussen de Stompwycxe wech en de Vliet), heeft Gielis Adriaensz land van Willem Pietersz van Ryn eertijds gekomen van Maritgen Pier van Rynen, gemeten op 11 hond (tussen de Stompwycxe wech, de Wilsveense wech en de Ommedyck), heeft Cornelis Pietersz Ploger land van Reyn Joachimsz eertijds gekomen van Willem Pietersz van Ryn, in het geheel gemeten op 2 morgen 58 roeden (idem), en heeft Pieter Louris Symonsz [den Elsen] land van Willem Pietersz van Ryn, in het geheel gemeten op 3 morgen 60 roeden 13.
In Voorschoten is in 1577 Willem Pietersz van Ryn eiser tegen Truytgen Willemsdr, weduwe van Dirck Adryaensz, te Voorburg, verkoopt in 1583 Willem Pietersz van Ryn, buurman te Voorschoten, aan Cornelis Jansz een woning, huis, barg, schuur, potinge en plantinge, met 2 morgen 2 hond land, belend ten oosten de Hoffwech, ten zuiden Philips Jorisz, ten westen Willem Jansz, ten noorden de gemene Lijdtwech, belast met 4 pond groten vlaams opstaande de penning 16, competerende de helft aan de erfgenamen van Jan Ysbrantsz en de helft aan Aeltgen Joppen wonende in Den Haag, nog 2 gld 7 st eeuwige rente aan de heer van Duvenvoorde, en nog 3 gld 10 st losrente de penning 18 competerende Gerrit van Sparwoude, en stelt als onderpand een losrente van 150 gld hoofdsom heden verleden (9 gld 7½ st 's jaars), en verkoopt in 1585 Willem Pietersz van Ryn aan Gerrit Claesz, schout te Voorschoten, de somme van 180 gld, wezende de rest van een meerdere somme comparant competerende van Louris Symonsz, volgens een schuldbrief ten behoeve van comparant gepasseerd in Stompwijk op 31 oktober 1584, waarvoor Gerrit Claes een losrente met hoofdsom 100 gld moet aflossen, met als borg Louris Pietersz van Ryn wonende in Den Haag zijn broer 14.
In Voorschoten is in 1589 Jan Pietersz wonende te Zoetermeer eiser contra Willem Pietersz van Ryn om levering te hebben van een bezegelde schuldbrief of andere schriftelijke cedule als hij sprekende heeft op Cornelis en Pieter Corneliszonen zijn neven, conform schriftelijk akkoord door voorschreven van Ryn op 10 oktober 1587 gemaakt (welke eis is toegewezen), en is in 1591 Cornelis Jansz aan Willem Pietersz van Ryn een losrente van 4 gld 17½ st 's jaars schuldig, te lossen met de penning 16 15.
2. Louris Pietersz, volgt IIIa.
3. Cornelis Pietersz, volgt IIIb.
4. Machtelt Pietersdr, volgt IIIc.
5. Dirck Pietersz, volgt IIId.
6. Lenert Pietersz, volgt IIIe.
7. Jannetgen Pietersdr, volgt IIIf.
8. Maritgen Pietersdr, volgt IIIg.
IIb. (van I) Daniel Willemsz van RIJN,
In 1543 is Daniel Willemsz huurder van 1 morgen land, genaamd de Korsmade, in Stompwijk, van het St. Catharinagasthuis te Leiden, ook in de jaren 1544, 1546, 1547, 1548 en 1550, in welk laatste jaar hij Daniel Willemsz van Rijn genoemd wordt 16.
In Zoeterwoude verkopen in 1602 Adriaen Willemsz van Rhijn wonende in het ambacht van Monster, Pieter Willemsz Wetsman wonende in Haagambacht aan de Westerbeecq als man en voogd van Annetgen Willemsdr, tezamen vervangende Willemtgen Willemsdr hun resp. zuster en schoonzuster, mitsgaders Joost van Rhijn, procureur voor het hof van Holland, en Michiel Florisz te Koudekerk als man en voogd van Pieternelle Jansdr, tezamen vervangende Marijtgen Jansdr hun resp. zuster en schoonzuster, aan Vranck Meeus wonende te Oegstgeest 2 vierdeparten in de helft van zekere 12 morgen 2 hond 25½ roede land liggende op de Vliet, hun aanbestorven van Philps Danielsz hun oom, liggende voet en duim gemeen met zekere 6 morgen 1 hond 12½ roede toekomende Dirc Cornelisz te Oegstgeest en met 2 morgen 1 hond 40 roeden 7½ voet toebehorende Willem Jacob Lambertsz van Swieten te Wassenaar, en nog 2 derde parten van de huizing enz. staande op het verkochte land en het land van voorschreven Dirc Cornelisz en Willem Jacobsz 17.
In Zoeterwoude in 1603 verkoopt en is schuldig Louris Danielsz wonende op de Vliet aan Willem Jacob Lambertsz van Swieten zijn zwager een erfelijke jaarlijkse losrente van 37 gld 10 st, hoofdsom 600 gld, met als onderpand 2½ morgen gekomen uit het sterfhuis van Philps Danielsz zijn broer, belend ten oosten en zuiden Jan Jansz van Baersdorp oud-burgemeester van Leiden, ten westen de weduwe van voorschreven Philps Danielsz met gelijke 2½ morgen, ten noorden de Meerburgerwateringe (gelost op 14 januari 1606), en verkoopt Willem Jacob Lambertsz van Swieten als man en voogd van Barbara Danielsdr aan Louris Danielsz zijn zwager op de Vliet de helft van zekere oosterse weer lands in omtrent 5 morgen in het ambacht van Zoeterwoude of Meerburch, hun aanbestorven uit de boedel van zal. Philps Danielsz hun broer, gesepareerd van het westerse weer in de voorschreven 5 morgen toekomende de weduwe van Philps Danielsz, het gehele oosterse weer belend ten oosten en zuiden Jan Jansz van Baersdorp burgemeester te Leiden, ten westen de voorschreven weduwe van Philps Danielsz met het westerse weer, ten noorden de Meerburgerweteringe 18.
tr. Lijsbeth PIETERSDR.
In Leiden testeren op 3 november 1564 Daniel Willemsz van Rijn en Lysbeth Pietersdr zijn huisvrouw. Zij begeren begraven te worden in de kerk van de Witte Nonnen op Rapenburch. Adriane Danielsdr hun dochter, die tegenwoordig bij hen inwoont, zal na hun overlijden haar leven lang het huis mogen bewonen, zonder huur te betalen maar wel pacht en onderhoud; na haar overlijden of vertrek komt het huis aan hun 5 kinderen, Willem, Philips en Louris Danielszonen, Adriane en Barbara Danielsdochteren. Zij institueren hun kinderen bij gelijke portie als hun universele erfgenamen. 19
Op 23 oktober 1593 verklaren Maerten Cornelis van Rossem oud omtrent 80 jaar, wonende te Zuidwijk op de Rijn, Phillips Danielsz oud omtrent 70 jaar, wonende te Zoeterwoude, en Barbera Danielsdr, huisvrouw van Willem Jacopsz, oud omtrent 63 jaar, wonende in de Laerhoeck te Wassenaar, ten verzoeke van Jan Cornelisz wonende in 't Hoflant in Voorschoten, dat Maerten een zoon is van Cornelis Huygensz en Marytgen Pietersdr, dochter van Pieter Dircxz, en dat de moeder van Phillips en Barbera was Betgen Pietersdr, ook een dochter van Pieter Dircxz, dus een zuster van voornoemde Marytgen Pietersdr, en dat de voorschreven Cornelis Matheusz [sic] met zijn huisvrouw Marytgen Pietersdr in hun leven gewoond hebben op de woninge van requirant 20.
Uit dit huwelijk:
1. Willem Danielsz, volgt IIIh.
2. Adriana Danielsdr, volgt IIIi.
3. Phillips Danielsz, geb. ca. 1523, volgt IIIj.
4. Barbara Danielsdr, geb. ca. 1530, volgt IIIk.
5. Louris Danielsz, volgt IIIl.
IIc. (van I) Cornelis Willemsz van RIJN, geb. ca. 1493, schout van Voorschoten (als zodanig vermeld gevonden in de periode 1538 21-1575 22), overl. vóór 18 febr. 1575,
In 1587 draagt op 21 november Marijtgen Jansdr, weduwe van Oude Jacop Claesz, wonende in de Lanehouc te Wassenaar, als mede-erfgenaam van Jan Claesz haar vader, met Reyer Jacopsz haar zoon als haar gecoren voogd, een rentebrief op van 4 gld 's jaars verzekerd op 8 morgen land in Zoeterwoude, verleden op 21 januari 1529 door Jan Dircsz van Noorden voor de schout Pieters Jansz van Voorschoten ten behoeve van Eemsgen de weduwe van Claes Symonsz, haar zal. [vaders] vader en moeder, en draagt op 8 december Michiel Geritsz van Koudekerk, wonende te Leiden, als last hebbende van Louris en Jacob Geritsz c.s., zijn broers van het nabedde, mede-erfgenamen van zal. Cornelis Willemsz van Rijn in zijn leven schout te Voorschoten, als getrouwd hebbende een dochter van Eemsgen, de weduwe van Claes Symonsz, een rentebrief op van 8 rinsgulden 's jaars, verzekerd op 8 morgen land in Zoeterwoude, verleden door Jan Dircsz ten behoeve van Floris Claesz Ruymert op 16 april 1514, getransporteerd op 12 juli 1527 23.
In 1528 wordt Cornelis Willemsz van Rijn voor het eerst genoemd als pachter van 1 morgen land (uit 4½ morgen 1 hond) van het kapittel van St. Pancras te Leiden, als opvolger van Jan Willemsz vermeld in 1517, waarna hij als zodanig genoemd wordt in 1540 en op 12 febr. 1551, in 1554 en 1560 genoemd Cornelis Willemsz van Rijn schout te Voorschoten, en in 1570 Cornelis Willemsz, schout, om in 1580 als pachter opgevolgd te worden door Jan Andrieszoon 24.
In het morgenboek van Zoeterwoude van 1542 is Cornelis Willemsz van Rijn met Jan Willemsz eigenaar en gebruiker van 2½ morgen 2 hond 6 roeden houtland, tussen de Stompicker wech en de Ommedijck 25. In het morgenboek van Voorschoten van 1544 is Cornelis Willemsz, of Cornelis Willemsz de schout, of de schout, gebruiker (br.) of eigenaar en gebruiker van een aantal percelen land, van opv. 9 m 471 r (br.), 2 m 582 r, 307 r (br.), 8 m 380 r (br.), 314 r (br.), 8 m, 6 m 178 r (br.), 2 m 349 r (br.), 2 m 166 r (br.), 2 m 379 r (br.), 8 m 344 r (br.), 230 r (waar zijn huis op staat) 26. In het kohier van de 10e penning van Voorschoten van 1544 brengt Cornelis Willemsz van Rijn aan zijn huis met 6 morgen erfpacht, 8 morgen eigen land, 25 morgen huurwaar, in Zoeterwoude 1 morgen 4½ hond huurwaar en met Jan Willemsz te Leiden 3 morgen kwaad veenland 27.
Op 18 februari 1575 is in Leiden Elijsabeth Gerijtsdr, legatrice van wijlen heer Adriaen van Duvenvoorde, eiser jegens Claes Cornelisz van Rhijn, zoon en erfgenaam van Cornelis Willemsz van Rhijn, in zijn leven schout te Voorschoten, gedaagde, om overgave van 83 gld, eertijds door de schout en heer Adriaen geconsigneerd vanwege een naastingskwestie van heer Adriaen. Claes Cornelisz ontkent de penning onder zich te hebben. Hij heeft een broer en zusters. De eis wordt niet ontvankelijk verklaard. 28
In Voorschoten verkoopt op 12 augustus 1579 Claes Cornelisz als man en voogd van Barbelken Arisdr, wonende te Heemstede, aan Cornelis Arisz wonende te Hillegom een derdepart in de verbrande wonig met omtrent 8 morgen land, hem comparant bij dood en overlijden van Cornelis Willemsz van Ryn, in zijn leven schout te Voorschoten, aanbestorven bij loting en kaveling, belast met 19 gld 's jaars, en nog een derde part van de helft van 9 morgen 4½ hond bruikwaar van het convent van Conincxvelt buiten Delft, waarna Cornelis Arisz een jaarlijkse losrente van 9 gld 's jaars schuldig is aan Griete Boelen te Amsterdam, weduwe van Peeter Jacopsz Schaep, af te lossen met de penning 16, met als onderpand 2/3 van de verbrande woning groot omtrent 7 morgen, zowel eigen als erfpacht, belend ten oosten Pieter Willemsz en Joffr. Sandelin te Delft, ten zuiden de Heerwech, ten westen de Leprosen te Leiden, ten noorden de Voorwateringe, met Claes Cornelisz als borg 29.
tr. N.N. CLAESDR, dr van Claes SYMONSZ en Eemsgen.
Uit dit huwelijk:
1. N.N. Cornelisdr, volgt IIIm.
2. N.N. Cornelisdr, volgt IIIn.
3. Claes Cornelisz, volgt IIIo.
4. N.N. Cornelisz.
5. waarsch. Geertgen CORNELISDR.
IIIa. (van IIa) Louris Pietersz van RIJN, overl. vóór 6 okt. 1606,
In 1580 verkoopt Aelbrecht Werk aan Louris Pyeters van Rijn wonende bij Westerbeeck een hypotheek rustende op 4 morgen land bij de Westmolens van Den Haag 30.
In Voorschoten verklaren in 1582 Louris Pietersz van Ryn, wonende in den Hage, man en voogd van Annetgen Willemsdr en oom en voogd van Oude Cornelis Huygensz, Jonge Cornelis Huygensz en Neeltgen en Marritgen Huygensdochters, achtergelaten weeskinderen van Huych Willemsz, mitsgaders Cornelis Lourisz wonende te Voorburg en Cornelis Lenertsz wonende te Voorschoten, ook neven en voogden van de voorschreven weeskinderen, dat Ermtgen Cornelisdr weduwe van Huych Willemsz, met assistentie van Bouwen Cornelisz haar broer en Louris Pietersz haar oom, haar weeskinderen heeft uitgekocht 31.
In het boek van de morgentalen van Stompwijk, begonnen kort vóór 1572, heeft Louris Pietersz van Ryn 3 morgen 2½ hond van Cornelis Huygensz gekomen van Gerritgen Joachims weduwe, gelegen tussen de Goowech en de Meerburger wateringe, met als gebruiker Claes Neel Jorisz, welk land later (in ieder geval vóór 1617) door de erfgenamen van Louris Pietersz van Ryn verkocht is aan Cornelis Jan Dircxz 32.
In Voorschoten compareren in 1582 Louris Pietersz van Ryn wonende in Den Haag, man en voogd van Annetgen Willemsdr, oom en voogd van de achtergelaten weeskinderen van Huych Willemsz, mitsgaders Cornelis Lourisz wonende te Voorburg en Cornelis Lenertsz wonende te Voorschoten, neven en voogden van de voorschreven weeskinderen, en bekennen dat Ermtgen Cornelisdr, weduwe van Huych Willemsz, met assistentie van Bouwen Cornelisz haar broer en Louris Pietersz haar oom, haar weeskinderen heeft uitgekocht, en zijn in 1588 Louris Pieters van Ryn wonende in Den Haag en Cornelis Lourisz wonende te Voorburg, als voogden van Maritgen huygendr, onbejaard weeskind, eisers vanwege een beweerde testamentaire donatie van 50 gld door zal. Willem Meesz, schoonvader [stiefvader] van Marritgen Huygendr (welke eis niet is toegewezen) 33.
tr. Annetgen WILLEMSDR, overl. 6 okt. 1606, dr van Willem JANSZ en Maritgen.
Op 9 oktober 1606 wordt voor de weeskamer in Den Haag de inventaris opgemaakt van de goederen door Anneken Willemsdr, weduwe van Louris Pietersz van Rhijn, op 6 oktober 1606 metterdood ontruimd en nagelaten, voornamelijk bestaande uit 22 hond weiland gelegen bezuiden de Westkorenmolen van Den Haag, 3½ morgen wei- en hooiland in Stompwijk, 6 morgen min 1½ hond land in Stompwijk, en een bezegelde brierf aangaande de kinderen van Huych Willemsz. Op 3 oktober 1607 compareert Gysbrecht Cornelisz, bouwman, die zich borg stelt voor Claes Huijgensz te Voorburg voor de lichting van 100 gld ter weeskamer alhier gearresteerd door de erfgenamen van Louris Pietersz en Annitge zijn huisvrouw. 34.
Uit dit huwelijk geen kinderen.
IIIb. (van IIa) Cornelis Pietersz van RIJN, overl. vóór 18 mei 1557,
In het kohier van de 10e penning van Voorschoten van 1553 gebruikt Cornelis Pietersz van Ryn zijn woning met 8 morgen 5 hond eigen land 12.
Op 18 mei 1557 wordt het door Cornelis Pietersz van Rijn gepachte land aan de Vliet van het kapittel van St. Pancras in Leiden overgedragen aan Adriaen Claes en Willem Pieters van Rijn als naaste vrienden en magen van de weduwe en de twee kleine kinderen, oud 1 en 2 jaar, geconsenteerd op 25 februari 1558. Op 13 februari 1561 treedt Louwerijs Willemsz op vanwege Cornelis Cornelisz, kind van zijn huisvrouw, in 1570 Louweris Willems als oom en voogd van de twee kinderen, op 16 mei 1579 Willem Pietersz als oom en voogd en Willem Jansz als stiefvader van Cornelis Cornelisz van Rijn, op 20 februari 1588 en 15 februari 1597 Cornelis Cornelisz van Rijn, en op 26 januari 1602 heeft Trijntgen Dircxdr, weduwe van Pieter Cornelisz van Rijn, mede recht van verstervenis voldaan. 6
tr. Trijntgen ADRIAENSDR 35, geb. Voorschoten, overl. na 1599, dr van Adriaen CLAESZ, die hertr. met Louris Willemsz van NOORDT, en Willem JAN PHILLIPSZ.
Op 14 juli 1582 testeert Willem Jansz wonende te Voorschoten, ziekelijk van lichaam als onlangs van de steen gesneden zijnde en mitsdien te bedde liggende, waarbij hij aan Blaseris, Willem, Appolonia en Lourisgen, nakinderen van Kateryn Adriaensdr testateurs huisvrouw geprocreëerd bij Louris Willemsz haar tweede man, mitsgaders Claes Claesz zijn zusters zoon, tezamen bespreekt zijn helft van 2 morgen weiland in Stompwijk gekomen van Huych Willemsz in zijn leven wonende te Voorschoten, broer van voornoemde Louris Willemsz, mitsgaders de helft van een losrente van 12 gld 10 st 's jaars op 't zelfde land staande, en voor het overige testeert aan Katryn Adriaensdr zijn huisvrouw, met voorzieningen voor de nog onmondige Claes Claesz, zijn zusters zoon 36.
In Stompwijk verklaren op 1 december 1594 Tryntgen Aryaensdr, laatst weduwe van Willem Jan Phillipsz, met Jan Adryaensz haar broer als voogd, Cornelis Cornelisz, Pieter Cornelisz, Blaseris Louwerisz, Willem Louwerisz, Claes Claesz met Claes Pietersz zijn voogd, Louwen Pietersz van Rijn als voogd van Applonia en Loutge Louwerisdochters, op 30 november 1594 ten huize van de schout openbaar verkocht te hebben aan Willem Ghysen wonende te Veur de helft van omtrent 2 morgen hooiland waarvan de wederhelft op dezelfde dag verkocht is aan voornoemde Pieter Cornelisz, belend ten oosten Louweris Sijmonsz, ten zuiden de Stompwicxe Wateringe, ten westen Pouwels Claessen, ten noorden de voorschreven wederhelft, bekent Willem Ghysen 680 gld schuldig te wezen aan Tryntgen Adryaensdr, laatst weduwe van Willem Jan Phillipsz, met haar kinderen geprocreëerd bij Louweris Willemsz, en Claes Claessen, volgens zekere makinge of testament door Willem Jan Phillipsz in zijn leven gemaakt op 14 juli 1594, uit zake van overdracht van 9 hond land, verkoopt Tryntgen Adryaensdr aan Willem Louwerisz haar zoon 2 schepenbrieven, beide inhoudende de koop van omtrent 3½ morgen land, de jongste van 15 april 1587, verklaart zij tezamen met Cornelis Cornelisz, Blaseris Cornelisz, Willem Louwerisz, Claes Pietersz [sic], met Claes Pietersz zijn oom en voogd, Louweris Pietersz van Ryn als voogd van Applonia en Loutgen Louwerisdochters, op 30 november evenzo verkocht te hebben aan Pieter Cornelisz (in de marge: Pieter Cornelisz van Rijn) als nevenzoon van de voorschreven Tryn Adryaensdr, omtrent 7½ hond land, wezende 2 akkers slagturfland met de helft van omtrent 2 [roeden] hooiland er zuid van liggende, belend ten oosten volgende west aan Louweris Symonsz, ten zuiden de wederhelft van voornoemd hooiland, ten westen Pouwels Claesz en Claes Louwerisz c.s., ten noorden Griete Claesdr, voor een schuldbekentenis van 750 gld, als hiervoor 37.
Uit dit huwelijk:
1. Pieter Cornelisz, geb. ca. 1554, volgt IVa.
2. Cornelis Cornelisz, geb. ca. 1556 38, volgt IVb.
IIIc. (van IIa) Machtelt Pietersdr van RIJN,
In Stompwijk heeft in 1606 Machtelt Pietersdr, weduwe van Claes Neel Jorisz, geassisteerd met de schout, opgedragen ten behoeve van Cornelis, Joris en Adriaen Claeszonen, mitsgaders Pieter Pietersz Colijn als getrouwd hebbende Marritgen Claesdr, haar kinderen bij Claes Cornelisz, haar portie en helft van woning en land in Stompwijk als zij en Claes Cornelisz voornoemd in zijn leven bezeten hebben, onder conditie dat de kinderen haar leven lang elk jaar haar 100 gld en 100 ton turf zullen uitreiken en zij in de westcamer van de woning zal blijven wonen, en dat de kinderen haar linnen zullen wassen, bleken en drogen zoals dat behoort (waarna de verdeling van de goederen onder haar kinderen beschreven wordt) 39.
tr. Claes NEEL JORISZ, gezworene van Stompwijk 40, overl. vóór 23 febr. 1606, zn van Cornelis JORISZ opten Ommedijck.
Op 28 maart 1598 testeren Claes Cornelisz anders Claes Neel Jorisz en Machtelt Pietersdr, wonende in Stompwijk, beiden kloek en gezond, op de langstlevende, waarbij de langstlevende gehouden zal zijn Jooris Claeszoon hun ongehuwde zoon net zo veel te geven als Cornelis Claesz, Adriaen Claesz, Jan Claesz en Marytgen Claesdr, hun gehuwde kinderen, ten huwelijk en daarna gehad hebben. Na hun dood krijgen elk van hun vier kinderen een vierde part. De vijf kinderen van hun overleden zoon Jan Claesz krijgen na de dood van de langstlevende tezamen een legaat van 25 ponden, om zekere gewichtige redenen, in het bijzonder om de travaelge, moeyten ende onlede die Lenert Jansz en Pieter Willemsz, voochden van de kinderen van za: Jan Claesz heur overleden zoon, hen testanten wel onbeleefdelicken in de voorsz kinderen te bewysen aengedaen hebben. 41
In het morgenboek van Zoeterwoude van 1580 heeft in Stompwijk Claes Cornelisz 8 morgen min 1 hond (nog 1 hond van Jan Coster), nog 2 morgen van Neel Jorysz, nog 7½ hond van Mees Molenaer, nog 20 hond van die 'camelenyer', waarvan na korting blijft 16 morgen [14 morgen?] 1½ hond 42.
In het boek van de morgentalen van Stompwijk, begonnen kort vóór 1600, wordt Claes Neel Jorisz vermeld als eigenaar van 1 hond kwaad land gekomen van Claes Jan Balisz, op 8 maart 1606 bij deling overgezet op Adriaen Claesz, van 3 hond kwaad land van Louris Symonsz van het land van Willems Willemsz backer, op 8 maart 1606 bij deling overgezet op Cornelis Claesz, van 3½ hond land genaamd de Biescamp, eertijds van Jan Ghysbrechtsz, op 8 maart 1606 bij deling overgezet op Joris Claesz, van 7 morgen 2 hond 31 roeden gekomen van Joncfrou Alyt Grobbens, waarvan 3 m 3½ h 31 r overgezet op Adriaen Claes Neel Jorisz en de rest op Pieter Pietersz Colijn bij deling van hun vader, van 2 morgen 2 hond land van Jasper Louwen uit het land van Jan Meesz, op 8 maart 1606 bij deling overgezet op Joris Claesz, als gebruiker van 4 morgen van de Sint Jans Heeren te Haarlem, opgevolgd door Cornelis en Joris Claeszonen, in 1612 door Adriaen en Joris Claesz, eigenaar van 2 morgen 5½ hond gekomen uit het land van Neel Jorisz, in 't geheel gemeten op 14 m 25 r, op 8 januari 1606 bij deling overgezet op Cornelis Claesz, nog hieruit 7½ hond, op 8 januari 1606 bij deling overgezet op Joris Claesz, en heeft Claes Neel Jorisz de Byl nog hieruit 1 hond, in 1606 bij deling overgezet op Cornelis Claesz 43.
In Stompwijk verkoopt in 1594 Louwen Symonsz den Elsen aan Claes Neel Jorisz omtrent drie hond slagturfland, en verkoopt in 1602 Evert van Diemen aan Claes Neel Jorisz de helft van omtrent 4 morgen 2 hond en zekere roeden land, belend o.m. Cornelis Huygen met de wederhelft 44.
In Zoeterwoude heeft in 1593 Laurens Gael Huygensz, poorter van Leiden, openbaar verkocht aan Claes Neel Jorisz wonende te Stompwijk een woninge, schuur, barg, potinge en plantinge met 4 morgen 1 hond 5 roeden weiland, het erf inbegrepen, gelegen in 't Westeynde, gebruikt door Cornelis Lenertsz, belend ten zuidoosten de Stompwycxe wech, ten zuidwesten Geertgen Dircxdr, ten noordwesten de Gowech, ten noordoosten Cornelis van Soutelande en Dirck Veen, belast met een half vat boter 's jaars, voor een schuldbrief van 1435 gld, en verkoopt in 1599 Claes Neel Jorisz wonende te Stompwijk aan Cornelis Lenertsz wonende in 't Westeijnde, een woning, schuur, barg, potinge en plantinge, met 4 morgen 1 hond 5 roeden weiland, het erf inbegrepen, met belendingen, lasten en waring als in de transportbrief van 21 januari 1593 45.
Uit dit huwelijk:
1. Cornelis CLAES NEEL JORISZ, volgt IVc.
2. Maritgen CLAESDR, volgt IVd.
3. Adriaen CLAES NEEL JORISZ, geb. ca. 1570, volgt IVe.
4. Jan CLAES NEEL JORISZ, overl. vóór 28 maart 1598, tr. N.N., die hertr. met Cornelis Dircxz CLERCK.
5. Joris Claesz van RHIJN, volgt IVf.
IIId. (van IIa) Dirck Pietersz van RIJN 46, overl. vóór 11 juni 1601,
tr. 1° Adriaentgen Claesdr (HOUCK), overl. vóór 22 nov. 1568,
tr. 2° Dignum ADRIAENSDR, geb. ca. 1549, overl. ca. 1 mei 1576, dr van Adriaen HEYNRICXZ en Eva PIETERSDR,
tr. 3° Jannitgen DIRCXDR, overl. na 11 juni 1578, wed. van Adriaen CLAESZ.
Uit het eerste huwelijk:
1. Pieter Dircxz.
In 1602 transporteert Pieter Dircxz van Rijn wonende in Haagambacht aan Claes Allertsz smid in het Hof van Holland en Vrerick Maertsz Braem wonende op het Voorhof van Holland 2 morgen land in de Zusterpolder, belend ten noorden de uitweg, ten oosten de weduwe van Pieter Cornelisz op de Beeck, ten zuiden de Wateringe, ten westen de Heilige Geest van Den Haag 47.
2. Maritgen Dircxdr, tr. Mees GERRITSZ, woonde in 1607 met zijn vrouw in Haagambacht.
Uit het tweede huwelijk:
1. Aeriaentgen Dircxdr, volgt IVg.
IIIe. (van IIa) Lenert Pietersz van RIJN,
tr. N.N.
Uit dit huwelijk:
1. Maritgen Lenertsdr, tr. Joris DIRCXZ, woonde in 1607 met zijn vrouw in Rijswijk.
IIIf. (van IIa) Jannetgen Pietersdr van RIJN,
tr. Huych LOUWENSZ.
Uit dit huwelijk:
1. Pieter Huygensz van RHIJN.
In 1629 zijn Pieter Cornelisz Ruyter wonende te Stompwijk als principaal en Adriaen Pietersz Ruyter zijn zoon als borg, mede wonende te Stompwijk, aan Pieter Huygensz van Rhyn, thans wonende in de Soetermeersche polder, 200 gld schuldig, met interest tegen de penning 16 48.
2. Cornelis Huygensz, volgt IVh.
3. Jan HUYGENSZ.
4. Claes Huygensz van RHIJN, volgt IVi.
IIIg. (van IIa) Maritgen Pietersdr van RIJN,
tr. Cornelis GERRITSZ.
Uit dit huwelijk:
1. Grietgen CORNELISDR.
2. Catharina CORNELISDR.
IIIh. (van IIb) Willem Danielsz van RIJN, overl. tussen 3 nov. 1564 en 30 maart 1577,
Vermeldingen als pachter van 2 morgen land in Eikenduinen van het convent van de 11000 Maagden: in 1541-1544 Willem Cornelisz (Cornelisz doorgehaald en vervangen door Danielsz) gehuurd 9 jaar lang, ingaande 1543, voor 5½ Rijnse gld 's jaars, 1545-1548 Willem Danielsz ingaande 1543 voor 6 Rijnse gld 's jaars, 1551 Willem Danielsz gehuurd voor 7½ gld, voor 9 jaar 49.
tr. verm. 's-Gravenhage vóór 10 maart 1540 Gerytgen JANSDR, begr. ald. (Grote Kerk) 11 nov. 1561, wed. van Willem Cornelisz van RIJN.
Uit dit huwelijk:
1. Adriaen Willemsz, volgt IVj.
2. Annetgen Willemsdr, volgt IVk.
3. Willemtgen Willemsdr.
IIIi. (van IIb) Adriana Danielsdr van RIJN,
Op 18 juli 1576 wordt de inventaris opgemaakt van de roerende en onroerende goederen achtergelaten door Adriane Danielsdr, weduwe van Jan Gerytsz van Wassenaar, ten verzoeke van Joost Jansz van Ryn en Petronella Jansdr, mede kinderen en erfgenamen van voorschreven Adriane Danielsdochter, hun moeder. Hierin o.a. een eigendomsbrief van de helft van 11 morgen land in Zoeterwoude in een kamp land van 22 morgen, met de helft van een huis, schuur, barg en geboomte, bij boedelscheiding en loting voor schout en geburen aldaar, door Louris Pietersz en Jan Eewoutsz als man en voogd van Anna Pietersdr, en Baertgen Pietersdr jegens Daniel Willemsz als man en voogd van Lysbeth Pietersz, Philps Jansz als man en voogd van Clemense Pietersdr, Alyt en Elsgen Pietersdochteren, gedaan, aanbedeeld en ten lote gevallen op 28 maart 1550. 50.
tr. Jan GERYTSZ, van Wassenaar, laatst gehuwd met Marytgen JANSDR, eerder gehuwd met Dieuwertgen HENRICXDR.
Uit dit huwelijk:
1. Joost Jansz, procureur voor het Hof van Holland, notaris in 1595 51, overl. vóór 20 juni 1614, tr. Janneken GANS.
Op 20 juni 1614 wordt aan Janneken Gans, weduwe van Joost van Rijn in zijn leven procureur van het Hof van Holland, op haar verzoek toegestaan tot meerder bevrijding van haar huizinge in 's-Gravenhage op de Plaetse doorgaans een glintinge met een poort te stellen, buiten opgaande in zulke hoogte en diepte als die van haar naburen gesteld is, mits jaarlijks te betalen 5 schellingen van 2 groten de schelling, in plaats van de recognitie van 2 schellingen 6 penningen door haar vóór dezen betaald 52.
2. Petronella JANSDR, tr. Michiel FLORISZ.
3. Maritgen JANSDR.
IIIj. (van IIb) Phillips Danielsz van RIJN, geb. ca. 1523, overl. tussen 10 maart 1601 en 29 juni 1602,
In Zoeterwoude verkoopt op 10 maart 1601 Philps Danielsz wonende op de Vliet aan Adriaen Vrancken wonende op de Noort A omtrent 11 hond land, voor een schuldbrief van 706 gld 53.
In Zoeterwoude hebben op 29 juni 1602 gedeeld Janneken Willeboortsdr, weduwe en erfgename bij testament van wijlen Philps Danielsz voor Govaert van Rijswijck notaris in Den Haag op 2 juni 1594 inhoudende revocatie van de huwelijkse voorwaarden, geassisteerd met Dirc Gerritsz en Jasper Gerritsz haar omen mitsgaders Adriaen Willeboortsz en Cornelis Huijbertsz haar broers, ter eenre, en Louris Danielsz, Willem Jacob Lambertsz van Swieten als man en voogd van Barbara Danielsdr, Adriaen Willemsz en Pieter Willemsz Wetsman als man en voogd van zijn huisvrouw, beiden ook voor hun zuster Willemtgen Willemsdr, Joost van Rhijn procureur voor het hof van Holland en Michiel Florisz te Koudekerk uit naam van zijn huisvrouw, tezamen vervangende hun zuster Marijtgen Jansdr, allen naaste vrunden en als zodanig voor de andere helft erfgenamen van Philps Danielsz, hun resp. broer en oom, ter andere zijde. De weduwe zal o.m. behouden de helft van de 12 morgen 2 hond 25 roeden land onverdeeld liggende in 22 morgen land en waar de woning op staat, en in Stompwijk o.m. 3 hond land belend ten oosten Pieter Lourisz te Voorschoten, ten zuiden de Ommedijcxe wateringe, ten westen Louris Danielsz, ten noorden Sijmon Pietersz Roij. 54
In Stompwijk verkopen op 16 februari 1603 Joost van Ryn, procureur voor het Hof van Holland, en Michiel Florisz wonende te Koudekerk als man en voogd van zijn huisvrouw, ook tezamen vervangende Maritgen Jansdr, hun zuster, mede-erfgenamen van zal. Phillips Danielsz hun oom, aan Cornelis Lenertsz van Tetroede wonende te Zoeterwoude omtrent 3½ morgen land, belend ten oosten de weduwe, kinderen en erfgenamen van Jacop Cornelisz van Berckel, in zijn leven lakenkoper te Leiden, ten zuiden de Goowech, ten westen de dochter van zal. Willem Jansz Wortel, ten noorden de Meerburgerwateringe, voor een schuldbrief, waarvan 1/3, bedragende 480 gld 13 st 11 penn, nu te betalen 55.
tr. 1° Aefgen Jacobsdr van SWIETEN, dr van Jacob Lambrechtsz van SWIETEN en Marytgen DIRCSDR,
Op 7 mei 1587 verklaart Geryt Bartholomeesz, poorter van Leiden, als getrouwd gehad hebbende Catharijn Phillipsdr, op 8 december 1568 bij tussenspreken van goede mannen met de naaste vrunden van dezelfde Catharyn Phillipsdr, nopens afkoop van goederen voor 525 gld en een jaarrente van 37 gld 10 st daarvan verdragen te hebben. Hij bekent uit handen van Willem Jacopsz van Zweeten, Dirck Cornelisz te Oegstgeest als man en voogd van Marytgen Jacopsdr, Theeus Jansz oude Jan als vader en voogd van zijn kinderen gewonnen bij Apollonia Jacopsdr, de voorschreven Willem Jacopsz, Dirc Cornelisz, Theeus Jansz mitsgaders Symon Henrixz te Leiderdorp, Willem Florisz te Zoeterwoude, als omen en voogden van de kinderen van Cristina Jacopsdr gewonnen bij Dirc Cornelisz in de Weypoort, allen erfgenamen van voorschreven zal. Catharyn Phillipsdr, ten volle betaald te wezen, ook vanwege de goederen die zijn zal. huisvrouw van haar grootmoeder Marytgen Dircsdr gecompeteerd heeft. 56
tr. 2° Janneken WILLEBOORTSDR, dr van Willeboort GERRITSZ.
Uit het eerste huwelijk:
1. Catharijn Philipsdr, tr. Geryt BARTHOLOMEESZ.
2. Louris Philipsz.
3. Lijsbetgen Philipsdr.
IIIk. (van IIb) Barbara Danielsdr van RIJN, geb. ca. 1530,
In Zoeterwoude verkoopt in 1603 Willem Jacob Lambertsz van Swieten als man en voogd van Barbara Danielsdr, wonende te Wassenaar, aan Vranck Meesz te Oegstgeest, zijn neef, een derde part van de huizing, schuur, barg, potinge en plantinge staande op de landen als nu tegen de weduwe en erfgenamen van Phillips Danielsz gegrondkaveld aan de weduwe en erfgenamen van Dirc Cornelisz, schoonvader van voorschreven Vranck Meesz, en hem Vranck Meesz voor een kleine portie met gelijke derdepart op 29 juni 1602 opgedragen door Adriaen Willemsz van Rhijn, Pieter Willemsz Wetsman mitsgaders Joost van Rhijn en Michiel Florisz nomine uxoris, voor 300 gld 57.
tr. Willem Jacob Lambrechtsz van SWIETEN, zn van Jacob Lambrechtsz van SWIETEN en Marytgen DIRCSDR.
Uit dit huwelijk:
1. Adriaen Willemsz van SWIETEN, maakt huwelijksvoorw. Leiden 18 april 1581 (voor notaris Willem Claesz van Oudevliet) met Marytgen WILLEMSDR, bij huwelijk van Hoogmade, dr van Willem FOPPENSZ en Neeltgen REYNOUTSDR.
In het kohier van het hoofdgeld van 1623 onder 'Wassenaar': Adriaen Willemsz van Swieten en Maritgen Willemsdr zijn huisvrouw, met Cornelis, Jan en Annetgen, hun kinderen; item Lenaert Cornelisz van de Rijndijck en Leentgen Pietersdr van Wassenaar, hun dienstboden 58.
Op 18 april 1581 huwelijkse voorwaarden opgemaakt tussen Adriaen Willemsz van Swieten wonende te Wassenaar, geassisteerd met Willem Jacopsz van Zwieten zijn vader wonende in de Laerhouc te Wassenaar en Barbara Danielsdr zijn moeder, mitsgaders Dirc Cornelisz te Oegstgeest als getrouwd hebbende Marytgen Jacobsdr zijn moeie, Phillips en Louweris Danielsz gebroeders en Theus Oudejansz wonende te Zoeterwoude, zijn ooms, ter eenre zijde, en Marytgen Willemsdr, jongedochter van Homade, geassisteerd met Neeltgen Reynoutsdr weduwe van Willem Foppensz haar [...], mitsgaders Jan en Adriaen Renuetzonen, haar ooms, ter andere zijde 59.
IIIl. (van IIb) Louris Danielsz van RIJN, overl. tussen 11 jan. 1603 en 7 juni 1603,
In Zoeterwoude zijn in 1603 Cornelis Cornelis in 't Weer wonende in Wassenaar als procuratie hebbende van Annetgen Jansdr, weduwe van Louris Danielsz, in zijn leven wonende op de Vliet, ter eenre, en Claes Lourisz voorzoon van Louris Danielsz gewonnen bij Annetgen Claesdr, Jan Lourisz van Rhijn, Cornelis Huijgensz man en voogd van Lijsbeth Lourisdr, Henric Danielsz man en voogd van Annettgen Lourisdr, en Jan Jansz man en voogd van Leentgen Danielsdr, nakinderen van Louris Danielsz gewonnen bij Annettgen Jansdr voorschreven, gezamenlijk ter andere zijde, vriendelijk geaccordeerd bij tussenspreken van Jan Jansz in de Zuijtbuijt nopende de vaderlijke erfenis van de voorschreven kinderen, en heeft voor schout en schepenen van Zoeterwoude en die van Stompwijk in 1603 Claes Lourisz zijn vijfde part in de vaderlijke erfenis overgegeven aan Cornelis Huijgensz man en voogd van Lijsbeth Lourisdr en Jan Lourisz van Rhijn zijn vijfde part aan Henric Danielsz man en voogd van Annetgen Loursdr 60 61.
In 1603 zijn voor schout en schepenen van Zoeterwoude en die van Stompwijk Cornelis Huijgensz man en voogd van Lijsbeth Lourisdr, ook namens Claes Lourisz, Henric Danielsz man en voogd van Annetgen Lourisdr, ook voor Jan Lourisz, mitsgaders Jan Jansz man en voogd van Leentgen Lourisdr, geaccordeerd dat Cornelis Huijgensz en Henric Danielsz tezamen in eigendom zullen hebben de woninge met huis, barg, schuur, potinge en plantinge, met 4 morgen 1½ hond land, belast met de helft van een losrente van 36 gld toekomende Willem Jacobsz van Zwieten, waarvan de wederhelft komt ten laste van Annetgen Jansdr, weduwe van Louris Danielsz, en Jan Jansz in eigendom zal hebben 2 morgen land in Stompwijk in 't Westeijnde, belast met 31 st pacht of rente, mits Jan Jansz aan Cornelis Huijgensz en Henric Danielsz 145 gld zal betalen, waarna nog een deling volgt tussen Cornelis Huijgensz en Henric Danielsz waarbij Henric Danielsz het huis krijgt 62 63.
In Zoeterwoude zijn in 1604 Jan Lourisz van Rhijn, Cornelis Huijgens man en voogd van Lijsbet Lourisdr, Henric Daniels man en voogd van Annetgen Lourisdr, en Jan Jansz man en voogd van Leentgen Lourisdr, allen kinderen en erfgenamen van Louris Danielsz en Annetgen Jansdr, beiden zal. ged., in hun leven gewoond hebbende op de Vliet, vriendelijk geaccordeerd over de goederen door voorschreven Annetgen Jansdr met de dood ontruimd 64 65.
In Zoeterwoude verkopen in 1606 Henric Danielsz en Jan Jansz aan Willem Jacob Lambertsz van Zwieten wonende te Wassenaar de oosterse weer gekomen uit de boedel van zal. Philps en Louris Danielszonen, groot 2½ morgen, zoals deze van de westerweer toekomende Frans Cornelisz, getrouwd hebbende de weduwe van Philps Danielsz, afgescheiden is, voor de lossing van de rentebrief met hoofdsom 600 gld die voorschreven Willem Jacobs op dit land sprekende had en 428 gld aan geld 66.
tr. 1° Annetgen CLAESDR,
tr. 2° Annetgen JANSDR, overl. tussen 13 aug. 1603 en 30 sept. 1604.
Uit het eerste huwelijk:
1. Claes Lourisz, volgt IVl.
Uit het tweede huwelijk:
1. Jan Lourisz, geb. ca. 1568 67, volgt IVm.
2. Lijsbeth Lourisdr, volgt IVn.
3. Annetgen Lourisdr, volgt IVo.
4. Leentgen Lourisdr, tr. Jan JANSZ.
IIIm. (van IIc) N.N. Cornelisdr van RIJN,
tr. Arys REYERSZ, zn van Reyer GIJSBERTSZ, wedn. van Jannetgen JANSDR.
Op 31 mei 1546 verhuurt de abdij Leenwenhorst onder 'Voirhout' voor 9 jaar ingaande 1548 aan Arys Reijersz 'loco patris' op de 'banwillicke' in Voorhout 8 hond maailand, en nog 11 hond weiland, de Roescamp geheten, in Noordwijk voor 15 pond Hollands en 2 goede kapoenen, in 1557 voor 5 jaar voor 18 pond Hollands; de 8 hond broekland wordt door Reyer Ghysbertsz als opvolger van Willem Reyersz ingehuurd in 1518, 1528 en 1538, in 1538 ook de 11 hond weiland in Noordwijk 68.
Uit dit huwelijk:
1. Reyer ARYSZ.
2. Jan ANDRIESZ, overl. vóór 4 dec. 1619, tr. Meynsgen BARTHOLOMEESDR, dr van Bartholemeeus SIMONSZ en Magdalena DAMMISDR.
In het morgenboek van Voorschoten van 1577 wordt aangeslagen Jan Andriesz met zijn mede-erfgenamen voor een verbrande woning van hun bestevader met omtrent 17 morgen eigen land, dezelfde voor 6½ hond (desolaat) van de kerk van Voorschoten, dezelfde nog 2 hond (desolaat) van de kerk van Voorschoten, dezelfde voor 1 morgen gehuurd van Claes Dirckz van Montfoort, en voor 11 morgen 4½ hond van Conincxvelt 69.
Op 24 en 30 maart 1577 compareren Magdalena Dammisdr, weduwe van Bartholemeeus Simonsz, ter eenre, en Egbert Ghysbrechtsz als oom en voogd vanwege zijn huisvrouw over Simon, Bartholomeeus en Tryntgen, Simontgen en Jan Andries wonende te Voorschoten als man en voogd van Meynsgen Bartholomeeusdr, allen kinderen en erfgenamen van Bartholemeeus Simonsz, ter andere zijde 70.
In Voorschoten verkoopt, rond de jaarwisseling van 1580 naar 1581 in een ongedateerde en niet ondertekende akte, Jan Andriesz wonende op de Donck aan Hans de Clerck wonende in Den Haag een jaarlijkse losrente van 50 gld, te lossen de penning 14, met als onderpand ½ morgen vrij land en verder nog zijn huizinge met 6 morgen 4½ hond land waarop diverse lasten rusten 71.
In Voorschoten in 1619 verkoopt op 4 december Lambrecht Claesz wonende te Delft, ook met procuratie van zijn broer Barthout Claesz, aan de weduwe en de kinderen van Jan Andriesz, in zijn leven gewoond hebbend op de Donct in Voorschoten, een stuk land van 4 morgen 2 hond 85 roeden, belend ten oosten en noorden Willem Claesz van Ryn, ten zuiden de Vliet, ten westen Jacob Cornelisz, belast met een losrente van 23 pond 's jaars, verkopen op 5 december Meynsgen Baertholomeesdr, weduwe van Jan Andriesz, geassisteerd met Symon en Mees Meeszonen haar broers mitsgaders Cornelis Andriesz haar zwager, voor de ene helft, mitsgaders Bartholomees Jansz en Louris Jansz voor zichzelf, en dezelfde Symon en Mees Meeszonen en Cornelis Andriesz als ooms zich sterk makende voor Magdalena Jansdr, tezamen kinderen van zal. Jan Andriesz geprocreëerd bij voorschreven Meynsgen Bartholomeesdr, voor de andere helft, aan Willem Claesz van Ryn omtrent 130 roeden land, belend ten oosten en noorden de koper, ten zuiden en westen de verkopers, belast met 23 pond 's jaars, voor 100 gld, en verkoopt op 5 december Mees Jansz van Claverdyck aan Louris Jansz van Claverdyck zijn broer en Magdalena Jansdr zijn zuster alle goederen hem aangekomen van zijn vader, voor een obligatie van 997 gld 72.
In Voorschoten verkopen op 3 juli 1620 Meynsgen Bartholomeesdr, geassisteerd met Symon Meesz en Mees Meesz, haar broers, mitsgaders Mees Jansz en Louweris Jansz, en Magdalena Jansdr geassisteerd met Cornelis Andriesz haar oom, aan Vechter Vechtersz eerst een woning, als huis, schuur, barg, potinge en plantinge, gelegen op de Donct, groot omtrent 11 morgen 3½ hond, waarvan eigen omtrent 7 morgen, en nog de bruikwaar van in totaal 5 morgen 4 hond, voor een custingbrief van 10000 gld 73.
3. Cornelis ANDRIESZ, alias Cornelis Arisz, geb. ca. 1545.
Op 11 februari 1579 getuigt Cornelis Arisz, wonende te Hillegom, oud omtrent 33 jaren, ten verzoeke van Reyer Arysz zijn broer, wonende thans te Leiderdorp, hoe in 't begin van het jaar 72 bij hem, deposant, te Hillegom is gekomen de huisvrouw van Cornelis van Beresteyn met het verzoek of hij borg wilde worden voor het akkoord over de huur van 3 percelen land, groot omtrent 3½ morgen, in het ambacht van Hillegom, met de requirant, zijn broer, waarmee deposant heeft ingestemd, en waarna hij hierover van harentwegen, van zijn broer, noch van iemand anders, ooit is aangesproken 74.
4. Marritgen ANDRIESDR, tr. Huybrecht WILLEMSZ.
5. Barbelken ARISDR, tr. Claes CORNELISZ.
IIIn. (van IIc) N.N. Cornelisdr van RIJN,
tr. Gerrit Lourisz van POELGEEST, geb. ca. 1506, zn van Louris Gerritsz van POELGEEST en Eemsgen Jansdr van TOL, wedn. van N.N.
Op 8 september 1573 wordt getuigenis geleverd door buurluiden van Koudekerk, o.a. door Geryt Lourisz, oud omstreeks 67 jaar 75. Op 1 oktober 1587 testeren Michiel Gerritsz en Barbara Cornelisdr, geëchte man en wijf, beiden van Koudekerk, hij o.a. aan zijn halve broers en zusters Louris Gerritsz, Jacop Gerritsz, Adriaen Gerritsz en Pieter Gerritsz, en Neeltgen Gerritsdr, Tryntgen Gerritsdr en Annetgen Gerritsdr 76.
Uit dit huwelijk:
1. Louris Gerritsz van POELGEEST, tr. 1° Maritgen Florisdr van TOL, dr van Floris Symonsz van TOL en Neeltgen HENDRICXDR, tr. 2° Annetgen JOOSTEN, dr van Joost CLAESZ en Hadewij WILLEMSDR.
2. Jacob Gerritsz van POELGEEST, bouwman te Koudekerk, overl. vóór 6 febr. 1631, tr. 1° Jannetgen Willemsdr KET, dr van Willem Dircxz KET en Marytgen Dircxdr ONDERWATER, maakt huwelijksvoorw. 2° Leiden 28 nov. 1591 met Duyfgen GERRITSDR, dr van Geryt CORNELISZ, op 't huys te Banchem, wed. van Mathijs JOPPENSZ, van Homade.
Belening met twee keer ½ morgen land in Koudekerk: op 20 mei 1610 Jacob Geritsz te Koudekerk, bij overdracht door Dammas Maertensz te Valkenburg gehuwd met Annetgen Ket, op 6 december 1631 Mathijs Jacobsz van Poelgeest bij dode van Jacob Gerritsz zijn vader 77 78.
Op 28 november 1591 maken Jacob Geritsz buurman te Koudekerk, ter eenre, en Duyffgen Geritsdr, weduwe van Mathys Joppensz van Homade, geassisteerd met Geryt Cornelisz op 't huis te Banchem, haar vader, ter andere zijde, huwelijkse voorwaarden 79.
3. Adriaen Gerritsz van POELGEEST, overl. Koudekerk vóór 26 febr. 1630.
4. Pieter Gerritsz van POELGEEST, begr. Koudekerk 9 okt. 1606, tr. Anna Willemsdr KET, dr van Willem Dircxz KET en Marytgen Dircxdr ONDERWATER.
5. Neeltgen Gerritsdr van POELGEEST, ondertr. Leiden 18 jan. 1577 Cornelis WILLEM DIERTSZ, bij huwelijk van Hoogmade.
6. Trijntgen Gerritsdr van POELGEEST, maakt huwelijksvoorw. Leiden 30 mei 1577 met Barthout Barthoutsz van WASSENAER, bouwman te St. Jacobiparochie, wedn. van Aechte Dircxdr KET.
7. Annetgen Gerritsdr van POELGEEST, tr. Dirck Jorisz SCHONEMAN, bouwman aan de Groenendijck te Zoeterwoude, zn van Joris Cornelisz SCHONEMAN en Maritgen WILLEMSDR, wedn. van Hadewij Pietersdr van POELGEEST.
IIIo. (van IIc) Claes Cornelisz van RIJN, gezworene van Voorschoten in 1585 80, Heilige-Geestmeester in 1588 81, overl. vóór 16 april 1612,
Op 9 januari 1554 wordt Claes Cornelisz te Voorschoten, zoon van Cornelis Willemsz van Rijn, schout aldaar, na overdracht door Hughe Willemsz, beleend met een leen van de Hof te Wassenaar bestaande uit 8 morgen land, onder 'Zoeterwoude', op 16 april 1612 opgevolgd door Cornelis Claesz van Rijn, schout te Voorschoten, bij dode van zijn vader Claes Cornelisz 82. Op 26 juni 1569 verkrijgt Claes Cornelisz van Rijn, bij dode van Aelbrecht Diericxz, een leen van de hofstad Binckhorst, bestaande uit 1 morgen land in de Bouwerije, onder 'Zoeterwoude', op 6 mei 1612 opgevolgd door Willem Louwerisz te Voorschoten, bij dode van zijn schoonvader Claes Cornelisz van Rijn 83.
In Voorschoten klaagt op 7 december 1577 Pieter Huygensz over o.a. Claes Cornelisz van Ryn, om getuigenis der waarheid te geven, verkoopt op 29 maart 1581 Claes Cornelisz van Ryn aan Mr Arent van der Meer Vranckensz, secretaris der stad Delft, en Marritgen Jansdr, weduwe van Cornelis Jansz mesmaker, een jaarlijkse losrente van 12 gld 10 st, met als onderpand 4 morgen land, belend ten oosten Jan Dircxz nazaat van Claes Colen, ten zuiden de Vliet, ten westen Claes Cornelisz van Ryn voorschreven c.s., ten noorden Geertgen Cornelisdr en Claes Cornelis voorschreven c.s., verkopen op 10 december 1583 Dirck van Heussen, en Nyclaes van Heussen van zijn moeder Adriana Vranckendr, burgers van Leiden, aan Claes Cornelisz van Ryn een stuk land van omtrent ½ morgen, belend ten oosten Jan Andriesz, ten zuiden de Heerwech, ten westen de kerk van Voorschoten, ten noorden de Leprosen te Leiden, wordt op 20 maart 1584 Claes Cornelisz van Ryn vermeld als kerkmeester, verkoopt en is schuldig op 11 januari 1585 Claes Cornelisz van Ryn aan Jacob Claesz Doese wonende in Den Haag een losrente van 12 gld 's jaars, hoofdsom 32 ponden groten vlaams, met als onderpand 2 morgen land met een huis en boomgaard, belend ten oosten comparant, ten zuiden 't klooster van Conincxvelt, ten westen Cornelis Symonsz c.s., ten noorden de Heerwech, en verkoopt in 1585 (ook voor schout en schepenen van Sassenheim) Claes Cornelisz van Ryn aan Jan Diertsz wonende te Sassenheim 10½ hond land in Sassenheim, belend ten oosten en noordoosten Jan Willemsz met zijn eigen en bruikwaar, ten zuidoosten Pieter Jorisz wonende te Lisse, ten westen en noordwesten de Poelwateringe 84.
Vanwege landhuur van 11 sc 3 d 's jaars voor land van de pastorie van Voorschoten, heeft Claes van Rhyn in 't jaar 1572 dit bedrag aan de laatste pastoor betaald; over de jaren 76, 77 en 78 heeft hij hiervoor aan de rendant van de geestelijke goederen 33 sc 9 d betaald, welke landhuur over de jaren 73, 74 en 75 gequiteerd is 85.
In Lisse verkoopt in 1583 Claes van Ryn Cornelisdr, man en voogd van Magdalena Willemsdr, wonende te Voorschoten, in die qualité mede-erfgenaam van wijlen Willem Willemsz (broer van zijn huisvrouw), in zijn leven wonende te Sassenheim, aan Cornelis Symonesz de helft van een kamp land van 4 morgen 1 hond waarvan de andere helft competeert de erfgenamen van Dirck Mourynsz of nu Gerrit Jacobsz Coppen te Sassenheim, liggende in Roversbroeck, hem comparant aangekomen bij ruiling van Maerten Huygensz c.s., mede te Voorschoten, de zoon van zijn huisvrouws zuster, aan wie of zijn moeder 't land uit de boedel van voorschreven Willem Willemsz aanbedeeld was, belend ten noordoosten 't Sassemherkercklant, daaraan Matheus Pietersz en Cornelis Dircxz Pauen mitsgaders de erfgenamen van Maerten Florysz te Warmond, ten zuidoosten de Haarlemmermeer, ten zuidweste Gerrit Dammasz Cluft met de erfgenaman van Cornelis Pietersz aan de Beeck, ten noordwesten Cornelis Dircxz Pauen, met als borg Jan Willemsz te Sassenheim, zwager van Claes van Ryn 86.
In Voorschoten verklaart op 15 juli 1588 Cornelis Andriesz, wonende in het ambacht van Vennip, op 10 maart 1580 verkocht te hebben aan Claes Cornelisz van Ryn zijn oom, wonende te Voorschoten, 1/3 van een verbrande woning in 't geheel groot omtrent 8 morgen, zowel eigen als bruikwaar, als hem comparant met het overlijden van Cornelis Willemsz van Ryn, in zijn leven schout te Voorschoten, zijn bestevader, aanbedeeld is, breder blijkende uit de 2 scheidbrieven te Voorschoten gepasseerd op 27 en 28 december 1577, in 't geheel belast met in totaal 13 gld 's jaars en nog de helft van een hoofdsom van 200 gld, op 26 april 1589 verkoopt evenzo Huybrecht Willemsz, wonende te Wassenaar, 1/3 van dezelfde verbrande woning, en verkoopt Claes Cornelisz van Ryn aan Huybrecht Willemsz zijn neef als man en voogd van Marritgen Andriesdr een jaarlijkse losrente van 30 st 's jaars, hoofdsom 24 gld, met als onderpand 1/3 van een verbrande woning groot omtrent 7 morgen 87.
In Stompwijk delen in 1603 Claes Cornelisz van Ryn wonende te Voorschoten, Maerten Huygen als vader en Louris Huijgensz wonende te Schipluiden en Cornelis Meesz wonende te Zoeterwoude als omen en voogden van de nagelaten weeskinderen van Diewertgen Claesdr bij voornoemde Maerten geprocrëerd (Claes, Cornelis, Yda en Betgen), en Jan Huygen wonende te Voorschoten, 10 morgen land eertijds gekomen van Jacop van Noort, in 13 morgen 3 hond 24 roeden land waarvan de pastorie van Voorschoten 3½ morgen toekomt, in aanwezigheid van Adriaen Willemsz als getrouwd henbbende Lysbeth Maertensdr, nagelaten dochter van Diewertgen Claesdr, en verdelen de kinderen dit onderling 88.
In Voorschoten verklaren in 1623 de erfgenamen van zal. Claes Cornelisz van Ryn en Laentgen Willemsdr, hun overleden vader en moeder, bestevader en bestemoeder, overbestevader en overbestemoeder, op 10 februari 1614 geaccordeerd te zijn over de deling van alle woningen en landen die Claes Cornelisz van Ryn en Laentgen Willesmdr met de dood geruimd en nagelaten hebben, welke deling gebeurt tussen Willem Claesz van Ryn voor een vierdepart, Pieter Lourisz van Swieten man en voogd van Geertgen Claesdr en Huych Pouwelsz als getrouwd hebbende Aechtgen Claesdr, elk mede voor een vierdepart, en nog Marytgen Cornelisdr weduwe van Cornelis Claesz van Ryn gesterkt met Vranck Cornelisz van Ryn haar zoon, mitsgaders Vranck Cornelisz van Ryn, Symon Gysbertsz als getrouwd hebbende Dirckgen Cornelisdr, Jan Claesz man en voogd van Geertgen Cornelisdr en Pieter Gysbertsz als getrouwd hebbende Aeltgen Cornelisdr, nog schout en schepenen i.p.v. weesmannen als oppervoogden van de minderjarige nagelaten kinderen van dezelfde Cornelis Claesz van Ryn, bij namen oude Marytgen Cornelisdr, Aechtgen Cornelisdr, Willem Cornelisz, jonge Marytgen Cornelisdr, Cornelis Cornelisz en Claes Cornelisz, met nog Marytgen Joachimsdr, nagelaten dochter van Applonia Cornelisdr, allen kinderen en kindskinderen van zal. Cornelis Claesz van Ryn, tezamen voor 't resterende vierdepart 89.
tr. Laentgen WILLEMSDR, overl. vóór 10 febr. 1614, dr van Willem WILLEMSZ, schout van Sassenheim, en N.N. DIRCXDR.
IVa. (van IIIb) Pieter Cornelisz van RIJN, geb. ca. 1554, overl. vóór 17 sept. 1601,
In het boek van de morgentalen van Stompwijk, begonnen kort vóór 1572, heeft Pieter Cornelisz van Ryn, wonende te Eyckenduynen, 5½ hond goed en 2 hond kwaad land gekomen van het land van Willem Jan Phillipsz 91.
Voor de weeskamer van Den Haag heeft Tryntgen Dircxdochter, weduwe van Pieter Cornelisz van Ryn, wonende op de Beeck, de inventaris gedaan van alle goederen van hem met de dood ontruimd, met voogden van de twee achtergelaten kinderen, Neeltgen en Laurencia. Als onroerende goederen worden vermeld: 4 morgen hooiland in Oosteschcamp, 2 morgen in dezelfde polder belast met 4 ponden groten vlaams, 2 morgen hooiland op de Susterenlaen alhier in Den Haag, nog 16 morgen land in het ambacht van Zoeterwoude in de banne van Stompwijk, genaamd het Poelweer, met een erfpachtbrief van 31 december 1601, voor een jaarlijkse pacht van 16 gouden Philippusguldens, nog 1/6 en de helft van 1/6 in de woning en landen te Voorschoten waar tegenwoordig Cornelis Huygensz op woont, in alles omtrent 12 hond, nog ½ morgen turfland in Stompwijk, oorspronkelijk 1 morgen maar gedeeltelijk uitgebaggerd. Als levende have o.m. 20 koebeesten terwijl de weduwe al 6 koebeesten verkocht had. Als uitschulden o.a. een obligatie van 212 gld 10 st aan Pieter Dircxz van Rijn, nog 550 gld en 80 gld door Cornelis Cornelisz van Rijn buiten medeweten van de weduwe opgenomen op de 16 morgen land. Bij de schulden betaald door de weduwe o.a. 16 gouden Philippusguldens verschenen Lamberti 1601. Volgens de index zou in dit inventarisnummer ook nog Blasius Cornelisz van Rijn vermeld zijn, naar aangenomen mag worden als oom van de twee weeskinderen. Maar daarover is niets (meer) aanwezig. 34
In Stompwijk verkoopt in 1602 Cornelis Cornelisz van Rijn wonende te Voorschoten aan Catharina Dircxdr, weduwe van Pieter Cornelisz van Rijn, nu getrouwd hebbende Lenert Cornelisz, al zijn recht op zekere omtrent 16 morgen land in de banne van Stompwijk die door hun grote vader Pieter Willemsz van Rijn zal. ged. in erfpacht gehouden werd van het kapittel van Hogenlande in Leiden, en nog de schuur, houtakker en beplanting als door comparant aan 't noordeinde van dat land getimmerd en bepoot was 92.
In Stompwijk verkoopt in 1607 Lenert Cornelisz Hets wonende in Haagambacht, als getrouwd hebbende Catharina Dircxdr, nagelaten weduwe van Pieter Cornelisz van Ryn, aan Lenert Gerritsz omtrent 5½ hond land, belend ten oosten Vechtoir Pietersz, ten westen Claes Lourisz, ten noorden Willem Lourisz, ten zuiden Willem Ghysen, voor 222 gld, en nog een schuur voor 18 gld 93.
tr. Trijntgen DIRCXDR, overl. vóór 11 mei 1618, die hertr. met Lenert Cornelisz HETS.
Bij de weeskamer van Den Haag is er een verklaring van ontvangst van 11 mei 1618 door Pieter Nanius Evertsz van 127 gld uit handen van de weesmeester Jan Jansz de Cocq van 's-Gravenhage en Lenert Cornelisz Hets, en een verklaring van aflossing op 15 mei 1618 van een obligatie door Lenert Cornelisz Hets wonende op de Beeck en de kinderen en erfgenamen van zal. Tryn Dirixdr, zijn overleden huisvrouw. Volgens de oude index zou in dit inventarisnummer vermeld staan dat de dochter Neeltgen Pietersdr getrouwd is met Leendert Arentsz en de dochter Laurentia met Pieter Lenertsz de Jonge boer. Maar daarover is niets (meer) te vinden. 94
Uit dit huwelijk:
1. Neeltgen Pietersdr van RHIJN, tr. Leendert ARENTSZ.
2. Laurentia Pietersdr van RHIJN, tr. Pieter Lenertsz de JONGE boer.
IVb. (van IIIb) Cornelis Cornelisz van RIJN, geb. ca. 1556 38,
In Stompwijk verklaart in 1593 Cornelis Cornelisz van Ryn, buurman te Voorschoten, 83 gld schuldig te zijn aan Jan Zyeren, man en voogd van Annetgen Lourisdr, vanwege loon eertijds van comparant verdiend en met haar arbeid gewonnen, waaraan hij omtrent 5 morgen land verbindt, belend ten oosten de Hoflaen, ten zuiden comparant, ten westen Pieter Cornelisz, ten noorden de Vlyet 95.
Op 14 december 1599 begeert Lenert Jansz biervoerder wonende in Den Haag, impetrant op en jegens Cornelis Cornelisz van Rijn wonende te Voorschoten, om een obligatie van 8 januari 1599 de somme van 20 gld ter cause van koop van een bruin merriepaard, die niet compareerde 96.
In Stompwijk verkoopt in 1602 Cornelis Cornelisz van Rijn wonende te Voorschoten aan Catharina Dircxdr, weduwe van Pieter Cornelisz van Rijn, nu getrouwd hebbende Lenert Cornelisz, al zijn recht op zekere omtrent 16 morgen land in de banne van Stompwijk die door hun grote vader Pieter Willemwz van Rijn zal. ged. in erfpacht gehouden werd van het kapittel van Hogenlande in Leiden, en nog de schuur, houtakker en beplanting als door comparant aan 't noordeinde van dat land getimmerd en bepoot was 92.
In Stompwijk verkoopt in 1605 Joost Gerritsz aan Cornelis Cornelisz van Ryn wonende te Voorschoten de helft van 6 hond land gelegen in de banne voorschreven, belend ten oosten Willem Henricxz te Voorschoten, ten westen Pieter Willem Jan Reynen, ten zuiden verkoper met de wederhelft, ten noorden Cornelis Cornelisz Reynen, voor een schuldbrief inhoudende 450 ton turf, goed droog handkoopmansgoed, en getuigt Cornelis Cornelisz van Ryn wonende aan de Vliet, oud omtrent 50 jaar, ten verzoeke van Dirc Willemsz te Veur als voogd van Annitgen Jansdr als actie en transport hebbende van Annitgen Louwendochter, of deposant eertijds aan Annitgen Louwendr een som van penningen schuldig is geweest vanwege haar huur en arbeidsloon, en of Pieter Cornelisz van Ryn, deposants broer, het land dat als onderpand diende van hem heeft gekocht zonder uitdrukkelijk beding dat de schuld betaald zou worden aan Annitgen Jansdr, met op beide vragen een bevestigend antwoord 97.
In Voorschoten eist in 1606 Euwout Corssen te Leiden van Cornelis Cornelisz van Ryn, anders gebijnaamd Cornelis van 't Hoff, betaling van 40 gld 11 st vanwege koop en levering van een koe en twee schapen, eist in 1616 Aernt Lourisz als getrouwd hebbende de weduwe van de secretaris van Cornelis Cornelisz van Ryn betaling van 11 gld verteerde kosten, eist eveneens in 1616 Aernt Lourisz van Cornelis Cornelisz van Rhyn betaling van 11 gld van verteerde of verdronken kosten, die gedaagde moet betalen met de kosten, en eist in 1617 Cornelis Pietersz, brouwer in de Roos te Leiden, van Cornelis Cornelisz van Ryn wonende te Voorschoten betaling van 5 gld 15 st 98.
In Stompwijk verkopen in 1624 Cornelis Cornelisz van Ryn, Sam Fransz als getrouwd hebbende Aeltgen Cornelisdr, Aelbrecht Maertsz als getrouwd hebbende Maritgen Cornelisdr, Abraham Meyndertsz als getrouwd gehad hebbende Ariaentgen Cornelisdr, Tys Cornelisz van Ryn en Pieter Cornelisz van Ryn, allen kinderen en zwagers [schoonzoons] van zal. Cornelis Cornelisz van Ryn, in zijn leven gewoond hebbende in Voorschoten, aan Cornelis Cornelisz Jonge Snyer en Dirck Leendertsz twee partijtjes flodderland, het ene omtrent 4½ hond, belend ten oosten Leendert Jorisz, ten westen Claes Bouwensz, ten zuiden de opvolger van Cornelis van Noorden, ten noorden Pieter Willem Jan Reynen, het andere omtrent 3 hond, belend ten oosten Willem Heyndricx, ten westen Pieter Willem Jannen, ten zuiden Pieter Teunis Gysen, ten noorden Jan Leenbroer, voor een schuldbrief van 200 gld, en aan Cornelis Cornelisz Reynen een partijtje flodderland, groot omtrent 2½ hond, belend ten oosten Dirck Cornelisz Bouman, ten zuiden en westen Tryn Cornelisdr, ten noorden Leendert Leendertsz, voor een schuldbrief van 95 gld 99.
tr. N.N.
Uit dit huwelijk:
1. Cornelis Cornelisz.
2. Aeltgen Cornelisdr, tr. Sam FRANSZ.
3. Maritgen Cornelisdr, tr. Aelbrecht MAERTSZ.
4. Ariaentgen Cornelisdr, tr. Abraham MEYNDERTSZ.
5. Mathijs Cornelisz van RHIJN, bij huwelijk jongeman van Voorschoten, ondertr./tr. (schepenbank) 's-Gravenhage 17 mei/2 juni 1626 Maritge JACOBS, wed. van Pieter CORNELISZ.
6. Pieter Cornelisz van RHIJN, bij huwelijk jongeman van Voorschoten, ondertr. 's-Gravenhage 20 april 1625, tr. (nederd. geref.) ald. (Grote Kerk) 4 mei 1625 Neeltge JACOBS, bij huwelijk jongedochter wonende op Westerbeeck in Haagambacht.
IVc. (van IIIc) Cornelis CLAES NEEL JORISZ, schepen van Stompwijk 100, overl. vóór 2 juli 1628,
In Stompwijk is op 25 maart 1601 Cornelis Claes Neel Jorisz 260 gld schuldig aan Cornelis Gerrit Barthoutsz vanwege koop van omtrent 3 hond land, belend ten oosten Lenert Jan Reynen, ten westen Antonis Gerritsz, ten noorden de Stompwycxse Wech, ten zuiden Hillebrant Adriaensz, verkoopt op 5 oktober 1605 Cornelis Claes Neel Jorisz aan Jan Jansz Schouten omtrent 4 hond slagturfland, belend ten oosten Pieter Claesz Colyn, ten westen Cornelis Barthoutsz, ten noorden Pieter Claesz voornoemd, ten zuiden Cornelis Aryen Woutersz, verkoopt op 18 oktober 1606 Cornelis Claesz, nagelaten zoon van Claes Neel Jorisz, aan Cornelis Huygens de helft van omtrent 4 morgen, 2 hond en zekere roeden land, voor 500 gld, verkoopt op 21 januari 1609 Cornelis Claesz aan Dirc Lambrechtsz een stukje erf, en verkoopt op 26 oktober 1611 Cornelis Claes Neel Jorisz aan Pieter Claesz Sterre 3 hond land 101.
In Stompwijk in 1613 verklaren op 4 januari Cornelis Claes Neel Jorisz, geweest de weduwnaar van Neeltgen Pietersdr, ter eenre, Pieter Pieters den Elsen, man en voogd van Maritgen Cornelisdr, Pieter Pietersz Colyn en Pieter Lenertsz als ooms en bloedvoogden van Pieter oud geworden Allerheiligen 1610 19 jaar, Adriaentgen oud geworden jaarsdag 1611 17 jaar, Tryntgen oud geworden mei 1610 14 jaar, Jan oud geworden mei 1610 9 jaar, en Maritgen oud geworden grote vastenavond 1611 6 jaar, nagelaten kinderen van voorschreven Neeltgen Pietersdr bij voorschreven Cornelis Claesz, ter andere zijde, op 8 februari 1611, ter presentie van o.a. Joris en Adriaen Claeszonen, broers van de boedelhouder, Lenert Govertsz behuwde bestevader en Cornelis Garrebrantsz behuwdoom der voorschreven kinderen, geaccordeerd te zijn over de erfenis van hun moeder, nadat de staat des boedels op schrift gesteld was, zijn op 16 januari de nagelaten weeskinderen van Neeltgen Pietersdr bij Cornelis Claes Neel Jorisz geaccordeerd over de verdeling van drie stukken land, van 2 morgen 3 hond, van 2 morgen 2½ hond en van 3 hond, zoals de kinderen volgens de uitkoopbrief voor hun moeders erfenis bewezen is, en hebben p 1 mei Pieter Pietersz den Elsen, man en voogd van Maritgen Cornelisdr, Pieter Pietersz Colyn en Pieter Lenertsz als ooms en voogden van Pieter Cornelisz en Adriaentgen Cornelisdr, nagelaten weeskinderen van Neeltgen Pietersdr bij Cornelis Claes Neel Jorisz, openbaar aan Huych Cornelisz te Veur verkocht een perceel hooiland verongeld wordend voor 2 morgen 5½ hond, en nog een perceel hooiland genaamd de Byl verongeld voor 1 hond, voor een custingbrief van 1325 gld 102.
In Stompwijk verkopen op 13 januari 1616 Pieter Cornelisz, Pieter Pietersz Colyn als oom en voogd van Jan Cornelisz mitsgaders Adriaentgen, Tryntgen en Jonge Maritgen Cornelisdochters, nagelaten kinderen van Neeltgen Pietersdr geprocreëerd bij Cornelis Claesz, aan Pieter Pietersz den Elsen 5 zesdeparten van een perceel flodderland tegenwoordig verongeld voor 2 hond, waarvan het resterende zesdepart de koper in de naam van zijn vrouw toekomt, voor 12 gld 10 st gereed geld 103.
In het kohier van het hoofdgeld van 1623 onder 'Stompwijk': Cornelis Claes Neel Jorisz en Lijsbet Willemsdr zijn wijf met Jan, Maritgen, Claes, Louris en Neeltgen Corneliszoons en -dochters 104.
In Stompwijk op 13 mei 1629 hebben Pieter Pietersz den Elsen als man en voogd van Maritgen Cornelisdr, Pieter Cornelisz Colen, Jacob Pietersz Hofflant als man en voogd van Ariaentgen Cornelisdr, Jan Cornelisz en Claes Jacobsz als man en voogd van jonge Maritgen Cornelisdr, elk voor een vijfde part, aan Lijsbeth Willemsdr, nagelaten weduwe van Cornelis Claes Neel Jorisz, een halve morgen land verkocht, belend ten oosten Jasper Pietersz den Elsen, ten westen en noorden koopster, ten zuiden de Ommedijck, belast met 200 gld kapitaal toekomende de kinderen van Leendert Vrancken, voor 100 gld gereed geld, en hebben Pieter Pietersz als man en voogd van Maritgen Cornelisdr, Jan Cornelisz, Claes Jacobsz als man en voogd van Jonge Maritgen Cornelisdr, aan Pieter Cornelisz Colen en Jacob Pietersz Hofflant de drie delen in 1½ morgen land verkocht, hun bij kaveling aangekomen van hun zal. vader Cornelis Claes Neel Jorisz, belend ten oosten Lijsbeth Willemsdr, ten westen Cornelis Cornelisz Persoon, ten zuiden Jonge Leendert Jorisz, ten noorden de Stompwijcxsche wech, voor 500 gld gereed geld 105.
In Stompwijk op 13 mei 1629 is Lijsbeth Willemsdr, geassisteerd met Pieter Pietersz den Elsen, aan Leendert Vrancken en Trijntgen Cornelisdr gedurende 12 jaar een jaarlijkse losrente van 12 gulden en 10 stuivers schuldig, tot onderhoud van de kinderen van voornoemde Leendert Vrancken en zijn huisvrouw, volgens testament gemaakt door zal. Cornelis Claes Neel Jorisz en de scheid- of kavelbrief gemaakt tussen Lijsbeth Willemsdr en de voorkinderen van voornoemde Cornelis Claesz, na 12 jaar te lossen met 200 gulden kapitaal (gelost door Jan Vrancken op 12 maart 1642, ondertekend door Pieter Pieters den Elsen en Pieter Cornelis Coolen), en verklaren Lijsbeth Willemsdr, weduwe en boedelhoudster van Cornelis Claes Neel Jorisz, geassisteerd met Pieter Pietersz den Elsen, ter eenre, en Pieter Cornelisz, Pieter Pietersz den Elsen als getrouwd hebbende Maritgen Cornelisdr, Jacob Pietersz scheepmaecker als getrouwd hebbende Ariaentgen Cornelisdr, Jan Cornelisz, Leendert Vrancken als getrouwd hebbende Trijn Cornelisdr voor zijn kinderen volgens het testament van zal. Cornelis Claesz voornoemd, en Claes Jacobsz te Voorburg als getrouwd hebbende Jonge Maritgen Cornelisdr, als erfgenamen van voornoemde Cornelis Claesz hun vader, ter andere zijde, dat zij op 2 juli 1628 de boedel gescheiden hebben (met beschrijving van de deling) 106.
tr. 1° Neeltgen Pietersdr COLIJN, dr van Pieter Claesz COLIJN en Elysabeth Jansdr van NIEROP,
tr. 2° Lijsbeth Willemsdr den ELSEN, overl. vóór 22 nov. 1656, dr van Willem Jansz den ELSEN en Judith PIETERSDR, die hertr. met Jan VRANCKEN.
In Stompwijk verkoopt in 1630 Cornelis Leendertsz wonende te Voorschoten aan Lysbeth Willemsdr, weduwe van Cornelis Claes Neel Jorisz, een partijtje flodderland van omtrent 3 hond, belend ten oosten en noorden koopster, ten westen Jan Bouwensz, ten zuiden de weduwe van Pieter Jonge Louwen, voor een obligatie van 30 gld, en bekent in 1635 Jan Vrancken als man en voogd van Lysbeth Willemsdr, die weduwe en boedelhoudster was van Cornelis Claes Neel Jorisz, uitkoop te hebben gedaan jegens Adriaen Claes Neel Jorisz als oom en voogd van de vijf onmondige kinderen bij voornoemde Cornelis Claesz, met namen Claes Cornelisz oud 22 jaar, Louris Cornelisz oud 20 jaar, Neeltgen Cornelisdr oud 18 jaar, Willem Cornelisz oud 12 jaar en Machtelt Cornelisdr oud 8 jaar; de boedel was op 20 maart 1635 overlegd en op schrift gesteld 107.
In Stompwijk zijn in 1656 geaccordeerd over de deling, met smaldeling op 25 november 1656, Jan Vrancken wonende in Stompwijk omtrent de Knip, weduwnaar van Lijsbet Willemsdr, die te voren weduwe was van Cornelis Claesz van Rijn, ter eenre, mitsgaders Claes Cornelisz van Rijn, Willem Cornelisz van Rijn, Jacob Cornelisz Rijckaert getrouwd hebbende Neeltie Cornelisdr van Rijn, Claes Dirck Leenertsz als man en voogd van Machtelt Cornelisdr van Rijn, met Claes en Willem ook als ooms en voogden en Dirck Claesz van Rijn voor zichzelf en ook vervangende de weesmeesters van Voorburg als oppervoogden, van de 7 minderjarige weeskinderen van zal. Louris Cornelisz van Rijn, overleden in Voorburg, allen kinderen en kindskinderen en erfgenamen van zal. Lijsberth Willemsdr hun overleden moeder, schoonmoeder en grootmoeder, ter andere zijde 108.
Uit het eerste huwelijk:
1. Maritgen CORNELISDR, volgt Va.
2. Pieter Cornelisz COLEN, geb. ca. 1 nov. 1591, volgt Vb.
3. Ariaentgen CORNELISDR, ged. (nederd. geref.) Wilsveen 16 okt. 1594 (doopgetuigen Adriaen Jansz schout van Stompwijk en Maritgen Jansdr), volgt Vc.
4. Trijntgen CORNELISDR, geb. mei 1596, tr. Leendert VRANCKEN.
5. Jan Cornelisz van RHIJN, geb. mei 1601, volgt Vd.
6. Jonge Maritgen Cornelisdr van RHIJN, geb. ca. 27 febr. 1605, volgt Ve.
Uit het tweede huwelijk:
1. Claes Cornelisz van RHIJN, geb. ca. 1613, volgt Vf.
2. Louris Cornelisz van RHIJN, geb. ca. 1615, volgt Vg.
3. Neeltgen CORNELISDR, geb. ca. 1617, tr. Jacob Cornelisz RIJCKAERT.
4. Willem Cornelisz van RIJN, geb. ca. 1622, volgt Vh.
5. Machtelt Cornelisdr van RIJN, geb. ca. 1627, ondertr./tr. (schepenbank) Stompwijk 2/19 okt. 1649 Claes DIRCK LEENDERTSZ.
IVd. (van IIIc) Maritgen CLAESDR, overl. vóór 4 febr. 1654,
In Stompwijk hebben op 12 maart 1636 Maritgen Claesdr, weduwe en boedelhoudster van Pieter Pietersz den Ouden Colyn, geassisteerd met Ary Claes Neel Jorisz haar broer, mitsgaders Pieter Pietersz Jonge Colyn, Jan Mees als getrouwd hebbende Pleuntje Pietersdr, Claes Pietersz en Cornelis Pietersz ter andere zijde, allen kinderen en erfgenamen van Pieter Pietersz voornoemd, gedeeld, en verkoopt op 1 mei 1646 Marijtgen Claesdr, weduwe van Pieter Pietersz Colijn, geassisteerd met Claes Pietersz haar zoon, aan Frederick Maertsz 2 partijtjes flodderland, het ene van 8 hond, het andere van 1 hond, voor een schuldbrief van 200 gulden 109.
Op 7 april 1652 stelt Maritge Claesdr, weduwe van Pieter Pietersz Colijn, wonende te Stompwijk, willende voorzien en zorgdragen over de personen en goederen van haar na te laten minderjarige kinderen en kleinkinderen en verdere erfgenamen, aan als voogde en administrateurs Cornelis Gerbrantsz van der Gaech wonende aan de Leytsendam, haar behuwde zwager, en Pieter Cornelisz Colen, haar neef, wonende te Stompwijk 110.
tr. Pieter Pietersz den Ouden COLIJN, overl. vóór 12 maart 1636, zn van Pieter Claesz COLIJN en Elysabeth Jansdr van NIEROP.
In Stompwijk verkoopt in 1603 Jan Govertsz aan Pieter Pietersz Colyn een woning enz. met 2 morgen 2 hond land, belend ten westen, oosten en noorden Cornelis van Mierop, ten zuiden Cornelis Dircxsz en de cappellerye land tot Leyden, en nog 2 morgen land, belend ten oosten Joost Alewynsz, ten zuiden Claes Pietersz en Cornelis Gysen Boon, ten westen Claes Neel Jorisz en Jan Claesz, ten noorden Pieter Lourisz, voor een custingbrief van 1800 gld (gecasseerd 27 augustus 1614), en zijn in 1604 Pieter Lou Symonsz en Pieter Pietersz Colyn geld schuldig aan Jan Govertsz wonende aan de Leytsendam, namelijk Pieter Lourisz 6 gld 10 st 's jaars voor 4 hond land, en Pieter Pietersz 2 gld 15 st 's jaars voor 6 hond land 111.
Uit dit huwelijk:
1. Pieter Pietersz Jonge COLIJN, geb. ca. 1599, overl. tussen 3 maart 1652 en 19 nov. 1653, tr. Ermpge Corssendr HALVEMAEN, overl. vóór 10 juni 1681, dr van Cors Ariensz HALVEMAEN en Lijsbeth CORNELISDR.
In verkoopt in 1632 Crijn Gijsbrechtsz aan Jonge Pieter Pietersz Colijn 1½ hond veenland belend ten oosten Lysbeth Willemsdr, ten zuiden Quinting Pietersz, ten westen Frans Cornelisz, ten noorden Claes Pietersz Colijn, voor een gezamnelijke custingbrief van 850 gld ten laste van 6 kopers, verkoopt in 1635 Jan Maertsz wonende aan de Ommedyck aan Pieter Pietersz Jonge Colyn de helft van 10 hond land met huis enz., waarvan de wederhelft de koper toekomt, voor een obligatie van 950 gld, verkoopt in 1637 Lysbeth Cornelisdr weduwe van Cors Adriaensz geassisteerd met Ary Corsz haar zoon aan Pieter Pietersz Jonge Colyn 2 partijtjes flodderland, het ene 3 hond, het andere 2 hond groot, belend in 't geheel ten oosten Leendert Reynen, ten westen Jan Maertsz, ten zuiden de Ommedycxe Wateringe, ten noorden de weduwe van Reyn Cornelisz, voor 170 gld gereed geld, verkoopt in 1640 Pieter Pietersz Jonge Colijn aan Arent Cornelisz Jonge Snijer een partijtje heel land van 1½ hond voor een obligatie van 450 gld en aan Cornelis Willemsz een partijtje veenland voor een schuldbrief van 450 gld, legt in 1640 Pieter Pietersz Jonge Colijn, oud omstreeks 41 jaar, een verklaring af, verkoopt in 1641 Pieter Jansz d'Jonge wonende te Zoeterwoude aan Pieter Pietersz Colijn een partijtje land van 13 hond voor een schuldbrief van 1725 gld, en verkoopt in 1643 Leendert Claesz aan Cornelis Meesz en Pieter Pietersz Jonge Colijn een partijtje hooiland van 8 hond voor 1412 gulden, dat na naasting door Jan Arij Claesz door deze opnieuw aan dezelfde kopers verkocht wordt voor een schuldbrief van 1700 gulden 112.
In Stompwijk verkopen in 1645 Pieter Pietersz Colijn en Pieter Cornelisz Berch, als voogden over Neeltgen Jansdr, nagelaten onmondig weeskind van zal. Jan Maertsz gewoond hebbende aan de Ommedyck, aan Cornelis Claesz Coster een partijtje slagturfland met een schuur, groot 3 hond, voor een schuldbrief van 1000 gulden 113.
In Stompwijk verkopen in 1681 Joris Pietersz Colijn, Mouring Jansz van Son in huwelijk hebbende Lijsbet Pieters Colijn, Cornelis Cornelisz Paridon in huwelijk hebbende Maertje Pieters Colijn, Cornelis Arens Brouwer in huwelijk hebbende Annitge Pieters Colijn, Cornelis Cornelisz Paridon als voogd over de kinderen van Cornelis Pietersz Colijn, Jannitge Pieters Colijn en Pieterge Pieters Colijn, tezamen kinderen en kindskinderen van Ermpge Cors, in haar leven weduwe van Pieter Pietersz Colijn, aan Cornelis Dirksz van der Meer een huizinge enz. in Stompwijk 114.
Op 3 maart 1652 testeren Pieter Pietersz Colyn en Ermtge Corssendr Halvemaen, geëchte luiden wonende te Stompwijk, op de langstlevende, die hun kinderen zal moeten onderhouden en opbrengen, en hun bij mondigheid of huwelijk 100 gld moet uitkeren, met als voogden zijn broer Claes Pietersz Colyn en haar zwager Reynolt Cornelis van Rhijn 115.
2. Pleuntgen Pietersdr COLIJN, overl. vóór 21 aug. 1671, tr. Jan MEESSEN.
In 1661 testeren Jan Meessen en Appollonia Pieters Colijnsdr, echte man en vrouw wonende in de Soetermeersche Meerpolder onder de banne van Stompwijk, hij enigszins ziekelijk te bedde liggende, op de langstlevende, die gehouden zal zijn om aan elk van hun twee kinderen, namelijk Agnietgen en Lijsbeth Jansdrs, een somme van 200 gld uit te keren, verminderd met wat bij eventueel huwelijk verkregen is 116.
3. Claes Pietersz COLIJN, overl. vóór 21 aug. 1671, ondertr. 1° (schepenbank)/tr. Stompwijk 20 sept./7 okt. 1653 Trijntje Jansdr van der LELIJ, wed. van Adam Ariensz in de BENT, ondertr. 2° (schepenbank)/tr. ald. 26 april/20 mei 1659 Neeltje CORSSENDR, bij huwelijk jongedochter uit Poeldijk, wed. van Arent Cornelisz van RIJN.
In Stompwijk verkoopt in 1632 Crijn Gijsbertsz aan Claes Pietersz Colijn een partijtje veenland, te verongelden voor 1½ hond, belend ten oosten Lijsbeth Willemsdr, ten zuiden Jonge Pieter Pietersz Colijn, ten westen Frans Cornelis, ten noorden Joris Pietersz den Elsen, voor een gezamenlijke custingbrief van 850 gld ten laste van 6 kopers 117.
In Stompwijk compareren Cors Pietersz, Joris Pietersz, Maertgen Pietersdr jonge dochter geassisteerd met haar broer Cors Pietersz, Mouring Jansz getrouwd met Lijsbeth Pietersdr, Reyn Cornelisz Outshoorn en Dirck Arentsz van Rijn als testamentaire voogden over Annetgen Pietersdr minderjarige dochter, nog over Pieter, Maertge en Dirckge Pietersdochters, drie kinderen van Jannetgen Pietersdr geprocreëerd bij Pieter Maertensz Peet, en nog over Jannetge Claesdr, enige dochter van Pieterge Pietersdr geprocreëerd bij Claes Maertensz, kinderen en kindskinderen van Pieter Pietersz Colijn den Ouden, tezamen voor 8 tiendeparten, nog Jan Willemsz Schakenbosch als getrouwd hebbende Lijsbet Jansdr, voor zichzelf en samen met Jan Meessen voor Angnietje Jansdr, twee kinderen van Pleuntgen Pietersdr Colijn geprocreëerd bij Jan Meessen, voor de 2 resterende tiendeparten, allen tezamen erfgenamen van zal. Claes Pietersz Colijn overleden in Stompwijk, die verklaren dat hij bij zijn leven verkocht had, en zij nu nu overdragen, aan Lenert Jan Roelen wonende aan de Ommedijck een partij flodderland aan de Ommedijck, verongeld wordende voor anderhalf hond 118.
4. Cornelis Pietersz COLIJN.
IVe. (van IIIc) Adriaen CLAES NEEL JORISZ, geb. ca. 1570,
In Stompwijk verkoopt in 1601 Jonge Cornelis Jansz [Schouten] aan Adriaen Claes Neel Jorisz een woning met huis, schuur, barg en omtrent 4 morgen land, nog 5 hond land, en nog de helft van omtrent 8 hond land waarvan de wederhelft Mees Aernt Reynen competeert, en leggen in 1603 Adriaen Claes Neel Jorisz, oud omtrent 33 jaar, en Pieter Lenertsz, oud omtrent 29 jaar, een verklaring af ten verzoeke van Alewyn Govertsz 119.
In Stompwijk verkoopt in 1606 Adrian Claesz aan Cornelis Aryen Woutersz een woning enz. met 10½ hond land, en 5 hond land, en nog de helft van 8 hond land, voor een custingbrief van 1150 gld, aan Aelewyn Govertsz 2 morgen 1½ hond land voor een custingbrief van 100 gld, verkoopt in 1607 Adriaen Claesz aan Cornelis Cornelisz omtrent 1 hond land, zijn in 1707 Adriaen Claesz en Pieter Pietersz Colyn 1500 gld schuldig aan de erfgenamen van Cornelis Symonsz en Yefgen Schrevelsdr, voor omtrent 6 morgen land, welk land vervolgens genaast wordt door Jacop Cornelisz wonende te Voorschoten, verkoopt in 1608 Maerten Huygen in huwelijk hebbende de weduwe van Reyn Joachimsz aan Adriaen Claesz omtrent 2 morgen land voor een schuldbekentenis van 650 gld, verkoopt Maritgen Meessendr, weduwe van Pieter Neel Jorisz, geassisteerd met Cornelis Pietersz haar zoon, aan Adriaen Claes Neel Jorisz omtrent 1½ hond kwaad flodderland, voor een schuldbekentenis, en verkoopt in 1613 Dirck van Vrave wonende in 's-Gravenhage aan Adriaen Claes Neel Jorisz 6 stukjes land naast de Zoetermeerse meer en de Ommedyck voor een rentebrief van 18 gld 15 st 's jaars, hoofdsom 300 gld 120.
In het kohier van het hoofdgeld van 1623 onder 'Stompwijk': Arij Claes Neel Jorisz en Maritgen Pietersdr zijn wijf, Lijsbet, Jan, Maritgen, Pieter, Neeltgen en Claes Arienszoons en -dochters 121.
In Stompwijk verkoopt in 1630 Christoffel Dircxz van Nieuwenhoven, oud-burgemeester der stad Leiden, aan Adriaen Claes Neel Jorisz 11 hond land in de nieuwe bedijkte Zoetermeerse polder, voor een schuldbrief van 652 gulden 9 stuivers, heeft in 1636 Ary Claes Neel Jorisz aan Claes Adriaensz zijn zoon een partijtje kwaad flodderland van ½ hond opgedragen, verkoopt in 1637 Adriaen Claes Neel Jorisz aan Matheus Pietersz twee partijtjes flodderland, het ene 7 hond, het andere 2½ hond, voor een obligatie van 120 gulden, en legt in 1640 Adriaen Claes Neel Jorisz, oud omstreeks 70 jaar, een verklaring af over een recht van overpad over een stuk land van Leendert Claesz, hem aangekomen van de grootvader Maerten Huygen van de vrouw van Leendert Claesz, welk land door de grootvader van Arij Claesz verkocht was en waarover de vader nog een schriftelijk vastgelegd recht van overpad had 122.
tr. Maritgen Pietersdr COLIJN, dr van Pieter Claesz COLIJN en Elysabeth Jansdr van NIEROP.
Uit dit huwelijk:
1. Lijsbeth ADRIAENSDR, volgt Vi.
2. Jan ARIJ CLAESZ, ondertr./tr. (schepenbank) Stompwijk 31 okt./14 dec. 1638 Maritgen CLAESDR, dr van Claes DIRCXZ, die hertr. met Reijn Cornelisz van OUTSHOORN.
In Stompwijk verkoopt in 1641 Jan Pieter Alewynsz aan Jan Adriaen Claesz 2 partijtjes veenland gekomen van de kinderen van Cornelis Dircxz Sprongh zal., getekend in de kaart met de letters B en A, groot het ene 226 roeden, het andere 66 roeden, doch tezamen te verongelden voor 3 hond, voor een schuldbrief van 615 gld, verkopen in 1642 Roelant Jansz als bestevader van de kinderen van Jan Vrancken geprocreëerd bij Neeltgen Roelendr, en Jan Vrancken als vader en voogd, aan Jan Ary Claesz een gedeelte van 2 morgen groot 200 roeden, te verongelden voor 2 hond veenland, voor een schuldbrief van 506 gulden, verkoopt in 1643 Jan Ary Claesz aan Claes Dircxz 4 partijtjes flodderland, samen groot 6½ hond goed en 6 hond kwaad, belend in 't geheel ten oosten Dirck Claesz c.s., ten westen Jeroen Willem Gysen, ten zuiden Pieter Jan Gysen, ten noorden Ary Willemsz Wittert, voor 128 gld gereed geld, verkoopt in 1643 Jan Ary Claesz een partijtje hooiland van 8 hond voor een schuldbrief van 1700 gulden aan Cornelis Meesz en Pieter Pietersz Jonge Colijn, dat eerder door Leendert Claesz aan hen voor 1412 gulden verkocht was maar door Jan Ary Claesz genaast, en verkoopt in 1646 Jan Arij Claesz aan Lenert Cornelisz Jonge Decker een huis enz. gelegen aan de Ommedijck, met een partij land daaraan annex, samen groot 3 hond, belend ten oosten en ten noorden de verkoper, ten zuiden de Ommedycxe wateringe, ten westen Barthout Cornelisz, voor een schuldbrief van 3075 gld 123.
In Stompwijk verkoopt in 1648 Jan Arij Claesz aan Leendert Cornelisz Jonge decker een partij flodderland aan de Ommedijck te verongelden voor 2 hond goed land, belend ten oosten de weduwe van Jan Ary Vrancken, ten westen de koper, ten zuiden de Ommdijcksche wateringe, ten noorden Jan Leendertsz Pan, voor een schuldbrief van 825 gld 124.
3. Maritgen ADRIAENSDR.
4. Pieter Ariensz COLEN, ged. (nederd. geref.) Wilsveen 28 nov. 1604 (doopgetuigen Pieter Claesz Colen, Cornelis Gerritsz en Neeltgen Aeriaensdr).
In Stompwijk verkoopt in 1650 Pieter Ariensz Colen wonende te Zoetermeer, zoon en erfgenaam van zal. Arij Claes Neel Jorisz, aan de verdere kinderen en erfgenamen van voornoemde Ary Claes, met namen Claes Ariensz, Willem Pietersz getrouwd hebbende Maertgen Ariensdr, Mees Joris den Elsen getrouwd hebbende Neeltgen Ariesdr, en Cors Gerritsz getrouwd hebbende Leuntgen Cornelisdr, enig nagelaten kind van zal. Lijsbeth Ariesndr, zijn deel van de erfenis (1/5 van de helft), voor 1100 gld 125.
5. Neeltje ADRIAENSDR, volgt Vj.
6. Claes ARIJ CLAESZ, volgt Vk.
IVf. (van IIIc) Joris Claesz van RHIJN, overl. vóór 28 okt. 1634,
In het kohier van het hoofdgeld van 1623 onder 'Zoeterwoude, den Ommedyck': Joris Claesz en Neeltgen Adriaensdr zijn huisvrouw, met Claes en Machtelt, hun kinderen; item Maerten Adriaen Vrancken, Neeltgens broer 126.
In Stompwijk verkoopt op 6 april 1606 Joris Claesz aan Pieter Lourisz den Elsen omtrent 3½ hond slagturfland, en verkoopt op 1 november 1606 Joris Claesz, nagelaten zoon van Claes Cornelisz bij Machtelt Pietersdr, aan Cornelis Claesz zijn broer omtrent 2½ morgen land voor een schuldbekentenis van 925 gld 127. In Zoetermeer compareert op 4 mei 1640 Neeltgen Aryensdr, weduwe van Joris Claes Neel Jorisz, wonende in Leiden, geassisteerd met Pieter Pietersz den Elsen 128.
Op 28 oktober 1634 verklaren Claes Jorisz, wonende op de Noorda in Zoeterwoude, en Machtelt Jorisdr, ongehuwde persoon, zijn zuster, tegenwoordig wonende binnen Leiden, beiden voljaarde kinderen van Joris Claes Neel Jorisz gewonnen bij Neeltgen Adriaensdr, zij gesterkt door Franck Adriaensz van der Aa en Adriaen Claes Neel Jorisz, haar omen, beiden wonende te Stompwijk, door Neeltgen Adriaensdr hun moeder voldaan en betaald te zijn in alles wat hun door het overlijden van hun vader opgekomen is, met de navolgende partijen van landen en gerede gelden 129.
tr. Neeltgen Adriaensdr van der AA, dr van Adriaen VRANCKEN.
Op 5 september 1642 is Neeltgen Adriaensdr, dochter van Adriaen Vrancken en weduwe van Joris Claesz van Rhijn, mede-erfgenaam van Pieter Vrancken, broer van Adriaen Vrancken, en op 17 september 1644 is met Neeltge Adriaensdr van der Aa, weduwe van Joris Claesz van Rhyn, geassisteerd met Cornelis Adriaen Vrancken van der Aa haar broer, veraccordeerd over de vergoeding voor het verlies van haar molenwerf ten dienste van de nieuwe polder in Zoeterwoude 130.
Op 22 maart 1647 verkoopt in Leiden Jacob Cornelis Coornvrient, koopman wonende op de Nieuwe Rhyn, aan Neeltge Adriaensdr van der Aa, weduwe van Joris Claesz van Rhijn, wonende aan Cort Rapenburch, een zeer welgelegen en vermakelijk woonhuis, barg, vlasoven en verder getimmerte met de potinge en plantinge, en daarbij het teel- en weiland aan dezelfde huizinge behorende, vanouds genaamd het Vlashuys, groot 869 roeden, op de Rhijn buiten en bezijden de Hogenmorsdyc in Oegstgeest, achter en omtrent de herberg genaamd Rustenburch, belend ten westen de Rhijn, ten noorde Claes Willemsz snijder met bruikwaar, ten oosten de abdij van Rijnsburg, Pieter Simonsz, Lodewijc Verschuijr, Henric Pompeus mitsgaders Cornelis en Susanna van Alckemade, ten zuiden Jan Gerijtsz, belast met een halve stuiver 's jaars, voor 1800 gld, te betalen in 3 termijnen 131.
Op 26 april 1647 testeert Neeltge Adriaensdr van der Aa, weduwe van Joris Claesz van Rhijn, ziekelijk te bedde liggende en opnieuw disponerende. Zij heeft als beschadigde borg van haar zoon Claes of anderszins aan hem wel 3000 gld betaald, en moet ongeveer 600 gld betalen aan Geryt Matheusz Tollenaer, veertig in rade van Leiden, over de koop van een stuk land door haar zoon gekocht, liggende bij de navolgende woninge waar Claes in woont, en verklaart daarom of om andere redenen haar bewegende, i.p.v. zijn legitieme portie aan hem te assigneren die 600 gld, en daarenboven het voorgeroerde woonhuis, barg, vlasoven enz. liggende buiten en bezijden de Hogenmorsdyc in Oegstgeest, door haar gekocht blijkens de akte van 22 maart laatstleden, maar aan haar nog niet wettelijk opgedragen, of, als de koop niet zou doorgaan, de koopprijs van 1800 gld ten laste van haar universele erfgename, legateert nog 200 gld aan de voorzoon Joris van haar zoon Claes, en stelt voor 't overige tot haar universele erfgenaam haar dochter Machtelt Jorisdr van Rhijn, met als voogden over eventuele minderjarige nakomelingen Claes Pietersz Colyn wonende te Stompwijk en Leendert Vranckensz van der Aa, beiden neven van haar zoon, buiten weesmeesters om. 132
Achter de voorafgaande akte volgt nog een ongenummerde onvoltooide akte, zonder datum maar met jaartal 1649, waarin Neeltge Adriaensdr verklaart dat haar dochter Machtelt Joris en haar zoon Claes Jorisz van Rhijn bij quitantie gepasseerd op 28 oktober 1634 voor Pieter Dirxz van Leeuwen, notaris te Leiden, hebben bekend voldaan te zijn van hun vaders erfdeel, waarbij Machtelt 2½ morgen hooiland in Gelderswoude zou hebben waarvoor comparante nu in de plaats stelt 2 morgen 1 hond weiland in Zoeterwoude in de Suytbuyrt, belend ten oosten de Suytwech, ten westen de oude Sweth, ten zuiden Claes Adriaen Vrancken van der Aa, ten noorden de commandeur van de Pieterskerck te Leiden, belast met de helft van 30 st 's jaars pacht, en nog haar inboedel en huisraad alsmede al het vlas en de winkel vandien.
Op 25 mei 1647 is Neeltge Adriaensdr, weduwe van Joris Claesz, wonende in Leiden op Cort Rapenburch, aan Maerten Adriaensz van der Aa haar broer 800 gld schuldig, op interest van 40 gld, met haar dochter Machtelt Jorisz, mede wonende op Cort Rapenburch, als borg, en op 1 juli 1651 wordt een regeling getroffen ter betaling van opgelopen schuld door Maritge Jacobsdr, weduwe van Willem Joppenz van Cramson, die van Neeltge Adriaensdr, weduwe van Jorys Claesz van Rhijn, wonende op 't Cort Rapenburch, voor 4 jaar omtrent 7 morgen land bij de Noort Aa in Zoeterwoude gehuurd had voor 168 gld 's jaars, eindigend St. Petri ad cathedram 1652 133.
Op 21 juni 1652 herroept Neeltge Adriaensdr van der Aa, weduwe van Joris Claesz van Rhyn, wonende aan 't Cort Rapenburch, alle voorgaande codicillen en testamentaire disposities, speciaal de testamentaire dispositie van 26 april 1647 bij notaris Brasser. Omdat zij aan haar zoon Claes Jorysz van Rhyn boven zijn vaders erfdeel, zowel als beschadigde borg als anders, omtrent 4250 gld bijgezet heeft, kent zij dat hem toe i.p.v. zijn legitieme portie, en legateert zij aan de wettige kinderen van haar zoon bij zijn tegenwoordige huisvrouw Bastiaentgen Adriaensdr, of latere huisvrouwen, niet inbegrepen zijn voorkind bij zijn eerste overleden huisvrouw Maritge Claes, het woonhuis, barg, enz., vanouds genaamd het Vlashuys, in 't geheel 869 roeden, en aan het voorschreven voorkind ten laste van deze legatarissen na overlijden van zijn vader 50 gld; haar zoon Claes mag het vruchtgebruik hebben. Voorts institueert zij als haar enige erfgenaam haar dochter Machtelt Jorisdr van Rhijn. Als eventuele voogden stelt zij aan Claes Pietersz Colijn, wonende te Stompwijk, en Leendert Vranckensz van der Aa, beiden neven van haar, met uitsluiting van weesmeesters 134.
Uit dit huwelijk:
1. Claes Jorisz, geb. ca. 1604, volgt Vl.
2. Machtelt Jorisdr, geb. Zoeterwoude, ondertr./tr. (schepenbank) Leiden 10/25 april 1654 Dirck Roeloffsz WEUVELS, geb. Borken (Dld), lakendrapier te Leiden.
Op 25 juli 1637 is Machtelt Jorijsdr van Rhijn, ongehuwde dochter wonende op Marendorp, geassisteerd met de notaris, aan Cornelis Hugensz van Swanenburch een losrente schuldig van 43 gld 15 st 's jaars, hoofdsom 700 gld, met als borg haar moeder Neeltge Adriaensdr, weduwe van Jorijs Claesz van Rhijn, mede wonende op Marendorp 135.
Op 9 januari 1654 is Machtelt Jorijsdr van Rhijn, wonende op Cort Rapenburch in Leiden, aan Joffr. Maria Corssendr van der Mersche, weduwe van Jacob van der Velde, 350 gld schuldig, tegen interest de penning 20 136.
Bij haar huwelijk in 1654 woont Machtelt Jorisdr van Rijn, geboren te Zoeterwoude, in Leiden op Cort Rapenburch, met haar nicht Marya van de Velde als getuige.
IVg. (van IIId) Aeriaentgen Dircxdr van RIJN, overl. tussen 17 juni 1647 en 21 aug. 1654,
tr. Joost Jacobsz SYBURCH, woonde in 1607 in Haagambacht, overl. vóór 21 aug. 1654, zn van Jacob Pietersz SYBURCH.
Uit dit huwelijk:
1. Jacob Joosten SYBURCH, tr. (schepenbank) 's-Gravenhage 18 april 1621 Trijntgen Joosten van SUYTWIJCK.
IVh. (van IIIf) Cornelis Huygensz van RIJN, overl. vóór 18 febr. 1643,
Op 14 oktober 1614 zijn Mr Ghysbrecht Kuijff, schoolmeester in 't weeshuis binnen Leiden, en Cornelis Huygensz van Rhijn, wonende te Stomwpijk, geaccordeerd dat voornoemde Ghijsbrecht Kuijff voor twee jaar ten zijnen huize in de kost zal nemen en onderhouden Arent en Huych Corneliszonen, kinderen van Cornelis Huijgensz, ingaande Allerheiligen eerstkomende, met dien verstande dat mr Ghijsbrecht Kuijff de kinderen zal leren lezen en schrijven en dat voornoemde Cornelis Huygensz voor zijn twee zonen bedden, bulster, kleren en het wassen en stijven van hun linnen zal verzorgen, waarvoor Cornelis Huijgensz van Rhijn 400 gld zal betalen, met de verdere conditie dat als de voornoemde Arent en Huijch bij expiratie van de voorschreven twee jaar nog niet wel kunnen lezen en schrijven, Mr Ghijsbrecht gehouden zal wezen Arent en Huijch nog langer te leren lezen en schrijven en te alimenteren 137.
In het kohier van het hoofdgeld van 1623, onder 'Stompwijk': Cornelis Huygensz en Maritgen Ariensdr zijn wijf, Arent, Huijch, Jannetgen en Reijn Corneliszonen en -dochter 138.
Op 29 maart 1639 wordt Cornelis Huygensz van Rhijn beleend met 5 morgen land buiten de stad Leyden, onder 'Zoeterwoude', op 18 februari 1643 opgevolgd door Reyn Cornelisz van Rhijn bij dode van zijn vader Cornelis Huygensz van Rhijn 139.
In Stompwijk heeft op 11 maart 1649 Marijtgen Arentsdr, weduwe van Cornelis Huijgens van Rhijn, geassisteerd met Claes Moij, kapitein in Leiden, gegund en gegeven aan Rheijn Cornelisz van Rhijn haar zoon zekere partijen weilanden, belend ten zuiden voorschreven Reijn Cornelisz zelf, ten westen Cornelis Jansz Paridon c.s., ten noorden Jan Lenertsz met Cornelis Gerritsz, ten oosten de abdij van Rijnsburg; zij zal o.a. haar leven lang op de woning van Rheijn Cornelisz mogen blijven wonen 140.
tr. Marijtgen ARENTSDR.
Uit dit huwelijk:
1. Grietgen Cornelisdr, volgt Vm.
2. Arent Cornelisz, geb. ca. 1598 (getuigenis in Stompwijk in 1641 door Arent Cornelisz van Ryn, oud 42 jaar 141), volgt Vn.
3. Huijch Cornelisz, overl. vóór 16 okt. 1639, otr. (eerste gebod, handelend volgens de akte van de secretaris van Zoeterwoude) (schepenbank) Stompwijk 22 juni 1636, tr. (schepenbank) Leiden 6 juli 1636 (op attestatie van de secretaris van Stompwijk en de bode van Zoeterwoude) Geertgen Cornelisdr van RIJN, dr van Cornelis Claesz van RIJN, schout van Voorschoten (zeker vanaf 1611), en Maritgen CORNELISDR, wed. van Jan Claesz van der PLAS, en die hertr. met Gijsbrecht Jansz van der BIJL, en Jan Leendertsz RUYCHROCK.
In Voorschoten verkoopt op 12 juni 1640 Gijsbrecht Jansz van der Bijl getrouwd hebbende Geertgen Cornelisdr van Rijn, laatst weduwe van Huijch Cornelisz van Rijn, nu wonende in Voorschoten, aan Vranck Cornelisz van Rijn zijn zwager een partij weiland groot omtrent 10 hond 63 roeden, belend ten oosten de Adegeesterlaen, ten zuiden comparant, ten westen de koper, ten noorden Henrick van Leeuwen c.s., en nog een partij teelland groot omtrent 4 hond 52 roeden, belend ten noorden en oosten comparant, ten zuiden Anssem Adriaensz van der Werff, ten westen Vranck Cornelisz van Rijn voornoemd, belast met de helft van 15 gld 's jaars erfpacht, en verklaart op 13 mei 1644 Trijntgen Adriaensdr, weduwe van Gerrit Cornelisz, geassisteerd met Vranck Cornelisz van Rhijn en Jan Adriaensz van Rijetbrouck, op 26 februari 1644 openbaar verkocht te hebben aan Geertgen Cornelisdr van Rhijn een stuk teelland van omtrent 4 hond achter het dorp, belend ten oosten Franck Cornelisz van Rijn, ten zuiden de weduwe van Hendrick Cornelisz, ten westen Claes Cornelisz van Rijn, ten noorden de heer van Benthuizen en Pieter Gijsbertsz, voor een obligatie van 815 gld 142.
4. Jannetgen Cornelisdr, volgt Vo.
5. Reijn Cornelisz, geb. ca. 1607 (getuigenis in Stompwijk in 1641 door Reyn Cornelisz van Ryn, oud 33 jaar 141), ondertr./tr. (schepenbank) Stompwijk 3/20 sept. 1644 Neeltgen Corssendr HALVEMAEN, dr van Cors Ariensz HALVEMAEN en Lijsbeth CORNELISDR, wed. van Jan MAERTSZ.
Op 18 februari 1643 wordt Reyn Cornelisz van Rhijn bij dode van zijn vader Cornelis Huygensz van Rhijn beleend met 5 morgen land buiten de stad Leyden, onder 'Zoeterwoude', op 20 maart 1643 krijgt Reyn Cornelisz van Rhijn het leen ten vrij eigen 139.
In Stompwijk verkopen in 1649 Rheijn Cornelis Huygen van Rhijn als getrouwd hebbende Neeltgen Corssendr, weduwe van Jan Maertsz, voor de ene helft, en Pieter Pietersz Colijn met Pieter Cornelisz Berck tezamen voogden over Neeltgen Jansdr, minderjarige nagelaten dochter van voornoemde Jan Maertsz, voor de wederhelft, aan aan Aris Jansz van der Laen een huizinge en erve, met barg, 3 schuren, schiphuis, enz., tezamen groot 3 hond goed en 5½ hond kwaad land, aan de Ommedijck, belend ten oosten Dirck Crijnen, ten zuiden de Ommedijck, ten westen de weduwe van Cornelis Jansz Schenck, voor een schuldbrief van 2000 gld (custingbrief gecasseerd op 25 februari 1661) 143.
In Stompwijk delen in 1649 de kinderen van zal. Cors Ariensz Halvemaen en zij zal. weduwe Lijsbeth Cornelisdr, waaronder Neeltgen Corssendr getrouwd met Reijn Cornelis Huijgen van Rhijn, die daarna aan Pieter Pietersz Jonge Colijn een partij weiland verkoopt, wezende 1/3 van 3 morgen 3 hond, hem in de naam van zijn huisvrouw aangekomen bij de deling van de boedel van zal. Lijsbeth Cornelisdr, zijn schoonmoeder, voor een schuldbrief van 1600 gld 144.
IVi. (van IIIf) Claes Huygensz van RHIJN, overl. vóór 12 febr. 1658,
In Voorburg verkopen in 1603 de weduwe Fijtgen Ariaensdr van Pieter Aemsz en hun kinderen aan Claes Huijgensz een woninge met huis, schuur, barg, potinge en plantinge, groot omtrent 13 morgen, eertijds gekomen van Pieter Dircxz, de grootvader van voorschreven Pieter Aemsz, wezende erfpacht van de memorie van de St. Pieterskerk te Leiden, belend ten oosten Michiel Michielsz Vermeer en Jan IJsnoutsz, ten zuiden de Heerwech, ten noorden de watering aan de scheiding, ten westen Cornelis Jaspersz metselaar, Pieter Cornelis, Michiel Pietersz en Adriaen Vergou c.s., waarop behalve de erfpacht van 8 gld 3 st 12 penn 's jaars nog diverse andere lasten drukken, voor een custingbrief van 2558 gld, en beloven in 1607 Fijtgen Adriaensdr weduwe van Pieter Aemsz, geassisteerd met Adriaen Pietersz haar oudste zoon, voor de ene helft, en Dirck Jansz Flooren man en voogd van Maertgen Aemsdr, in die qualité tezamen erfgenamen geweest van Nellitgen Buijsersdr, voor de andere helft, Claes Huijgensz, als tegenwoordige possesseur van de woninge en landen als hij van voornoemde comparante en haar kinderen gekocht heeft, schadeloos te houden van alzulke pretentie van 4 hoenders en een dag dienen als Johan van Renesse, erfgenaam van Johan van Duvenvoirde, op de voorschreven woninge en landen jaarlijks sprekende heeft, boven een opstallige rente of pacht van 28 st 's jaars waarvan de oude principale erfpachtbrief van 5 mei 1508 melding maakt 145.
In Voorburg verkoopt in 1609 Reijer Willeboortsz timmerman aan Claes Huijgensz een huis en erve op de Kercklaen, belend ten oosten de sloot en Louweris Pietersz decker, ten zuiden Jan Louwerisz, ten westen voorschreven Kercklaen, ten noorden Cornelis Gerritsz cuijper en Willem Cornelisz Cortwil, voor een schuldbrief van 2200 gld aan Jan Cornelisz Meulen, Jan Jansz en Pieter Sijmonsz Pool, allen houtkopers te Amsterdam, i.p.v. Reijer Willeboortsz timmerman (geroyeerd op 11 jan. 1611), en verkoopt in 1610 Claes Huijgensz dit weer aan Cornelis Oziersz timmergezel, inclusief de schuldbrief van 2200 gld, voor een custingbrief van 1350 gld en een rentebrief van 9 gld 7 st 8 penn 's jaars, hoofdsom 150 gld 146.
In Voorburg verkopen in 1644 Claes Huygensz van Rhijn voor de ene helft, Huijch Claesz, Dirck Claesz en Thonis Claesz van Rhijn, Lenaert Adriaensz van Eijck scheepstimmerman getrouwd hebbende Jopge Claesdr, Jacob Claesz van Vliet getrouwd hebbende Jannitge Claes en Cornelisz Sijmonsz getrouwd hebbende Trijntge Claesdr van Rhijn, allen nagelaten kinderen en erfgenamen van Thonisge Dircxdr zal. geprocreëerd bij voornoemde Claes Huygensz, voor de andere helft, aan de heer Christiaen Rumpf, doctor in de medicijnen van hun Hoogmogendheden ten dienste van Zijne Hoogheid, en Adam Harel apothecaris te 's-Gravenhage zijn schoonzoon, elk voor de helft, eerst een woninge als huis, schuur, bargen en geboomte, met 18 morgen 2 hond 78 roeden land, zowel wei-, hooi- als teelland, strekkende in 't geheel vanuit het zuiden van de Heerwech en voorts van het land van Aechtge Dircx Vergou en Lodewijck Pietersz noordwaarts tot de halve scheidinge toe, belend ten oosten de erfgenamen van wijlen Jan Isnoutsz van der Nes, en Dirck Maertsz, ten westen 't navolgende perceel weiland, Johan van Leeuwen, nu Dirck Claesz en Thonis Claesz van Rhijn met Cornelis Sijmonsz, waarin begrepen het land eertijds gekomen van Michiel Pietersz den Heer en van Cornelis Jaspersz metselaar, belast met diverse erfpachten en renten, en nog een perceel weiland binnen de polder, groot 4 morgen 5 hond 22 roeden, belend ten oosten de landen behorende bij de voorgemelde woninge, ten zuiden de Broucksloot, ten westen Pieter Meesz, ten noorden de Veenwateringe, belast met een erfpacht van 2 gld 5 st, voor een schuldbrief van 6000 gld t.b.v. Claes Huygensz en een schuldbrief van 19666 gld t.b.v. alle verkopers. Bij de laatste worden drie betalingen in 1658 van 2111 gld en rente door Pieter van Groenevelt, als koper van de woninge, vermeld, nl. op 12 februari aan Huijch Claesz van Rhijn, op 27 maart aan Lenaert Adriaensz van Eijck, op 25 oktober aan Cornelis Sijmonsz 147.
In Voorburg verklaren in 1683 de geïnstitueerde erfgenamen van Lenaert Adriaensz van Eijck, en Dirck Claesz van Rhijn, Adriaen Jansz van der Cleij getrouwd met Maria Thonis van Rhijn en Pieter van Hulle getrouwd met Teuntge Thonis, kinderen van Thonis Claesz van Rhijn, Oude Claes Jacobsz van Vliet, ook vervangende Wijve Jacobs en als voogd over de minderjarige kinderen van Teuntje Jacobs van Vliet, Jonge Claes Jacobsz van Vliet en voornoemde Dirck Claesz van Rhijn als voogd over Neeltge Jacobs van Vliet bejaarde dochter, tezamen kinderen en kindskinderen van Jannitge Claes van Rhijn, en Simon Cornelisz, ook vervangende Trijntge Cornelis, Teuntje Cornelis en Claes Cornelisz, kinderen van Trijntje Claes van Rhijn, allen geïnstitueerde erfgenamen van Jobje Claes van Rhijn, welke Lenaert van Eijck en Jobge in hun leven echteluiden waren, gewoond hebbende en overleden alhier, na voorgaande publieke veiling gedaan op 9 januari 1683 verkocht te hebben aan Arent de Vries, bakker, zekere huizinge en erve in het dorp op de Kercklaen, belend ten oosten en noorden Cornelis Jansz Oosterkerck, ten zuiden de kinderen en erfgenamen van Cornelis Jansz Offwegen, ten westen de Heerstraet, voor 320 gld 148.
tr. Thonisge DIRCXDR, overl. vóór 2 mei 1644.
Uit dit huwelijk:
1. Huijch Claesz, ondertr. 's-Gravenhage 16 maart 1625, tr. (nederd. geref.) ald. (Grote Kerk) 2 april 1625 Barbara MAURITS, wed. van Leendert Willemsz CLOSGE.
2. Dirck Claesz, volgt Vp.
3. Thonis Claesz, volgt Vq.
4. Jobge Claesdr, overl. Voorburg vóór 9 jan. 1683, tr. Lenaert Adriaensz van EIJCK, ged. (nederd. geref.) Wilsveen 27 febr. 1613 (doopgetuigen Jan Leendertsz, Leendert Hillebrants met Leuntgen Leendertsdr), scheepstimmerman te Voorburg, kerkmeester ald. op 18 april 1648 149, overl. ald. vóór 9 jan. 1683, zn van Adriaen Cornelisz van EIJCK en Applonia LEENDERTSDR.
In Voorburg wordt op 7 maart 1657 getaxeerd zekere huizinge, scheeptimmerhuis en erf op 't Westeijnde bij Lenaert Adriaensz van Eijck scheeptimmerman, benevens scheepmakersgereedschap, enig hout, pramen en enige meubelen, verkocht aan Cornelis Dircxz van Rhijn voor een lijfrente op de lijven van hem en zijn huisvrouw, op 1400 gld 150.
In Voorburg verklaart op 4 mei 1668 Johannes Waerts, burger te Rotterdam, als vader en voogd van zijn kinderen verwekt bij Anna van Thoorenvliet, geïnstitueerde erfgenamen van Geertgen Ariensdr, in haar leven huisvrouw van Samuel Jansz Vergier, gewoond hebbende en overleden te Voorburg, op 19 januari 1668 openbaar verkocht te hebben aan Lenaert Adriaensz van Eijck zekere huizinge en erf in het dorp aan de noordzijde van de Heerstraet, belend ten oosten David Cornelisz Hoffman, ten zuiden de Heerstraet, ten westen en noorden Lenaert Pietersz Westerlaen, bakker, belast met 20 st 's jaars erfpacht toekomende de Heilige-Geestarmen te Voorburg, voor 500 gld in contante penningen, verklaren op 28 mei 1672 de kinderen en erfgenamen van Cornelis Maertensz Meijster en Jannitge Cornelisdr op 27 december 1671 openbaar verkocht te hebben aan Lenaert van Eijck zekere huizinge en erf in 't dorp op de Kercklaen, belend ten oosten en noorden Lenaert Jansz Router, ten zuiden Cornelis Jacobsz van Offwegen met huis en erf, ten westen de Heerstraet, voor 470 gld in gereed geld, en verklaren op 1 juni 1680 Lenaert van Eijck en Jobje Claes van Rhijn, echteluiden, bij vorm van donatie inter vivos gegeven te hebben aan Maertge Ariens hun nicht, weduwe van Claes Crijnen, zekere huizinge en erf aan de noordzijde van de Heerstraet, als hem, eerste comparant, op 4 mei 1668 is getransporteerd 151.
In Voorburg verklaren op 29 mei 1683 de geïnstitueerde erfgenamen van Lenaert Adriaensz van Eijck en de geïnstitueerde erfgenamen van Jobje Claes van Rhijn, welke Lenaert van Eijck en Jobge Claes in hun leven echteluiden waren, gewoond hebbende en overleden alhier, na voorgaande publieke veiling gedaan op 9 januari 1683 verkocht te hebben aan Arent de Vries, bakker, zekere huizinge en erf in het dorp op de Kercklaen, belend ten oosten en noorden Cornelis Jansz Oosterkerck, ten zuiden de kinderen en erfgenamen van Cornelis Jansz Offwegen, ten westen de Heerstraet, voor 320 gld in contanten 148.
5. Jannitge Claesdr, volgt Vr.
6. Trijntge Claesdr, volgt Vs.
IVj. (van IIIh) Adriaen Willemsz van RIJN 152, begr. Rijswijk (Z.-H.) 11 nov. 1617,
In Stompwijk verkopen in 1602 Adriaen Willemsz van Rhyn, wonende in het ambacht van Monster, en Pieter Willemsz Wetsman, wonende aan de Westerbeeck in Haagambacht, als man en voogd van Annitgen Willemsdr, ook tezamen vervangende Willemtgen Willemsdr, hun resp. zuster en schoonzuster, aan Joost van Rhyn, procureur aan het Hof van Holland, en Michiel Florisz wonende te Koudkerk, hun neven, de helft van omtrent 3½ morgen land waarvan de wederhelft toekomende is Joost van Rhyn, Michiel Florisz en Marytgen Jansdr hun zuster, belend ten oosten de kinderen en erfgenamen van Jacop Cornelisz Zoos lakenkoper te Leiden, ten zuiden de Goowech die daar genoeg ten einde loopt, ten westen de dochter van wijlen Willem Jansz Wortel, ten noorden de Meerburger Wateringe 153.
tr. 1° Trijntgen Ariensdr AERTSDR, overl. vóór 1 juli 1579,
tr. 2° Elysabeth ADRIAENSDR, overl. vóór 9 jan. 1596, dr van Adriaen JACOBSZ en Trijntgen WILLEMSDR,
ondertr. 3°/tr. (schepenbank) Leiden 23 dec. 1616/10 jan. 1617 Grietgen PIETERSDR, geb. ald., wed. van Jacob Jansz van DAM.
Uit het eerste huwelijk:
1. waarsch. Pleuntje ARIENSDR, volgt Vt.
2. Cornelis Adriaensz, volgt Vu.
IVk. (van IIIh) Annetgen Willemsdr van RIJN,
In Zoeterwoude in 1600 hebben Willem Cornelisz Cortwil, Jan Cornelisz Cortwil, Willem Pietersz Cortwil, Jan Cornelisz Cortwil, Willem Pietersz, Adriaen Willemsz als voogd over Gerrijtgen, Oude Adriaentgen, Jonge Adriaentgen en Apolonia Lenertsdochteren, onmondige weeskinderen van Lenert Cornelisz Cortwil, mitsgaders Cornelis Lenertsz mondige zoon van voorschreven Lenert Cornelisz, en Marijtgen Cornelisdr geholpen bij Pieter Willemsz Wetsman, allen erfgenamen van Cornelis Willem Lambrechtsz en Baertgen Claesdr, beiden zal. ged., op 27 januari 1600 openbaar 2 morgen land verkocht aan Adriaen Jacobsz wonende op de Vliet, en verkopen Adriaen Willemsz van Rijn en Jan Cornelisz Cortwil als omen en bloedvoogden over de 5 nagelaten kinderen van wijlen Lenert Cornelisz Cortwil, waarvan de moeder Anna Willemsdr is, bij namen Cornelis Lenertsz, Gerytgen, Oude en Jonge Adriaena, en Apolonia Lenertsdochteren, aan Willem Cornelisz Cortwil, der voorschreven kinderen oom, de helft van omtrent 4 morgen land waarvan de wederhelft de voorschreven Willem Cornelisz zelf toekomt, aangekomen uit het sterfhuis van Cornelis Willemsz Cortwil en Baertgen Claesdr, der voorschreven kinderen grote vader en grote moeder, en nog 1/5 van 2 morgen land uit hetzelfde sterfhuis, met approbatie van Pieter Willemsz Wetsman als stiefvader van de voorschreven 5 kinderen 154.
tr. 1° Lenert Cornelisz CORTWIL, overl. vóór 27 jan. 1600, zn van Cornelis Willem Lambertsz CORTWIL en Baertgen CLAESDR,
tr. 2° Pieter Willemsz WETSMAN, eerder gehuwd met Adriaentgen Cornelisdr CORTWIL.
Uit het eerste huwelijk:
1. Cornelis Lenertsz CORTWIL.
2. Gerrijtgen Lenertsdr CORTWIL.
3. Oude Adriaentgen Lenertsdr CORTWIL.
4. Jonge Adriaentgen Lenertsdr CORTWIL.
5. Apolonia Lenertsdr CORTWIL.
IVl. (van IIIl) Claes Lourisz van RIJN,
In het hoofdgeld van 1623 onder 'Voorschoten, Noordbuurt': Claes Lourisz van Rijn met zijn vrouw Machtelt Jansdr, met dienstmaagd Barber Thonisdr van Wassenaar 155.
Voor schout en schepenen van Voorschoten op 18 september 1625 156 en die van Stompwijk op 19 september 1625 157 zijn Machtelt Jansdr, weduwe van Claes Lourisz van Rijn, geassisteerd met Gerrit Cornelisz Schenaert haar zwager, ter eenre, en Lenert Lourisz van Roen man en voogd van Annetgen Claesdr, Adriaen Jansz van Paridom als getrouwd hebbende Maritgen Claesdr, allen nagelaten kinderen van zal. Claes Lourisz van Ryn, ter andere zijde, geaccordeerd over de scheiding en grondkaveling, en verkoopt in Voorschoten op 14 december 1629 Cornelis Lenertsz van Elsthoorn, waard in de Prins, aan Machtelt Jansdr, weduwe van Claes Lourisz van Ryn, een partij land aan de Papewech, groot omtrent 10 hond, belend ten oosten de Papewech, ten zuiden Harmen Huygensz, ten westen Lenert Jansz Reytgen, ten noorden Maerytgen Reyersdr, belast met twee maal 25 st 5 penn 's jaars, voor een obligatie van 1600 gld 158.
tr. Machtelt JANSDR.
In het kohier van het hoofdgeld van 1623 onder 'Voorschoten, Noordbuurt': Claes Lourisz van Rijn en zijn huisvrouw Machtelt Jansdr, met dienstmaagd Barber Thonisdr van Wassenaar 155.
Uit dit huwelijk:
1. Annetgen Claesdr, volgt Vv.
2. Maritgen Claesdr, volgt Vw.
IVm. (van IIIl) Jan Lourisz van RIJN, geb. ca. 1568 67, schipper te Voorschoten, overl. omstreeks vóór 8 aug. 1608,
In Voorschoten bekent op 25 februari 1590 Jan Lourisz verkocht te hebben aan Louris Danielsz zijn vader een huizinge en erve met al het geboomte 159.
In Zoeterwoude verklaart op 16 oktober 1604 Jan Lourisz wonende te Voorschoten op 30 september 1604 openbaar verkocht te hebben aan Vechter Willemsz en Pieter Adriaensz, beiden wonende in 't Westeijnde, 7 hond land gelegen achter Boshuijsen op de Vliet, belend ten oosten de weeskinderen van Jacob Pietersz apoteeker te Leiden, ten westen het kerkeland van Voorschoten, ten noorden de abdij van Rijnsburg, ten zuiden de Vliet, mitsgaders de bruikwaar van 1 morgen land ten oosten van het voorschreven land, toekomende de genoemde weeskinderen voor 4 jaar, voor een schuldbrief van 500 gld 160.
In Voorschoten wordt in 1605 Jan Lourysz van Ryn gedaagd door een lakenkoper om betaling van 20 gld 10 st als restant van een koop, en Jan Lourysz van Ryn, schipper te Voorschoten, door een gemachtigde van een brouwer in Breda, en is op 8 augustus 1608 sprake van de gemene crediteurs van Jan Lourysz van Ryn, in zijn leven schipper te Voorschoten 161.
In Voorschoten wil in 1604 Jan Lourysz van Ryn in 't openbaar verkopen zekere huizinge, erve, boomgaard, potinge en plantinge, staande op 't Oostende van het dorp, belend ten oosten Pieter snyder, ten zuiden Cornelis Huygensz, ten westen de weduwe van Gerrit Huygensz, ten noorden het Buyrpadt, belast met een opstallige pacht van 35 st 's jaars aan de kerk van Voorschoten. Er wordt geen koper genoemd. Dezelfde huizinge wordt in 1608 te koop aangeboden door Cornelis Jansz Vos, timmerman, voor de ene helft, en Pieter Cornelisz Vos, Adriaen Cornelisz Vos, timmerluiden, Pieter Cornelisz Vos zich nog sterk makende voor, en vervangende, Anna Cornelis zijn zuster en de portie en het aandeel van de weeskinderen van Jan Lourys van Rijn zal., allen kinderen en erfgenamen van zal. Neeltgen Pietersdr, voor de andere helft. 162
tr. Maritgen Cornelisdr VOS, dr van Cornelis Jansz VOS, meester timmerman te Voorschoten, en Neeltgen PIETERSDR, die hertr. met Jan CORNELISZ.
In Voorschoten zijn op 12 maart 1634 met elkaar veraccordeerd Daniel Jansz en Jan Jansz, beiden voor henzelf en zich sterk makende voor hun moeder Marytgen Vossendr, ter eenre, en Marytgen Jansdr geassisteerd met Lenert Arentsz haar zwager, ter andere zijde, nopende de kwestiën en onenigheid die zij met elkaar hebben gehad, te weten dat de voorschreven Marytgen Jansdr 't huis waarin de voorschreven Marytgen Vossen woonachtig is zowel aan de oost- als de westzijde zal mogen verkleinen met 4 roeden voet op haar kosten en zonodig herstellen, en de bedstede verzetten, en verder Marytgen Vossen o.a. een vrij bleekveld zal hebben en toegang tot de Heerwech toe; merken worden gesteld door Marytgen Jansdr, Daniel Jansz en Jan Jansen Wydooghe 163.
Uit dit huwelijk:
1. Daniel Jansz, volgt Vx.
2. Floris Jansz, tr. Grietgen DIRCXDR.
In het kohier van het hoofdgeld van 1623, onder 'Voorschoten, 't dorp': Floris Jansz met zijn huisvrouw Grietgen Dircxdr 164.
In Voorschoten verkoopt op 23 maart 1625 Marytgen Gerrits weduwe van Bouwen Jansz, geassisteerd met Franck van der Meulen, aan Floris Jansz van Ryn zekere huizinge en erf, belend ten oosten Claes Gerritsz Hogendorp, ten westen Jan Joachimsz, ten zuiden de Voorstraet, ten noorden de Heerwegh, voor een custingbrief van 216 gld 165.
In Voorschoten eist op 30 augustus 1613 Jan Fransz Boomgaert van Adriaen Cornelisz Vos en Floris Jansz, gedaagden, om betaling van 42 gld 2 st vanwege het maken en afleveren van een pak zwarte kleren met een hemdrok, waarvoor gedaagden schuld bekennen, en is op 16 mei 1642 Cornelis Gerritsz timmerman eiser contra Floris Jansz van Ryn, gedaagde, die niet ter zitting verscheen 166.
IVn. (van IIIl) Lijsbeth Lourisdr van RIJN,
Op 12 oktober 1645 is onder Stompwijk in 't poldertje achter Voorschoten belendend Elisabeth Louris, weduwe van Cornelis Hugensz van Rhijn 167.
Op 3 mei 1651 testeert Elisabeth Lourisdr, weduwe van Cornelis Huygensz van Noort, wonende bij 't Eendehuijs aan de Miening onder Zoeterwoude ten huize van Mathys Jansz Breevelt, schoenmaker, aan Leendert Leendertsz, nagelaten zoon van haar dochter Annetge Cornelisdr van Noort gewonnen bij Leendert Hubrechtsz, met als voogden genoemde Leendert Hubrechtsz wonende in Veur en Boon Gerbrantsz van der Gaech timmerman wonende aan de Leytsendam, mede onder Veur, en machtigt zij Leendert Hubrechtsz, haar behuwde zoon, om haar huizinge en erve in het dorp van Voorschoten aan de noordwestzijde, waarin zij zelf gewoond heeft, door haar verkocht aan Adriaen Cornelisz schoemacker voor 800 gld in contanten, nu genaast door de voogden van haar nagelaten [klein]zoon Leendert Leendertsz, te doen opdragen 168.
tr. Cornelis Huijgensz van NOORT, geb. ca. 1572 (omtrent 1571 169 of 1573 170), zn van Huych Willemsz van NOORT en Ermtgen CORNELISDR.
In Zoeterwoude verkoopt op 11 maart 1606 Cornelis Huijgensz wonende te Voorschoten aan Henrick Danielsz de helft van 4 morgen 1½ hond land tussen de Vliet en de Meerburger Wateringe, waarvan voorschreven Henric Danielsz de wederhelft toekomt, benevens 't gehele huis, erf, potinge en plantinge, voor een obligatie van 808 gld 171.
Uit dit huwelijk:
1. Annetgen Cornelisdr van NOORT, overl. Voorschoten vóór 26 sept. 1636, tr. Leenert HUYBRECHTSZ.
In Voorschoten delen op 26 september 1636 Leenert Huybrechtsz, nagelaten weduwnaar van Annetgen Cornelisdr overleden te Voorschoten, ter eenre zijde, en Cornelis Huygensz van Noort als bestevader en Cornelis Huygensz van Noort als neef [van de moeder], voogden over Lenert Lenertsz, oud omtrent Kerstmis toekomende 5 jaar, enige nagelaten minderjarige zoon van Annetgen Cornelisdr en Leenert Huygensz, ter andere zijde 172.
IVo. (van IIIl) Annetgen Lourisdr van RIJN,
tr. Henrick DANIELSZ, die hertr. met Maritgen MEESSENDR.
In het kohier van het hoofdgeld van 1623, onder 'Zoeterwoude, Weypoort': Henrick Danielsz en Maritgen Meessendr zijn huisvrouw, met Jan Adriaensz, Lenaert Adriaensz, Aeltgen Adriaensdr en Pietertgen Adriaensdr, voorkinderen van voorschreven Maritgen Meessen; item Barbertgen, voorkind van voorschreven Henrick 173.
Uit dit huwelijk:
1. Barbertgen HENRICXDR.
IVp. (van IIIo) Cornelis Claesz van RIJN, geb. ca. 1561 90, schout van Voorschoten (zeker vanaf 1611), overl. vóór 3 sept. 1623,
Op 16 april 1612 wordt Cornelis Claesz van Rijn, schout te Voorschoten, bij dode van zijn vader Claes Cornelisz, beleend met 8 morgen land, onder 'Zoeterwoude', op 3 september 1623 opgevolgd door Franck Cornelisz van Rijn bij dode van zijn vader Cornelis Claesz van Rhijn 82.
In Voorschoten hebben op 16 januari 1620 Willem Cornelisz van Vlaerdenburch, Cornelis Claesz van Ryn schout, man en voogd van Marytgen Cornelisdr, en Willem Claesz van Ryn als getrouwd hebbende Aeltgen Cornelisdr, tezamen kinderen en erfgenamen van zal. Cornelisz Vranckensz in zijn leven gewoond hebbende op de Donct, respectievelijk hun vader en schoonvader, met elkaar gedeeld. Cornelis Claesz van Ryn zal o.a. hebben de woninge als huizinge, schuren, bargen, potinge en plantinge, met 6 morgen 1 hond 7 roeden land, genaamd Vlaerdenburch, belend in 't geheel ten oosten Willem Cornelisz met zijn navolgend gedeelte, ten zuiden voorschreven Cornelis Claesz van Ryn met zijn land genaamd Meerbergen, ten westen Pieter Jansz en de voorschreven schout met zijn navolgende aangedeelten, ten noorden de Achterwateringe, belast met 12 penn 's jaars opstallige pacht aan de kerk van Voorschoten, en de helft van de Langecamp over en bij de Achterwateringe waarvan de wederhelft hem competerende is als aangedeeld tot zijn wijfs moeders erfenis 174.
In het kohier van het hoofdgeld van 1623 onder 'Voorschoten, Noordbuurt': Maritgen Cornelisdr, weduwe van Cornelis Claesz van Rijn, met haar kinderen Vranck, Maritgen, Aechgen, Willem, jonge Maritgen, Cornelis en Claes 155.
tr. Maritgen CORNELISDR, overl. vóór 17 mei 1653, dr van Cornelis VRANCKENSZ en Maritgen LOURISDR.
Op 11 april 1620 testeren Cornelis Claesz van Rhijn, schout van de heerlijkheid Voorschoten, en Marijtgen Cornelisdr, echte man en wijf wonende te Voorschoten, beiden kloek en gezond, op de langstlevende, die bij een nieuw huwelijk afstand zal doen van de helft t.b.v. hun kinderen en kindskinderen, en die ook bij huwelijk of bereiken van de leeftijd van 25 jaar van een kind 700 gld zal uitreiken en bij huwelijk een uitzet zal geven 175.
Op 2 mei 1637 testeert Maertge Cornelisdr, weduwe van Cornelis Claesz van Rhijn in zijn leven schout te Voorschoten, wonende te Voorschoten, kloek en gezond, aan haar kinderen, kindskinderen en verdere descendenten, de kinderen in gelijke portiën en de kindskinderen en verdere descendenten in stammen bij representatie, met zonodig als voogden Willem Willemsz van Rhijn en Cornelis Pietersz van Swieten, haar neven, en na de scheiding Vranck en Cornelis Corneliszonen, haar zonen, met uitsluiting van weesmannen 176.
Op 19 mei 1653 wordt de nalatenschap van Maritge Cornelis van Rhijn, in haar leven weduwe van Cornelis Claesz van Rhyn schout te Voorschoten, gedeeld in 11 delen, de onroerende en roerende goederen afzonderlijk in twee aktes, door Symon Gysbrechtsz van Adegeest, man en voogd van Dirckge Cornelis van Rhyn, Vranck Cornelisz van Rhyn, Cornelis Cornelisz van Rhijn, Claes Cornelisz van Rhyn, Jan Leendertsz Ruychrock getrouwd met Geertge Cornelis van Rhijn, Pieter Pietersz Hogendyck, man en voogd van Maritge Cornelis van Rhijn, Cornelis en Jan Pieterssoonen van Adegeest, bejaarde kinderen van Pieter Gysbrechtsz van Adegeest gewonnen bij Aeltge Cornelisdr van Rhyn, Quiring Jansz Sanelfing pasteibakker getrouwd met Maritge Cornelis van Roen mitsgaders Willem Willemsz van Rhyn en Cornelis Willemsz van Noort testamentaire voogden, eerst over Willem oud omtrent 16 jaar, Claes 13 jaar, alledrie kinderen van Cornelis Claesz van Roen gewonnen bij Aechge Cornelis van Rhijn, voorts over Claes oud 16 jaar, Cornelis 14 jaar, Willem 11 jaar, Pieter 7 jaar, Annetge 13 jaar, Maritge 9 jaar, allezes kinderen van Cornelis Claesz Hillenaer gewonnen bij jonge Maritge Cornelis van Rhyn, nog over Jochum oud 11 jaar, Leuntge 9 jaar en Cryntge 9 jaar, kinderen van Cornelis Leenderts Ruychrock gewonnen bij Maritge Jochums welke Maritge een dochter was van Leuntge (Apolonia) Cornelis van Rhijn (en Jochum Jansz van Alktena), en eindelijk als voogden over Henric oud 21 jaar, Cornelis 19 jaar en Jan 17 jaar, alledrie nagelaten kinderen van Willem Cornelisz van Rhijn (gewonnen bij Grietge Henrixdr s'Gravendijck) 177.
Uit dit huwelijk:
1. Dirckgen Cornelisdr van RHIJN, volgt Vy.
2. Geertgen Cornelisdr, tr. 1° Jan Claesz van der PLAS, otr. (eerste gebod, handelend volgens de akte van de secretaris van Zoeterwoude) 2° (schepenbank) Stompwijk 22 juni 1636, tr. (schepenbank) Leiden 6 juli 1636 (op attestatie van de secretaris van Stompwijk en de bode van Zoeterwoude) Huijch Cornelisz van RIJN, overl. vóór 16 okt. 1639, zn van Cornelis Huygensz van RIJN en Marijtgen ARENTSDR, tr. 3° (schepenbank) ald. 16 okt. 1639 met, als Gijsbert Jansz Brebijl, Gijsbrecht Jansz van der BIJL, geb. Lisse, zn van Jan Henricxz BREBIJL en Barbara Claesdr van ALCKEMADE, tr. 4° (schepenbank) Leiden 19 juni 1644 Jan Leendertsz RUYCHROCK, geb. Wassenaar, zn van Leendert Adriaensz RUYCHROCK en Maritgen CORNELISDR.
In Voorschoten verkoopt op 12 juni 1640 Gijsbrecht Jansz van der Bijl getrouwd hebbende Geertgen Cornelisdr van Rijn, laatst weduwe van Huijch Cornelisz van Rijn, nu wonende in Voorschoten, aan Vranck Cornelisz van Rijn zijn zwager een partij weiland groot omtrent 10 hond 63 roeden, belend ten oosten de Adegeesterlaen, ten zuiden comparant, ten westen de koper, ten noorden Henrick van Leeuwen c.s., en nog een partij teelland groot omtrent 4 hond 52 roeden, belend ten noorden en oosten comparant, ten zuiden Anssem Adriaensz van der Werff, ten westen Vranck Cornelisz van Rijn voornoemd, belast met de helft van 15 gld 's jaars erfpacht, en verklaart op 13 mei 1644 Trijntgen Adriaensdr, weduwe van Gerrit Cornelisz, geassisteerd met Vranck Cornelisz van Rhijn en Jan Adriaensz van Rijetbrouck, op 26 februari 1644 openbaar verkocht te hebben aan Geertgen Cornelisdr van Rhijn een stuk teelland van omtrent 4 hond achter het dorp, belend ten oosten Franck Cornelisz van Rijn, ten zuiden de weduwe van Hendrick Cornelisz, ten westen Claes Cornelisz van Rijn, ten noorden de heer van Benthuizen en Pieter Gijsbertsz, voor een obligatie van 815 gld 142.
3. Leuntgen Cornelisdr, volgt Vz.
4. Vranck Cornelisz, volgt Vaa.
5. Maritgen Cornelisdr, tr. Pieter Pietersz HOGENDIJCK.
In Voorschoten verkoopt op 10 april 1641 Pieter Pietersz Hogendijck, wonende te Naaldwijk, getrouwd hebbende Maritgen Cornelisdr van Rijn, aan Cornelis Cornelisz van Rhijn een partij hooiland liggende aan twee kampen naast elkaar, groot 2 morgen 2 hond 34 roeden, belend ten oosten Marijtgen Cornelisdr, weduwe van Cornelis Claesz van Rijn in zijn leven schout te Voorschoten, ten zuiden de abdij van Rijnsburg, ten westen de erfgenamen van Cornelis Jacobsz Fits, ten noorden Jan Cornelisz van Marcken, belast met 35 st 's jaars, voor 2253 gld 7 st, boven de rosenobel voor de verkopers huisvrouw en kinderen, mitsgaders een rosenobel voor de armen 178.
Op 2 mei 1653 is Pieter Pietersz Hogendijck, wonende te Naaldwijk, aan Joffr. Cornelia Corsteman een losrente van 156 gld 5 st 's jaars schuldig, af te lossen met 2500 gld, met Vranc Cornelisz van Rhyn en Cornelis Cornelisz van Rhyn, beiden wonende te Voorschoten, en Claes Cornelisz van Rhyn wonende te Zoeterwoude aan de Delfwech, als borgen voor hun zwager (geroyeerd 12 mei 1659) 179.
In Voorschoten verkoopt op 17 mei 1658 Pieter Pietersz Hoogendijck wonende te Naaldwijk aan Leendert Arysz Blanckenberch een partij van omtrent 14½ hond weiland gelegen omtrent de molen van de Papewechspolder, belend ten oosten de kerk van Wassenaar c.s., ten zuiden Jan en Cornelis Pietersz Adegeest, ten westen de weduwe van Jan Cornelisz van der Marck en Cornelis Cornelisz van Ryn met bruikwaar, ten noorden jonkheer Johan van Santhorst, met voorwaarden specialijk in de kavelbrief van de kinderen van zal. Cornelis Vranckensz, voor 2150 gld in contanten 180.
6. Aechgen Cornelisdr, volgt Vab.
7. Willem Cornelisz, volgt Vac.
8. Jonge Maritgen Cornelisdr, volgt Vad.
9. Cornelis Cornelisz, volgt Vae.
10. Claes Cornelisz, overl. vóór 15 juli 1657, tr. (schepenbank) Voorschoten 31 jan. 1640 Jannetge Claesdr van ROEN, bij eerste huwelijk jongedochter van Veur, dr van Claes Dircxz van ROEN en Maritgen OUTGAERTSDR, die hertr. met Leendert Arijsz BLANCKENBERCH.
In Voorschoten verklaren op 5 maart 1644 burgemeesters en regeerders der stad Leiden, als superintendanten van 't kapittel van Hogelande, op 24 oktober 1643 aan Cornelis Symonsz van Leeuwen en Claes Cornelisz van Rijn, elk voor de helft, verkocht te hebben een partij hooiland, groot 2 morgen 150 roeden, belend ten oosten Jan Symonsz van Leeuwen, ten zuiden de Voorwateringe, ten westen de partij gekocht door Neeltgen Crijnendr, ten noorden en westen het St. Catharinagasthuis te Leiden, voor een custingbrief van 2170 gld, hebben op 30 april 1649 de ambachtsbewaarders Jan Cornelisz van der Marck en Pieter Gijsbertsz van Adegeest openbaar verkocht aan Claes Cornelisz van Rijn een partij erf in 't Westeijnde, groot 21 roeden, belend ten noorden de Voorwech, ten oosten de partij gekocht door Jan Jansz Wijtoogen, ten zuidwesten de heer van Hazerswoude, voor 20 gld 10 st 10 penn in gereed geld en een custingbrief van 104 gld 4 st 2 penn, en verkoopt op 26 oktober 1651 Jan Jansz Wijdogen aan Claes Cornelisz van Rijn een ledig erf in 't Westeijnde, groot 25¾ roeden, belend ten oosten Jacob Gerritsz Proost, ten zuiden de heer van Hazerswoude en Jan Arentsz van der Werff, voor 150 gld gereed geld 181.
In Voorschoten verkoopt op 6 mei 1652 Maertge Willemsdr, weduwe van Wouter Dircxz van Claveren, geassisteerd met Mees Cornelisz van Duijcken en Dirck Willemsz van Egmond, aan Claes Cornelisz van Rijn een stuk hooiland aan de Papewech, belend ten zuiden, oosten en noorden Cornelis Cornelisz van Rijn met bruikwaar, ten westen de Papewech, voor 2350 gld gereed geld 182.
Op 10 november 1640 testeren Claes Cornelisz van Rhyn en Jannetge Claesdr van Roen, geëchte luiden wonende aan de Voorschoter Rywech onder de jurisdictie van Zoeterwoude; de langstlevende zal 2000 gld uit de gemene boedel behouden 183.
11. Aeltgen Cornelisdr, volgt Vaf.
IVq. (van IIIo) Geertgen Claesdr van RHIJN,
In Stompwijk is in 1601 Pieter Lourisz met zijn schoonvader Claes Cornelisz van Rijn, beiden wonende te Voorschoten, aan Catharina van der Bouchorst weduwe van Maes Alewynsz, wonende te Leiden, een jaarlijkse losrente van 24 gld schuldig, met als onderpand van Pieter Lourisz 4 morgen land in Stompwijk, belend ten oosten de Gangwech, ten westen en zuiden Pieter Lourisz zelf, ten noorden de Vliet 184.
tr. Pieter Lourisz van SWIETEN, zn van Louris Jansz van SWIETEN en Ermtgen Bonefaesdr van der GAECH.
Op 19 juli 1636 testeren Pieter Lourys van Swieten en Geertge Claesdr van Rhyn, echteluiden wonende te Voorschoten bij de hofstede van Joffr. van Nath, op de langstlevende, die zonodig aan hun jongste zoon Willem de 400 gld moet uitkeren, mitsgaders eventueel een uitzet en een halve bruiloft zoals hun andere kinderen, die in de huwelijkse staat zijn getreden, met namen Jan, Cornelis, Claes, jonge en oude Lourys, Adriaentge en Tryntge, alles zonodig buiten de weeskamer 185. Op 9 februari 1650 approberen en doen gestand Pieter Lourisz van Swieten en Geertge Claesdr van Rhijn, geëchte luiden wonende te Voorschoten bij het huis te Roucoop, de testamentaire dispositie van 19 juli 1636, behalve dat hun oudste zoon Jan Pietersz van Swieten i.p.v. 400 gld gehad heeft 200 gld eens en een partijtje teelland, verongeld wordend voor 3 hond, liggende bij de oude korenmolen, belend ten oosten Willem Willemsz van Rhyn met bruikwaar, ten zuiden de Heerwech, ten westen en noorden de voorschreven Willem Willemsz van Ryn mede met bruikwaar, waarmee de andere kinderen vrede moeten hebben, alles buiten de weeskamer om 186.
In Stompwijk is op 3 april 1602 Pieter Lourisz wonende te Voorschoten aan Cornelis Adriaensz Cnotter wonende te Leiden een jaarlijkse losrente van 37 gld 10 st schuldig, met 600 gld als hoofdsom en als onderpand 4 morgen land in Stompwijk, belend ten oosten de Gangwech, ten westen en zuiden Pieter Lourisz zelf, ten noorden de Vliet 187.
Op 7 september 1643 verklaart Pieter Lourisz van Swieten, wonende te Voorschoten bij de Corenmolen, dat Jacob Cornelisz zal. evenals hijzelf bij verscheidene gelegenheden zich borg gesteld heeft voor comparants zoon Louris Pietersz van Swieten, zwager [= schoonzoon] van voorschreven Jacob Cornelisz, dat hij Maritge Dammasdr, weduwe van Jacob Cornelisz, bij haar leven beloofd heeft haar en de boedel van Jacob Cornelisz te bevrijden van alle borgtochten, en belooft hij nu alsnog aan de kinderen, zwagers en verdere erfgenamen van Jacob Cornelisz en Maritge Dammasdr hen kosteloos en schadeloos te houden van alle borgtochten ten behoeve van zijn zoon Louris Pietersz van Swieten 188.
Op 14 oktober 1666 testeert Claes Pietersz van Swieten wonende onder Voorschoten, wezende ziek van lichaam, in 26 parten, aan Louweris Pietersz zijn broer, Claes, Jacob, Cornelis, Magdalena en Barbara, Louweriszonen en -dochters van Swieten, kinderen van zijn zal. broer Louweris van Swieten, Cornelis en Pieter Huygenszonen van Noort, kinderen van Huijch Cornelisz van Noort gewonnen bij wijlen zijn zuster Trijntgen Pietersdr van Swieten, Magdalena Cornelisdr van Noort, enige nagelaten dochter van zal. Cornelis Huijgen van Noort gewonnen bij zijn zal. zuster Ariaentgen Pietersdr van Swieten, Cornelis, Maertge, Geertje en Annetgen Corneliszoon en -dochters van Swieten, kinderen van zijn zal. broer Cornelis Pietersz van Swieten, Louweris, Pieter, Magdalena en Neeltge, Willemszonen en -dochters van Swieten, kinderen van zijn zal. broer Willem Pietersz van Swieten, Pieter Jansz van Swieten, zoon van zijn zal. broer Jan Pietersz van Swieten, de twee kinderen van zal. Jan Jansz van Swieten, met namen Jannetje en Joosge Jansdochters van Swieten, tezamen voor 1/26, Leendert, Claes, Maertge, Leuntge, Joosge en Neeltge Janszonen en -dochters van Swieten, mede kinderen van voorschreven Jan Pietersz van Swieten, met als executeurs en voogden Cornelis Huygensz van Noort en Claes Cornelisz van Swieten; twee maanden later wordt de staat en inventaris opgemaakt van de boedel nagelaten door Claes Pietersz van Swieten, overleden in Voorschoten, met vermelding van alle erfgenamen 189.
In Voorschoten verklaren op 29 april 1679 Pieter Willemsz van Swieten en Neeltge Willemsdr van Swieten weduwe van Arij Leendertsz Ruijghrock in Zoeterwoude, kinderen en mede-erfgenamen van Willem Pietersz van Swieten die een zoon en mede-erfgenaam was van Pieter Lourisz van Swieten en Geertge Claesdr van Rijn, op zekere voorwaarden verkocht te hebben aan Huijgh Arentsz Bijvlieth en vermits diens overlijden alsnu te transporteren aan de voogden van de minderjarige kinderen, een partij weiland groot omtrent 11 hond genaamd de Driehoecktekroft, bij de oude korenmolen, belend ten zuiden en westen Leendert Leendertsz Wassenaar, ten noorden de Heerwegh, ten oosten de erfgenamen van heer Cornelis van der Nath, en nog de helft van een partij teelland, groot omtrent 1½ morgen, met een houtwal van omtrent 50 roeden, gelegen tegenover de woning van Leendert Leendertsz Wassenaar, belend ten westen en noorden Dirck Jorisz Outshoorn, ten oosten de heer Lommerson, ten zuiden de Heerwegh, waarvan de voornoemde Huijgh Arentsz of nu zijn kinderen de wederhelft competeert, voor 1210 gld 190.
Uit dit huwelijk:
1. Jan Pietersz van SWIETEN, overl. vóór 17 dec. 1656, tr. 191 1° (schepenbank) Voorschoten 17 febr. 1615 Joosgen JANSDR, dr van Jan JOACHIMSZ en Trijntgen VRANCKENDR, tr. 2° Maertgen PIETERSDR.
In het kohier van het hoofdgeld van 1623, onder 'Stompwijk': Jan Pietersz van Swieten, Joosgen Jansdr zijn wijf, Jan, Leuntgen en Maritgen, Jans zoon en dochteren, Maritgen Lenaertsdr diensknecht 192.
Op 17 december 1656 wordt getuigenis geleverd door Claes Pietersz Backer en Willem Pietersz van Rhijn, beiden wonende in Stompwijk, ten verzoeke van de weduwe en erfgenamen van Jan Pietersz van Swieten wonende op de Leijdschendam (over het meenemen in 1655 door Maertgen Ariensdr van goederen uit het huis van de pas overleden moeder Heijltgen Ariensdr van de eerste comparant), en beloven de zonen van zal. Pieter Cornelis Reijnen aan de genoemde weduwe en erfgenamen betaling op meidag 1657 van 200 gld volgens een custingbrief van 19 januari 1653 op Pieter Cornelisz Reijnen en een akkoord met dezelfde weduwe en erfgenamen. Pieter Jansz van Beeckum staat in voor nog 75 gld. Borgen zijn Gysbert en Pieter Jansz Wassenaer te Warmond. 193
In Voorschoten verkoopt op 16 februari 1661 Maertgen Pietersdr, weduwe en boedelhoudster van Jan Pietersz van Swieten, aan Jan Arentsz Paridom omtrent 2 hond 70 roeden teelland tegenover 't huis te Roukoop, belend ten zuiden de Heerwech, ten westen de koper, ten noorden en oosten Dirck Jorisz van Oushoorn, voor 600 gld in contanten 194.
2. Oude Louris Pietersz van SWIETEN, tr. Aefgen JACOBSDR, dr van Jacob CORNELISZ en Maritgen DAMMASDR.
In Voorschoten verkoopt op 13 januari 1661 Aaffgen Jacobsdr, weduwe van Oude Louris Pietersz van Swieten, aan Leendert Leendertsz van Wassenaar een woninge en huizinge, barg, schuur, potinge en plantinge, met omtrent 3 morgen 3 hond 70 roeden land, in de Suytbuert tussen de Heerwech en de Vlieth, belend ten oosten de heer Michiel van Rijn, ten zuiden de erfgenamen van Cornelis Pietersz van Swieten, ten westen jonkheer Anthonij Ellet Mestertues, heer van Rosenburch, ten noorden de Heerwech, belast met een erfpacht van 2 gld 2 st 's jaars die nu lang niet gemaand is, en met nog 8 gld 5 st 's jaars, voor een schuldbrief van 6050 gld (geroyeerd op 11 mei 1680) 195.
Op 11 april 1645 testeren Louris Pietersz van Swieten de oude en Aefge Jacobsdr, geëchte luiden wonende in 't Hoflant te Voorschoten, hij ziekelijk, op de langslevende, die de kinderen moet onderhouden en opbrengen 196.
Op 11 mei 1645 benoemt Jonge Maritgen Jacobsdr, ongehuwde persoon wonende in 't Hoflant te Voorschoten, haar zuster Aefge Jacobs, thans huisvrouw van oude Louris Pietersz van Swieten, tot een van haar vier erfgenamen 197.
3. Cornelis Pietersz van SWIETEN, overl. vóór 26 jan. 1651, tr. 1° Marytgen DIRCXDR, tr. 2° (schepenbank) Voorschoten 10 juni 1636 Niesgen Cornelisdr van NOORT, geb. ca. 11 juni 1611, dr van Cornelis Huygensz van NOORT en Geertgen CLAESDR, die hertr. met Jan Adriaensz van PARIDON.
Op 18 februari 1651 verklaren Niesgen Cornelisdr van Noort, weduwe van Cornelis Pietersz van Swieten, wonende op de woning van 't huis te Roucoop, geassisteerd met Huych Cornelisz van Noort haar broer, ter eenre, en Jan Pietersz van Swieten als oom en testamentaire voogd over de 5 onmondige weeskinderen door de voorschreven Cornelis Pietersz van Swieten nagelaten, nl. Maertge oud meidag toekomende 18 jaar, de voordochter van Cornelis Pieters gewonnen bij Maritge Dirx van Paridum zijn eerste huisvrouw, item Cornelis oud St. Jan toekomende 13 jaar, Geertge omtrent Vastenavond 1651 11 jaar, Magdalena Allerheiligen eerstkomende 10 jaar, en Annetge op 20 augustus 1651 8 jaar, de laatstgenoemde 4 kinderen in echt gewonnen bij voorschreven Niesge Cornelis van Noort, zijn tweede huisvrouw, wezende de voornoemde 5 kinderen altezamen erfgenamen van Cornelis Pietersz van Swieten, hun overleden vader, dat zij ten overstaan en tussenspreken van Claes Pietersz van Swieten, oom van de voorschreven weeskinderen, huiden mede comparerende, met elkaar op 26 januari 1651 vriendelijk zijn geaccordeerd 198.
In Voorschoten verkopen op 25 mei 1675 Niesie Cornelisz van Noort weduwe van Cornelis Pietersz van Swieten, Cornelis Cornelisse van Swieten, Arij Gerritsz als getrouwd hebbende Geertie Cornelis van Swieten, en Dirck Claasse als getrouwd hebbende Annetie Cornelisse van Swieten, kinderen en erfgenamen van voorschreven Cornelis Pieterse van Swieten, aan Huijch Cornelisse Bijvliet een partij teelland groot omtrent 7 hond, recht tegenover de plaats waar de oude korenmolen placht te staan, belend ten oosten en noorden Dirck Jorisse Outshoorn, ten zuiden de Heerwech, ten westen Cornelis Pietersz Ham, voor 1175 gld in gereed geld, waarvan hem, koper, als getrouwd gehad hebbende Maartie Cornelis van Swieten, mede een dochter en erfgenaam van Cornelis Pietersz van Swieten, 750 gld competeert 199.
Op 1 juli 1649 stellen Cornelis Pietersz van Swieten en Niesge Cornelisdr van Noort, geëchte luiden wonende naast 't huis te Roucoop op de woninge van hetzelfde huis onder Voorschoten, zij ziekelijk, als voogden aan Jan Pietersz van Swieten en Huych Cornelisz van Noort, hun broers, om alles te doen, inclusief eventuele uitkoop van de langstlevende 200.
In Voorschoten verkopen op 23 december 1676 Niesie Cornelis van Noort weduwe van Jan Adriaense Paridom, Cornelis Cornelisse van Swieten en Huijgh Cornelisse Bijvliet in huwelijk gehad hebbende Maartje Cornelis van Swieten, ook voor Arij Gerritse Meijster in huwelijk hebbende Geertje Cornelis van Swieten en Dirck Claesse Dusseldorp in huwelijk hebbende Jannetje Cornelis van Swieten, allen erfgenamen van Pieter Lourisse van Swieten, aan Leendert Leendertse Wassenaar een partij weiland groot omtrent 2 morgen 1 hond 50 roeden, belend ten oosten de erfgenamen van Dr Michiel van Ringh, ten zuiden de Vliet, ten westen de heer van Rosenburgh, ten noorden de koper, belast met 4 gld 5 st 's jaars pacht, voldaan met de ruiling van 2 morgen 4 hond land in Stompwijk, voor 1226 gld 13 st 201.
4. Claes Pietersz van SWIETEN, in 1636 vermeld als Claes Pietersz van Zwijeten, welgeboren man 202, overl. Voorschoten tussen 14 okt. 1666 en 16 dec. 1666.
Op 28 april 1667 wordt de rekening en staat van schifting opgemaakt van de boedel van zal. Claas Pietersz van Swieten overleden binnen Voorschoten, te verdelen in 26 parten volgens de testamentaire dispositie gepasseerd voor notaris Cornelis de Haas op 14 oktober 1666, welke rekening gedaan is door de executeurs Cornelis Huygensz van Noort en Claas Lourisz van Swieten, met als uitkomst 14272 gld 16 st 15 penn, en elk zesentwintigste part 548 gld 19 st (met vermelding van de ontvangers), en wordt in mei daarna door Cornelis Huygensz van Noort en Claes Lourisz van Swieten, als executeurs van de uiterste wil en voogden over de minderjarige erfgenamen van zal. Claes Pietersz van Swieten, geld uitgeleend tegen 3 gld 10 st van 't honderd in 't jaar, nl. 600 gld aan Neeltje Dircxdr van Swanenburch, weduwe van Dirck Claesz van Immerseel, met als borg Pieter Dircxz van Swanenburch, 400 gld aan Cryn Gysbersz van Adegeest met als borgen Cornelis Crynen van Adegeest en Gysbert Crynen van Adegeest, allen wonende in Voorschoten, 200 gld aan Cryn Gysbersz van Adegeest met als borgen Cornelis Crynen van Adegeest en Jan Crijnen van Adegeest, 400 gld aan Louris Cornelisz van 't Rietvelt met als borg Maartge Dircxdr van Outshoorn, weduwe van Pieter Jansz van Raephorst, 500 gld aan Jan Arentsz van Outshoorn met als borgen Leenert Arysz van Outshoorn en Maarten Pietersz Onderwater 203.
In Voorschoten op 1 april 1667 verklaren Cornelis Huijgensz van Noort en Claas Lourisz van Swieten als executeurs van de uiterste wil van zal. Claas Pietersz van Swieten van 14 oktober 1666 bij notaris Cornelis de Haes te Leiden, voor gereed geld openbaar verkocht te hebben aan Juffr. Femija van Bornen, weduwe van Sr Pieter van der Burch, wonende te Leiden, 4 partijen goed en degelijk wei- en teelland tezamen groot 6 morgen 565 roeden, liggende gemeen met een woninge enz. en 7 hond boomgaard en weiland te leen gehouden van het huis van Polanen alwaar het eerstdaags vergeven zal worden, in 't Hofflandt, belend ten noordoosten Mons. Johan van Dijnen en achter de prins van Lingie waarvan bruiker Huych Cornelisz Bijvlieth, ten zuidoosten de Vlieth, ten zuidwesten het St. Catharinagasthuis te Leiden en Jr Schriverius, ten noordwesten de Heerwech, voor 10285 gld, aan Jacob van der Burch brouwer te Leiden een goed weltoegemaakt stuk teelland groot 3 hond aan de noordzijde van de weg in 't Hofflandt, belend ten oosten de partij gekocht door Ansem Adriaansz van der Werff, ten zuidoosten de Heerwech, ten zuidwesten Pieter Jansz van Nierop, ten noordwesten Cornelis Huijgensz van Noort, voor 640 gld, aan Ansem Adriaansz van der Werff een partij weltoegemaakt weiland groot 1 morgen 4 hond 11 roeden aan de noordzijde van de weg in 't Hoflant, belend ten noordoosten Cornelis Lourisz met bruikwaar en Jan Leendertsz van Roon, ten zuidoosten de inbegrepen laan, ten zuidwesten Cornelis Huijgensz van Noort en Jan Cornelisz van Hogendorp, ten noordwesten het Catharinagasthuis te Leiden, Huijbert IJsbrantsz Bruijn, de vrouwe van Suijtpolsbroeck, Pieter Gijsbertsz van Adegeest met bruikwaar en Claas Simonsz van Endegeest, voor 1600 gld, en nog aan de heer Franchois Poijntz baljuw en schout van Voorschoten en Veur een huis en erf met een boomgaard of tuin daaraan, groot omtrent 260 roeden, in 't Hofflandt, belend ten noordoosten de weduwe van Cornelis Adriaensz van der Werff, ten zuidoosten Jr Schriverius, ten zuidwesten Jan Pietersz van Adegeest met bruikwaar, met de weduwe van Jeroen Jansz van Raaphorst, ten noordwesten de Heerwegh, voor 1002 gld 204.
5. Jonge Louris Pietersz van SWIETEN, tr. Maritge JACOBSDR, dr van Jacob CORNELISZ en Maritgen DAMMASDR.
Op 7 mei 1652 is Jonge Louris Pietersz van Swieten wonende in 't Hoflant onder Voorschoten aan Heijltge Willemsz van Amstel 600 gld schuldig, tegen jaarlijks 37 gld 205.
In Voorschoten verkoopt op 4 maart 1662 Louris Pietersz van Swieten aan de heer Allart Poelaert, koopman te Leiden, zekere 76 roeden land in 't Hofflant, tussen de laan aan en 't land achter de woninge door de voornoemde Poelaert van de heer raadpensionaris de Wit gekocht, belend ten noordoosten en zuidwesten voornoemde Poelaert, ten zuidoosten de heer Cornelis de Graaff, [...], en verkoopt op 28 september 1663 Jochem Huijgen van Teijlingen aan Jonge Louris Pietersz van Swieten een stuk hooiland van 9 hond 1½ roede, belend ten zuidoosten de koper, ten zuidwesten Neeltge Crijnen de weduwe van Dammas Jacobsz, ten noordwesten de Voorwateringe, ten noordoosten de heer Daniel van Wijngaerden, de verkoper bekomen uit de boedel van Jacob Cornelisz en Maertge Dammasdr, zijn huisvrouws moeder zal. ged., voor 1990 gld in contanten 206.
Op 6 maart 1667 machtigt Louris Pietersz van Swieten wonende in 't Hofflant in Voorschoten, enige nagelaten broer van Claes Pietersz van Swieten overleden binnen Voorschoten, en mitsdien op hem verstorven en gesuccedeerd zijnde de nagelaten woninge en landen, Cornelis Huygensz van Noort en Claas Lourisz van Swieten om te compareren voor het leenhof van Polanen, om te transporteren aan Juffr. Femina van Bordere, laatst weduwe van Pieter van der Burch, een woninge met 7 hond geestland in Voorschoten, belend ten oosten Johan van Dijnen, ten westen de erfgenamen van voornoemde Claes Pietersz, ten noorden de Heerwech, ten zuiden de Prince van Lingie, betaald met 2100 gld in gereed geld, en heeft in 1667 Willem Hendrick, prince van Orangien enz., Lourens Pietersz van Swieten verlijd en verleend, als hem aangekomen is bij dode van zijn broer Claes Pietersz van Swieten, een woninge met 7 hond geestland, als erfleen, vanwege de procuratie van 3 maart 1667 vervolgens overgegeven ten behoeve van Ophemia van Horne, laatst weduwe van Pieter van den Burch, wonende te Leiden 207.
In Voorschoten verkoopt op 9 mei 1670 Louris Pietersz van Swieten aan Louris Willemsz van Swieten zijn neef een welgelegen woninge, als bouwhuis, bargen, schuren, potinge en plantinge, met 5 morgen 3 hond 35 roeden wei- of hooiland in het Hofflandt, belend ten westen heer Allard Poelardt en Cornelis Dammasz Vroolandt, ten noorden de Voorwateringh, ten oosten heer Johan van Wingaarden, de abdij van Rijnsburg en Jan Claesz van Roen, ten zuiden de Heerwech, voor 7500 gld in gereed geld 208.
Op 11 mei 1645 testeert Jonge Maritge Jacobsdr, ongehuwde persoon wonende in 't Hoflant te Voorschoten, waarbij zij o.a. vooruit vermaakt aan haar zuster Oude Maritge Jacobsdr en haar man Jonge Louris Pietersz van Swieten omtrent 1½ morgen land liggende gemengder aarde en veur met nog ongeveer 1½ morgen toebehorende Jonge Louris Pieters zelf, in Veur onder Voorschoten, waarop Louris een nieuw huis gebouwd heeft waarin hij tegenwoordig woont, nog 200 gld legateert aan dezelfde Jonge Louris Pieters, en Oude Maritgen Jacobsdr tot een van haar vier erfgenamen aanstelt 209.
6. Willem Pietersz van SWIETEN, tr. (schepenbank) Voorschoten 5 okt. 1638 Marytgen Jorisdr van OUTSHOORN, dr van Joris Willemsz van OUTSHOORN en Willempje PIETERSDR.
Op 26 oktober 1649 stellen Willem Pietersz van Swieten en Maritge Jorisdr Outshoorn, geëchte luiden wonende te Voorschoten in de Suytbuyrt voorbij het huis te Roucoop, zij ziekelijk, als voogen en administrateurs aan hun resp. broers Cornelis Pietersz van Swieten wonende op de woninge van Roucoop en Pieter Jorisz Outshoorn wonende op de woninge van Verhooch 210.
7. Ariaentgen Pietersdr van SWIETEN, overl. 27 april 1655, tr. 1° Cornelis Huygensz van NOORT, geb. ca. 1571, overl. vóór 28 april 1628, zn van Huych Willemsz van NOORT en Ermtgen CORNELISDR, wedn. van Geertgen CLAESDR, tr. 2° (schepenbank) Leiden 20 sept. 1637 Jan Pietersz van RAEPHORST, wedn. van N.N.
In Voorschoten zijn op 28 april 1628 Ariaentgen Pietersdr, weduwe van Cornelis Huygensz, geassisteerd met Pieter Lourisz van Swieten haar vader en Jan Pietersz van Swieten haar broer, ter eenre, en de kinderen van Cornelis Huygensz bij zijn eerste huisvrouw Geertgen Claesdr, met o.a. Cornelis Huygensz als voogd van vaders zijde, en dezelfde Cornelis Huygensz als voogd van vaders zijde over Leentgen Cornelisz, oud omtrent de eerste dag van maart 1628 3 jaar, nagelaten weeskind van Cornelis Huygensz bij zijn tweede huisvrouw Aryaentgen Pietersdr voornoemd, ter andere zijde, veraccordeerd over de deling 211.
Op 9 oktober 1649 geven Jan Pietersz van Raephorst en Adriaentge Pietersdr van Swieten, geëchte luiden wonende aan de Vliet in Zoeterwoude, te kennen dat hun zoon [zijn zoon, haar schoonzoon] Jeroen Jansz van Raephorst hun 2200 gld heeft geleend, waarvoor i.p.v. interest Jeroen het gebruik heeft van 3 morgen 1 hond 57 roeden land in Zoeterwoude 212.
8. Trijntgen Pietersdr van SWIETEN, tr. Huijch Cornelisz van NOORT, zn van Cornelis Huygensz van NOORT en Geertgen CLAESDR.
Op 19 juli 1649 testeren Huych Cornelisz van Noort en Tryntge Pietersdr van Swieten, geëchte luiden wonende aan de Vliet aan 't Schou onder Zoeterwoude, zij ziekelijk, op de langslevende, die gehouden zal zijn hun beider kinderen te onderhouden en op te brengen, met uitsluiting van weesmeesters 213.
Op 2 mei 1654 wordt Huych Cornelisz van Noort, wonende aan de Hofwech onder Zoeterwoude, vermeld als oom van 's moeders zijde en geassumeerde testamentaire voogd van Claes, nagelaten nog minderjarige zoon van Geryt Jacobsz Vlasman gewonnen bij Annetge Cornelis van Noort, welke Claes mede-erfgenaam is van zijn zal. grootvader Jacob Willemsz Vlaschman 214.
IVr. (van IIIo) Willem Claesz van RIJN, geb. ca. 1571 67, overl. vóór 17 april 1637,
Beleningen van 4 morgen land te Voorschoten, belend ten noorden de banwatering, ten oosten het godshuis van Voorschoten, ten zuiden Beatrijs, de weduwe van Jan Boudijnsz, met haar kinderen, ten westen Aernt van Duvenvoirde: op 11 maart 1619 Pieter Cornelisz, bij dode van zijn vader Cornelis Vranckenz, die het leen overdraagt aan zijn zuster Aeltge Cornelisdochter gehuwd met Willem Claesz van Rijn, op 9 februari 1625 Huijch Willemsz, bij dode van zijn moeder Aeltge Cornelisz, die het leen overdraagt aan Willem Claesz van Rijn, op 17 april 1637 Willem Willemsz van Rijn bij dode van zijn vader Willem Claesz van Rijn, op 15 mei 1651 Jan Leendertsz Ruijchrock te Voorschoten na overdracht door Willem Willemsz van Rijn 215.
In Voorschoten verkopen op 5 december 1619 de weduwe en kinderen van Jan Andriesz, in zijn leven gewoond hebbend op de Donct in Voorschoten, aan Willem Claesz van Ryn omtrent 130 roeden land, belast met 23 pond 's jaars, belend ten oosten en noorden de koper, ten zuiden en westen de verkopers, voor 100 gld 216.
In Voorschoten hebben op 16 januari 1620 Willem Cornelisz van Vlaerdenburch, Cornelis Claesz van Ryn schout, man en voogd van Marytgen Cornelisdr, en Willem Claesz van Ryn als getrouwd hebbende Aeltgen Cornelisdr, tezamen kinderen en erfgenamen van zal. Cornelisz Vranckensz in zijn leven gewoond hebbende op de Donct, respectievelijk hun vader en schoonvader, met elkaar gedeeld. Willem Claesz van Ryn zal o.a. hebben de helft van 3 morgen 12 roeden land gemeen met Willem Cornelisz van Vlaerdenburch, belend in 't geheel ten oosten Cornelis Claesz van Ryn, ten zuiden de heer van Benthuizen, ten westen de Papewech, ten noorden Pieter Jan Cornelisz, nog 4 morgen 13 roeden, en nog 2 morgen 41 roeden liggende gemeen met 4 morgen 82 roeden in de Zoffpolder over de Vliet aankomende voorschreven Willem Claesz, welke 2 morgen 41 roeden land voor schout en schepenen van Zoeterwoude op de voorschreven Willem Claesz bezegeld zijn 174.
In het kohier van het hoofdgeld van 1623 onder 'Voorschoten, Noordbuurt': Willem Claesz van Rijn met zijn huisvrouw Alit Cornelisdr en zoon Willem, met 2 dienstboden van Voorschoten, Gerrit Thonisz en Leuntgen Willemsdr 217.
Op 19 mei 1629 is Willem Claesz van Rhijn wonende te Voorschoten aan de nagelaten weeskinderen van Cornelis Dircksz Sprong gewonnen bij Aeltgen van der Graft, beiden zal., een losrente van 15 gld 15 st schuldig, te lossen met 300 gld (afgelost op 18 maart 1634) 218.
In Voorschoten verkoopt op 14 juni 1630 Mees Jansz van Roen aan Willem Claesz van Rijn en Willem Willemsz van Rijn zijn zoon tezamen een partij land groot 455 roeden, belend ten oosten de weduwe van Cornelis Claesz van Rijn, ten zuiden Jan Cornelisz van Leeuwen en Gerrit Jacobsz Hillenaer, ten westen de Papewech, ten noorden de laan van Maerijtgen Cornelisdr c.s., voor 578 gld 1 st 4 penn 219.
Op 8 maart 1634 is Willem Claesz van Ryn wonende te Voorschoten een losrente van 42 gld schuldig aan de twee nagelaten weeskinderen van Cornelis Dircxz Sprongh gewonnen bij Aeltgen van de Graeff, beiden zal., met 800 gld als hoofdsom 220.
tr. 1° N.N.,
tr. 2° Aeltgen CORNELISDR, overl. vóór 9 febr. 1625, dr van Cornelis VRANCKENSZ en Maritgen LOURISDR, wed. van Willem Huygensz van NOORT.
In Zoeterwoude wordt, ook voor schout en schepenen van Stompwijk, in 1607 een akkoord gesloten tussen Aeltgen Cornelisdr, geweest de weduwe van Willem Huygensz, geassisteerd met Willem Claesz haar tegenwoordige man en voogd, wonende te Voorschoten, ter eenre, en Maerten Huygensz wonende te Stompwijk en Pouwels Vechtersz wonende te Voorschoten, als ooms en bloedvoogden van Huijch Willemsz en Lysbeth Willemsdr, nagelaten kinderen van voornoemde Willem Huygensz gewonnen bij Aeltgen Cornelisdr, ter andere zijde, over de schifting, over o.m. de woning te voorschoten die aan de kinderen toevalt en land in Voorschoten, Stompwijk en Zoeterwoude 221.
Uit het eerste huwelijk:
1. Willem Willemsz, volgt Vag.
IVs. (van IIIo) Aeltgen Claesdr van RIJN,
Op 9 maart 1630 verklaren Aeltgen Claesdr, tegenwoordig huisvrouw van Huych Pouwels en tevoren weduwe van Willem Lourisz, geholpen door haar tegenwoordige man, ter eenre, en Louris Willemsz van Noort, Cornelis Willemsz van Noort, Trijntge Willemsdr van Noort weduwe van Cornelis Pietersz, geassisteerd met Jan Pietersz van Raephorst, en Jan Adriaensz van der Werf ten wijve hebbende Marijtgen Willemsdr van Noort, allen kinderen van voornoemde Aeltgen Claesdr die zij gewonnen heeft bij voornoemde Willem Lourisz, dat zij enige tijd geleden na het overlijden van Willem Lourisz mondelijk gescheiden hebben, en die scheiding nu vastleggen 222.
tr. 1° Willem Lourisz van NOORT, geb. Voorschoten ca. 1563 223, overl. vóór 20 okt. 1619, zn van Louris Willemsz van NOORDT en Trijntgen ADRIAENSDR 35,
Op 6 mei 1612 wordt Willem Louwerisz te Voorschoten, bij dode van zijn schoonvader Claes Cornelisz van Rijn, beleend met 1 morgen land in de Bouwerije, onder 'Zoeterwoude', op 20 oktober 1619 opgevolgd door Louweris Willemsz te Voorschoten bij dode van zijn vader Willem Louwerisz 83.
Op 9 maart 1630 zijn Louris Willemsz van Noort, Cornelis Willemsz van Noort, Trijntgen Willemsdr van Noort weduwe van Cornelis Pietersz, geholpen door Jan Pietersz van Raephorst, en Jan Adriaensz van der Werf als getrouwd hebbende Marijtgen Willemsdr van Noort, allen kinderen en erfgenamen van Willem Lourisz van Noort gewonnen bij Aeltgen Claesdr, als bij scheiding 't recht verktregen hebbende van voornoemde Aeltgen Claesdr tot de navolgende goederen, vermogens de scheiding op huiden bij dezelfde notaris verleden, minnelijk overeengekomen nopende de schifting en scheiding van de woningen met huis, schuur, barg en geboomte en nog 8½ morgen land, nog een stuk hooi- of weiland, nog 2 hond teelland bij de molen, alles in Voorschoten, mitsgaders nog een hond veenland, een stuk hooiland, het land van Louwen, het weddeweer en nog 3½ hond veenland, alles in Stompwijk 224.
maakt huwelijksvoorw. 2° 28 mei 1622 met Huyg POUWELSZ, wedn. van Soetgen ADRIAENSDR.
Uit het eerste huwelijk:
1. Louris Willemsz van NOORT, overl. vóór 5 dec. 1645.
Op 20 oktober 1619 wordt Louweris Willemsz te Voorschoten bij dode van zijn vader Willem Louwerisz beleend met 1 morgen land in de Bouwerije, onder 'Zoeterwoude', op 5 december 1645 opgevolgd door Cornelis Willemsz te Voorschoten bij dode van zijn broer Louris Willemsz 83.
2. Trijntgen Willemsdr van NOORT, geb. Voorschoten, overl. na 11 nov. 1665, tr. 1° Cornelis Pietersz van OUTSHOORN, geb. ald., overl. tussen 9 juni 1627 en 29 okt. 1630, zn van Pieter JONGE LOURISZ en Jobgen PIETERSDR, tr. 2° Joris Jansz van der HORST.
In Voorschoten worden op 29 oktober 1630 tot voogden over de weeskinderen van zal. Cornelis Pietersz geteeld aan Trijngen Willemsdr, met namen Willem Cornelisz oud omtrent 5 jaar, Leuntgen Cornelisdr omtrent 7 jaar en Jopgen Cornelisdr omtrent 3 jaar, gesteld Pieter Lourisz, bestevader, en Louris Willemsz van Noort, broer van Tryntgen Willemsdr, en verklaren op 24 maart 1656 Jan Maertsz als getrouwd hebbende Leuntge Cornelisdr van Outshoorn, Willem Cornelisz van Outshoorn en Pieter Willemsz van Coppel als man en voogd van Jopge Cornelisdr van Outshoorn, allen kinderen van zal. Cornelis Willemsz van Outshoorn gewonnen bij Trijntge Willemsdr van Noort, geassisteerd door Crijn Gijsbertsz van Adegeest en Cornelis Willemsz van Noort als gesteld voogden, het hun toekomende uit de weeskamer ontvangen te hebben, o.a. met vermelding van een bewijsbrief van 1 november 1630 225.
In Voorschoten heeft op 25 januari 1658 Joris Jansz van der Horst wonende in Stompwijk verruild en vermangeld en opgedragen dienvolgende aan Cornelis Willemsz van Noort een uiterdijk van omtrent 2 hond, belend ten westen de heer van Duvenvoirde, ten noorden de navolgende partij, ten oosten Cornelis Leendertsz Isbergen, ten zuiden de Wech, nog een partij van omtrent 10 hond weiland, belend ten westen de heer van Duvenvoirde, ten noorden de navolgende partij, ten oosten Cornelis Leendertsz IJsbergen, ten zuiden de voorgaande partij, nog een partij van omtrent 4 hond weiland belend als voren, nog een houtakker belend als voren, en nog een stukje genaamd de Koekamp groot omtrent 50 roeden, belend ten oosten, zuiden en westen de 4 voorgaande partijen, ten noorden voornoemde Cornelis Willemsz van Noort, tezamen getaxeerd op 1936 gld 10 st, voldaan met omtrent 3 morgen 5 hond 50 roeden weiland in Stompwijk, belend ten oosten voornoemde van Noort, ten zuiden Huijbert Isbrantsz de Bruijn c.s., ten westen Joris Jansz zelf, ten noorden Willem Cornelisz 226.
3. Cornelis Willemsz van NOORT, geb. ca. 1601, ambachtsbewaarder van Voorschoten, overl. tussen 28 april 1668 en 19 dec. 1669, tr. 1° Elisabeth PIETERSDR, dr van Pieter LOURISZ en Jopgen PIETERSDR, tr. 2° (schepenbank) ald. 5 juni 1635 Neeltgen Adriaensdr van IMMERSEEL, tr. 3° (schepenbank) ald. 28 april 1652 Hillegont Adriaens van SANTWIJCK.
Op 22 november 1631 verklaren Cornelis Willemsz van Noort als getrouwd hebbende Betge Pietersdr en Crijn Gijsbertsz Adegeest ten wijve hebbende Leuntge Pietersdr, ten verzoeke van Jan Pietersz van Raephorst getrouwd geweest zijnde met Maertgen Pietersdr, dat hun schoonvader Pieter Lourisz van Jan Pietersz van Raephorst o.m. 3 morgen land in Stompwijk ontvangen heeft 227.
Op 5 december 1645 verkrijgt Cornelis Willemsz te Voorschoten, bij dode van zijn broer Louris Willemsz, een leen van de hofstad Binckborst, bestaande uit 1 morgen land in de Bouwerije, onder 'Zoeterwoude', op 16 december 1669 opgevolgd door Willem Cornelisz te Voorschoten, oud 30 jaar, bij dode van zijn vader Cornelis Willemsz van Noort 83.
Op 5 juli 1649 wordt getuigenis afgelegd door Cornelis Willemsz van Noort, eertijds ambachtsbewaarder van Voorschoten, wonende tegenover 't huis te Duvenvoorde, oud 48 jaar, en op 17 januari 1654 is Cornelis Willemssoon van Noort, schepen van Voorschoten, wonende aldaar tegenover het huis te Duvenvoorde, aan Jan Pieterssoon van Borsselene 400 gld schuldig, tegen 4 gld ten honderd 228.
In Voorschoten verklaren op 9 mei 1670 Willem Cornelisz van Noort, Claes Cornelisz van Noort en Betge Cornelisdr van Noort, en Willem Cornelisz Outshoorn en Arij Jansz van der Werf als voogden over de minderjarige kinderen en erfgenamen van Cornelis Willemsz van Noort, op 16 januari 1670 openbaar verkocht te hebben aan Huijbert Jansz Noortveen een welgelegen woninge, als bouwhuis, bargen, schuren en boomgaard, met 6 morgen min 10 roeden extraordinair schoon patrimoniaal weiland in de Zuijdtbuijrt schuin over het huis van Duivenvoirden, belend ten oosten Adriaen Jansz van der Werff en Claes Leendertsz van Roen, ten zuiden de Vliet, ten westen de heer van Duivenvoorde, ten noorden de Heerwech, voor 8090 gld in gereed geld, en en aan Jan Adriaensz van Tetrode een partij schoon weiland met een laan, groot 4 morgen 4 hond 64 roeden, in het dorp, belend ten oosten Jan Adriaensz van Tetrode voornoemd, ten zuiden de Vliet, ten westen de vrouwe van Loendersloot en voorschreven Jan Adriaensz van Tetrode, ten noorden de Voorwech, voor 6750 gld 229.
bij huwelijk jongedochter wonende aan de Vliet onder Zoeterwoude
4. Marijtgen Willemsdr van NOORT, tr. Jan Adriaensz van der WERF.
Uit het tweede huwelijk:
1. Leuntgen HUYGENSDR.
2. Adriaentgen HUYGENSDR.
3. Arien HUYGENSZ.
Va. (van IVc) Maritgen CORNELISDR, overl. Zoeterwoude 27 sept. 1671,
In Voorschoten verkoopt op 16 februari 1663 Annetge(?) Blaserusdr, weduwe en boedelhoudster van Leendert IJsbergen, aan Maartge Cornelisdr, weduwe van Pieter Pietersz den Elsen, een huis en erf aan de Kercsloot in het dorp, belend ten zuidoosten verkoopster, ten zuidwesten de weduwe van Jan van Rietbrouck, ten noordwesten de weduwe van Leendert Pietersz Kercvliet, ten noordoosten de Kercsloot, voor 700 gld in gereed geld 230.
Op 26 maart 1661 testeert Maertgen Cornelisdr, weduwe van Pieter Pietersz den Elsen, aan de kinderen van haar reeds overleden zoons, Louris, Leendert en Pieter Pietersz, waarbij zij o.a. aan de kinderen van Louris Pietersz haar woning met toebehoren alsmede omtrent 2 morgen 5 hond 56 roeden hooiland erachter gelegen in Zoetermeer in de Leijens prelegateert, aan de kinderen van Leendert Pietersz een huis en erf aan de kerksloot in Voorschoten legateert, waartegenover vergoeding aan de anderen, en zij Pieter Cornelisz haar broer, Quintijn Pietersz den Elsen haar zwager, Lambertus van Swieten en Willem Jansz van den Heuvel als voogden aanstelt, op 18 augustus 1665 stelt Maertgen Cornelisdr, weduwe van Pieter Pietersz den Elsen, wonende in het ambacht Zoeterwoude, zich borg nopens de bevrijding van alle lasten op zekere huizingen met gebroken land en water gelegen in Corteraer en Cortevelt, door notaris van Swieten als procuratie hebbemde van de kinderen en erfgenamen van Heijndrick Willemsz Heijneeff en Neeltje Jansdr verkocht en op 8 juni laatstleden voor schout en schepen van Corteraer opgedragen, en maakt zij een codicil met soortgelijke inhoud als het testament van 1661, maar nu is Claesgen Jansdr, weduwe van Pieter [moet zijn: Louris] Pietersz, hertrouwd met Dirck Franssen, en is Willem Jansz van den Heuvel als voogd vervangen door Cornelis Claesz van Santvliet 231.
Op 7 juni 1665 is Cornelis Jacobsz Hoflandt aan Marijtgen Cornelisdr weduwe van Pieter Pietersz den Elsen een losrente van 27 gld 's jaars schuldig, met 600 gld als hoofdsom, verklaart op 17 februari 1667 Marytgen Cornelisdr, wonende in Zoeterwoude, ziekelijk doch gaande en staande, in een testamentcodicil in toevoeging aan haar testament van 18 augustus 1665 bij notaris Johan van Campen, tot voogden over haar minderjarige erfgenamen en andere toezicht behoevende erfgenamen aan te stellen, i.p.v. Pieter Cornelisz haar overleden broer, haar broers zoon Gerret Pietersz wonende in Stompwijk en i.p.v. Cornelis Claesz van Santvliet tot medevoogd Dirck Willemsz van Rhoen haar buurman en bekende, en na de gedane scheiding van haar na te laten goederen tot voogden over de minderjarige kinderen van haar overleden zoon Pieter Pietersz den Elsen gewonnen bijj Claesgen Meessen, Pieter Cornelisz van Wassenaer wonende in Berkel en Cornelis Thonisz van Zuijlen wonende in Zoetermeer, die ook al voogden vanwege de moeder van de kinderen zijn, en machtigt op 17 december 1667 Marijtgen Cornelisdr als grootmoeder en voogdesse over de 5 nagelaten weeskinderen van Leendert Pietersz den Elsen haar zoon en Aeghie Jansdr, beiden zal., Dirck van Toorenburgh wonende te Leiden om te verschijnen voor schout en schepenen van Hoeckelingen als oppervoogden, om aldaar rekening te doen sedert de laatst gedane rekening van 5 juli 1660, en verder de rekening te sluiten en te voldoen en de erfportie van Meijnsgen Leendertsdr den Elsen als nu meerderjarig zijnde aan Jacob Jansz haar man uit te keren 232.
Op 4 april 1671 verklaart Marijtgen Cornelisdr, weduwe van Pieter Pietersz den Elsen, wonende te Zoetermeer, dat in tegenstelling tot haar uiterste wil van 26 maart 1669 bij notaris Cornelis de Haes dat Claesgen Jansdr, tevoren weduwe van haar zoon Louris Pietersz den Elsen en nu huisvrouw van Dirck Fransz, aan comparante voor huur van de woning en de landen in Zoeterwoude tot 22 februari 1671 1200 en enige guldens schuldig is, en dat alle huurpenningen die Claesgen Jansdr en haar man schuldig zijn aan de kinderen van Louris Pietersz toebedeeld zullen worden, waartegenover de kinderen van Leendert Pietersz den Elsen haar zal. zoon 800 gld in obligaties of andere effecten zullen krijgen, evenals de kinderen van haar overleden zoon Pieter Pietersz den Elsen, en heeft iop 21 augustus 1671 Marijtgen Cornelisdr, ziekelijk te bedde liggende, in afwijking van haar testament van 26 maart 1669 bij notaris Cornelis de Haes en van 4 april 1671 bij notaris Lambert van Swieten, tot voogd over haar minderjarige en toezicht behoevende erfgenamen gesteld Mees Jorisz den Elzen haar neef i.p.v. Quintijn Pietersz den Elsen, haar zwager, die overleden is, en Gerrit Pietersz Koolen haar broers zoon 233.
Op 3 maart 1672 verkoopt in Zoeterwoude Lambertus van Swieten, notaris te Leiden, als executeur van de uiterste wil van Marijtge Cornelisdr, in haar leven weduwe van Pieter Pietersz den Elsen, volgens haar testament van 16 maart 1669 voor notaris Cornelis de Haes in Leiden, aan Joost Dircxz van Vliet een partij hooiland van 9 hond 31 roeden in de Geerpolder naast de Rijnsloot van de Soetermeerse Meer, en vindt op 27 mei 1672 de deling plaats van de boedel en goederen van Marijtgen Cornelisdr door haar op 27 september 1671 in het ambacht Zoeterwoude met de dood ontruimd en achtergelaten, t.b.v. Jan Leendertsz de Elsen, Jacob Jansz Wijdoge getrouwd met Meijnsgen Leenderts den Elsen, Louris Pietersz van Eijck getrouwd met Neeltgen Leenderts, Pieter Pietersz van Makelenberch ten huwelijk gehad hebbende Marytgen Leenderts na september voorschreven overleden, meerderjarigen, en Pieter Leendertsz den Elsen, minderjarige, alle 5 kinderen van Leendert Pietersz den Elsen bij Aeghie Jans, tezamen voor een derdepart, Jacob Jansz Berch getrouwd met Neeltgen Pieters den Elsen, Willem Arentsz van der Meer als man en voogd van Trijntgen Pieters den Elsen, meerderjarige, en Marijtgen Pietersdr mitsgaders Jan Pietersz den Elsen, minderjarigen, 4 kinderen van zal. Jonge Pieter Pietersz den Elsen bij Claesgen Meessendr, tezamen voor een derdepart, wijders Dirck Cornelisz van der Miening als man en voogd van Neeltgen Lourisdr den Elsen, meerderjarige, Marijtgen Lourisdr, Trijntgen Lourisdr en Pieter Lourisz den Elsen, minderjarigen, 4 kinderen van wijlen Louris Pietersz den Elsen bij Claesgen Jansdr voor het resterende derdepart, allen kindskinderen en erfgenamen ab intestato [sic] van voorschreven Marijtgen Cornelisdr hun grootmoeder, met als voogden voor de minderjarigen Mees Jorisz den Elsen, Lambrecht van Swieten en Dirck Willemsz van Roen 234.
tr. Pieter Pietersz den ELSEN, schepen van Zoetermeer (in 1640), overl. tussen 15 juli 1660 en 26 maart 1661, zn van Pieter Lourisz den ELSEN, schepen van Stompwijk 235, en Meijnsgen JORISDR.
In Stompwijk op 21 oktober 1620 verkoopt Pieter Pietersz aan Pieter Cornelisz 2 hond flodderland, betaald met een schuldbrief van 36 gld, en verkopen Pieter Pietersz en Leendert Pietersz aan Jasper Pietersz hun broer omtrent 7 hond flodderland dat hun tezamen toekomt, waarvoor Leendert Pietersz 30 gulden in gereed geld en Pieter Pietersz een schuldbrief van 100 gulden krijgt 236.
In Zoetermeer draagt op 5 juni 1620 Sr. Johannes de Laet als gemachtigde van zijn schoonmoeder joffr. Jaquelina Chombart op aan Pieter Pietersz (den Elsen) de ene en aan Symon Pietersz de andere helft van een helft van kavel 13 in de Soetermeersche polder, volgens de verkoop op 18 mei 1620 ten overstaan van notaris Jacob Verweij, waarvoor elk aan Jaquelina Chombart 1250 schuldig is (de eerste lost af op 4 augustus 1630, de tweede op 16 september 1621), met elkaar als borg, verkoopt op 16 september 1621 Symon Pietersz aan Pieter Pieter den Elsen een stuk land in de Soetermeerse polder, groot omtrent 2 morgen, zijnde een gedeelte van kavel 13, verkoopt op 31 mei 1624 Symon Pietersz aan Pieter Pietersz den Elsen 3 morgen land met een nieuwe huizinge enz. erop, zijnde een gedeelte van kavel 13, belast met 400 gld aan Adriaen Cornelisz timmerman in de Jonge Prins en 200 gld aan Maertgen Evertsdr, weduwe van Jan van Nierop of haar zoon, voor een schuldbrief van 1150 gld (geroyeerd op 4 augustus 1630), is op 16 juni 1640 Cornelis Maertensz van der Veur aan Pieter Pietersz den Elsen wonende in de Soetermeersche polder een losrente van 31 gld 5 st 's jaars schuldig, en verkopen op 8 april 1655 Johan van Heussen, ook namens Henrick Saner Ridder etc., en Abraham van Baersenburch, executeurs van het testament van zal. Johan Franchoijs Cortarolius, aan Pieter Pietersz den Elsen den Ouden een woning enz., samen 3 morgen 88 roeden 237.
Op 21 mei 1665 bekent Marijtgen Cornelisdr, weduwe van Pieter Pietersz den Elsen, wonende in Zoeterwoude, ontvangen te hebben van de kinderen en erfgenamen van Henrick Willemsz Heijneef en Neeltgen Jansdr 2400 gld, in mindering van een rentebrief t.b.v. voorschreven Pieter Pietersz den Elsen voor schout en schepen van Corteraer op 4 augustus 1659 gepasseerd, welke 2400 gld verkregen zijn door verkoop van 4 morgen 4 hond land met een huizinge gelegen in het Langevelt in Corteraer 238. In Zoeterwoude komt in 1666 in het kohier van het haardstedengeld voor, aan de Vliet: Lambertus van Swieten, huurder de weduwe van Pieter Pietersz den Elsen, 3 haardsteden, komt op 6 pond 239. In Voorschoten verbindt op 24 oktober 1676 Cornelis Jacobsz Hoflant tot meerdere zekerheid zijn huis en erf aan de noordzijde van de Heerwech, waar hij woont, aan een obligatie inhoudende als restant 100 gld kapitaal, met interest 4½ gld van 't honderd per jaar, bij notaris Lambertus van Swieten op 7 juni 1665 opgenomen t.b.v. de kindskinderen en erfgenamen van Pieter Pietersz den Elsen 240.
Uit dit huwelijk:
1. Leendert Pietersz den ELSEN, geb. ca. 1615, tr. Aeghie Jansdr van den HEUVEL, dr van Jan Willemsz van den HEUVEL en Maritgen HUIJBERTSDR.
Op 15 juni 1652 wordt in Rotterdam een verklaring afgelegd door o.a. Maertgen Huyberts weduwe van Jan Willemsz, oud omtrent 69 jaar, Leendert Pietersz Elsen oud omtrent 36 jaar en Willem Jansz oud omtrent 25 jaar, allen wonende te Crooswijk 241, en is op 23 juni 1652 Leendert Pietersz Elsen wonende in Crooswijk 200 gld schuldig aan Maertjen Heijndricxdr, bejaarde ongehuwde dochter wonende te Ouderkerk 242.
In Zoeterwoude is op 5 maart 1657 Gysbert Jansz Knotter aan de weeskinderen van Leendert Pietersz den Elsen en Aechge Jansdr, beiden zal. ged., een jaarlijkse losrente van 50 gld schuldig 243.
Op 15 juli 1660 verklaart Peter Pietersz den Elsen wonende te Zoeterwoude, ten huize van de comparant, als voogd over de 5 minderjarige kinderen van Leendert Pietersz den Elsen en Aeghie Jansdr, beiden overleden, in bewaring te hebben een rentebrief op Ghysbrecht Jansz Koster van 1000 gld van 1 maart 1657, een obligatie op Margriet den Dubbelden weduwe van Jacob de Haes met monsr Nicolaes de Haes als borg van 600 gld van 3 mei 1657, een obligatie op Willem Jansz van den Heuvel oom der voornoemde kinderen wonende in Krooswijk met Frans Dircxz als borg van 400 gld van 1 mei 1656, een obligatie op Jan Vrancken wonende te Stompwijk van 400 gld van 1 januari 1656, en een obligatie op Maertgen Cornelis te Voorburg van 300 gld van 8 april 1657, alle tegen 4 ten honderd interest. Comparant houdt van deze rentebrieven en obligaties de administratie en belooft aan de heer schout en schepenen van Hekelingen als oppervoogden naar behoren rekening te doen. 244
2. Pieter Pietersz den ELSEN, tr. Claesgen Meessen GROENEWEGEN, overl. vóór 11 mei 1667, dr van Mees Lenertsz GROENEWEGEN en Adriaentge CORNELISDR.
Op 20 augustus 1650 bekent Pieter Pietersz den Elsen, wonende in de Soetermeerse meer aan de Ommedijck, een schuld aan Maritge Pieters, weduwe van Adriaen Dirxz Clover, mede wonende in de voorschreven meer, van 150 gld, op interest van 7 gld 10 st 245.
In Zoetermeer zijn in 1667 Jacob Jansz van den Berg, gehuwd met Neeltgen Pietersdr den Elsen, en Cornelis van Suijlen en Pieter Cornelisz Wassenaar als voogden van Trijntje Pietersdr, Maertge Pietersdr en Jan Pietersz den Elsen, nagelaten kinderen van Claesge Meesdr Groenewegen, voor een kwart erfgenamen van Mees Leendertsz Groenewegen, overleden aan het tweede Weegje onder Zoetermeer, zijn in 1676 Jacob Jansz Gergh gehuwd met Neeltje Pietersdr den Elsen, Maria Pietersdr den Elsen, Willem Ariensz van der Meer gehuwd met Trijntje Pietersdr den Elsen en Jan Pietersz den Elsen, allen kinderen van Pieter Pietersz den Elsen en Claesje Meesdr Groenewegen, voor een derde erfgenamen van Trijntje Meesdr Groenewegen, overleden in het tweede Weegje, en zijn in 1681 Willem Ariensz van der Meer en Neeltje, Jan en Maria Pieters den Elsen voor de helft erfgenamen van Trintje Meesdr de Groenewegen 246.
In Zegwaard delen in 1681, elk voor een kwart, Jan Pietersz den Elsen, Neeltgen Pietersdr den Elsen, Willem Ariensz van der Meer gehuwd met Trijntge Pieterdr den Elsen, en Marijtje Pietersdr den Elsen, allen kinderen van Claesgen Meesdr Groenewegen die een dochter was van Mees Leendertsz den Elsen, hun grootvader, gewoond hebbend in het tweede Weegje onder Zoetermeer 247.
3. Louris Pietersz den ELSEN, bij zijn huwelijk jongeman wonende op de Vliet in Zoeterwoude, overl. Zoetermeer vóór 29 mei 1662, ondertr./tr. (schepenbank) Stompwijk 23 dec. 1643/10 jan. 1644 Claesgen JANSDR, geb. ca. 1 nov. 1617, dr van Jan VRANCKEN en Neeltgen ROELENDR, die hertr. met Dirck FRANSZ.
In Stompwijk delen in 1646 de vier kinderen van za. Neeltgen Roelendr gewonnen bij Jan Vrancken, waaronder Claesgen Jansdr getrouwd met Louris Pietersz den Elsen, in de erfenis van za. Roel Jansz hun overleden grootvader, ruilt in 1646 Louris Pietersz den Elsen als man en voogd van Claesgen Jansdr met Cornelis Claesz Starre een vierde part van de helft van 9½ hond land, hem vanwege zijn vrouw aangekomen van Roel Jansz zijn vrouws overleden grootvader, voor net zo'n vierde part, en verkoopt in 1647 Louris Pietersz den Elsen wonende te Zoetermeer aan Gerrit Gerritsz en Jan Vranck Aelwijnsz een partijtje land in het Oosteinde van Stompwijk, wezende een vierde van de helft van 9½ hond land waarvan de wederhelft Maertgen Lenertsdr, weduwe van Roel Jansz, toekomt, belend ten oosten de weduwe van Cors Ariensz, ten westen Pieter Claesz van Camp, ten zuiden en noorden de kopers, voor een obligatie van 300 gld 248. In Zoetermeer verkoopt in 1653 Louris Pieterz den Elsen aan Louris Pietersz van Rhyn voor de ene helft en aan Claes Sijmonsz van der Lee en Gijsbrecht Cornelisz van den Bosch tezamen voor de andere helft een huisje, schuur en erf, met het slagturf- en flodderland daartoe behorend, groot omtrent 5½ hond, aan de Swaerslooter Buijttewech, waarvoor zij 465 gld schuldig zijn 249.
In Zoetermeer delen in 1662 volgens [de staat van de boedel] van 29 mei 1662 Claesgen Jansdr, weduwe van Louris Pietersz den Elsen overleden alhier aan de Vliet, geassisteerd met Jan Vrancken haar vader, ter eenre, mitsgaders Maertge Cornelisr weduwe van Pieter Pietersz den Elsen, geassisteerd met de schout, grootmoeder en voogdesse van de 4 nagelaten weeskinderen, ter andere zijde, met namen Neeltgen Louris oud Soetermeersche kermis toekomende 16 jaar, Marytgen Louris oud mei laatstleden 14 jaar, Trijntgen Louris oud uitgang mei 11 jaar, Pieter Lourisz den Elsen oud kermis laatstleden 9 jaar, elk of daaromtrent 250.
Vb. (van IVc) Pieter Cornelisz COLEN, geb. ca. 1 nov. 1591,
In het kohier van het hoofdgeld van 1623 onder 'Stompwijk': Pieter Cornelisz Colijn, Jorisgen Dircxdr zijn vrouw, Neeltgen, Maechtelt en Arien Pieters zoon en dochters (onvermogend) 104.
In Stompwijk verkopen in 1630 de voogden van de weeskinderen van wijlen Adriaen Claesz en wijlen Geertgen Dircxdr (in Voorschoten) aan Pieter Cornelisz Coolen een partijtje veenland van 2 hond 21 roeden, voor een schuldbrief van 406 gld, draagt in 1632 Dirck Ariensz aan Pieter Cornelisz Cole voor zijn huisvrouws huwelijksgoed omtrent ½ hond flodderland over en aan elk van zijn zes kinderen, waaronder Pieter Cornelisz Cole als getrouwd hebbende Jorisgen Dircxdr, een zesde deel van zijn huis en erf en van een stuk land, verkoopt in 1632 Dirck Ariensz aan Pieter Cornelisz Cole een partijtje flodderland van 1 morgen, voor een schuldbrief van 75 gulden, verkoopt in 1638 Claes Diricxz aan Pieter Cornelisz Coolen een partijtje kwaad flodderland van 3 hond, belend ten oosten Cornelis Leendertsz Decker, ten westen de koper, ten zuiden Claes Jacobsz van der Marck, ten noorden de erfgenamen van Cornelis Corsz, voor 48 gld gereed geld, en legt in 1640 Pieter Cornelisz Coolen een verklaring af over een recht van overpad over een stuk land waarop hij nog zijn vader had helpen steken 251.
In Stompwijk verkoopt in 1642 Pieter Pietersz van Veur aan Pieter Cornelisz Colen een partijtje flodderland van ½ morgen, belend ten oosten de kinderen van Adriaen Dircxz, ten westen Arent Cornelisz, ten zuiden de koper, ten noorden de kinderen van Pieter Jacobsz Ham, voor een obligatie van 150 gld en Jacob Pietersz Hofflant aan Pieter Cornelisz Colen de helft van een partijtje land groot 1½ morgen voor 700 gld gereed geld, verkoopt in 1644 Pieter Cornelisz Colen, medeschepen, aan Claes Jansz Visser een partijtje flodderland, te verongelden voor 2 hond, voor 48 gld gereed geld, en verkopen in 1646 Cornelis Pietersz en Reijer Pietersz Swugers aan Pieter Cornelisz Colen 1½ hond flodderland, belend ten oosten de kinderen van Arien Dircxz, ten westen Arent Cornelisz Fynenburger, ten zuiden Pieter Cornelisz voorschreven, ten noorden Maerten Bouwensz, voor een obligatie van 380 gld 252.
In Stompwijk verkoopt in 1650 Pieter Cornelisz Colen aan Cornelis Lenert Gerritsz een partijtje flodderland verongeld wordende voor 2 hond goed land, in de Starrevaertsche polder, belend ten oosten en zuiden Gerrit Dircxz, ten westen de weduwe van jonge Cornelis Jorisz, ten noorden Matheus Pietersz, voor 90 gld gereed geld, heeft in 1652 Pieter Cornelisz Colen, na eerder uit de hand verkocht te hebben aan Cornelis Reijnen de Jonge, na naasting overgedragen aan Leendert Cornelisz Jonge Decker, comparants schoonzoon wonende aan de Ommedijck, een partij flodderland verongeld voor 3 hond kwaad en 5½ hond goed land, voor een obligatie van 120 gld, die dit meteen doorverkoopt aan zijn vader Cornelis Lenertsz, en verkoopt in 1656 Pieter Cornelisz Colen aan Aelwijn Fredricxz een erfje met een halve schuur gekomen van Hubert Lenertsz, in de Starrevaertsche polder, belend ten oosten Cornelis Cornelisz van Stompwijck, ten zuiden de Stompwijcsche wateringe, ten westen Leenert Cornelis Leenertsz, ten noorden de navolgende partij, nog een partij flodderland gekomen als voren, te verongelden met het erf voorschreven voor 1½ hond, belend ten oosten Cornelis Cornelisz van Stompwijck, ten zuiden voorgaand erf, ten westen Cornelis Leenert Gerritsz, ten noorden Cornelis Arentsz backer, voor een obligatie van 96 gld 253.
tr. Jorisgen DIRCXDR, dr van Dirck ARIENSZ.
Uit dit huwelijk:
1. Neeltgen Pietersdr, ondertr./tr. (schepenbank) Stompwijk 5 nov./4 dec. 1639 Pieter SYMONSZ.
2. Machtelt Pietersdr, ondertr. (schepenbank)/tr. Stompwijk 31 maart/16 april 1646 Lenert Cornelisz JONGE DECKER.
3. Arien Pietersz.
4. Gerrit Pietersz, ondertr./tr. (schepenbank) Stompwijk 2/17 april 1646 Marijtgen Jansdr van VELSEN, dr van Jonge Jan Leendertsz van VELSEN, schepen (1633), ambachtsbewaarder ald. (1637), en Lysbeth Cornelisdr SCHOUT.
In Stompwijk verkoopt in 1645 Lenert Reijnen aan Gerrit Pietersz Colen 2 hond flodderland voor een schuldbrief van 500 gulden, verkoopt in 1646 Jasper Pietersz den Elsen aan Gerrit Pietersz Colen 3 partijtjes flodderland, van 7 hond, vanouds gebroken, belend ten oosten Pieter Symonsz, ten westen Neel Reynen, ten zuiden de verkoper, ten noorden Pieter Cornelisz backer, van 2 hond, goed land, belend ten oosten Claes Cornelisz Vercade, ten westen Cornelis Willemsz, ten zuiden Geertgen Cors, ten noorden de verkoper, en van 1 hond, met een schuur erop, belend ten oosten Jan Leendertsz Pan, ten westen Jan Arentsz, ten zuiden Leendert Arentsz, ten noorden de koper, voor een schuldbrief van 1150 gld, en ruilen in 1648 Cornelis Willem Jan Jacobsz en Gerrit Pieters Colen land 254.
5. Arijaentge Pietersdr, ondertr. (schepenbank) Stompwijk 15 april 1651 Jan Jansz van der LAEN, bij ondertrouw in Stompwijk jongeman van Zoeterwoude.
Vc. (van IVc) Ariaentgen CORNELISDR, ged. (nederd. geref.) Wilsveen 16 okt. 1594 (doopgetuigen Adriaen Jansz schout van Stompwijk en Maritgen Jansdr),
tr. Jacob Pietersz HOFFLANT.
In Stompwijk verkoopt in 1642 Jacob Pietersz Hofflant aan Pieter Corrnelisz Coolen de helft van een partijtje land, groot 1½ morgen, belend ten oosten Jan Vrancken, ten zuiden en westen Cornelis Cornelisz Persoon, ten noorden de Stompwycxe wateringe, voor 700 gld gereed geld, en in 1643 verkoopt Joris Heyndricxz van Leeuwen aan Jacob Pietersz Hoflant scheepmaker een partijtje flodderland, groot 2 hond, belend ten oosten en westen Claes Dircxz c.s., ten zuiden Jacob Pietersz c.s., ten noorden Claes Dircxz, voor 140 gld gereed geld 255.
Uit dit huwelijk:
1. Cornelis Jacobsz HOFLANT.
Vd. (van IVc) Jan Cornelisz van RHIJN, geb. mei 1601,
In Stompwijk verkoopt in 1656 Cornelis Arentsz backer, wonende te Voorburg, getrouwd hebbende Ariaentge Jacobsdr, tevoren weduwe en boedelhoudster van Jan Cornelisz Colen, aan Leenert Cornelis Leenertsz een erfje met een halve schuur gekomen van Hubert Leenertsz, in de Starrevaertsche polder, nog een partij flodderland gekomen als voren, met het erf 1½ hond, en nog een partijtje flodderland gekomen van Jan van Duijnen, voor een obligatie van 120 gld (op dezelfde datum verkoopt Pieter Cornelisz Colen eenzelfde halve schuur op een erfje, en een soortgelijk stuk flodderland, met Cornelis Arentsz backer als noordelijke belender) 256.
tr. Ariaentge Jacobsdr BERGEN, dr van Jacob Claesz BERGEN, die hertr. met Cornelis Arentsz DUIJVESTEIJN, bakker te Voorburg.
In Voorburg verkopen in 1671 Cornelis Arentsz Duijvesteijn, weduwnaar van Ariaentge Jacobsdr, die tevoren in huwelijk gehad heeft Jan Cornelisz van Rhijn, voor de ene helft, Cornelis Jansz van Rhijn voorzoon van voorschreven Ariaentge Jacobs, Adriaen Cornelisz Duijvesteijn, Jacob Cornelisz Duijvesteijn en Maerten Jacobsz s'Gravemade als getrouwd hebbende Leentge Cornelis Duijvesteijn, nog tezamen vervangende Jan Cornelisz Duijvesteijn, nakinderen van voorschreven Ariaentge Jacobs, tezamen voor 5 zesdeparten in de wederhelft, aan Jacob Aelbrechtsz Veen getrouwd hebbende Geertge Cornelis Duijvesteijn aan wie het resterende zesdepart van de wederhelft competeert, zekere huizinge en erve, schuur en bargen, met een croft teelland groot omtrent 3 hond in 't Oosteijnde, belend ten oosten Aeltge en Neeltge Jansdr, ten zuiden de Heerwech, ten westen Dirck Cornelisz van der Haes en de erfgenamen van heer Magnus, ten noorden de Lijwech, met diverse lasten, voor 575 gld 257.
Uit dit huwelijk:
1. Adriaen Jansz, overl. vóór 19 aug. 1662, ondertr./tr. (schepenbank) Voorburg 17 jan./13 febr. 1654 Maertgen Cornelisdr de BLOIS, dr van Cornelis Jansz de BLOIJS en Ariaentie CORNELISDR, die hertr. met Maerten Jacobsz van s'GRAVEMADE.
In Voorburg verklaren in 1654 Lenaert Cornelisz de Bloijs en Cornelis Cornelisz de Bloijs, nagelaten mondige kinderen van Ariaentie Cornelisdr geprocreëerd bij Cornels Jansz de Bloijs, beiden zal., op 17 oktober 1653 onder de hand verkocht te hebben aan Maertgien Cornelisdr de Bloijs hun zuster, en nu wettelijk opdragen t.b.v. Adriaen Jansz van Rhijn, als nu getrouwd zijnde met voornoemde Maertien Cornelis de Bloijs, 2 derdeparten van zeker huis, erve, schuur en berg met omtrent 4 hond teelland op 't Oosteijnde waar uithangt de Marktschuijt op Delft, belend ten oosten het kerkeland, ten zuiden de Heerwech, ten westen Cornelis Jacobsz Bergen, ten noorden de Lijtwech, nog 2 derdeparten in de boedel of huisraad, mitsgaders nog een marktschuit, een paard, al 't hooi op de til liggende, een rolwagen en verder gereedschap tot de marktschuit dienende, waarvan Adriaen Jansz van Rhijn in qualité als voren het andere derdepart is competerende, huis, erve en land belast met 800 gld hoofdsom tegen de penning 20 toekomende de kinderen en erfgenamen van de heer Constantinus Magnus te Leiden, voor 1833 gld 6 st, nl. aan Lenaert Cornelisz voor zijn derdepart met contante penningen en aan Cornelis Cornelisz een obligatie van 550 gld boven zijn derdepart 258.
In Voorburg is in 1666 Maerten Jacobsz s'Gravemade, weduwnaar van Maertge Cornelisdr de Blois, die tevoren weduwe was van Adriaen Jansz van Rhijn, aan Cornelis Jansz van Rhijn, marktschipper alhier, 700 gld schuldig, spruitende uit zake van op interest gedane penningen aan Cornelis Jansz van Rhijn aangekomen en bestorven als erfenis van de kinderen van Adriaen Jansz van Rhijn bij Maertgen Cornelisdr, en die comparant nu gehouden was op te leggen en te betalen volgens de uitkoop die bij deze wered vernietigd, met interest van de penning 25, waaraan hij zij huis verbindt met een croft teelland van omtrent 4½ hond in 't Oosteijnde 259.
Bij de ondertrouw in 1654 voor de schepenbank van Voorburg treedt Cornelis Arentsz backer op als stiefvader van de bruidegom Adriaen Jansz van Rhijn en Cornelis Cornelisz Blois als broer van de bruid Maertgen Cornelisdr de Blois.
2. Cornelis Jansz, geb. Voorburg, volgt VIa.
Ve. (van IVc) Jonge Maritgen Cornelisdr van RHIJN, geb. ca. 27 febr. 1605,
In Voorburg verkopen de 4 kinderen en erfgenamen van Cornelis Jacobsz Bergen verwekt bij Jaepge Simonsdr aan de gezamenlijke kinderen en erfgenamen van Maertge Cornelis van Rhijn, in haar leven weduwe en boedelhoudster van Claes Jacobsz Bergen, de helft van een erf of stukje land liggende gemeen in de croft teelland van de kopers in 't Oosteijnde aan de Heerwech naast de laan, waarin de kinderen en erfgenamen van Ariaentge Jacobs Bergen, hun moei, verwekt bij Cornelis Arentsz Duijvesteijn, de wederhelft is competerende, voor 40 gld, te betalen aan Jr Anthonij van Stembor in mindering van achterstallige landpacht 260.
tr. Claes Jacobsz BERGEN, zn van Jacob Claesz BERGEN.
In Voorburg verkopen in 1684 Cornelis Claes van Bergen en Geertgen Claes van Bergen weduwe van Gerrit Aemsz Gerdijn, elk voor een derdepart, en nog beiden mitsgaders Lenaert Jansz Starre als voogd over de minderjarige kinderen van Oude Jan Jansz en Cornelis Jansz, alsmede Jonge Jan Jansz Starre, Bastiaen Cornelisz van der Speck, Cornelis Cornelisz en Maria Cornelis van der Speck, tezamen erfgenamen van 't minderjarige kind van Neeltge Claes van Bergen verwekt bij Bastiaen Jansz Starre, beiden zal., voor 't resterende derdepart, aan Trijntge Cornelis van Dulcom, weduwe van Arien Lenaertsz Vergou, zeker huis en schuur met een croft teelland daaraan gelegen in 't Oosteijnde, verongeldende voor 1 hond 75 roeden, met lasten, voor 800 gld in contante penningen 261.
Uit dit huwelijk:
1. Cornelis Claesz van BERGEN.
In Voorburg is in 1693 Aeltjen Cornelis Kuij, weduwe van Jan Aamsz Gordijn, aan de kinderen van Cornelis Klaasz van Bergen zal., als erfgeneman van Geertje Klaas van Bergen, in haar leven weduwe van Gerrit Aamsz Gerdijn hun moei, 425 gld schuldig, spruitende uit zake van cassatie van een notariële obligatie van 400 gld ten haren laste en ten behoeve van de voornoemde Geertje Klaas van Bergen, rentende tegen 4 gld van 't honderd in 't jaar, zijnde van 2 mei 1685 gepasseerd voor notaris Thomas van leeuwen te Voorburg 262.
2. Geertgen Claes van BERGEN, tr. Gerrit Aemsz GORDIJN.
3. Neeltge Claes van BERGEN, tr. Bastiaen Jansz STARRE.
Vf. (van IVc) Claes Cornelisz van RHIJN, geb. ca. 1613, overl. tussen 23 nov. 1656 en 7 nov. 1657,
In Stompwijk heeft in 1645 Claes Cornelisz van Rhijn openbaar verkocht aan Mees Pietersz Coppel wonende in Veur een stuk hooiland gelegen recht achter de hofstede van de heer Sixtus, groot omtrent 1 morgen 42 roeden, waarvan genomen en verkocht t.b.v. de nieuwe trekweg 73 roeden, blijvende over 5 hond 64 roeden of daaromtrent, belend ten oosten Jan Cornelisz van Leeuwen, ten zuiden Johan van Dijnen, ten westen Joris Henricxz van Leeuwen, ten noorden de Ringsloot en daarover de nieuwe trekweg, voor 430 gld, te betalen meidag eerstkomende in gereed geld, en verkoopt in 1648 Jan Pietersz van Swieten aan Claes Cornelisz van Rhijn een partij veenland, groot 9½ hond goed land, belend ten oosten Arij Lenert Gerritsz, ten zuiden de weduwe van Jan Cornelis Dircken, ten westen de verkoper c.s., ten noorden de Stompwijcse wech, voor een schuldbrief van 1450 gld 263.
In Stompwijk verkoopt in 1650 Claes Cornelisz van Rijn wonende in Wilsveen aan Lenert Arentsz een partijtje flodderland verongeld wordende voor 3 hond goed en 4 hond kwaad land, belend ten oosten Jan Vredericxz, ten zuiden Arij Pietersz, ten westen Arij Lucasz, ten noorden de Stompwijcksche binnenwateringe, voor een obligatie van 600 gld, aan Willem Cornelisz mede wonende aldaar een partijtje flodderland verongeld wordende voor 3 hond kwaad en 4½ hond goed land, belend ten oosten Arij Lenert Gerritsz, ten zuiden de weduwe van Jacob Leendertsz, ten westen de koper, ten noorden Cornelis Cornelisz van Eijck, voor 125 gld gereed geld en 5 gld speldegeld, 50 st voor de armen, en verkoopt in 1651 Claes Arentsz Westermeer wonende aan de Ommedijck aan Claes Cornelisz van Rijn en Matheus Maertensz een partij veenland in Wilsveen verongeld wordende voor 1 hond, belend ten oosten Willem Willemsz, ten zuiden Pieter Leendertsz van der Veer, ten westen Arij Jansz Sman, ten noorden Dirck Jansz Cluijt, voor een schuldbrief van 1070 gld 264.
ondertr./tr. (schepenbank) Stompwijk 2/16 aug. 1637 Cniertgen ARIAENSDR, dr van Adriaen AERTSZ.
Uit dit huwelijk:
1. Cornelis Claesz van RIJN, ondertr. (schepenbank) Stompwijk 3 nov. 1663 (hij jongeman in Wilsveen geassisteerd met zijn oom Willem Cornelisz van Rijn, zij jongedochter aan de Veenwech geassisteerd met Jan Arien Ewoutsz haar stiefvader), attestatie om te trouwen ald. 18 nov. 1663 Leentje LEENDERTSDR.
Vg. (van IVc) Louris Cornelisz van RHIJN, geb. ca. 1615, overl. Voorburg vóór 1 juni 1654,
In Voorburg verklaren in 1654 Cornelis Crijnsz Corper ter eenre, en Ariaentgen Arentsdr, weduwe van Louris Cornelisz van Rhijn, geassisteerd met Cornelis Arentsz backer haar broer, mitsgaders Claes Cornelisz van Rhijn, oom en zulks bloedvoogd van de nagelaten weeskinderen van voornoemde Louris Cornelisz geprocreëerd bij voorschreven Ariaentgen Arents, ter andere zijde, dat hij, Cornelis Crijnsz, en Louris Cornelisz vanaf enige jaren terug tot nu toe in gemeen eigendom hebben bezeten zekere huizinge en erve met omtrent 3 hond land op 't Oosteijnde, waaruit 8 roeden in 't vierkant verkocht is aan Roelant Joosten scheepmaker, en dit op 6 januari 1654 gedeeld te hebben, en verklaart in 1654 Ariaentgen Arentsdr, weduwe van Louris Claesz van Rhijn, geassisteerd met Cornelis Arentsz backer haar broer en Claes Cornelisz van Rhijn haar zwager, op 27 februari 1654 openbaar verkocht te hebben aan Cornelis Meesen, schipper te Leiden, een stukje teelland of warmoesland op 't Oosteijnde achter de scheepmakerij van Roelant Joosten, verongeld voor 1½ hond, belend ten oosten Cornelis Crijnsz Corper met de wederhelft van 't voorschreven land, ten zuiden het uitpad van 12 voet, ten westen het uitpad van Roelant Joosten c.s., breed 4 voet, ten noorden de Heerwech, belast met de helft van 15 st 's jaars en nog de helft van 7 st 12 penn 's jaars, voor 555 gld 265.
In Voorburg is in 1658 Ariaentgen Arentsdr, weduwe van Louris Cornelisz van Rhijn, als principaal, geassisteerd met Cornelis Arentsz backer haar broer, mitsgaders dezelfde Cornelis Arentsz backer en Cornelis Crijnsz Corper, en Cuniertgen Ariensdr weduwe van Claes Cornelisz van Rhijn wonende in Wilsveen in de banne van Stompwijk, in dezen geassisteerd met Willem Cornelisz van Rhijn haar zwager als oom en voogd over haar minderjarige kinderen bij de gemelde Claes Cornelisz van Rhijn geprocreëerd, tezamen als borgen, aan de 7 minderjarige kinderen van Louris Cornelisz van Rhijn zal. geprocreëerd bij de voorschreven Ariaentgen Arentsdr, 325 gld schuldig uit zake van aangetelde penningen, aan haar, principale comparante, huiden door weesmeesteren alhier en de voogden aangeteld, met als onderpand haar helft van zekere huizinge en erve welke zij naast Cornelis Crijnsz Corper bezit 266.
In Stompwijk compareert op 7 november 1657 Pieter Cornelisz Coolen, als door schout en weesmeesters van Voorburg geautoriseerd voor de navolgende opdracht uit naam van de 7 minderjarige weeskinderen van zal. Louris Cornelisz van Rijn overleden te Voorburg, geassisteerd met de weesmeesters van Voorburg als oppervoogden, en verklaart dat Claes Cornelisz van Rijn, in zijn leven oom en bloedvoogd over de gemelde weeskinderen, op 23 november 1656 openbaar verkocht had, en nu opgedragen wordt, aan Willem Cornelisz van Rijn, mede oom en bloedvoogd, wonende in Wilsveen, een partij ten dele heel, ten dele gebroken, veen en flodderland, wezende het noordwaartse omtrent derdepart in een stuk in 't geheel verongeld voor 7 hond, tussen de Ommedijck en de Stompwijcksewech achter de woning van Jan Vrancken, de voornoemde weeskinderen aangekomen bij smaldeling uit de boedel van Lijsbeth Willemsdr, hun zal. grootmoeder, die laatst huisvrouw was van Jan Vrancken voornoemd, groot zijnde dit verkochte hele land omtrent 2 hond, evenwel niet hoger te verongelden dan voor 1 hond 75 roeden, 't gebroken land te verongelden voor ½ hond, belend ten oosten Arij Crijnen, ten zuiden Pieter Leendertsz Boonenberch cum socio met de middelste partij, ten westen Arij Cornelisz van Leeuwen, ten noorden de koper, voor een schuldbrief van 500 gld, met als borgen Gerrit Pietersz Coolen wonende in Stompwijk en Cornelis Jansz Velsen wonende aan de Voorwech in Zoetermeer 267.
In Voorburg verkopen in 1684 Ariaentge Arentsdr, weduwe van Louris Cornelisz van Rhijn, Dirck Lourisz en Jan Lourisz van Rhijn mitsgaders Gerrit Goossen getrouwd met Grietje Louris van Rijn, samen ook voor Cornelis en Lenaert Lourisz van Rhijn mitsgaders Jan Dircksz van Paridon getrouwd hebbende Trijntje Louris van Rijn, hun absente broers en zwager, tezamen nagelaten kinderen van voornoemde Louris Cornelisz van Rijn bij voorschreven Ariaentgen Arents verwekt, aan de heer Zacharias Swart, ontvanger van de 200e penning en vroedschap van 's-Gravenhage, het achterste of noordwaartse gedeelte van zekere huizinge en erve in 't Oosteijnde, met de eigendom nan 't gemene bleekveld, erf, uitpad en de sloten ter weerszijden van de huizinge gelegen, waarin de kinderen en erfgenamen van Cornelis Crijnen Corper de wederhelft competeert, nu mede door de voornoemde heer de Swart gekocht, met (gespecificeerde) lasten, voor 100 gld gereed en een obligatie van 400 gld 268.
tr. Ariaentgen ARENTSDR, dr van Arendt LENARTSZ.
In Voorburg compareert op 14 mei 1643 Arendt Lenartsz, oom en door het Hof van Holland geordonneerde voogd van Leentge Cornelis Costersdr, enige nagelaten dochter en erfgenaam van wijlen Cornelis Cornelisz Coster en Leentge Lenartsdr zal., te kennen gevende dat voorschreven Leentge Cornelis Costersdr op 9 januari 1643 verkocht had aan de weduwe van Mathijs Muller wonende in Den Haag zeker huis en erve met omtrent 1½ morgen teelland daaraan gelegen, nu genaast en toegewezen aan Cornelis Crijnsz Corper en Louris Cornelisz nomine uxoris, neven van de voornoemde verkoopster, zo heeft hij uit kracht van zijn voorschreven commissie en autorisatie van 3 maart 1643, alhier vertoond en voorgelezen, 't voorschreven verkochte huis, erve en land met potinge en plantinge opgedragen aan voornoemde Cornelis Crijnsz Coster en Louris Cornelisz, belend ten oosten Cornelis Thijelmansz, ten zuiden de Vliet, ten westen Arendt Lenartsz, ten noorden de Heerwech, belast met een opstallige rente van 15 st 's jaars toekomende de kerk te Voorburg, en nog 7 st 12 penn 's jaars Lourisgeld toekomende de possesseur van de Loo, voor 1000 gld als nu gereed ontvangen en een schuld- of constitutiebrief van 950 gld 269.
In Voorburg verkopen in 1659 Cornelis Crijnsz Corper, schipper, en Ariaentgen Arentsdr, weduwe van Louris Cornelisz van Rhijn, geassisteerd met Cornelis Arentsz backer haar broer, aan Sr Pouwels van Sevenhuijsen hun 2 derdeparten van zeker gemeen erfje waarin Sr Sevenhuijsen als actie en transport hebbende van Joost Roelantsz Oostvoorendijck het verdere derdepart is competerende, gelegen ten westen van de gemene huizinge en erve van verkopers, voor 50 gld 270.
In Voorburg worden in 1663, bij verkoop uit de boedel van Huybrecht Willemsz Gerdijn en Arientge Dircxdr, beiden zal., als erfgenamen van de moeder Maertge Jacobs, in haar leven weduwe van Dirck Gerritsz, genoemd: Cornelis Arentsz Duijvesteijn, Jacob Arentsz, Oude Claes Arentsz, Pieter Arentsz en Jonge Claes Arentsz, elk voor zichzelf, en Cornelis Crijnen Corper getrouwd hebbende Leentgen Arentsdr, Ariaentgen Arents weduwe van Louris Cornelisz van Rhijn, geassisterd met haar broer Cornelis Arentsz Duijvesteijn, en Lenaert Adriaensz van Oosterwijck getrouwd hebbende Zijtgen Arentsdr 271.
Uit dit huwelijk 7 kinderen, waarvan 1 jong overleden:
1. Cornelis Lourisz van RIJN.
2. Lenaert Lourisz van RIJN.
3. Dirck Lourisz van RIJN.
4. Jan Lourisz van RIJN, bakker te Voorburg, ondertr./tr. (schepenbank) ald. 9/24 sept. 1684 Maria Jans van VEEN.
In Voorburg verkoopt in 1684 Arent de Vries, bakker, aan Jan Lourisz van Rhijn, mede bakker alhier, zekere huizinge en erve met de schuur in het dorp op de Westhoeck van de Cleijne Laen, belend ten oosten de Cleijne Laen, ten zuiden Beatris de weduwe van Cornelis van der Hoeff, ten westen Cornelis Ariensz Eversteijn, ten noorden de kinderen en weduwe van Pouwels Havelaer en de Heerstraet, met de grondeigendom van de Cleijne Laensloot met de andere geburen, belast met 6 st 's jaars erfpacht, voor 2000 gld, verminderd met 1000 gld en 600 gld vanwege twee hypotheken 272.
5. Grietje Louris van RIJN, ondertr./tr. (schepenbank) Voorburg 17 april/2 mei 1677 Gerrit Goossensz van SCHAIJCK.
6. Trijntje Louris van RIJN, tr. Jan Dircksz van PARIDON.
Vh. (van IVc) Willem Cornelisz van RIJN, geb. ca. 1622,
In Stompwijk legt in 1651 Willem Cornelisz van Rijn, oud omtrent 29 jaar, een verklaring af, en verkoopt in 1652 Pieter Lenertsz van der Veer wonende in Wilsveen aan Willem Cornelisz van Rijn mede in Wilsveen een partij flodderland verongeld wordende voor 6 hond kwaad land, belend ten oosten Cornelis Hubertsz, ten zuiden Jan Gerrit Crijnen, ten westen Jan Gerritsz voorschreven en Dirck Jansz Cluijt, ten noorden Claes Cornelisz van Rijn cum socio, nog een partij flodderland verongeld wordende voor 1 hond goed land, belend ten oosten en zuiden Dirck Jansz Cluijt, ten westen Dirck Crijnen, ten noorden de Wilsveensche binnenwateringe, nog een partij veenland verongeld wordende voor 1¼ hond goed land mitsgaders nog de helft van nog zo'n 1¼ hond goed land in Wilsveen, tezamen belend ten oosten Jan Cornelisz van der Eijck, ten zuiden Jan Pietersz Visser, ten westen Arij Pietersz, ten noorden Arij Pietersz voorschreven c.s., voor een schuldbrief van 1400 gld 273.
ondertr./tr. (schepenbank) Stompwijk 7/24 jan. 1645 Jannetgen Jansdr van VELSEN, ged. (nederd. geref.) Wilsveen 5 juli 1620 (doopgetuigen Leendert Jansz, Maritgen Huygendr en Tryntgen Leendertsdr), dr van Jonge Jan Leendertsz van VELSEN, schepen (1633), ambachtsbewaarder van Stompwijk (1637), en Lysbeth Cornelisdr SCHOUT.
Uit dit huwelijk:
1. Neeltje Willemsdr, ondertr. (nederd. geref.)/tr. Stompwijk 21 dec. 1668/14 jan. 1669 Jacob Dircxz van der HOEFFVE, bij huwelijk jongeman wonende aan de Leijtschendam.
Vi. (van IVe) Lijsbeth ADRIAENSDR, overl. vóór 15 juli 1626,
In Voorschoten op 15 juli 1626 wordt Adriaen Claesz aangesteld tot voogd van 's moeders zijde over 't nagelaten kind van zal. Elysabeth Adriaensdr bij Cornelis Adriaensz Vos, en wordt bij de Weeskamer door Adriaen Claes Neel Jorisz te Stompwijk een boelcedulle gelicht competerende het weeskind van Lysbet Adriaensdr geprocreëerd bij Cornelis Adriaensz Vos, inhoudende 124 gld 5 st gereed geld, welke in handen van Cornelis Garrebrantsz gegeven zal worden om de restanten te winnen 274.
tr. Cornelis Adriaensz VOS, geb. ca. 1600, zn van Adriaen Cornelisz VOS, timmerman aan de Leidsendam te Voorschoten, en Neeltgen CORNELISDR, die hertr. met Maertgen PIETERSDR.
Uit dit huwelijk:
1. Leuntgen Cornelisdr VOS, ondertr. (schepenbank)/tr. Stompwijk 26 jan./12 febr. 1647 Cors GERRITSZ.
Vj. (van IVe) Neeltje ADRIAENSDR,
tr. (schepenbank) Stompwijk 13 febr. 1639 Mees Jorisz den ELSEN, geb. ca. 1610, zn van Joris Pietersz den ELSEN en Maritgen JANSDR.
In Stompwijk verkoopt in 1639 Jan Meeszoon aan Mees Joriszoon een partijtje veenland van 1 2/2 hond, voor een obligatie van 352 gld, wordt in 1640 een verklaring over een recht van overpad afgelegd door Mees Jorisz den Elsen, oud omtrent 30 jaar, en verkoopt in 1641 Mees Jorisz aan Cornelis Meesz te Leiden 8 hond heel land, dat nog 7 jaar gehuurd zal worden door Quinting Pietersz voor 32 gulden per jaar, voor 1750 gld 275.
Uit dit huwelijk:
1. Jan Meessen den ELSEN, ondertr. (schepenbank)/tr. Stompwijk 11/27 okt. 1670 Aeltje Jansdr van der MEER, dr van Jan PIETER AELWIJNSZ.
Vk. (van IVe) Claes ARIJ CLAESZ,
In Stompwijk verkoopt in 1643 Claes Adriaensz aan Cornelis Adriaensz de helft van 1 morgen land waarvan hemzelf de andere helft toekomt, belend ten oosten Cornelis Cornelisz Persoon, ten westen Maerten Bouwensz c.s., ten zuiden Cornelis Cornelisz voorschreven, ten noorden de Stompwycxe wech, voor een obligatie van 800 gld, en zijn in 1646 Claes Adriaensz, weduwnaar van Maerijtgen Adriaensdr, geassisteerd met Mees Joris den Elsen zijn zwager, ter eenre, en Cornelis Adriaensz Clover, moederlijke oom en bloedvoogd over de 4 nagelaten weeskinderen van de voornoemde Marijtgen Adriaensdr geprocreëerd bij de voornoemde Claes Adriaensz, met namen Lijsbeth Claesdr, oud mei 1646 10 jaar, Trijntgen Claesdr, oud St. Catrijn 1645 7 jaar, Ary Claesz, oud Vroulichtmissedage 1646 5 jaar, en Pieter Claesz, oud 8 dagen voor St. Jan 1646 3 jaar, veraccordeerd over de moederlijke erfenis van de kinderen 276.
ondertr. 1°/tr. (schepenbank) Stompwijk 4/18 febr. 1635 Maritgen ADRIAENSDR, overl. vóór 7 nov. 1646, dr van Arien DIRCXZ, eerder gehuwd met Willem PIETERSZ,
ondertr. 2° (schepenbank)/tr. Stompwijk 26 april/14 mei 1647 Geertgen Cornelisdr BERCH, bij huwelijk jongedochter van Zoeterwoude.
Uit het eerste huwelijk:
1. Lijsbeth CLAESDR, geb. mei 1636, ondertr. (schepenbank) Stompwijk 27 sept. 1658, attestatie om te trouwen ald. 15 okt. 1658 Claes MEIJNDERTSZ, bij huwelijk jongeman van Zegwaart, zn van Meijndert JORISZ.
2. Trijntje CLAESDR, geb. 25 nov. 1638.
3. Arij CLAESZ, geb. 2 febr. 1641.
4. Pieter CLAESZ, geb. 16 juni 1643.
Vl. (van IVf) Claes Jorisz van RHIJN, geb. ca. 1604,
Op 7 oktober 1650 is in Voorschoten Pieter de Vries, voerman binnen Leiden, arrestant en eiser contra Claes Jorisz van Rijn wonende te Oegstgeest, gedaagde om zijn in beslag genomen koe en kalf te komen verantwoorden, en op 11 november 1651 wordt getuigenis geleverd door Claes Jorijsz van Rhijn, wonende te Oegstgeest, oud 47 jaar 277.
Op 13 september 1652 geeft Claes Jorysz van Rhijn wonende in Oegstgeest, vader en testamentaire voogd van zijn zoon Jorys gewonnen bij zijn eerste huisvrouw Maritgen Claesdr, machtiging aan zijn moeder Neeltge Adriaens, weduwe van Jorys Claesz van Rhijn, en zijn zuster Machtelt Jorys, in het proces met Vranck Claesz wonende te Berckel vanwege 't overlijden van de moederlijke bestevader Claes Vrancken van zijn kind 278.
Op 31 januari 1654 verklaart Claes Jorisz van Rhyn, wonende onder Oegstgeest achter Rustenburch, te kennen gevende dat zijn moeder Neeltgen Adriaensdr van der Aa, in haar leven weduwe van Joris Claesz van Rhyn, bij haar testament verleden op 21 juni 1652 bij deze notaris hem heeft aangerekend de 4250 gld die hij conform hetzelfde testament van zijn moeder had genoten, en dat zijn moeder in plaats van zijn legitieme portie hem daarin institueerde, nu geaccordeerd te zijn met zin zuster Machtelt Jorysdr van Rhyn dat zij hem op meidag eerstkomende nog zal aantellen 300 gld, waarmee hij wel voldaan is 279.
tr. 1° Marijtgen CLAESDR, dr van Claes VRANCKENSZ en Adriaentgen DIRCXDR,
Op 17 juni 1635 testeren Claes Jorisz van Rijn en Marijtgen Claesdr, echte man en wijf woonachtig te Zoeterwoude op de Noorda, [op de langstlevende] die de zorg zal hebben voor hun beider kinderen, tot hun ouderdom van 25 jaar of huwelijk, en dan uit zal keren 450 gld tezamen en aan elk kind nog 50 gld. Als hij vóór haar overlijdt zonder kinderen achter te laten en Neeltgen Adriaensdr, weduwe van Joris Claesz van Rijn, zijn moeder, nog in leven is, zal de langstlevende aan haar 450 gld uitkeren en al zijn kleren, analoog als zij eerste overlijdt en dan nog Claes Franckensz of Adriaentgen Dircxdr, haar vader en moeder, in leven is. Als eventuele voogden van zijn kant worden aangesteld zijn huisvrouw met Claes Adriaen Franckenssoon zijn oom, van haar kant haar man en Claes Franckensz haar vader, met uitsluiting van weesmannen. 280
tr. 2° Bastiaentgen ADRIAENSDR.
Uit het eerste huwelijk:
1. Joris Claesz.
Vm. (van IVh) Grietgen Cornelisdr van RIJN,
In Stompwijk verklaren in 1631 Grietgen Cornelisdr, weduwe van en boedelhoudster van Pieter Jonge Wilemsz, geassisteerd met Arent Cornelisz haar broer, ter eenre, en Vracnk Alewijnsz als oom en voogd van de 5 onmondige nagelaten weeskinderen geprocreëerd bij voorschreven Pieter Willemsz, ter andere zijde, met namen Louris Pietersz van Rijn oud 10 dagen na Allerheiligen 1629 11 jaar, Pieter Pietersz 9 jaar, Maritgen Pietersdr Vrouwendag 1630 5 jaar, Willem Pietersz 14 dagen na mei 1629 2 jaar, en Trijntge Pietersdr St. Jan 1630 1 jaar, op 21 maart 1630 minnelijk geaccordeerd te zijn 281.
tr. 1° Pieter JONGE WILLEMSZ, overl. vóór 21 maart 1630,
tr. 2° Leendert Cornelisz OVERRIJNDER.
Uit het eerste huwelijk:
1. Louris Pietersz, geb. ca. 11 nov. 1618, volgt VIb.
2. Pieter Pietersz, geb. ca. 1621, tr. (schepenbank) Zegwaard 17 okt. 1649 Maertgen Cornelis van den BOS, bij huwelijk jongedochter van Zoetermeer.
3. Maritgen PIETERSDR, geb. ca. 2 febr. 1625.
4. Willem Pietersz, geb. ca. 15 mei 1627, scheepmaker te Stompwijk, tr. Hillegunt OUTSHOORN.
In 1661 is Cors Jansz van der Aa wonende aan de Ommedijck in de banne van Stompwijk aan Willem Pietersz van Rhijn, scheepmaker, 57 gld schuldig voor levering van een nieuwe visschuit 282.
In 1661 testeren Willem Pietersz van Rhijn en Hillegunt Cornelis van Ousthoorn, echte man en vrouw wonende in Stompwijk, op de langstlevende, die eventueel voogd zal zijn met als mede-voogden Reijn Cornelisz Outshoorn en Jan Claesz van Lelievelt 283.
5. Trijntgen PIETERSDR, geb. ca. 24 juni 1629.
Uit het tweede huwelijk:
1. Cornelis Leendertsz OVERRIJNDER, ondertr. (schepenbank)/tr. Bleiswijk 29 sept./18 okt. 1657 Lijsbeth Jansdr SONNE, dr van Jan Cornelisz SONNE.
Vn. (van IVh) Arent Cornelisz van RIJN, geb. ca. 1598 (getuigenis in Stompwijk in 1641 door Arent Cornelisz van Ryn, oud 42 jaar 141),
In Stompwijk verkopen in 1644 de erfgenamen van Appollonia Reynen, met namen Reyn Maertsz van Outshoorn, Cornelis Dircxz d'Hooch, Pieter Willemsz Valck, Willem Dircxz van Berendrecht, aan Arent Cornelisz van Ryn de gerechte zeven parten waarvan voorschreven van Ryn het achtste part competeert, in een wonig enz., met omtrent 6 morgen 4 hond 20 roeden land, te verongelden voor 6 morgen 5 hond, belend ten oosten Cornelis Ary Jacobsz c.s., ten westen de weduwe van Joachim Reynen c.s., ten zuiden de Stompwycxe wateringe, ten noorden de Meerburgse wateringe, en nog 1 hond flodderland, belend ten oosten Hillebrant Afriaensz c.s., ten weste Reyn Maertsz c.s., ten zuiden Willem Pietersz, ten noorden Neel Reynen, voor 5600 gld gereed geld 284.
In Stompwijk verkoopt in 1658 Arent Cornelisz van Rijn aan Jaques Pierot wonende in de vergrotinge in Leiden, 4 morgen 4 hond 40 roeden en nog 2 morgen 3 hond 47 roeden, tezamen 7 morgen 1 hond 91 roeden, hooi- en weiland hem bij kaveling aangekomen uit de boedel van zal. Reijn Cornelisz van Rijn, zijn overleden broer, in de Soetermeerse meerpolder in de banne van Stompwijk, belast met een recognitie van 22 stuivers op iedere morgen 's jaars aan de heer van Benthuizen, voor 3760 gld nevens een gouden ducaton tot speldegeld en het laken voor een pak klederen van 8 gld het el 285.
ondertr. 1° (schepenbank)/tr. Stompwijk 28 dec. 1636/14 jan. 1637 Aeltgen DIRCXDR, bij haar ondertrouw in Stompwijk werd zij vertegenwoordigd door Jochum Reynen als haar voogd, dr van Dirck ADRIAENSZ, koekebakker in Naaldwijkerbroek, en Neeltgen REYNENDR,
ondertr. 2° (schepenbank)/tr. Stompwijk 4/21 juni 1655 Neeltje CORSSENDR, bij huwelijk jongedochter uit Poeldijk, die hertr. met Claes Pietersz COLIJN.
Uit het eerste huwelijk:
1. Huych Arentsz.
2. Cornelis Arentsz.
3. Neeltje Ariens van RHIJN, geb. Stompwijk, volgt VIc.
4. Maertje Arentsdr, ondertr. (schepenbank)/tr. Stompwijk 24 jan./11 febr. 1664 Claes Willemsz van SWIETEN, bij ondertrouw jongeman in de Soetermeersche meer.
5. Dirck Arentsz, volgt VId.
Vo. (van IVh) Jannetgen Cornelisdr van RIJN,
tr. Claes Reynen LELIEVELT, zn van Reyn JOACHIM REYNEN, schepen van Stompwijk op 12 nov. 1583 286, en Applonia CORNELISDR, wedn. van Adriaentgen JANSDR.
In Stompwijk verkoopt op 4 januari 1612 Claes Reynen aan Cornelis Jansz Cock wonende te Voorburg omtrent 1½ morgen land, voor een custingbrief van 612 gld, verkoopt op 4 juni 1614 Claes Reynen aan Cornelis Jan Claesz een perceel hooiland, verongeld voor 8 hond, voor een custingbrief van 1000 gld (geroyeerd op 27 november 1626), mangelen op 11 maart 1620 Claes Reynen en Leendert Leendertsz 4 morgen ½ hond tegen 3 morgen 4½ hond, en verkoopt op 14 november 1623 Claes Reynen aan Pieter Jansz wonende in Zoeterwoude een partij land van omtrent 13 hond, belend ten oosten Jacob Willem Jannen, ten westen Joachim Reynen, ten zuiden de Zoetermeerse meerpolder, ten noorden de Ommedycxse wateringe, met recht van overpad over het land van Joachim Reynen 287.
In het kohier van het hoofdgeld van 1623 onder 'Stompwijk': Claes Reijnen en Adriaentgen Jansdr zijn vrouw, Reijn, Dignum en Leuntgen, Claes' zoon en dochters, mitsgaders Neeltgen Cornelisdr dienstmaagd 288.
In Stompwijk verklaren op 4 november 1625 Claes Reynen weduwnaar van Ariaentgen Jansdr, geassisteerd met Joachim Reynen als broer en Cornelis Ary Jacobsz als buurman, ter eenre, en Leendert Govertsz als man en voogd van Aeffgen Leendertsdr en overzulks bestevader, Dingnaer Cornelisz als bloedvoogd, Jan Leendertsz timmerman als oom en voogd, samen als bestevader en ooms van de kinderen van de voorschreven Claes Reynen geprocreëerd bij voorschreven Ariaentgen Jansdr zal., met namen Reyn Claesz oud Allerheiligen toekomende 1625 10 jaar, Dingnom Claesdr oud in de verleden vasten 9 jaar, en Leuntgen Claesdr oud verleden Pasen 5 jaar, ter andere zijde, dat zij op 1 mei 1625 overeengekomen zijn over de goederen van de moeder van de weeskinderen (gecasseerd op 8 mei 1645, op welke datum Leuntgen Claesdr de vrouw is van Jan Cornelisz van der Mieningh), en verkoopt op 20 december 1634 Leendert Cornelisz Boer wonende te Zegwaard aan Claes Reynen een partij weiland te verongelden voor 2 morgen 2 hond in het oosteinde van Stompwijk, voor een obligatie van 2100 gld 289.
In Stompwijk verkopen op 7 maart 1640 Claes Reynen, als vader en voogd, en Dirck Gillisz als voogd, van Reyn Claesz, Dingnom Claesdr en Leuntgen Claesdr, aan Ary Pietersz een hond flodderland, belend ten oosten Dirck Lourisz van Paridon, ten westen Rochus Ariensz, ten zuiden Ghys Cornelisz, ten noorden de koper, voor 10 gld gereed geld, en verkopen op 6 mei 1648 de erfgenamen van Christoffel Dircxz van Nieuwenhoven, in zijn leven burgemeester van Leiden, aan Claes Reynen van Lelievelt een partij wei- en hooiland in de Soetermeersche Meerpolder aan de westzijde van de korte middelweg, groot 5 morgen 4 hond 55 roeden, voor een obligatie van 4043 gld 30 st 5 penn, dat is 700 gld elke morgen 290.
Op 20 februari 1649 is Cornelis Claesz van Outshoren, wonende te Voorschoten bij 't huis te Duvenvoorde, aan Claes Reynen van Lelievelt te Stompwijk 100 gld schuldig, met als interest 5 gld 291.
Uit dit huwelijk:
1. Jan Claesz LELIEVELT, ondertr. (schepenbank)/tr. Stompwijk 7/24 sept. 1658 Neeltge Jorisdr van der HORST.
2. Ariaentje Claesdr van LELIEVELT, ondertr. (schepenbank) Stompwijk 8 april 1664 (hij jongeman onder 't hof van Delft, zij jongedochter in Stompwijk geassisteerd met Jan Claesz Lelievelt haar broer), attestatie om te trouwen ald. 27 april 1664 Jan Leendertsz OVERGAEU.
3. Appolonia Claesdr LELIEVELT, ondertr. (schepenbank)/tr. Stompwijk 19 juli/5 aug. 1670 Gerrit Cornelisz van NIEROP.
Vp. (van IVi) Dirck Claesz van RHIJN,
In 1626 verkopen in Voorburg Dieuwer Jacobsdr, weduwe van Willem Jansz Hovelingh, en hun kinderen aan Dirck Claesz van Rhijn, eerst een woninge als huis, barg, potinge en plantinge met omtrent 10 hond teelland en een weinig hoog geestland, met een vrije uitweg van de Lijtwech tot de Heerwech, strekkende van de Broucksloot zuidwaarts tot de Lijtwech, belend ten oosten de erfgenamen van Michiel Pietersz den Heer, en Baefgen Ariaensdr, ten westen de weduwe en erfgenamen van de commissaris Johan de Mijt, en naast de voorschreven uitweg Pieter Meesz, belast met een vicarierente van 6 gld 16 st 's jaars, en nog de helft van een perceel wei- en hooiland in de binnenpolder gemeen liggende met de weduwe en erfgenamen van Adriaen Adriaensz, mede gekocht door voornoemde Dirck Claesz, groot zijnde 't gehele perceel 4 morgen 5 hond 22 roeden, belend ten oosten Cornelis Jaspersz en de erfgenamen van Michiel Pietersz den Heer, ten zuiden de Broucksloot, ten westen Pieter Meesz, ten noorden de Veenwateringhe, met een erfpacht van 2 gld 5 st 's jaars, en nog o.a. een losrente van 5½ pond Hollands 's jaars tot 15 st in 't pond, bedragende 4 gld 2 st 8 penn, voor een schuldbrief van 1737 gld 10 st (geroyeerd op 12 september 1627), en Lenaert Mouringhsz getrouwd hebbende Zijtge Willemsdr die weduwe was van Adriaen Adriaensz, voor de ene helft, en de voogden van de nagelaten weeskinderen van Vrerick Ariaensz en Haesgen Ariaensdr, beiden zal., erfgenamen ab intestato van voornoemde Adriaen Ariaensz, aan Dirck Claesz van Rhijn de helft van een perceel wei- en hooiland, enz., voor een schuldbrief van 1137 gld 10 st (afgelost op 10 januari 1627) 292.
In Voorburg verkoopt in 1636 Aelbrecht Verschou, bode van het ambacht, aan Dirck Claesz van Rhijn een huis en erve vanouds genaamd Crossenburch, belend ten oosten een uitweg van landen genaamd de Flop, die de possesseur van voorschreven huis mede mag gebruiken, ten zuiden de Heerstraet, ten westen voornoemde Aelbrecht Verschou zelf met huis en erve, ten noorden de weduwe en erfgenamen van Dirck Florisz wielmaker, voor 600 gld, en verkoopt in 1640 Claes Thijsz, mede-erfgenaam van wijlen Lenaert Thijsz drapenier, zijn broer, aan Dirck Claesz van Rhijn zijn derdepart in de ene helft van een huis en erve waaraan Anna Jansdr, de weduwe van voornoemde Lenaert Thijsz de lijftocht competeert, belend in 't geheel ten oosten het Buijlaentje, ten zuiden en westen Juffr. Schortis, ten noorden de Heerstraet, mits de koper tot zijn last neemt het zesdepart van een jaarlijkse opstallige vicarierente, voor 106 gld 293.
In Voorburg verkoopt in 1644 Johan van Leeuwen wonende te Rijswijk aan Dirck Claesz van Rhijn, Thonis Claesz van Rhijn en Cornelis Sijmonsz elk een derdepart van een perceel hooiland in de Veenpolder, groot 4 morgen 92 roeden, strekkende uit de Veenwateringe noordwaarts tot de scheiding, belend ten oosten de heer Christiaen Rumpf en Adam Harel, ten westen Johan van der Nes met consorten, voor 2313 gld 10 st 8 penn, die het in 1645 weer verkopen aan de heer Christiaen Rumpf voor een schuldbrief van 4568 gld 15 st 4 penn 294.
In Voorburg verkoopt in 1666 Dirck Claesz van Rhijn aan Cornelis Heijnricxz van Veen zekere huizinge en erve aan de noordzijde van de Heerstraet in 't dorp, vanouds genaamd Vossenburch, belend ten oosten een gemene uitweg genaamd het Slop die de possesseur van de huizinge mag gebruiken, ten zuiden de Heerstraet, ten westen Cornelis Jaspersz Rottenveel met huis en erve, ten noorden Adriaen Dircxz van Langevelt met de houttuin, voor 300 gld gereed geld en een schuldrentebrief van 1500 gld 295.
In Voorburg verkoopt in 1670 Arent Sijmonsz van der Elst, schipper wonende te Delft, aan Dirck Claesz van Rhijn zekere huizinge en erve in 't Oosteijnde, belend ten oosten de Buijrsloot, ten zuiden de Vliet, ten westen Pieter Michiel van der Dusse, ten noorden de erfgenamen van Dorck Claes Corsz, voor 600 gld in gereed geld, en verkopen Adriaen Dircxz van Leeuwen wonende in Tedingerbroeck in de banne van Stompwijk, mitsgaders Jan Cornelisz Bijstervelt wonende in 's-Gravenhage, oom en gestelde voogd over Maertge Dircx, minderjarige dochter van Dirck Claesz van Leeuwen zal., aan Dirck Claesz van Rhijn zekere huizinge en erve in 't Oosteijnde, belend ten oosten het gemene uitpad, ten zuiden de koper, ten westen en noorden de heer Michiel van der Dusse met zijn land, voor 450 gld 296.
tr. N.N.
Uit dit huwelijk:
1. Claes Dircxz, korenmolenaar te 's-Gravenhage, ondertr. 1°/ondertr. (schepenbank) Voorburg/'s-Gravenhage 26/28 april 1658, tr. (schepenbank) Voorburg 28 april 1658 Maeritge Dircxdr van der SPECK, dr van Dirck Hendricxz van der SPECK en Pietertge PIETERS, ondertr. 2°/tr. (schepenbank) 's-Gravenhage 15/31 mei 1667 Aeltgen Jans van KETH.
In Wassenaar is in 1665 onder de scabinale procuratiën een afschrift opgenomen van een akte voor notaris Johan van Dyck in Den Haag, waarin Claes Dircxz van Rhijn, burger in Den Haag, in huwelijk hebbende Maertge Dircxdr van der Speck, als mede-erfgenaam van Dirck Hendricxz van der Speck en Pietertge Pieters, haar vader en moeder, machtiging geeft aan zijn twee zwagers Willem Dircxz van der Speck en Herman Dircxz van der Speck, beiden wonende te Voorburg, wegens transport van zijn aandeel in 2½ morgen land aan de Ed. Tholl Schouteth te Wassenaar, voor 7500 gld, te verdelen onder hun drieën 297.
2. Cornelis Dircxz, volgt VIe.
Vq. (van IVi) Thonis Claesz van RHIJN, ambachtsbewaarder van Voorburg op 6 jan. 1644 298, overl. tussen 29 april 1654 en 3 nov. 1655,
In Voorburg verkoopt in 1650 Lenaert Huijbrechtsz van Meurs wonende in Haagambacht aan Thonis Claesz van Rhijn een huis en erve aan de Westzijde van de Kercklaen, belend ten oosten voorschreven laan, ten zuiden Pieter Crijnsz van der Meer, ten westen Jan Maertens en Balster Jansz Richters, ten noorden Balster Jansz voornoemd, belast met een opstallige rente van 22 st 's jaars, voor een schuldbrief van 1750 gld 299.
In Voorburg verkoopt in 1651 Jan Maertensz aan Thonis Claesz van Rhijn zeker erf gelegen annex kopers erf, komende van zijn huis in de Kercklaen, groot 35 roeden 1 voet 8 duim, belend ten oosten de koper, de weduwe van Baltgen Jansz, en Pieter Crijnen van der Meer, ten zuiden de heer Samuel Casembrooth tot de halve greppel, ten westen over de sloot de verkoper tot de scheipalen op de westkant van de sloot, ten noorden Sijmon Corsz van Meurs met zijn gekochte erve, en verder de vrije doorvaart in de sloot door hem op het zuideinde van de 4 verkochte percelen geschoten en in de sloot van de Cleijne Laen tot in de Vliet, voor een schuldbrief van 449 gld 15 st (geroyeerd op 7 december 1658), en verkoopt in 1652 Thonis Claesz van Rhijn aan Cornelis Cornelis van Eversteijn een huis en erve aan de westzijde van de Kercklaen, belend ten oosten vooschreven laan, ten zuiden Pieter Crijnsz van der Meer, ten westen 't navolgende aangekocht erve en de weduwe en erfgenamen van Balster Jansz Richters, ten noorden dezelfde weduwe en erfgenamen, belast met een opstallige rente van 22 st 's jaars, en nog een erf ten westen van voorschreven huis en erf, groot 35 roeden 1 voet 8 duim, door hem aangekocht van Jan Maertensz, voor ruiling van 2 perceeltjes land elk groot 2 morgen in de Soetermeersche meerpolder onder de banne van Stompwijk, door Eversteijn hem comparant voor deze datum opgedragen en een obligatie van 500 gld 300.
In Voorburg verkoopt in 1654 Willem Mathijsz, korenmolenaar, aan Thonis Claesz van Rhijn de windkorenmolen, metten gevolge ende aencleven vandijen, gelegen ten noordwesten van het dorp op de woninge van de heer Francois van Halewijn, met verdere toebehoren, voor een schuldbekentenis van 3500 gld gerede penningen, en verklaren in 1656 Maeritgen Aelbrechtsdr weduwe van Thonis Claesz van Rhijn, geassisteerd met de schout, ter eenre, en Huijch Claesz van Rhijn en Dirck Claesz van Rhijn, tezamen omen van vaderszijde en zulks bloedvoogden van Maria Thonis van Rhijn, oud omtrent 14 jaar, en Thonisge Thonisdr van Rhijn, omtrent 14 jaar, beiden nagelaten kinderen van voornoemde Thonis Claesz van Rhijn geprocreëerd bij voorschreven Maeritgen Aelbrechtsdr, op 23 novemebr 1655 vriedenlijk geaccordeerd te zijn over de deling 301.
tr. Maertgen AELBRECHTSDR, overl. Voorburg 9 juni 1662, die hertr. met Harman Dircxz van der SPECK.
In Voorburg zijn op 21 juli 1662 Harman Dircxz van der Speck, tegenwoordig korenmolenaar alhier, weduwnaar van Maeritgen Aelbrechtsdr, geassisteerd met Pieter Sijmonsz van Meurs, ter eenre, en Maerten Adriaensz Cocxhooren getrouwd hebbende Maria Thonis van Rhijn en Dirck Dircxz van Adrichem getrouwd hebbende Thonisge Thonis van Rhijn, beiden nagelaten kinderen en erfgenamen van voornoemde Maertgen Aelbrechts bij Thonis Claesz van Rhijn, haar eerste man, geprocreëerd, mitsgaders Claes Aelbrechtsz wonende te Berckel en Gerrit Arentsz van Dijck wonende te Monster nomine uxoris, omen van moederswege over Dirck Harmansz van der Speck nu oud omtrent 3 jaar, minderjarige nagelaten zoon van voorschreven Maritgen Aelberts bij gemelde Harman Dircxz van der Speck geprocreëerd, en de weesmeester van Voorburg, ter andere zijde, minnelijk geaccordeerd over de boedel door gemelde Maertgen Aelbrechts op 9 juni laatsleden met de dood ontruimd en met voornoemde Harman Dircxz in gemeenschap bezeten is, en verkoopt op 18 novmber 1662 Harman Dircxz van der Speck, bij wettelijke scheiding en uitkoop van de kinderen van Maeritgen Aelbrechtsdr de eigendom van de korenmolen van dit ambacht verkregen hebbende, aan Cornelis Meesen Witteman wonende te Rijswijk de standerwindkorenmolen malende met twee paar stenen, met toebehoren, voor 2200 gld gereed en een schuldbrief van nog 1400 gld (geroyeerd op 9 mei 1671) 302.
Uit dit huwelijk:
1. Maria Thonisdr, geb. ca. 1639, volgt VIf.
2. Thonisge Thonisdr, geb. Voorburg ca. 1641, ondertr. 1° ald. 1 april 1661, tr. (schepenbank) ald. 19 april 1661 als jongedochter van Voorburg vergezeld met Dirck Claesz van Rhijn haar oom en bloedvoogd, met Dirck Dircksz van ADRICHEM, geb. Schipluiden, tr. 2° Pieter van HULLE.
Vr. (van IVi) Jannitge Claesdr van RHIJN,
tr. Jacob Claesz van VLIET.
Uit dit huwelijk:
1. Oude Claes Jacobsz van VLIET.
2. Teuntje Jacobs van VLIET.
3. Wijve Jacobs van VLIET.
4. Jonge Claes Jacobsz van VLIET.
5. Neeltge Jacobs van VLIET.
Vs. (van IVi) Trijntge Claesdr van RHIJN,
In Voorburg verkoopt in 1675 Adriaen Jansz Oosterlaen, als getrouwd hebbende Appolonia Pieters daarvóór weduwe en boedelhoudster van Huijbrecht Lenaertsz Wassenaer, die een zoon was van Lenaert Hubrechtsz Wassenaer in zijn leven wonende te Veur, aan Trijntge Claesdr, weduwe van Cornelis Symonsz, zekere croft teelland groot omtrent 3 hond in 't Oosteijnde, belend ten oosten de kinderen van Cornelis Jaspersz van Haestrecht, ten zuiden Dirck Claesz van Rhijn, ten westen koopster, ten noorden de Heerwech, belast met 4 st 8 penn 's jaars, voor 800 gld, boven een gouden ducaton van 15 gld tot speldegeld bedongen 303.
tr. Cornelis SIJMONSZ, zn van Sijmon ARENTSZ en Kniertge CORNELISDR.
In Voorburg verkoopt in 1648 Claes Arentsz de Jonghe, getrouwd hebbende Ariaentge Crijnen Vergousdr, aan Cornelis Sijmonsz 1 morgen hooiland in de Veenpolder, belend ten oosten Juffr. Petronella van der Burch, ten zuiden Crijn Dircxz Corper met consorten, ten westen Leendert Adriaensz, ten noorden de scheiding, voor 750 gld in contante penningen, en verkoopt in 1650 Claes Crijnsz Vergou, mondige en bejaarde nagelaten zoon van Crijn Adriaensz Vergou en Maertge Claesdr, beiden zal., aan Cornelis Sijmonsz omtrent 8 hond hooiland in de Veenpolder, belend ten oosten Juffr. Petronella van der Burch, ten westen Pieter Pietersz Sprinckhuijsen, ten noorden Crijn Dircxz Corper, met lasten, voor 500 gld 304.
In Voorburg, verklaart in 1654 Crijn Dircxz Corper op 7 februari 1654 openbaar verkocht te hebben aan Cornelis Sijmonsz 8 hond hooiland in de Veenpolder, belend ten oosten Jr Johan van Egmont van der Nijenburch c.s., ten zuiden de koper, ten westen Pieter Pietersz van Sprinckhuijsen, ten noorden Lenaert Adriaensz Dulcom, schipper, met de koper, met lasten, voor 500 gld gereed en een obligatie van 486 gld, en verkopen in 1658 Lenaert Adriaensz van Dulcom, schipper, weduwnaar van Ariaentge Pietersdr, voor de ene helft, en haar zusters voor de andere helft, aan Cornelis Sijmonsz een perceel hooiland op 't Oosteijnde in de Veenpolder, groot omtrent 1 morgen, belend ten oosten en zuiden de koper, ten westen de weduwe van Claes Dircxz Flooren, ten noorden de scheiding, belast met een vicarierente van 33 st 's jaars, voor 850 gld 305.
In Voorburg verklaren in 1663 de curatoren van de nagelaten boedel van Huijbrecht Willemsz Gerdijn en Ariaentge Dircxdr, beiden zal., en de erfgenamen van Ariaentge Dircxdr, dat op 15 juli 1662 gemelde Huijbrecht Willemsz Gerdijn, weduwnaar van Ariaentge Dircxdr, en de erfgenamen van Maertge Jacobs, moeder van Ariaentge Dircxdr, voor hun gedeelte, ten overstaan van de principale crediteuren openbaar verkocht hebben aan Cornelis Symonsz een woninge als huis, schuur, barg en geboomte, met een croft weiland, in 't Oosteijnde, strekkende in 't geheel van de Heerwech zuidwaarts tot in de Vliet, belend ten oosten Lenaert Huijbrechtsz van Wassenaer te Veur en Cornelis Dircxz van Rhijn scheepstimmerman, ten westen Jr Christiaen van Alckemade, heer van Waelwijck, met zijn hofstede van Leeuwesteijn, belast met 10 st 's jaars, voor 2000 gld contant en een obligatie van 2500 gld 306.
Uit dit huwelijk:
1. Simon CORNELISZ.
2. Trijntge CORNELIS.
3. Teuntje CORNELIS.
4. Claes CORNELISZ.
Vt. (van IVj) Pleuntje ARIENSDR,
tr. Willem Dircksz van den BOSCH, ged. (nederd. geref.) Naaldwijk 28 juni 1579, schepen van Schipluiden in 1639, overl. tussen 17 juni 1651 en 20 jan. 1665, zn van Dirck PIETERSZ en Maertje ARENTSDR.
Uit dit huwelijk:
1. Cornelis Willemsz van den BOSCH, geb. Schipluiden, overl. ald. tussen 31 mei 1674 en 21 sept. 1679.
Vu. (van IVj) Cornelis Adriaensz van RIJN, overl. tussen 16 juni 1640 en 9 nov. 1649,
tr. Ariaentge PIETERSDR, overl. na 9 nov. 1649.
Uit dit huwelijk:
1. Pietertje Cornelisdr van RHIJN, tr. (schepenbank) Vlaardingen 20 mei 1636 Joris Cornelisz QUACK, wedn. van Willempje Jacobsdr SUYCKER.
Vv. (van IVl) Annetgen Claesdr van RIJN,
In Voorschoten verkoopt op 5 mei 1662 Louris Leendertsz van Roen aan Annetge Claesdr van Rhijn, weduwe van Leendert Lourisz van Roen, de helft van een stuk wei- of hooiland groot omtrent 15½ hond in 't Hofflant, waarvan de wederhelft zij in eigendom heeft, belend in 't geheel ten westen Claes Pietersz van Swieten en Claes Symonsz Adegeest, ten noorden het St. Catharinagasthuis te Leiden, ten oosten de heer pensionaris de With, ten noorden de heer Andries de Graaff, belast met 8 penningen 's jaars, voor 1000 gld in gereed geld boven de 735 gld uit de voorgaande koop nog op de hele partij te betalen staande 307.
tr. Lenert Lourisz van ROEN, zn van Louris Meesz van ROEN.
Op 16 maart 1647 verkoopt in Voorschoten Foijt van Sijp, als gemachtigde van de heer Johan van Raesvelt getrouwd hebbende vrouwe Anna van den Bongaert, aan Leendert Louwersz van Roen een stuk hooiland van 1 morgen 4 hond 18 roeden, belend ten noordwesten de abdij van Rijnsburg, ten noordoosten de voorgeveilde partij, ten zuidoosten partij C en de kerk te Valkenburg c.s., ten zuidwesten de Speckenwateringhe, voor een custingbrief van 1825 gld, met Jan Cornelisz van der Marck als penningborg 308.
In Voorschoten verkopen op 8 mei 1654 de kinderen en kindskinderen van Cornelis Jacobsz van Wou en Grietge Willemsdr aan Leendert Lourisz van Roen voor de ene helft en aan Louris Leendertsz van Roen voor de andere helft, een bekwaam stuk hooiland, groot omtrent 15½ hond, in 't Hofflant, laatst gebruikt door Pieter en Crijn Gijsbertszonen van Adegeest, belend ten oosten de kinderen van Heijnderick Cornelisz, ten zuiden Jacob Phoppen met bruikwaar, ten westen Claes Jansz eensdeels en anderdeels Claes Pietersz van Swieten, ten noorden het St. Catharinagasthuis te Leiden, belast met ½ st 's jaars, voor 1470 gld contant en een schuldbrief van 1470 gld (afgelost door de weduwe van Louris Leendert van Roen op 15 juli 1662) 309.
Uit dit huwelijk:
1. Louris Leendertsz van ROEN, geb. ca. 1620, tr. (schepenbank) Voorschoten 18 febr. 1653 Annetge Leendertsdr KERCKVLIET, dr van Leendert Pietersz KERCKVLIET en Geertgen VRANCKEN.
In Voorschoten verklaart op 15 mei 1665 Louris Leendertsz van Roen openbaar verkocht te hebben aan Jr Eduart van Hogelande een stuk hooiland groot 1 morgen 4 hond 18 roeden, belend ten noordoosten de koper of de Koebocht van Henrick Cornelisz Overdevest, ten zuidoosten de weduwe van Gerrit Pietersz van der Marck en de kerk van Valkenburg c.s., ten zuidwesten de Dobbe of Voorschoter Achterwateringe, ten noordwesten de abdij van Rijnsburg, hem aangekomen volgens een kavelcedule van 10 maart 1663, voor 2425 gld in gereed geld 310.
Op 24 april 1666 is Louris Leendertsz van Roon, getrouwd met Annetge Leenderts Kerckvliet, wonende te Voorschoten, mede-erfgenaam van Leendert Pieterssoon Kerckvliet en Geertgen Vrancken 311.
In Voorschoten wordt op 2 januari 1675 getuigenis geleverd door Louris Leendertsz van Roen, oud 56 jaar 312.
In Voorschoten verkoopt op 12 juni 1682 Blaserus Jacobsz van der Lee aan Laurus Leendertsz van Roen een huis met erf, barg en schuur in het dorp, belend ten oosten Laurus Cornelisz Overdevest, ten westen Barbara Louwen en Willem Arentsz Wint, strekkende van de Heerwegh tot aan de Achterwegh, belast met 15 st. 's jaars, voor 850 gld in gereed geld 313.
2. Claes Leendertsz van ROEN, tr. (schepenbank) Voorschoten 13 april 1655 Aechge Jeroensdr van COPPEL.
In Voorschoten verkoopt op 28 mei 1666 Adriaan Cornelisz van Leeuwen wonende te Voorburg aan Claas Leendertsz van Roen een stuk weiland, groot omtrent 1 morgen 5 hond 50 roeden, tussen de Heerwech en de Vlieth, belend ten oosten de kinderen van Jan Cornelisz van Leeuwen en Jacob Pietersz, ten zuiden de Vliet, ten westen Cornelis Willemsz van Noort, ten noorden Jan Adriaansz van der Werff, voor 2500 gld in gereed geld 314.
Vw. (van IVl) Maritgen Claesdr van RIJN, overl. vóór 21 mei 1671,
In Voorschoten verklaren op 28 november 1638 Marytgen Claesdr, weduwe en boedelhoudster van Adriaen Jansz van Paridon, geassisteerd met Leendert Lourisz van Roon haar zwager, ter eenre, Claes Thonisz van Alckemade getrouwd hebbende Appolonia Adriaensdr mitsgaders Jacob Jansz van Paridon en Jan Jansz van Paridon, ooms en bloedvoogden van Jan Adriaensz van Parydon oud omtrent 18 jaar, Claes Adriaensz van Paridon oud omtrent 14 jaar, Neeltgen Adriaensdr oud Vrouwendag naastkomende 3 jaar, allen kinderen van Adriaen Jansz van Paridon geprocreëerd bij Marytgen Claesdr, ter andere zijde, op 19 november 1636 vriendelijk geaccordeerd te zijn 315.
In Voorschoten verkopen op 21 mei 1671 Claes Arisz van Paridon en Niesgen Cornelis, weduwe en boedelhoudster van Jan Arisz van Paridon, ten deze geassisteerd met Huych Cornelisz van Vliet, kinderen en erfgenamen van Maertgen Claes van Rijn, in haar leven weduwe van Arij Jansz van Paridon, aan Evert van Leeuwen een huis, erf, bargen, potinge en plantinge, gelegen in een laan tussen de Heerwech en de Voorwateringe, met nog 4 morgen 3 hond 50 roeden wei- of teelland, belend ten oosten de erfgenamen van de heer van Benthuizen, en Olfert Jacobsz, ten zuiden de Heerwech, ten westen 't weeskind van Cornelis Adriaensz van der Werf, 't weeskind van Gerrit Cornelisz van Leeuwen, Barent van Bleijswijck, ten noorden de Voorwateringe, belast met 7 gld 's jaars pacht aan 't weeshuis van Leiden, zijnde een gedeelte van een pacht van 8 gld 10 st 's jaars waarvan Olfert Jacobsz en Willem Leendertsz van Roen elk 15 st 's jaars betalen, voor 4700 gld in contant geld 316.
tr. Adriaen Jansz van PARIDON, overl. vóór 19 nov. 1636.
In Voorschoten verkopen op 30 december 1638 Claes Thonisz van Alckemade als man en voogd van Leuntgen Adriaensdr mitsgaders Jacob Jansz van Paridon en Jan Jansz van Paridon, ooms en voogden van Jan Adriaensz van Paridon, Claes Adriaensz van Paridon en Neeltgen Adriaensdr van Paridon, allen kinderen van Adriaens Jansz van Paridon, aan Henrick Evertsz van Leeuwen, hun mede-erfgenaam, een huizinge 317. Op 20 november 1654 bekennen Jan Arijsoon Perickdom, Claes Arentsz Perickdom en Jan Korsen wielmaker getrouwd hebbende Neeltgen Arijen Perickdom, uit de weeskamer van Voorschoten gelicht te hebben hun scheidbrief tussen hun vaders erfenis en hun moeder 318.
Uit dit huwelijk:
1. Appolonia Adriaensdr van PARIDON, tr. Claes Thonisz van ALCKEMADE.
2. Jan Adriaensz van PARIDON, geb. ca. 1620, tr. (schepenbank) Voorschoten 12 febr. 1651 Niesgen Cornelisdr van NOORT, geb. ca. 11 juni 1611, dr van Cornelis Huygensz van NOORT en Geertgen CLAESDR, wed. van Cornelis Pietersz van SWIETEN.
In Voorschoten verkoopt op 16 mei 1653 Leendert Vechtersz van Vlieth aan Jan Arentsz van Paridon een partij van omtrent 3 hond land, belend ten oosten de koper met bruikwaar, ten westen Gerrit Jansz van Leeuwen, ten zuiden de Heerwech, voor 467 gld 319.
In Voorschoten verkoopt op 16 februari 1661 Maertgen Pietersdr, weduwe en boedelhoudster van Jan Pietersz van Swieten, aan Jan Arentsz Paridom omtrent 2 hond 70 roeden teelland tegenover 't huis te Roukoop, belend ten zuiden de Heerwech, ten westen de koper, ten noorden en oosten Dirck Jorisz van Oushoorn, voor 600 gld in contanten 194.
In Voorschoten verkopen op 23 december 1676 Niesie Cornelis van Noort weduwe van Jan Adriaense Paridom, Cornelis Cornelisse van Swieten en Huijgh Cornelisse Bijvliet in huwelijk gehad hebbende Maartje Cornelis van Swieten, ook voor Arij Gerritse Meijster in huwelijk hebbende Geertje Cornelis van Swieten en Dirck Claesse Dusseldorp in huwelijk hebbende Jannetje Cornelis van Swieten, allen erfgenamen van Pieter Lourisse van Swieten, aan Leendert Leendertse Wassenaar een partij weiland groot omtrent 2 morgen 1 hond 50 roeden, belend ten oosten de erfgenamen van Dr Michiel van Ringh, ten zuiden de Vliet, ten westen de heer van Rosenburgh, ten noorden de koper, belast met 4 gld 5 st 's jaars pacht, voldaan met de ruiling van 2 morgen 4 hond land in Stompwijk, voor 1226 gld 13 st 201.
3. Claes Adriaensz van PARIDON, geb. ca. 1624, tr. (schepenbank) Voorschoten 17 nov. 1654 Dirckge Gerrits MEIJSTER.
4. Neeltge Adriaensdr van PARIDON, geb. vóór of op 2 febr. 1636, maakt huwelijksvoorw. Leiden 9 sept. 1651 met, tr. (schepenbank) Voorschoten 26 sept. 1651 Jan CORSTIAENSZ, geb. Wateringen, wagenmaker en wielmaker in Voorschoten.
Op 8 septmber 1651 worden huwelijkse voorwaarden gemaakt door Jan Corstiaensz waechmaecker wonende in 't dorp van Voorschoten, toekomende bruidegom, geassisteerd met zijn vader Cors Jansz wielmaecker wonende te Wateringen en met Dirc Jansz van der Wael herbergier in de Overvaer over Doesbrugge onder Zoeterwoude en Tonis Leendertsz Vyverberch woenende te Naaldwijk, zijn omen, ter eenre, en Neeltge Adriaensdr van Paridum wonende te Voorschoten, toekomende bruid, geassisteerd met haar moeder Maritge Claes van Rhyn, eertijds weduwe van Adriaen Jansz van Paridum, wonende te Vooschoten, met haar broer Jan Adriaensz van Paridum wonende te Voorschotene en Jan Jansz van Paridum, haar oom, wonende in 't Westeynde van Zoeterwoude, ter andere zijde 320.
Vx. (van IVm) Daniel Jansz van RIJN, overl. vóór 15 maart 1637,
In Voorschoten verkopen op 25 juni 1621 Cornelis Gerritsz de Waert en Daniel Jansz van Rijn, man en voogd van Marritgen Gerritsdr, nagelaten bejaarde kinderen van zal. Gerrit van de Weert, aan Jan Pouwelsz, scheepmaker wonende op 't Wedde, een huizinge en erf met de halve waterput aan de Achterwech, belend ten oosten Jan Joostensz de Paeu, ten zuiden de secretaris van Voorschoten, ten westen Pieter Cornelisz de Vos en Adriaen Willemsz, ten noorden de Heerwech, voor een custingbrief van 350 gld, en aan Michiel Pietersz een huizinge en erf in het dorp aan de Heerwech, belend ten oosten dezelfde Daniel Jansz van Ryn, ten zuiden het kerkhof, ten westen het Schuthock, ten noorden de Heerwech, belast met 3 gld 's jaars erfpacht en een pacht van 1 st 12 penn 's jaars, voor een obligatie van 276 gld 321.
In het kohier van het hoofdgeld van 1623 komt onder 'Voorschoten' voor: (onvermogend) Daniel Jansz van Rijn met zijn vrouw Maritgen Gerritsdr en 4 kinderen, Louris, Maritgen, Jannetgen en Jan, en nog inwonend in het achterhuis Anna Vossen 322.
Uit het repertorium op de lenen van de hofstede Warmond 323: bij nr 84 (1 hond land met een huis te Voorschoten), 5-10-1617 Daniel Jansz te Voorschoten bij overdracht door Gerard Cornelisz te Voorschoten; 15-2-1637 Floris Jansz voor Laurens Danielsz, zijn neef, oud 21 à 22 jaar, te Voorschoten, bij dode van Daniel Jansz, diens vader.
tr. (schepenbank) Voorschoten 10 mei 1615 324 Maritgen Gerritsdr van de WEERT, dr van Gerrit van de WEERT.
Uit dit huwelijk:
1. Louris Danielsz, geb. ca. 1615, volgt VIg.
2. Maritgen Danielsdr.
3. Jannetgen Danielsdr, volgt VIh.
4. Jan Danielsz, volgt VIi.
5. Gerritge Daniels van RHIJN, overl. vóór 13 febr. 1666, ondertr. Voorburg 2 mei 1655, zij met haar broer Louris Danielsz van Rhijn beiden wonende te Voorschoten, tr. (schepenbank) ald. 18 mei 1655 Pieter Gerritsz ZAS, die hertr. met Margarieta Rafels RENIERS.
Vy. (van IVp) Dirckgen Cornelisdr van RHIJN, overl. vóór 23 aug. 1670,
Op 28 maart 1670 delen Claes Simontsz Adegeest wonende te Leiderdorp, Jan Simontsz Adegeest wonende buiten de Wittepoort te Leiden, Cornelis Simontsz Adegeest wonende onder Wassenaar, Jan Claesz Roon wonende te Voorschoten getrouwd met Niesge Simontszdr Adegeest, Jan Jansz Meerburg getrouwd met Maertie Simonts van Adegeest, allen meerderjarige kinderen en elk voor een zesdepart erfgenaam van Dirckje Cornelis van Rhijn, in haar leven weduwe en boedelhoudster van Simon Gijsbertsz van Adegeest, verder Leuntie Simontsdr van Adegeest, weduwe van Leendert Jansz van Leeuwen, en Hendrick Cornelisz Overdevest en Cornelis Dammasz Vrolandt, beiden als voogden over de nagelaten kinderen van Leendert Jansz voornoemd, en tezamen erfgenamen van Dirckje Cornelis voornoemd voor het laatste resterende zesdepart 325.
tr. Symon Gysbrechtsz van ADEGEEST, zn van Gysbrecht Mathysz van der LEE, anders genaamd Adegeest, en Adriaentgen CORNELISDR.
Op 5 juli 1639 testeren Symon Gysbrechtsz Adegeest en Dirckge Cornelisdr van Rhyn, echteluiden wonende te Voorschoten op 't Hoflant, met zonodig uitsluiting van de weeskamer (hij tekent als Simen Ghijsbrechtsen Adegheest, zij als Derckijen Cornelijs van Rhijn) 326.
Op 2 oktober 1651 testeren op de langstlevende Symon Gijsbrechtsz van Adegeest en Dirckge Cornelisdr van Rhijn, geëchte luiden wonende op de Donckt onder Voorschoten, hebbende 7 kinderen waarvan 4 getrouwd, namelijk Claes, Jan, Leuntge en Niesge, willende dat de ongetrouwde kinderen, met namen Cornelis, Willem, en Maritge Symonszonen en -dochter van Adegeest, hebben zullen van de langstlevende gelijke uitzet en somme van penningen, met verwijzing naar de voogdijstelling van 5 juli bij notaris Brasser 327.
Op 17 februari 1630 testeren Ghijsbrecht Mathijsz van der Lee en Adriaentgen Cornelisdr, hij impotent van lichaam, aan hun kinderen, o.a. aan Sijmon Ghijsbrechtsz 750 gld en 14 hond land 328.
In Voorschoten verklaart op 16 februari 1635 Louris Jansz van Claverdyck op 24 januari 1635 openbaar verkocht te hebben, en nu op te dragen, aan Symon Gysbertsz een partij patrimoniaal land aan de Papewech, groot omtrent 2 morgen, belend ten oosten Jacob Cornelisz Fits, ten zuiden Pieter Mourings van Wou, ten westen de Papewech, ten noorden de kinderen van Adriaen Pieter Anssemsz, belast met 26 st 4 penn 's jaars, voor een schuldbrief van 2885 gld 329.
Op 12 mei 1635 verhuurt Louris Leendertsz van Elsthoorn, wonende te Voorschoten, aan Symon Gysbertsz van Adegeest, mede wonende aldaar, een woninge als huis, schuur, barg, potingen en plantinge, met omtrent 4 morgen 1 hond teel- en weiland, voor 5 jaar, voor 100 gld 's jaars 330.
Uit dit huwelijk:
1. Leuntge Symonsdr van ADEGEEST, tr. (schepenbank) Voorschoten 25 jan. 1643 Leendert Jansz van LEEUWEN.
In Voorschoten verklaren op 3 januari 1676 Leendert Jansz van der Fluijt wonende in 's-Gravenhage, als getrouwd hebbende Maertie Leenderts van Leeuwen, alias Prins, mitsgaders Jan Jansz Meerburgh, Hendrick Cornelisz Overdevest en Cornelis Sijmonsz Adegeest als voogden over de minderjarige kinderen van voornoemde Leendert Jansz van Leeuwen, openbaar verkocht te hebben een Gerrit Pietersz Helburgh een partij weiland groot omtrent 2 morgen 87 roeden, belend ten oosten en zuiden de Achterwateringe, ten westen Mouring Cornelisz van Vliet, ten noorden 't Armenweeshuis en Jan Bouwensz van Leeuwen brouwer binnen Leiden, voor een custing- of schuldbrief van 1670 gld, en aan Cornelis Leendertsz Wassenaer een stuk hooiland groot omtrent 1 morgen 18 roeden, belend ten oosten de weduwe van Johan van Assendelft, ten zuiden de Voorwateringe, ten westen 't Catharinagasthuis te Leiden, ten noorden de erfgenamen van Aris Claesz 331.
2. Jan Symonsz van ADEGEEST, tr. (schepenbank) Voorschoten 27 april 1642 Elijsabeth Cornelisdr van LEEUWEN, dr van Cornelis Symonsz van LEEUWEN en Neeltjen JANSDR.
In Voorschoten delen op 24 juni 1674 Jan Symonsz Adegeest als ten wijve hebbende Lysbet Cornelisdr van Leeuwen, dochter van Cornelis Symonsz van Leeuwen, en de medevoogden van de kinderen van Gerrit Cornelisz van Leeuwen en van Symon Cornelisz van Leeuwen, de losse goederen nagelaten door zal. Cornelis Symonsz van Leeuwen en Neeltje Jansdr, in hun leven gewoond hebbende op de Waddinge 332.
In Voorschoten verklaren op 5 mei 1678 Cornelis Janse en Neeltie Janse Adegeest, meerderjarige, mitsgaders Cornelis Symonsz Adegeest en Jan Jansz Meerburgh als voogden over de minderjarige kinderen en erfgenamen van zal. Jan Symonsz Adegeest, in het openbaar verkocht te hebben aan de heer Johan van der Meer, ontvanger van de gemenelandsmiddelen over Leiden en Rijnland, een stuk weiland groot omtrent 2 morgen, belend ten oosten de kinderen van Claes Sijmonsz Adegeest, ten zuiden de Voorwateringe, ten westen de weduwe van Cornelis Cornelisse van Rijn, ten noorden Jan Leendertsz van der Werff alias Ruijgrock, voor 1150 gld in contant geld 333.
3. Claes Sijmonsz van ADEGEEST, tr. (schepenbank) Voorschoten 30 jan. 1646 Marijtgen Claesdr van ROON, overl. vóór 7 mei 1696, dr van Claes Jansz van ROON en Trijntje BOUWEN.
In Voorschoten verkopen op 7 februari 1682 Jan Claesz Adegeest en Antonij Pietersz van Linschooten als getrouwd hebbende Marijtgen Claesdr Adegeest, kinderen en erfgenamen van Claes Sijmonsz Adegeest, die bij scheiding het recht op de volgende partij land verkregen hebben, aan Jan Engelsz van Veen een stuk hooiland groot omtrent 2 morgen 58 roeden, belend ten noordwesten de koper en de heer ontvanger van der Meer te Leiden, ten zuiden de Voorwateringh, ten oosten de Vaersloot, met conditie dat de poldermolen op het verkochte zal mogen blijven staan mits daarvoor jaarlijks 3 gld uit de polderrekening genoten wordt, voor 1000 gld in gereed geld, 30 gld speldegeld en een zilveren ducaton voor de armen 334.
Op 26 november 1659 wordt Marijtgen Claesdr van Roon, gehuwd met Claes Sijmonsz van Adegeest te Voorschoten, beleend met 8 hond land te Voorschoten, bij dode van haar vader Claes Jansz van Rhoon, gehuwd met Trijntje Bouwen, na scheiding op 24 november 1657 voor notaris Willem van Vredenburch te Leyden met Jan Claesz van Rhoon te Voorschoten en Lijsbeth Claesdochter van Rhoon gehuwd met Cornelis Huygen van Noort aldaar 335.
4. Niesge Sijmons van ADEGEEST, tr. (schepenbank) Voorschoten 23 nov. 1649 Jan Claesz van ROON.
5. Marijtge Sijmonsdr van ADEGEEST, ondertr. (schepenbank) Stompwijk 3 april 1655, attestatie om te trouwen ald. 18 april 1655, tr. (schepenbank) Voorschoten 20 april 1655 Jan Jansz van MEERBURG, alias Leenbroer, bij huwelijk jongman van Stompwijk.
In Voorschoten verklaren op 29 mei 1683 Jan Jansz Meerburgh en Marijtge Sijmonsdr Adegeest, uit regarde van voornoemde Marijtge Sijmons aan heer Johan van der Marck, oud-burgemeester en tresorier van Leiden, 900 gld schuldig te zijn, met als onderpand een woninge met omtrent 2 morgen 5 hond land in de Orangnepolder, belend ten oosten Jan Leendertsz van Roen, ten zuiden Jan Engelsz van Veen, ten westen de weduwe van Cornelis Cornelisz van Rijn met bruikwaar, ten noorden de kinderen van Cornelis Leendertsz IJsbergen, en nog een partij weiland op de Donct, groot omtrent 1 morgen 5 hond 43 roeden, belend ten oosten voornoemde Jan Leendertsz van Roen, ten zuiden comparanten, ten westen heer Pieter de Graeff, ten noorden Jannetge Claes (geroyeerd op 25 augustus 1696) 336.
6. Cornelis Sijmonsz van ADEGEEST, tr. (schepenbank) Voorschoten 24 april 1661 Annetge Cornelisdr van VLIET, dr van Leuntje MOURINGS.
In Voorschoten verkoopt op 13 mei 1684 Cornelis Sijmonsz Adegeest, als 't recht bij naasting bekomen hebbende ingevolge vonnis van 30 oktober 1682, aan Jacob Laurisz Ham een stuk hooiland groot omtrent 2 morgen 58 roeden, belend ten oosten de Vaersloot, ten zuiden de Voorwateringh, ten westen de heer ontvanger van der Meer te Leiden, ten noorden Jan Engelsz van Veen, met conditie dat de orangiepoldermolen op dit verkochte zal mogen blijven staan voor jaarlijks 3 gld, met overpad over het land van voornoemde heer van der Meer en de kinderen van Cornelis Cornelisz van Rijn tot op de Papewegh, voor 1350 gld, boven een verering van 44 gld ten profijte van verkopers kinderen te distribueren in contanten 337.
In Voorschoten is op 20 september 1684 Cornelis Sijmonsz Adegeest aan Cornelis Jacobsz van Rijn als erfgenaam nomine uxoris van Annetje Jans van Egmond 1000 gld schuldig, vanwege toegift en kooppenningen van een huis en 3 morgen 2 hond land die de voornoemde Adegeest aan de boedel van Leuntje Mourings ten achteren was en volgens een obligatie van 9 maart 1682 voor notaris Kuijtingh te Voorschoten weer aan de voornoemde Annetje Jans van Egmont te betalen had, tegen 4 gld interest van 't honderd, met als onderpand een stuk hooiland van 2 morgen 2 hond in de Papewegsepolder achter 't huis te Adegeest, belend ten oosten de heer van Heemstigt, ten zuiden de Voorwateringe, ten westen de erfgenamen van Pieter Gijsbertsz Adegeest, ten noorden de Achterwateringe 338.
In Voorschoten is op 17 oktober 1684 Cornelis Sijmonsz Adegeest, weduwnaar van Annetje Cornelisdr van Vliet, aan zijn minderjarige kinderen bij voornoemde Annetje Cornelisdr in echt gewonnen 1930 gld 11 st 6 penn schuldig, vanwege de erfenis de voornoemde weeskinderen bij dode van Leuntje Mourings hun grootmoeder aangekomen 339.
In Voorschoten verkoopt op 28 april 1691 Cornelis Symonsz Adegeest aan Jan Louwen van Steenvoorden wonende te Leiden een partij wei- of hooiland van omtrent 2 morgen 2 hond in de Papewegspolder, belend ten oosten de heer Willem Schrijver, ten zuiden de Voorweteringe, ten westen de erfgenamen van Pieter Gijsberts Adegeest, ten noorden de Agterweteringe, waarvan de jongste waarbrief een kavelcedulle is van de boedel en goederen van zal. Dirckje Cornelis van Rhijn, weduwe van Sijmon Gijsberts Adegeest, gepasseerd voor notaris Pancras van Yselsteijn op 14 augustus 1670, voor 1125 gld boven een verering van 14 gld 3 st, in gereed geld 340.
In Voorschoten compareren op 28 september 1691 Willem Cornelisz Adegeest, Sijmon Cornelisz Adegeest en Jacob Huijbertsz Tettrode als ten huwelijk hebbende Annetge Cornelisdr Adegeest, meerderjarige, mitsgaders Jan Jansz Meerburg en Cornelis Jacobsz van Rijn als voogden over Dirckie Cornelisdr Adegeest, minderjarige, kinderen van Cornelis Symonsz Adegeest in echt gewonnen bij Annetge Cornelis van Vliet, te kennen gevende dat op 17 oktober 1684 door Cornelis Sijmonsz Adegeest voornoemd ten behoeve van zijn alsdan minderjarige kinderen een schuldbrief was gepasseerd van 1930 gld 11 st 6 penn, onder verband van een huis met omtrent 3 morgen 2 hond land in de Papewegspolder, belend ten oosten Gerri Pietersz Helburgh, ten zuiden de Achterwateringe, ten westen de weduwe van Cornelis Cornelisz van Rijn, ten noorden het weeshuis te Leiden, tegen 4 gld van ieder honderd in 't jaar, en verklaren deze schuldbrief op te dragen aan Cornelis Jacobsz van Rijn voor hetzelfde bedrag, en belooft Cornelis Sijmonsz Adegeest betaling 341.
In Voorschoten verklaart op 28 mei 1694 Cornelis Sijmontsz Adegeest op 18 januari 1694 verkocht te hebben aan Johannis Minne een woninge enz. met omtrent 3 morgen 3 hond weiland, belend ten oosten Teunis van der Strigt, ten zuiden de Agterwateringh, ten westen de kinderen van Cornelis Cornelisz van Ryn, ten noorden 't weeshuis te Leiden, belast met een hypotheek van 3 gld 's jaars te betalen door de kinderen van Cornelis Cornelisz van Ryn, voor 2400 gld in gereed geld 342.
7. Willem Symonsz van ADEGEEST.
Vz. (van IVp) Leuntgen Cornelisdr van RIJN, overl. vóór 19 maart 1620,
In Voorschoten bekennen op 3 november 1620 Joachim Jansz, weduwnaar van Applonia Cornelisdr, ter eenre, en Cornelis Claesz van Ryn schout, bestevader, en Franck Cornelisz als oom, overzulks rechte bloedvoogden, mitsgaders Symon Gysbertsz behuwdoom, overzulks medevoogd, van Marytgen Joachimsdr, oud omtrent St. Katryn anno 1620 1 jaar, minderjarige dochter van zal. Applonia Cornelisdr geprocreëerd bij de voorschreven Joachim Jansz, ter andere zijde, op 19 maart 1620 veraccordeerd te zijn over moeders erfenis van het weeskind 343.
In Voorschoten verkopen op 22 september 1637 Jan Henricxz en Lenert Pietersz Kerckvlieth, voogden van vaders zijde over Marijtgen en Leuntgen Joachimsdochteren en Joachim Joachimsz, en Vranck Cornelisz van Rijn, oom en voogd van moeders zijde over dezelfde Marijtgen Joachimsdr gewonnen bij Leuntgen Cornelisdr, mitsgaders Jan en Claes Adriaensz Berch ooms en voogden van moeders zijde over Leuntgen Joachimsdr en Joachim Joachimsz gewonnen bij Aeltgen Adriaensdr, aan Trijntgen Vranckendr zeker getimmerte, als huizinge en schuren, staande omtrent deszelfs Trijn Vranckens woning, thans door haar gebruikt, voor een obligatie van 325 gld 344.
tr. Joachim Jansz van ALTENA, schepen van Voorschoten 1626, zn van Jan JOACHIMSZ en Trijntgen VRANCKENDR, die hertr. met Aeltgen Adriaensdr BERCH.
Uit dit huwelijk:
1. Marijtgen Joachimsdr van ALTENA, geb. ca. 25 nov. 1619, tr. (schepenbank) Voorschoten 18 nov. 1640 Cornelis Leendertsz RUYCHROCK, zn van Leendert Adriaensz RUYCHROCK en Maritgen CORNELISDR.
Bij kopie van 30 mei 1664, heeft Wilhem Henderics, prince van Orangien enz., verlijd en verleend aan Joachim Cornelisz Ruijchrock 2½ morgen land in 't Hofflant, tegenwoordig belend ten noorden Juffr. Bartha Theeus vrouwe van Cabauw, ten zuiden de Vlieth, ten noordwesten en zuidwesten Mr Johan Smits chirurgijn te Maassluis nomine uxoris Aechtge Dirckxdr, als hem aangekomen bij dode van Maertien Jochemsdr zijn moeder, en compareerden mede Cornelis Leendertsz Ruijchrock, vader, mitsgaders Jochem Cornelisz Altena en Cornelis Cornelisz van Rijn, voogden, die aan voornoemde Mr Johan Smits de voorschreven derdehalve morgen land hebben opgedragen, goedgekeurd op 16 mei 1664 345.
Op 2 juni 1646 stellen Cornelis Leendertsz Ruijchrock en Maritge Jochums van Altena, geëchte luiden wonende in 't Hoflant onder Voorschoten, willende voorzien in voogden administrateurs over de personen en goederen van hun na te laten minderjarige kinderen of kindskinderen of anderen van node, twee van de naaste en bekwaamste vrunden aan, met uitsluiting van weesmeesters 346.
Op 17 mei 1653 is Cornelis Leendertsz Ruychrock, wonende in Veur onder Voorschoten, aan Vranck Cornelisz van Rhijn en Cornelis Cornelisz van Rhijn, oudooms en voogden over de minderjarige kinderen van de voorschreven Cornelis Leendertssoon Ruychrock gewonnen bij Maritge Jochums van Altena, erfgenamen van hun overleden overbestemoeder Maritge Cornelisdr, in haar leven weduwe van Cornelis Claesz van Rhijn, t.b.v. deze kinderen 700 gld schuldig, met als jaarlijkse interest 28 gld, met als borg comparants vader Leendert Adriaensz Ruychrock wonende te Wassenaar 347.
In Voorschoten verklaren op 19 mei 1667 Jochem Cornelisz Ruijgrock en Cornelis Maartensz van Leeuwen als getrouwd hebbende Leuntge Cornelisdr Ruijgrock, mitsgaders Cornelis Cornelisz van Rijn en Jonge Jan Pietersz van Adegeest als voogden over Crijntge Cornelisdr Ruijgrock, broer en zusters, als 't recht bij scheiding gekregen hebbende als erfgenamen van hun overgrootmoeder Maartge Cornelisdr die weduwe was van Cornelis Claesz van Rijn, beiden zal. ged., opgedragen te hebben aan Lenert Arentsz Blanckenberch en Dirck Jorisz van Outshoorn tezamen een stuk wei- of hooiland, groot 2 morgen 58 roeden, in de Papewechspolder, belend ten zuiden de Achterwateringe, ten westen voornoemde Cornelis Cornelisz van Rijn met bruikwaar, ten noorden de weduwe van Jan Cornelisz van der Marck, ten oosten de voornoemde Dirck Jorisz Outshoorn, voor 2400 gld in gereed geld 348.
Op 19 mei 1667 is Dirck Jansz van Outshoorn, wonende te Voorschoten, aan Joachim Joachimsz Altena en Cornelis Cornelisz van Rijn als voogden over 't kind van Cornelis Leendertsz Ruychrock, 700 gld schuldig, tegen 3 gld van 't honderd in 't jaar 349
Vaa. (van IVp) Vranck Cornelisz van RIJN, weesman van Voorschoten in 1658 350, in 1636 vermeld als Vranck Cornelisz van Rijn, welgeboren man 202, overl. tussen 15 nov. 1658 en 5 maart 1660,
Op 3 september 1623 wordt Franck Cornelisz van Rijn, bij dode van zijn vader Cornelis Claesz van Rijn, beleend met 8 morgen land, onder 'Zoeterwoude', welk leen op 3 mei 1639 in twee gelijke delen overgedragen wordt op Arij Jansz, onmondige zoon van Jan Aertsz te Voorschoten, en Dirck Willemsz [van Rhoon] te Voorschoten, onmondige zoon van Willem Dircsz 351.
In Voorschoten verkopen op 18 mei 1628 de erfgenamen van Jacob Jans [van der Marck] en Tryntge Jansdr aan Vranck Cornelis van Rijn land, belend ten westen en oosten de weduwe van Cornelis Claesz van Rijn, de Oude Watering, ten noorden Vranck Cornelis c.s., en verkoopt op 1 januari 1639 Jan Pietersz van Raphorst als man en voogd van Adrijaentgen Pieters van Swieten aan Vranck Cornelisz van Rijn zijn woning en landen, als huis, schuur, barg, potinge en plantinge, groot omtrent 6 morgen 3 hond 50 roeden, belend ten westen Heijndrick Cornelisz, Gerrit Cornelisz, Leendert Pietersz Kerckvlieth en de weduwe en kinderen van Jan Pietersz van Leeuwen, ten oosten Anxem Adriaensz van der Werff mitsgaders Geertgen Cornelisdr, de heer van Hazerswoude en Petrus Schrijverius, strekkende ten noorden van Pieter Gysbertsz van Adengeests land zuidwaarts over de Heerwech tot aan het land van de heer van Hazerswoude, belast met 6 gld 9 st, voor 7000 gld 352.
In Voorschoten verkoopt Vranck Cornelisz van Rijn op 30 april 1646 aan Cornelis Cornelis van Rietbrouck een erf, groot omtrent 26 of 27 roeden, alreeds afgeheind achter het dorp, belend ten oosten en noorden comparant, ten zuiden de Heerwech, ten westen de weduwe en kinderen van Henrick Cornelisz, voor een schuldbrief van 250 gld, op 11 decmber 1648 aan Mr Willem Granaet, chirurgijn te Voorschoten, een ledig erf aan de Noordzijde van de Heerwech bij het dorp, wezende het vierde erf op de voorwaarden van de veiling gesteld, groot omtrent 35 roeden, belend ten zuiden de Heerwech, ten westen Cornelis Pietersz van Helburch, ten noorden en oosten de verkoper, voor 270 gld, op 4 augustus 1649 aan Cornelis Pietersz van Helburch een partij erf, groot omtrent 30 roeden, belend ten zuiden de Heerwech, ten westen Pieter Cornelisz van Rietbrouck, ten noorden en oosten de verkoper, voor 49 gld gereed geld, en verkoopt op 9 jnui 1651 Mr Willem Granaet aan Franck Cornelisz van Rijn een ledig erf aan de Noordzijde van de Heerwech bij het dorp, groot omtrent 35 roeden, belend ten zuiden de Heerwech, ten westen Cornelis Pietersz van Helburch, ten noorden en oosten de ver[?]koper, voor 270 gld 353.
Op 7 maart 1654 is Geertruyt Jacobsdr, weduwe van Jan Cornelisz Swan, wonende te Katwijk op de Rijn, aan Vranc Cornelisz van Rhijn een losrente van 3 gld 10 st schuldig, met als hoofdsom 70 gld 354.
In Voorschoten verkoopt op 12 november 1654 Cornelis Leendertsz Ruijchrock aan Vranck Cornelisz van Rijn en Jan Adriaensz van der Werff samen in compagnie de huizinge of opstal, potinge en plantinge en de schuur op omtrent 2 hond land aankomende in eigendom zekere luiden te Delft, welke 2 honden de verkoper met meer andere landen van dezelfde luiden in huur gebruikt, gelegen ten zuidoosten van de Heerwech in 't Hofflant, belend ten noordwesten, noordoosten, zuidoosten en zuidwesten de eigenaars van de voorschreven landen, met voorwaarde dat de kopers gehouden zullen zijn jaarlijks aan de verkoper hun aandeel in de huur te betalen, en dat de verkoper desnoods het land zal moeten terugkopen voor een behoorlijke prijs van meer dan 1500 gld, voor 1000 gld in gereed geld, en verkoopt op 9 juni 1656 Vranck Cornelisz van Ryn aan Dirck Cornelisz van Outshooren een partij wei- en hooiland, groot omtrent 2½ morgen, gelegen omtrent de Dobbewateringe, belend ten oosten Jan Leendertsz Ruijchrock en Cornelis Cornelisz van Ryn c.s., ten zuiden de Dobbewateringh, ten westen de kinderen van Cornelis Leendertsz Ruighrock, ten noorden Jan Cornelisz van der Marck en de voornoemde van Rijn c.s., voor 1500 gld in gereed geld en een schuldbrief van eveneens 1500 gld (op 25 mei 1707 gelost aan de executeurs van het testament van Dirck Jorisz Outshoorn) 355.
In Voorschoten verkoopt op 15 november 1658 Vranck Cornelisz van Rijn aan Mr Willem van Lijnschoten, chirurgijn, een gedeelte van een erf, groot omtrent 36 roeden, te verongelden voor 1/3 hond, gelegen op het Oostende van het dorp aan de Heerwech, belend ten oosten Dirck Jansz van der Plas, ten zuiden vóór de Heerwech en achter de weduwe van Cornelis Cornelisz, ten westen de weduwe van Cornelis Cornelisz c.s., ten noorden de verkoper, voor 150 gld in gereed geld 356.
In Voorschoten verkopen op 15 mei 1665 Jonge Jan Pieters Adegeest als getrouwd hebbende Jannetge Frnackendr van Rijn, Jan Claasz van der Cluft getrouwd met Jopge Franckendr van Rijn, Pieter Arisz Wassenaar ten wijve hebbende Aaltge Franckendr van Rijn en Gijsbert Pietersz Adegeest als man en voogd van Leuntge Franckendr van Rijn, allen kinderen en erfgenamen van Franck Cornelisz van Rijn en Maartge Cornelisdr van der Marck, beiden zal. ged., hun vrouwen vader en moeder waren, aan Dirck Jansz van der Plas een partij, weiland groot 13 hond, op de Dont tussen de Voor- en Achterwateringen, belend ten noordoosten Cornelis Cornelisz van Rijn, ten zuidoosten Henrick Willemsz van Rijn cum socio, ten zuidwesten Cornelis Leendertsz van IJsbergen, ten noordwesten de weduwe en kinderen van Simon Gijsbertsz van Adegeest, overeenkomstig de scheidingscedule gepasseerd bij notaris Brasser op 19 mei 1653, voor 2700 gld in gereed geld 357.
In Voorschoten hebben op 1 juni 1695 Aeltge Vranke van Rijn en Jannetje Franke van Rijn als erfgenamen van Vranck Cornelisz van Rijn, en Fijtge en Marijtge Jans van Tetroden als erfgenamen van Jan Arentsz van der Werff, voor de helft verkocht aan Pieter Huijgen van Noort een huizinge staande op de grond van voornoemde Pieter Huijgen van Noort in 't Hofflant, weleer door voornoemde Vranck Cornelisz van Rijn en Jan Arentsz van der Werff gekocht van Cornelis Leendertsz Ruygrock, belend ten noorden, oosten en zuiden Adriaen Hodenpijl, ten westen de heer Gerrit Meerman, voor 800 gld in gereed geld 358.
tr. Marytgen Cornelisdr van der MARCK, dr van Cornelis Jansz van der MARCK en Jannetgen JEROENSDR.
In Voorschoten bekenden op 25 april 1628 Jannetgen Jeroensdr, weduwe van Cornelis Jansz van der Marck, geassisteerd met Lenert Pietersz Kerckvliet haar zwager, ter eenre, en Jan Cornelisz van der Marck en Jeroen Cornelisz van der Marck, mitsgaders Vranck Cornelisz van Ryn, man en voogd van Marytgen Cornelisdr, allen nagelaten meerderjarige kinderen van zal. Cornelis Jansz van der Marck voornoemd in echt gewonnen bij dezelfde Jannetgen Jeroensdr, tezamen ter andere zijde, geschift en gedeeld te hebben 359.
Uit dit huwelijk:
1. Jannetge Vranckendr, tr. (schepenbank) Voorschoten 13 april 1655 Jonge Jan Pietersz van ADEGEEST, zn van Pieter Gysbrechtsz van ADEGEEST en Maertge Jansdr KUYPER.
OP 24 maart en 25 augustus 1703 testeert Jannetge Vrancken van Rijn, weduwe van Jan Pietersz Adegeest, aan haar neef Pieter Gijsberts Adegeest, nagelaten zoon van haar zal. zuster Leuntge Vranckendr, aan haar nicht Cornelia Jans van der Kluft en aan haar nicht Maartge Jans van der Kluft, met bijzondere regelingen voor haar neef Pieter Gijsbertsz Adegeest 360.
in Voorschoten verklaren op 27 mei 1687 Fijtgen Huijgen van Raephorst, laatst weduwe van Jan Leendertsz van Roen, voor de ene helft, en Jacob Jaspersz van Hastrecht als in huwelijk hebbende Annetge Jans van Roen, enig nagelaten kind en voor de wederhelft erfgenaam van voornoemde Jan Leendersz van Roen, op 20 januari 1687 verkocht te hebben aan Jonge Jan Pietersz Adegeest een partij hooiland van omtrent 2 morgen 3 hond 50 roeden in 't Hoflandt, belend ten oosten de weduwe van de heer Allardt Poelardt, ten zuiden de heer de Graeff, ten westen Claes Symonsz met Claes Pietersz van Swieten, ten noorden 't Catharinengasthuijs te Leiden, belast met 8 penn 's jaars, voor 1220 gld in gereed geld 361.
2. Jopge Vranckendr, volgt VIj.
3. Aaltge Vranckendr, tr. Pieter Arisz WASSENAAR.
4. Leuntge Vranckendr, volgt VIk.
Vab. (van IVp) Aechgen Cornelisdr van RIJN, overl. vóór 9 febr. 1650,
In Voorschoten verklaren op 2 mei 1650 Cornelis Claesz van den Roen wonende binnen Leide, weduwnaar van Aechje Cornelisdr van Rijn, voor de ene helft, mitsgaders Vranck en Cornelis Cornelissoonen van Rijn als van moederszijde omen en bloedvoogden over Willem, Claes, Cornelis em Maertge Cornelissoonen en -dochter van den Roen, vier nagelaten kinderen en erfgenamen van gemelde zal. Aechje Cornelisdr van Rijn in echt gewonnen bij voornoemde Cornelis Claesz van den Roen, voor de wederhelft, op 9 februari 1650 openbaar verkocht te hebben aan Pieter en Crijn Ghijsbertssoonen van Adegeest, gebroeders, een goed degelijk partij hooiland groot omtrent 2 morgen, belend ten oosten Hubrecht Isbrantsz van Tethrode met bruikwaar, ten zuiden Cornelis Cornelisz van Rijn, ten westen Cornelis Willemsz van Noort, ten noorden Mees Lourisz van den Roen, voor 2262 gld 10 st in gereed geld 362.
tr. Cornelis Claesz van ROEN, alias van Starckenburch, zn van Claes Dircxz van ROEN en Maritgen OUTGAERTSDR.
Op 2 juli 1639 testeren Cornelis Claesz van Starckenburch en Aechge Cornelisdr van Rhyn, geëchte luiden, en stellen zij voogden over hun na te laten minderjarige kinderen, hij zijn zwager Cornelis Cornelisz van Rhyn en Willem Dircxz van Roen zijn oom, zij haar broers Vranck en Claes Corneliszonen van Rhyn 363.
Uit dit huwelijk:
1. Maritge Cornelis van ROEN, maakt huwelijksvoorw. Leiden 28 dec. 1652 met Quiring Jansz SMELSINGH, pasteibakker, zn van Jan Adriaensz SMELSING, grevenier, en Maritge Maertensdr van HUCHTENBURCH, komijnverkoopster.
Op 18 december 1652 worden huwelijkse voorwaarden gemaakt door Quiring Jansz Smelsing, pasteibakker, toekomende bruidegom, geholpen met zijn vader Jan Adriaensz Smelsing en zijn moeder Maritge Maertensdr van Huchtenburch, ter eenre, en Maritge Cornelisdr van Roen, toekomstige bruid, geassisteerd met haar vader Cornelis Claesz van Roen, Vranc Cornelisz van Rhijn en Claes Cornelisz van Rhijn, omen en testamentaire voogden van de bruid, ter andere zijde. Zij is erfgename geweest van haar bestemoeder Maritge Cornelisdr, weduwe van Cornelis Claesz van Rhyn, en van haar moeder Aechge Cornelis van Rhyn, in haar leven huisvrouw van genoemde Cornelis Claesz van Roen. Getuige en wederzijdse assistent is Cornelis Cornelisz van Rhijn. 364
In Leiden wordt op 19 september 1662 een getuigenis geleverd ten verzoeke van Cornelis van Campen, over ene Quiringh Jansz Smeltingh die de dag ervoor tegen hem geroepen heeft daer gaet den leugenaer, ende hij moet voor een groot leugenaer gaen 365.
2. Willem Cornelisz van ROEN, geb. ca. 1636.
3. Claes Cornelisz van ROEN, geb. ca. 1639.
4. Cornelis Cornelisz van ROEN.
Vac. (van IVp) Willem Cornelisz van RIJN, overl. vóór 15 april 1636,
In Wassenaar verkoopt op 9 mei 1630 Cornelis Jacobsz Sonnevelt wonende te Leiden aan Willem Cornelisz van Rijn wonende te Voorschoten een stuk hooi- of weiland, groot 4 morgen 1 hond 3 roeden, in Suijtwijck, belend ten oosten de weduwe en erfgenamen van Jan Woutersz met de kinderen en erfgenamen van Jr van der Werve, ten zuiden de gemene Zijlwateringh, ten westen Steffen van Heusden, ten noorden de Buijrwecht, voor 3300 gld, te betalen 1200 gereed, de rest met 700 gld 's jaars, daarenboven 25 gld speldegeld 366.
Ter weeskamer van Wassenaar heeft op 11 februari 1631 IJsbrant Cornelisz Vinckenburch rekeninge gedaan van Grietgen Heydrixdr, het nagelaten weeskind van zal. Heydrick Daendelsz geprocreëerd bij Tryntge Jans, ten overstaan van de voogden en van Willem Cornelisz van Rijn als getrouwd hebbende 't voorschreven weeskind; in de periode van 15 april 1636 tot 12 augustus 1636 wordt de bode belast te gaan naar de weduwe van Willem Cornelisz van Rijn om [haar te vragen] voogden te stellen over haar weeskinderen, compareert Isebrant Cornelisz van Vinckenburch vanwege Grietke Hendricx weduwe van Willem Cornelisz van Rijn, die zegt dat Vranck Cornelisz van Rijn en Sijmon Gijsbertsz voogden horen te wezen, nemen Franck Cornelisz van Rijn en Sijmon Gijsbertsz 'Leijlingeest' de voogdij aan en wordt de bode geordonneerd om Grietken Hendrickx te insinueren staat en inventaris van alle goederen te leveren binnen 14 dagen of de eerste weesdag daarna, wordt de bode belast naar Griet Heijndrick te gaan en haar als voren te insinueren om staat en inventaris te leveren, op straffe van gijzeling, en is Grietken Hendrickx van Sgravendijck, weduwe van Willem Cornelisz van Rijn, gecompareerd, die zekere akte van getuigenis geleverd heeft gepasseerd voor notaris Foijt Ghijsbertsz van Sijp te Leiden op 9 augustus 1636 367.
Op 26 juni 1639 worden verklaringen gedaan door Cornelis Jacobsz Sonnevelt ter eenre en Jeroen Pietersz van Velsen, man en voogd van Grietgen Henricxdr, ter andere zijde, over penningen betaald door zal. Willem Cornelisz van Rhyn, de eerste man van Grietgen Henricxdr, en nog te betalen, vanwege het stellen van een nieuwe molen, 't leggen van een brug en verschillende duikers, enz. 368.
In Voorschoten verkoopt op 25 februari 1661 Jan Willemsz van Rhijn aan Hendrick Willemsz van Rhijn zijn broer een derdepart van 2 morgen 1 hond 6 roeden land gelegen aan de Voorwateringe omtrent 't huis te Wingaerden, waarvan de koper met de weduwe en het kind van Cornelis Willemsz de verdere 2 derdeparten toebehoren, als kinderen van Willem Cornelisz van Rhijn en uit dien hoofde erfgenamen van Maertgen Cornelisdr, weduwe van Cornelis Claesz van Rhijn, belend volgens zekere kavelbrief ten oosten Cornelis Cornelisz van Rhijn, ten zuiden de Voorwaeteringe, ten westen Leendert Lourisz van Roen met bruikwaar, ten noorden Vranck Cornelisz van Rhijn, met voorwaarden ook in zekere kavelbrief gepasseerd voor notaris Henderick Brasser op 19 mei 1653, voor 750 gld in contanten 369.
In Voorschoten verkopen op 7 juni 1668 Hendrick Willemsz van Rijn en Adriaantge Joostendr van Noorden, weduwe van Cornelis Willemsz van Rijn, ieder voor een derdepart, en de voornoemde Hendrick Willemsz nog als bij koop van Jan Willemsz van Rijn het recht verkregen hebbende voor het resterende derdepart, erfgenamen van Maartgen Cornelisdr van Rijn weduwe van Cornelis Claasz van Rijn, beiden zal. ged., aan Maartgen Joostendr van Noorden een perceel weiland groot 2 morgen 1 hond 6 roeden aan de Voorwateringe omtrent het huis te Wingaarden, belend ten oosten Cornelis Cornelisz van Rijn, ten zuiden de Voorwateringe, ten westen de heer van Wingaarden, ten noorden de koopster, voor 2700 gld in gereed geld 370.
tr. Grietgen Hendricxdr van 's-GRAVENDIJCK, dr van Heyndrick DAENDELSZ en Tryntge JANS, die hertr. met Jeroen Pietersz van VELSEN.
Uit dit huwelijk:
1. Hendrick Willemsz van RHIJN, geb. ca. 1631, tr. Maertgen ARIJENSDR.
2. Cornelis Willemsz van RHIJN, geb. ca. 1633, overl. Wassenaar 10 juli 1657, tr. Adriaantge Joostendr van NOORDEN.
In Wassenaar verklaren op 18 juli 1657 Job Cornelisz van Oostrum, Jacob Arijssen van Wouw en Ghijsbert Cornelisz van Rhijn, nieuwe en oude schepenen, ten verzoeke van Arijaentge Joosten, weduwe van Cornelis Willemsz van Rhijn, nu 8 dagen dezer wereld overleden, dat zij des daags vóór het overlijden van voornoemde Cornelis Willemsz te zijnen huize geweest zijn, waar voornoemde Cornelis Willemsz van Rijn begeerde dat na zijn overlijden geen gerechten of weeskamer zich zouden bemoeien of bekommeren met zijn boedel en goederen of met de regering van zijn kindeken 371.
3. Jan Willemsz, geb. ca. 1635, volgt VIl.
Vad. (van IVp) Jonge Maritgen Cornelisdr van RIJN, begr. Wassenaar 23 jan. 1646,
In Voorschoten verklaren op 25 april 1668 Cornelis en Willem Cornelisz Hillenaar, Leendert Hendricxz Brederode als getrouwd hebbende Annetge Cornelisdr Hillenaar en Cornelis Henricksz Brederode als getrouwd hebbende Maartge Cornelisdr Hillenaar, zelfmondige, Cornelis Cornelisz van Rijn en jonge Jan Pietersz Adegeest als testamentaire voogden over Claas Cornelisz Hillenaar, innocent, en Pieter Cornelisz Hillenaar, minderjarig, kinderen van Maartgen Cornelisdr van Rijn gewonnen bij Cornelis Claasz Hillenaar, kindskinderen en erfgenamen van Maartge Cornelisdr weduwe van Cornelis Claasz van Rijn, allen zal. ged., onder zekere beschreven voorwaarden verkocht te hebben aan Jan Jansz Meerburch een stuk weiland op de Donct, groot omtrent 1 morgen 5 hond 43 roeden, belend ten oosten Pieter Tonisz Verheul, ten zuidwesten de weduwe van Sijmon Gijsbertsz Adegeest, ten westen Cornelis Cornelisz van Rijn met bruikwaar, ten noordwesten Leendert Arijensz Blanckenberch, laatst gebruikt door de koper zelf, voor 2375 in gereed geld 372.
tr. (schepenbank) Wassenaar 27 april 1636 Cornelis Claesz HILLENAER, die hertr. met Neeltgen Jacobsdr van LEEUWEN.
Op 25 april 1668 is Cornelis Claesz Hillenaer wonende te Wassenaar 700 gld schuldig aan Cornelis Cornelisz van Rijn en jonge Jan Pietersz van Adegeest als voogden over Claes Cornelisz Hillenaer, innocente zoon van gemelde Cornelis, wegens de goederen hem opgekomen van zal. Maartge Cornelis, weduwe van Cornelis Claesz van Rijn, zijn grootmoeder, met als borgen Cornelis en Willem Cornelisz Hillenaar en Leenert en Cornelis Henderixz van Brederode 373.
Uit dit huwelijk:
1. Claes Cornelisz HILLENAAR, geb. ca. 1636.
2. Cornelis Cornelisz HILLENAER, geb. ca. 1638.
In Voorschoten verkoopt op 20 januari 1696 Huijg Cornelisz Breroe aan Cornelis Cornelisz Hillenaer de helft in een partij hooiland waarvan de wederhelft de koper competeert, groot in 't geheel omtrent 1 morgen 2 hond, belend ten oosten en zuiden de heer van Leeuwen, ten westen en noorden Cornelis Dirksz van Roen, voor 275 gld in gereed geld 374.
3. Annetge Cornelisdr HILLENAAR, geb. ca. 1639, begr. Wassenaar 21 aug. 1720, tr. (schepenbank)/tr. kerkel. (r.-k.) ald. 21/19 mei 1662 Leendert Hendricxz BREDERODE, zn van Hendrick Cornelisz van BREDERODE en Jannitgen Leendertsdr van der CLEY.
4. Willem Cornelisz HILLENAAR, geb. ca. 1641, begr. Wassenaar 17 aug. 1718, tr. Maritge Leendertsdr van SWIETEN, geb. ca. 1643, begr. ald. 20 febr. 1719, dr van Leendert Jansz van SWIETEN en Marijtgen Leendertsdr KERCKVLIET.
5. Maritge Cornelis HILLENAAR, geb. ca. 1643, tr. Cornelis Hendricxz BREDERODE.
6. Pieter Cornelisz HILLENAAR, geb. ca. 1645.
Vae. (van IVp) Cornelis Cornelisz van RIJN, overl. vóór 17 mei 1681,
In Voorschoten is op 8 maart 1641 Cornelis Cornelisz van Ryn eiser in een geval van naasting contra de heer Pieter de Graeff wonende te Amsterdam, welke eis wordt toegewezen, en heeft op 28 februari 1642 Cornelis Cornelisz van Rijn openbaar verkocht aan de heer Pieter de Graeff een partij hooiland, groot 2 morgen 2 hond 24 roeden, belend ten oosten Marijtgen Cornelisdr de weduwe van Cornelis Claesz van Rijn in zijn leven schout te Voorschoten, ten zuiden Pieter van Tetrode, ten westen de erfgenamen van Cornelis Jacobsz Fitz, ten noorden Jan Cornelisz van der Marck, belast met 35 st 's jaars, voor 2550 gld contant 375.
In Voorschoten hebben op 8 mei 1648 de kinderen en erfgenamen van zal. Jan Cornelisz van Leeuwen en Maertge Leendertsdr openbaar verkocht aan Cornelis Cornelisz van Rijn een partij teelland, groot omtrent 1 morgen, aan de Papewech, belend ten oosten Sijmon Gijsbertsz, ten zuiden de heer van Benthuizen, ten westen de Papewech, ten noorden Crijn Ghijsbertsz, voor een custingbrief van 910 gld, verkoopt op 3 mei 1652 Jan Jansz van Leeuwen aan Cornelis Cornelisz van Rijn 2 partijen hooi- of weiland, de ene omtrent 1 hond 38 roeden, belend ten oosten Cornelis Jansz van Leeuwen, ten westen de weduwe van Isenhout de Bije en de weduwe van Cornelis Claesz van Rijn, ten noorden Wouter Jochemsz, ten zuiden de verkoper, de andere omtrent 6 hond 82 roeden, belend ten oosten en noorden de verkoper, ten zuiden de Achterwateringe, ten westen Sijmon Gijsbertsz van Adegeest met bruikwaar, voor 2635 gld in gereed geld, en Gerrit Pietersz van der Marck aan Cornelis Cornelisz van Rijn een stuk hooiland gelegen over de Achterwateringe in de Papewechspolder, groot omtrent 7 hond 21 roeden, belend ten noorden Jan Cornelisz van der Marck, ten noordoosten Pancras Cornelisz van de Bouchorst, ten oosten Marijtge Cornelisdr, ten zuiden en westen Vranck Cornelisz van Rijn, voor 1550 gld contant 376.
In Voorschoten verkopen op 8 mei 1657 Cornelis Claesz van Roen en Quieringh Jansz Smeltsingh als getrouwd hebbende Maartge Cornelisdr van Roen mitsgaders Vranck Cornelisz van Rijn als voogd over Claes Cornelisz van Roen, aan Cornelis Cornelisz van Rijn een stuk weiland, groot omtrent 10 hond, alwaar tegenwoordig de Paapewechmoolen op staat waarvoor koper jaarlijks een rijksdaalder genieten zal, belend ten noorden Bartholomees Jansz van Assendelft, ten oosten de koper, ten zuiden de Dobbeweteringe, ten westen Jan Leendersz Ruijchrock van der Werffve, voor 950 gld, en een stuk teelland van omtrent 4 hond, de ene helft aan Cornelis Claasz Hillenaar en de andere helft aan Cornelis Cornelisz van Rijn, belend ten noorden en oosten Cornelis en Jan Pieterszonen van Adegeest, ten zuiden Leendert Pietersz Kerckvlieth, ten westen de koper en Crijn Gijsbertsz Adegeest c.s., voor 620 gld 377.
In Stompwijk verklaart op 3 mei 1658 Cornelis Cornelisz van Rijn wonende in Voorschoten op 2 januari 1658 openbaar verkocht te hebben aan Pieter Leendertsz van der Geest mede in Voorschoten een partij vrij patrimoniaal land, groot 1 morgen 5 hond 72 roeden, gelegen tussen de Stompwijcksche Wech en de Vliet op de Oostkade van Mees Louwenspolder, belend ten oosten Juffr. van der Burch, ten zuiden Jan Leenertsz Ruijchrock, ten westen Cornelis Willemsz van Noort, ten noorden Adriaen Pietersz Coppel, voor 2130 gld gereed geld 378.
In Voorschoten verkoopt op 17 oktober 1659 Cornelis Cornelisz van Rijn aan Cornelis Leendertsz Isberg alias Quakel een stuk teelland, groot 4 hond, gelegen op de Donct, belend ten oosten en noorden de koper, ten zuiden Leendert Pietersz Kerckvlieth met bruikwaar, ten westen de verkoper en Crijn Gijsbertsz Adegeest, met de voorwaarden en waring als in de oude kavelbrief gemaakt tussen de kinderen van Cornelis Vrancken zal. alsmede in de jongste opdrachtbrief van 8 mei 1657, voor een schuldbrief van 700 gld, verklaart op 24 mei 1663 Huijbert Crijnen van der Kock openbaar verkocht te hebben aan Cornelis Cornelisz van Rhijn een huis en erf aan de Voorwech in 't Westeijnde, belend ten oosten Willem Arentsz Wint, ten westen Jan Jansz Wijdogen, strekkende van de Voorstrate tot achter aan de Achterwech, belast met 400 gld kapitaal tegen de penning 20, voor 730 gld in gereed geld, en is op 15 december 1663 Jan Jansz Wydoge schuldig aan Cornelis Cornelisz van Rijn een losrente van 4 gld 's jaars, losbaar met 100 gld, met als onderpand zijn ledig erf in 't dorp, belend ten westen de weduwe van Leendert Jacobsz Coster en comparant zelf, ten oosten de voornoemde van Ryn, strekkende van de Voorwech tot aan de Achterwech 379.
In Voorschoten verkoopt op 15 mei 1665 Leendert van Teijlingen aan Cornelis Cornelisz van Rijn een gedeelte van een laan groot omtrent 30 roeden gemeen liggende met de erfgenamen van Maarten Cornelisz van der Speck tussen de Papenwegh en de woninge van Simon Gijsbertsz, belend ten zuiden de koper, ten westen de Papenwegh, ten noorden de koper met bruikwaar, ten oosten Cornelis Leendertsz van IJsbergen met zijn gedeelte, voor 20 gld gereed geld 380.
In Voorschoten verkopen op 17 mei 1681 Maertgen Claes van Roen weduwe en boedelhoudster van Cornelis Cornelisz van Rhijn, mitsgaders Cornelia, Cornelis, Symon Cornelis van Rhijn, ook voor hun minderjarige zuster Maertgen Cornelisdr van Rhijn, aan Jacob Jacobsz van Wouw, bouwman te Wassenaar, een partij land groot omtrent 3 morgen in de Papeweghse polder, belend ten oosten Cornelis Sijmonsz van Leeuwen c.s., ten zuiden de weduwe van Louris Arentsz van Rosenburgh, ten westen de laan van Stalparts hond, ten noorden de scheiding tussen Voorschoten en Wassenaar, belast met 12 st 's jaars, voor 700 gld gereed geld 381.
In Voorschoten is op 15 juli 1688 Maartge Claas van Roen, weduwe van Cornelis Cornelisz van Rijn den ouden, aan Vrouwe Johanna de Beijer, weduwe van heer Adriaen Copmeijer in zijn leven raadsheer in het Hof van Holland, 1000 gld schuldig, op interest van 3 gld van ieder honderd, met diverse percelen land als onderpand en Symon Cornelis van Rijn, haar eerste zoon, als borg 382.
In Voorschoten verkopen op 31 mei 1697 Huijbert Leendertsz van Ekelenburg en Claes Jacobsz als in huwelijk hebbende Petronella Leenderts van Ekelenburg, tezamen kinderen en erfgenamen van Leendert Huybertsz van Ekelenburg en Dirkje Maertens van der Speck dochter en enige erfgenaam van Maerten van der Speck, aan de boedel van Maertje Claesz van Roon, weduwe van Cornelis Cornelisz van Ryn den Ouden, de helft van de grond en het houtgewas van een gedeelte van de Donctlaan, breed 1½ roede, lang 40 roeden, te beginnen van de Papewegh oostwaarts, voor 38 gld 5 st in gereed geld 383.
tr. (schepenbank) Voorschoten 13 april 1638 Marytgen Claesdr van ROEN, bij huwelijk jongedochter wonende te Veur, dr van Claes Dircxz van ROEN en Maritgen OUTGAERTSDR.
Uit dit huwelijk:
1. Cornelia Cornelisdr, tr. Mouringh Cornelisz van VLIETH, overl. vóór 21 april 1681.
In Voorschoten verkoopt op 21 april 1681 Cornelia Cornelisdr van Rhijn, weduwe en boedelhoudster van Mouringh Cornelisz van Vlieth, aan Cornelis Leendertsz Wassenaer de helft van omtrent 1 morgen 18 roeden land waarvan de koper de wederhelft competeert, belend ten oosten de weduwe van heer Johan van Assendelft, ten zuiden de Wateringh, ten westen 't Gasthuijs, ten noorden de erfgenamen van Aries Claasz, voor 335 gld in gereed geld 384.
2. Cornelis Cornelisz van RIJN de Jonge, tr. Maertje Cornelis van ROEN.
Voor de weeskamer in Voorschoten stellen op 25 november 1694 Symon Cornelisz van Ryn en Antony van Dobbe, als testamentaire voogden over de nagelaten weeskinderen van Cornelis Cornelisz van Ryn de Jonge en Maertje Cornelis van Roen, nagelaten weeskinderen [kindskinderen] en mede-erfgenamen van Cornelis Cornelisz van Ryn den Oude en Maertje Claes van Roen echteluiden overleden te Voorschoten, bij testament van Maertje Claes bij notaris de Blaeu in Leiden, als mede-voogd Willem Cornelisz Hillenaer i.p.v. de overleden Willem Pietersz van Leeuwen 385.
3. Symon Cornelisz, overl. vóór 2 jan. 1696, tr. Aagje Jans WITTEMAN.
In Voorschoten wordt op 23 september 1680 door Jannetgen Jacobs van Haestert, weduwe van Symon Claesz Hillenaer, bij executie een partij hooiland in de Papeweghse polder, groot 10 hond, verkocht, welke partij Symon Cornelisz van Rhijn eerder gekocht had van Symon Hillenaer 386.
In Voorschoten verkoopt op 14 augustus 1686 Sijmon Cornelisz van Rijn, als gemachtigd tot het doen van de navolgende verkoping, aan Gerrit van der Kruijck zeker ledig erf gelegen aan de Westzijde van het dorp, belend aan de ene zijde Cornelis Cornelisz van Rijn, de andere zijde Jacob Jansz Wydoogen, strekkende van de Voorstraet tot achter eensdeels aan de Achterwech en de voorschreven Wijdoogen, de bornput gemeen met Jacob Jansz, het achterste gedeelte in leen van de Grafelijkheid van Holland met als heergewaad een paar witte handschoenen, voor 85 gld 387.
In Voorschoten verklaart op 31 mei 1697 Aagje Jans Witteman, weduwe van Symon Cornelisz van Rijn, mitsgaders schout en weesmannen als oppervoogden en Anthomij van Dobbe en Willem Cornelisz Hillenaer als voogden over de minderjarige kinderen en erfgenamen van Cornelis Cornelisz van Ryn de jonge en Maertje Cornelisdr van Ryn, op 2 januari 1696 verkocht te hebben aan Willem Dirksz van Roen een huis en erf in 't dorp tussen de Voorstraet en de Agterweg, belend ten oosten de Heilige-Geestarmen, ten westen de weduwe van Gerrit van der Kruijk, strekkende van de Heerestraat tot de Agterweg, voor 355 gld, aan de heer Johan van Diest, heer van Segwaert enz., eerst 3 stukjes weiland in de Orangepolder op de Donct, tezamen omtrent 4 morgen 1 hond, belend ten oosten Jan Jansz Meerburg en Mr Adriaen van Cruijskerken, ten zuiden de Molewatering, ten westen de erfgenamen van Dirk Jansz van der Plas, ten noorden Jan Jansz Meerburg voornoemd, nog een stuk teelland in de Orangepolder groot omtrent 4 hond, belend ten oosten de kinderen van Cornelis Leendertsz IJsbergen, ten zuiden Dirk Pietersz van de Geest, ten westen de Papeweg, ten noorden de Donctlaan, nog een morgen teelland in de Orangepolder, belend ten oosten de kinderen van Cornelis Leendertsz IJsbergen voornoemd, ten zuiden de koper, ten westen de Papeweg, ten noorden Dirk Pietersz van de Geest, en laatstelijk nog de grond en het houtgewas van een gedeelte van de Donctlaan, breed 1½ roede, lang 40 roeden, voor 1900 gld, aan Arij Jansz Paridom een partijtje hooiland groot omtrent 7 hond, belend ten oosten Johannes Brems, ten zuiden, westen en noorden Dirk Jorisz Outshoorn, voor 332 gld, en aan Maertje Pieters van de Geest een partij hooiland van omtrent 1 morgen 4 hond, belend ten oosten de weduwe van Cornelis Cornelis van Rijn den Ouden, ten zuiden de Agterwatering, ten westen de erfgenamen van Dirk Jansz van der Plas, ten noorden de weduwe van de heer Assendelft, voor 601 gld, aan de heer Francois Poyntz, baljuw en schout, een partij hooiland groot omtrent 1 morgen 4 hond, belend ten oosten Willem Cornelisz Hillenaer, ten zuiden Grietje Pieters Dobbe, ten westen de koper, ten noorden Ary Huijgen Brederode, belast met de helft van 14 gld 's jaars, voor 140 gld, en aan Jan Adamsz Langevelt 2 partijen weiland tezamen groot omtrent 2 morgen 1 hond, belend ten oosten de kinderen van Cornelis Cornelisz van Rijn de jonge, ten zuiden de Agterwateringe, ten westen de weduwe van heer Johan van Assendelft, ten noorden Pieter Cornelisz Hillenaer, voor 454 gld 388.
4. Maertgen Cornelisdr.
Vaf. (van IVp) Aeltgen Cornelisdr van RIJN, overl. vóór 15 juni 1627,
In Voorschoten bekennen op 22 juli 1627 Pieter Gysbrechtsz, weduwnaar en boedelhouder van Aeltgen Cornelisdr, ter eenre, en Vranck Cornelisz van Ryn bloedvoogd en Jan Claesz behuwdoom en overzulks medevoogd, over Cornelis Pietersz, oud Allerheiligen 1626 4 jaar, Niesgen Pietersdr, oud Sint Jan 1627 3 jaar, mitsgaders Jan Pietersz, oud mei 1627 1 jaar, allen nagelaten minderjarige weeskinderen van zal. Aeltgen Cornelisdr voornoemd in echt gewonnen bij dezelfde Pieter Gysbrechtsz, ter andere zijde, op 15 juni 1627 geaccordeerd te zijn over de moederlijke erfenis 389.
tr. Pieter Gysbrechtsz van ADEGEEST, geb. ca. 1598, overl. vóór 5 mei 1670, zn van Gysbrecht Mathysz van der LEE, anders genaamd Adegeest, en Adriaentgen CORNELISDR, die hertr. met Maertge Jansdr KUYPER.
OP 17 februari 1630 testeren Ghijsbrecht Mathijsz van der Lee en Adriaentgen Cornelisdr, hij impotent van lichaam, aan hun kinderen, o.a. aan Pieter Ghijsbertsz 3 morgen 4½ hond land en nog omtrent 2 morgen land 328.
Op 19 oktober 1641 wordt een verklaring afgegeven door Pieter Gijsbrechtsz van Adegeest, wonende te Voorschoten in 't Hoflant en aldaar gehuisd en geërfd, oud omtrent 43 jaar, en eveneens op 5 juli 1649 door dezelfde als ambachtsbewaarder van Voorschoten, oud omtrent 52 jaar 390.
In Voorschoten verklaren op 27 juli 1657 Cornelis en Jan Pietersz van Adegeest van de Weeskamer ontvangen te hebben een uitkoopbrief gepasseerd door Pieter Gijsbertsz hun vader, met een bewijsbrief van 27 juli 1627 391.
Op 5 mei 1670 delen Maertge Jansdr, weduwe van Pieter Gijsbertsz van Adegeest, wonende te Voorschoten, geassisteerd met Crijn Gijsbertsz van Adegeest haar zwager, ter eenre, en Cornelis Pietersz van Adegeest, Oude Jan Pietersz van Adegeest, Jonge Jan Pietersz van Adegeest, allen wonende te Voorschoten, Aaltge Pietersdr van Adegeest als last hebbende van haar man Willem van Zijl wonende te Delft, Annetge Pieters van Adegeest ongehuwde bejaarde dochter mede wonende te Delft, Simon Jansz van Rietbrouck als getrouwd hebbende Ariaantge Pietersdr van Adegeest, wonende te Voorschoten, en Cornelis Pieters en Jonge Jan Pietersz van Adegeest als broers en voogden van Agniesje Pietersdr van Adegeest, allen kinderen en erfgenamen van wijlen Pieter Gijsbertsz van Adegeest overleden te Voorschoten, ter andere zijde 392.
In Vorschoten verkopen op 8 april 1692 Pieter Pietersz Adegeest, Jannetgen Vrancken van Rijn geassisteerd met Pieter Huijgen van Noort, Johannes Jacobs van Noort als in huwelijk gehad hebbende Niesgen Pietersdr Adegeest, mitsgaders Cornelis Jansz van der Marck en Jan Pietersz Dobbe als voogden over de minderjarige kinderen van Gijsbert Pietersz Adegeest, en nog de voornoemde Pieter Pietersz Adegeest en Louris Jacobsz Ham als voogden over de minderjarige kinderen van Aryaentje Pietersdr, zulks tezamen allen erfgenamnen van Pieter Gijsbertsz Adegeest en Maartje Jans Kuyper, in hun leven echteluiden, aan Mr Adriaen van Kruijskercken, veertig in den rade van Leiden, zekere woninge enz. met omtrent 5½ morgen wei- en teelland, belend ten noordoosten de erfgenamen van Louris Leendertsz, ten zuiden het St. Catharinagasthuis en 't weeshuis te Leiden, met Jannetgen Francken van Rijn en de baljuw van Voorschoten, ten westen en zuidwesten de nazaten van de heer van Benthuijsen, ten noordwesten de erfgenamen van Louris Leendertsz Elsthoorn en die van de heer van Benthuijsen voornoemd, en nog de helft van 1158 roeden hooiland, belend ten oordoosten Jan Louwen Steenvoorden, ten zuidoosten de Voorwateringe, ten zuidwesten de Achterwateringe, alles ingevolge de testamentaire dispositie van Gijsbert Mattysz van der Lee en Adriaentje Cornelisdr gepasseerd voor notaris van Heussen op 17 februari 1630 mitsgaders zekere schikking van 5 mei 1679 voor notaris Jan van Noort te Leiden, voor 3700 gld in gereed geld 393.
Uit dit huwelijk:
1. Cornelis Pietersz van ADEGEEST, geb. ca. 1 nov. 1622, overl. vóór 29 dec. 1689.
In Voorschoten verkopen op 22 mei 1658 Cornelis en Jan Pieterszoonen van Adegeest, gebroeders, aan Cornelis Leendertsz van IJsbergen een stuk teelland groot omtrent 3½ hond aan de Donctlaan, belend ten oosten Jan Leendertsz Ruychrock, ten westen Cornelis Cornelisz van Rhijn, ten zuiden Leendert Pietersz Kerckvlieth met bruikwaar, ten noorden voornoemde van Rijn met bruikwaar, voor een schuldbrief van 600 gld, en verkoopt op 25 april 1668 Cornelis Gerritsz Slobbe aan Cornelis Pietersz Adegeest een perceel weiland op de Dont, groot 1 morgen 1 hond 62 roeden, belend ten oorden de Achterwateringe, ten oosten verkoper, ten zuiden en westen Cornelis Cornelisz Persoon, voor 1422 in gereed geld 394.
In Voorschoten verklaren op 25 mei 1690 Symon Cornelisz van Rijn, Louris Jacobsz Ham en Pieter Huijgen van Noort, als executeurs en testamentaire voogden van de boedel en goederen van zal. Cornelis Pietersz Adegeest, op 29 december 1689 verkocht te hebben aan de heer Pieter de Graaff, vrijheer van Zuijt Polsbrouck enz., een partij wei- of hooiland van omtrent 1 morgen 2 hond in de Papewegsepolder, belend ten oosten Pieter Cornelisz Hillenaar met bruikwaar, ten zuiden de weduwe van de heer Johan van Assendelft, ten westen de koper, ten noorden Jannetie Claas van Roen, voor 615 gld in gereed geld, en aan Arij Jansz Paridom een partij hooi- of weiland groot ruim 1 morgen 1 hond in de Orangiepolder, belend ten oosten mevr. Magnus, ten zuiden de heer baljuw Poijntz, ten westen het weeskind van Leendert Pietersz van de Geest, ten noorden de Achterwateringe, voor 610 gld in gereed geld 395.
2. Niesgen Pietersdr van ADEGEEST, geb. ca. 24 juni 1624.
3. Oude Jan Pietersz van ADEGEEST, geb. ca. 1 mei 1626, overl. vóór 11 mei 1686, tr. (schepenbank) Voorschoten 13 april 1655 Engeltge Jansdr van der LAEN, bij huwelijk jongedochter van Ofwegen, overl. vóór 10 dec. 1682.
In Voorschoten op 20 april 1663 verkoopt Maartge Cornelisdr, weduwe van Gerret Pietersz van der Marck, wonende te Leiden, aan Oude Jan Pietersz Adegeest omtrent 11 morgen hooiland in de Papewechpolder tussen de Voor- en Achterwateringe, belend ten oosten Pieter Ghysbertsz van Adegeest, ten zuiden de Voorwateringe, ten westen de heer van Benthuizen, ten noorden de Achterwateringe, voor 2500 gld in contanten, en verkoopt Oude Jan Pietersz Adegeest aan Cornelis Pietersz Adegeest de helft van een stuk hooiland groot in 't geheel 1 morgen 2 hond 2 roeden, waarvan de koper de wederhelft competeert, hun aangekomen bij scheiding voor notaris Henrick Melchiorsz Brasser op 19 mei 1653 uit de boedel van hun grootmoeder Maritge Cornelisdr van Rhijn, belend ten oosten de weduwe van Mouringh Joachimsz, ten zuiden de erfgenamen van Isenoult de Bije, ten westen Cornelis Cornelisz van Rhijn met bruikwaar, ten noorden Lenert Arisz Blanckenburch, voor 876 gld in gereed geld 396.
In Voorschoten stelt 20 december 1682 Ouwe Jan Pietersz Adegeest, weduwnaar van Engeltje Jans van der Laen, Cornelis Pietersz Adegeest en Pieter Huygen van Noort als voogden over hun kinderen 397.
In Voorschoten verkopen op 26 juli 1693 Claes Jansz Adegeest en Maertie Jans Adegeest, beiden meerderjarige kinderen en erfgenamen van zal. Oude Jan Pietersz Adegeest, aan Mr Adriaan van Cruijskercken veertig in rade der stad Leiden, omtrent 11 hond hooiland in de Papewegse polder tussen de Voor- en Agterwateringe, belend ten oosten de koper, ten zuiden de Voorwateringe, ten westen de heer van Segwaert, ten noorden de Agterwateringe, met als waarbrief vermeld een scheiding op 11 mei 1686, voor 930 gld in gereed geld 398.
Vag. (van IVr) Willem Willemsz van RIJN, ambachtsbewaarder van Voorschoten in 1641 399,
In Voorschoten zijn op 15 januari 1637 Wilhem Willemsz van Rijn, weduwnaar en boedelhouder van Neeltgen Adriaensdr van der Werff, ter eenre, en Claes en Jan Adriaensz van der Werff, ooms en bloedvoogden van Griete Willemsdr, oud 22 augustus 1636 3 jaar, en Huych Willemsz van Rijn, oud St. Petri ad cathedram 1637 1 jaar, nagelaten minderjarige kinderen van voorschreven Neeltgen Adriaensdr van der Werff in echt gewonnen bij voorschreven Willem Willemsz van Rijn, ter andere zijde, vriendelijk geaccordeerd, ter presentie van Mees Lourisz van de Roon, Franck Cornelisz van Rijn, Anssem en Cornelis Adriaensz van der Werff, over de erfenis van hun moeder, met in de marge: op 17 oktober 1655 compareerden Huijch Willemsz van Rijn, zoon van Willem Willemsz van Rijn, en Leendert Jacobsz de Vries als getrouwd hebbende Grietgen Willemsdr van Rijn, vertonende de originele brief, en verklaarden van de inhoud voldaan te zijn 400.
In Voorschoten verkoopt op 30 december 1638 Willem Willemsz van Rijn aan Cornelis Adriaensz van der Werff een woning als huizinge, schuur, barg, potinge en plantinge met omtrent 6 morgen land, belend ten oosten Pieter Cornelisz van Swieten, ten zuiden de Delffsche Vlieth, Vechter Vechtersz en Adriaen Jacobsz van Starrenburch, ten westen Vechter Vechtersz, Johannes Bocardius en Adraen Jacobsz van Starrenburch, ten noorden de Heerwech, belast met 13 gld 10 st 's jaars op 2½ morgen gekomen van het convent van Conincxvelt, nog 5 gld 's jaars op de huizinge en erve, nog 15 blanken 's jaars staande op 'Rusgens huijsken' en erf, voor een obligatie van 7450 gld, en verkoopt op 9 september 1639 Willem Willemsz van Rijn aan Cornelis Cornelisz van Rijn zijn neef een stuk teelland van omtrent 4 hond 55 roeden aan de Papenwech, belend ten noorden comparant met Maerten Cornelisz van der Speck, ten oosten Maritgen Cornelisdr de weduwe van Cornelis Claesz van Rijn, ten zuiden Gerrit Jacobsz Hillenaer, ten westen de Papenwech, voor 600 gld, waarvan 200 gld gereed en voorts een derdepart op meidagen 1640 en 1641 401.
In Voorschoten verkoopt op 16 mei 1642 Willem Willemsz van Rijn aan Reijer Mourijnsz van Toll een partij teelland, belend ten oosten 't land gekomen van dezelfde Willem Willemsz en nu gekocht door Jan Lourisz van Eijckenduijnen, ten zuiden de Heerwech, ten westen Huych Jeroensz met een partij land door voornoemde van Toll gekocht, ten noorden Leendert Lourisz van den Roen met eigen of bruikwaar, voor een obligatie van 525 gld, en aan Jan Lourisz van Eijckenduijnen een partij teelland, belend ten oosten Johannes Boucardus, ten zuiden de Heerwech, ten westen 't land door Rijer Mourinsz van Toll van dezelfde van Rijn gekocht, ten noorden Hendrick Cornelisz met bruikwaar, voor 475 gld 402.
Op 11 mei 1647 is Jan Dirxz Grol, kalkbrander te Katwijk op Rijn, 400 gld schuldig aan Willem Willemsz van Rhyn, tegen een interest van 5½ ten honderd, op 6 november 1649 is Mouring Reijnen Starrevelt, varende met het schip, wonende te Valkenburg, aan Willem Willemsz van Rhyn zijn zwager 200 gld schuldig, op een interest van 10 gld, en op 7 mei 1650 is Willem Willemsz van Rhijn, wonende te Voorschoten tegenover 't huis te Roucoop, aan de heer Thymannus Sprong een losrente van 187 gld 10 st 's jaars schuldig, af te lossen met 3000 gld, met als borgen Cornelis Willemsz van Noort en Willem Pietersz van Swieten, zijn neven 403.
In Voorschoten is op 5 mei 1651 Cornelis van Berendrecht als gemachtigde van Jan en Pieterssoonen van der Plas wonende te Noordwijk, omen en bloedvoogden over Willem Willemsz van Rijn de Jonge, enig nagelaten kind van zal. Jannetge Leenderts gewonnen bij de nagenoemde gedaagde, eiser contra Willem Willemsz van Rijn de Oude wonende te Voorschoten (schepenen veroordelen op 29 september 1651 de gedaagde de ten onrechte gedane executie van omtrent 4 morgen land kosteloos en schadeloos af te doen en de kosten van het proces te betalen) 404.
Op 29 april 1651 is Crijn Pietersz Verruijt, metselaar wonende te Rijnsburg bij de Corte Steech, aan Willem Willemsz van Rhijn zijn zwager 150 gld schuldig, op interest van 7 gld 10 st, op 15 mei 1652 is Jan Reijnen van Starrevelt, spekverkoper wonende op de Oude Turfmarct over de Delfse Vliet binnen Leiden, aan Willem Willemsz van Rhijn 600 gld schuldig, tegen een jaarlijkse interest van 30 gld, is op 20 juli 1652 Jan Reijnoltsz van Starrevelt, spekverkoper wonende op de Steenschuijr binnen Leiden, aan zijn zwager Willem Willemsz van Rhijn wonende te Valkenburg 400 gld, op een interest van 20 gld, en verklaarden op 7 december 1652 Willem Willemsz van Rhyn en zijn huisvrouw Maritge Pietersdr, wonende aan de Vliet bij 't Schou onder Zoeterwoude, ten regarde van voorschreven Maritge schuldig te wezen aan de heer Thymanus Sprong een losrente van 37 gld, losbaar met 600 gld, met Willem Willemsz van Rhijn als borg en als onderpand een obligatie die Willem Claesz van Rhyn heeft verleden op 18 maart 1634 bij notaris Jan van Heussen 405.
In Stompwijk verkoopt op 12 april 1651 Willem Huijgen Ousthoorn, enig nagelaten kind van zal. Huijch Willemsz van Ousthoorn overleden in Leiden, aan Willem Willemsz van Rijn te Voorschoten een partij weiland in de Knippolder, zijnde het middelste part van omtrent 9 morgen, met nog een partijtje weiland ernaast, eertijds gekomen van het ambacht van Stompwijk, tezamen belend ten oosten Mees Pietersz Coppel, ten zuiden de weduwe van Jacob Cornelisz Colen met een gelijk derdepart, ten westen de weduwe en erfgenamen van Pieter Louris Jansz, ten noorden Mees Lourisz van Roen mede met een gelijk derdepart, voor 3000 gld gereed geld, en verklaart op 26 juni 1652 Willem Willemsz van Rijn wonende te Voorschoten op 28 december 1651 openbaar verkocht te hebben aan Quinting Pietersz den Elsen en Pieter Pietersz van Veur een partij weiland in de Knippolder, groot 3 morgen 1 hond 36 roeden, voor 3115 gld gereed geld 406.
Op 24 maart 1653 is Cornelis Adriaensz van der Werve, wonende te Voorschoten bij de oude Corenmolewerf, aan Jan en Ansum Adriaensz van der Werf, voogden over de kinderen van Willem Willemsz van Rhyn gewonnen bij Neeltgen Adriaensdr van der Werf, 1100 gld schuldig, op interest van 44 gld 's jaars, en is op 5 juni 1653 Willem Willemsz van Rhyn wonende aan 't Schou van Creckwech onder Zoeterwoude, aan Geertgen Eeuwoutsdr, huisvrouw van Cornelis Claesz van Roen, 400 gld schuldig tegen 4½ gld ten honderd, met als borgen Huych Cornelisz van Noort wonende aan de Hofwech aan voorschreven Schou en Cornelis Willemsz van Noort wonende bij de Knip onder Voorschoten 407.
Op 25 februari 1561 wordt in Leiden openbaar verkocht door Willem Willemsz van Rhijn, zoon en erfgenaam van Willem Claesz van Rhijn, (1) een woninge en landen in Voorschoten tegenover het huis te Roucoop met 9 morgen 15 roeden land, enz., voor 12100 gld aan Dirc Jorisz Outshoorn, met als borgen zijn zwager Willem Pietersz van Swieten en Cornelis Jacobsz van Egmont (op 28 februari 1651 overgedaan op zijn moeder Willemtge Pieters, weduwe van Joris Willemsz van Outshoorn, voor wie hij zich borg stelt), (2) een partij patrimoniaal weiland van 9 hond 85 roeden op de Donct, voor 2375 gld aan Dirc Jansz van der Plas, met als borgen zijn schoonvader Jan Leendertsz Ruijchrock van der Werve en Cornelis Leendertsz Ruijchrock van der Werve (op 28 februari 1651 overgedaan op zijn schoonvader Jan Leendertsz Ruijchrock, voor wie hij zich borg stelt), (3) een partij veenland van 4 morgen 13 roeden, te leen gehouden van de heren en vrouwen van Naeltwyck, Honsholredyc en Wateringe, voor 4635 gld aan Jan Leendertsz Ruychrock, met als borgen zijn broer Cornelis Leendertsz Ruijchrock en zijn schoonzoon Dirc Jansz van der Plas 408.
Op 7 maart 1654 is Matheus Dirxz van Immerseel, wonende in de Weypoort onder Zoeterwoude, aan Willem Willemsz van Rhyn wonende te Valkenburg 400 gld schuldig, tegen 16 gld 's jaars 409.
In Voorschoten transporteert op 19 november 1654 Willem Willemsz van Rijn als zoon en erfgenaam van zijn zal. vader Willem Claesz van Rijn, aan Willempge Pietersdr, weduwe van Joris Willemsz van Oushoorn, zekere woninge als huizinge, schuur en bargen, potinge en plantinge, met 9 morgen 5 roeden matrimoniaal wei- en een weinig teelland, waarvan men acht omtrent 2½ hond niet patrimoniaal te wezen, liggende tegenover 't huis te Roucoop, belend ten oosten Leendert Lourisz van Roen en daaraan de kinderen van Adriaen Jansz van Paridon, ten zuiden de Heerwech naar het dorp en het St. Elizabethsgasthuis te Leiden, ten noorden de Voorwateringe en Leendert Lourisz van Roen, belast met 12 gouden Rijnse guldens te betalen met 12 carolusguldens, nog 6 gld 5 st, nog 15 st, nog 15 st, met voorwaarde dat Vechter Vechtersz als bezitter van zekere woninge en land eertijds gekomen van Jan Andriesz, ten noorden of noordwesten van de voornoemde Voorwateringe, een eeuwige uitweg zal hebben, alles conform zekere scheiding van 28 december 1577 en nog een scheiding van 27 november 1623 voor zover die het verkochte land aangaat, voor 12100 gld in contanten, en transporteert op 27 november 1654 Willem Willemsz van Rijn, als zoon en erfgenaam van Willem Claesz van Rijn, aan Jan Leendertsz Ruijchrock een partij patrimoniaal weiland van 9 hond 85 roeden op de Donct, belend ten zuidoosten Sijmon Gijsbertsz van Adegeest en daaraan Cornelis Cornelisz van Rijn, ten zuidwesten voorschreven Sijmon Gijsbertsz van Adegeest, ten noordwesten Pieter Thonisz Verheul, ten noordoosten voorschreven Sijmon Gijsbertsz, en de koper zal gedogen en hebben een uitweg over Schouten woninge en landen aankomende Marijtge Cornelisdr, weduwe van Cornelis Claesz van Rijn, en anderen, tot op de Papewech toe, alles ingevolge zekere scheidbrief van 16 januari 1620, voor 2375 in contanten 410.
In Voorschoten verkoopt op 31 oktober 1659 Willem Willemsz van Rijn aan Leendert Cornelisz van Teylingen een gedeelte van een laan groot omtrent 30 roeden, gemeen liggend met de erfgenamen van Maarten Cornelisz van der Speck, tussen de Papewech en de woning van Symon Gysbertsz, belend ten zuiden Cornelis Cornelisz van Rijn, ten westen de Papewech, ten noorden voornoemde Cornelis Cornelisz, ten oosten Cornelis Leendertsz van Isberge met zijn gedeelte van de voorschreven laan, voor 42 gld in contanten 411.
tr. 1° Neeltgen Adriaensdr van der WERFF, overl. vóór 15 jan. 1637, dr van Adriaen Pietersz van der WERFF en Grietgen CLAESDR,
tr. 2° (schepenbank) Voorschoten 29 sept. 1637 Jannetge Leendertsdr van der PLAS, overl. vóór 17 april 1644,
Op 25 april 1641 testeert Jannetge Leendertsdr, huisvrouw van Willem Willemsz van Ryn, wonende bij de Corenmolen in Voorschoten, ziekelijk en in barensnood wezende, aan haar man, die gehouden zal zijn hun kind of kinderen te onderhouden en op te brengen, en bijmondigheid of huwelijk hun de 1500 gld uit te keren die zij bij haar huwelijk ingebracht heeft 412.
ondertr. 3° (schepenbank) Monster 3 april 1644 (attestatie gegeven op 17 april 1644), tr. (schepenbank) Voorschoten 17 april 1644 Maritgen Pietersdr van SPRINCHUYSEN, bij haar tweede huwelijk wonende te Monster, overl. vóór 24 sept. 1664, wed. van Maerten Reynen CROONEVEEN.
Op 7 december 1652 bekennen Willem Willemsz van Rhyn en zijn huisvrouw Maritge Pietersdr, wonende aan de Vliet bij 't Schou onder Zoeterwoude, ten regarde van voorschreven Maritge schuldig te wezen aan de heer Thymanus Sprong een losrente van 37 gld, losbaar met 600 gld, met Willem Willemsz van Rhijn als borg en als onderpand een obligatie die Willem Claesz van Rhyn heeft verleden op 18 maart 1634 bij notaris Jan van Heussen 413.
Uit het eerste huwelijk:
1. Grietgen Willemsdr, geb. 22 aug. 1633, maakt huwelijksvoorw. Leiden 4 okt. 1653 met, tr. (schepenbank) ald. 19 okt. 1653 Leendert Jacobsz de VRIES, scheepmaker, zn van Jacob Jansz de VRIES en Maritgen Cornelisdr van RAEPHORST.
In Voorschoten heeft op 27 februari 1655 Leendert Jacobsz de Vries als getrouwd hebbende Margarieta Willemsdr van Rhijn, als zodanig bij scheiding en aanbedeling 't recht verkregen hebbende, verkocht aan Juffr. Anna van der Burch, weduwe van Pieter Borre in zijn leven schepen te Utrecht, een stuk teelland groot omtrent 1 morgen, belend ten westen en zuiden de koopster, ten noorden Jan Pietersz van Raephorst, ten oosten Dirck Sijmonsz van Leeuwen en Cornelis Gerretsz Hoogendorp, voor 900 gld in contanten 414.
Op 4 oktober 1653 maken Leendert Jacobsz de Vries, scheepmaker wonende bij 't Eendehuys onder Zoeterwoude, toekomende bruidegom, vergezelschapt met zijn broer Pieter Jacobsz de Vries wonende op de Mors (...), ter eenre, en Grietge Willemsdr van Rhijn, wonende bij 't Schou onder Zoeterwoude, toekomende bruid, geassisteerd met haar vader Willem Willemsz van Rhyn mitsgaders haar ooms Jan Adriaensz van der Werve en Ansum Adriaensz van der Werve, ter andere zijde, huwelijkse voorwaarden (waarbij allen een handtekening zetten) 415.
2. Huijch Willemsz, geb. 22 febr. 1636.
In Zoeterwoude verhuren in 1669 de erfgenamen van Adriaen Corsz van Witsenburch, d.m.v. Cornelis Pietersz van Zijp wonende te Warmond als voogd, aan Huijch Willemsz van Rhijn wonende onder Zoeterwoude een partij hooi- en weiland, groot 6 morgen 35 roeden gelegen aan de Vliet in de Westvlietspolder, voor 5 eerstkomende jaren ingaande St. Pietersdag ad cathedram 1669; Dirck Matheus van Immerseel is borg voor zijn schoonbroer 416.
Uit het tweede huwelijk:
1. Willem Willemsz.
VIa. (van Vd) Cornelis Jansz van RHIJN, geb. Voorburg, marktschipper ald., overl. ald.,
In Voorburg verklaren in 1657 de kinderen van Adriaen Baltensz van der Rhuijt en Trijntgen Adriaensdr, beiden zal., op 21 april 1657 openbaar verkocht te hebben aan Cornelis Jansz van Rhijn, wonende alhier, een nieuwe huizinge en erven op de hoek van Cleijne Laen, belend ten oosten en zuiden Jan Maertensz, ten westen voorschreven Cleijne Laen, ten noorden de Heerstraet, te verongelden voor ½ hond, nog een marktschuit enz., voor, boven de 500 gld hypotheek, 1000 gld gereed en een schuldbrief van 2800 gld, met als borgen Cornelis Arentsz backer zijn [stief]vader, Lenaert Jorisz zijn toekomstige schoonvader, en Adriaen Jansz van Rhijn zijn broer, allen inwoners van Voorburg, t.b.v. de vier minderjarige kinderen van Adriaen Baltensz van der Rhuijt, in zijn leven marktschipper alhier, en Trijntgen Adriaensdr, beiden overleden 417.
In Voorburg transporteren in 1687 Arij Dircksz Coster als in huwelijk hebbende Maria Cornelis van Rijn, ook vervangende Claes Claesz van der Meer als in huwelijk hebbende Willemijntge Cornelis van Rijn, mondige kinderen van Cornelis Jansz van Rijn, mitsgaders Adriaen Cornelisz Duijvesteijn en Joris Leendertsz Roderkerck als voogden over de 6 nog minderjarige kinderen van dezelfde Cornelis Jansz van Rhijn, in zijn leven marktschipper alhier, aan Thomas van Leeuwen secretaris alhier een bezegelde schuldbrief inhoudende alsnog 500 gld kapitaal sprekende op Maerten Jansz s'Gravemade en zijn verbonden hypotheek, zijnde een huis met een croft teelland groot 4½ hond in 't Oosteijnde, gepasseerd voor schout en schepenen van Voorburg op 14 mei 1666 418.
In Voorburg verkopen in 1697 Louris Cornelis van Rijn, meerderjarige jongman, Claas van der Meer in huwelijk hebbende Willemijne Cornelis van Rijn, Robbregt Steenhoven getrouwd hebbende Ariaantje Cornelis, Huijbregt Harmensz van der Spek getrouwd met Aagjen Cornelis van Rijn, en Joris Lenaartsz Roderkerck, naast Jan Cornelis Duijvesteijn alsnu absent, dewelke comparanten vervangen, beiden testamentaire voogden van Helena Cornelis van Rijn, nu oud omtrent 24 jaar, tezamen nagelaten kinderen en erfgenamen van Cornelis Jansz van Rijn, in zijn leven marktschipper alhier, verwekt bij Maartjen Lenaarts Oosterbroeck, beiden zal., aan Arij Dirksz Koster, hun schoonbroer als in huwelijk hebbende Maria Cornelis van Rijn hun zuster, 5 zesdeparten in zekere huizinge en erve in het dorp aan de zuidzijde van de Heerstraat, op de Oosthoek van de Kleijne Laan, waarin koper het verdere zesdepart is competerende, belend ten oosten en zuiden Frans Jorisz van Romenburg, ten westen voorschreven laan, ten noorden de Heerstraat, voor 1100 gld 419.
ondertr./tr. (schepenbank) Voorburg 21 april/6 mei 1657 Maritge Lenaertsdr van RHIJN 420, geb. ald., bij haar ondertrouw vertegenwoordigd door haar vader, dr van Lenaert Jorisz van RHIJN.
Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:
1. Maria Cornelis van RIJN, ondertr./tr. (schepenbank) Voorburg 12/27 jan. 1686 Arijen Dircksz COSTER, marktschipper, zn van Dirck Jacobsz COSTER en Ariaentge Ariens van COCXHOOREN.
In Voorburg verkoopt in 1688 Aechje Hendricks van Tol, weduwe en boedelhoudster van Gerrit Matheusz Hoflant, geassisteerd met Adriaen Bodegraven en Jan van der Wilde bode, beiden voogden over haar minderjarige kinderen, aan Arijen Dircksz Coster, marktschipper alhier, zekere huizinge en erve in 't dorp op de Cleijne Laen, belend ten oosten dezelfde laan, die de koper mag gebruiken, ten zuiden Evert Huijgen Huijsman rietdekker met huis en erf, en Adriaen Bodegraven met zijn erf, ten westen de Sloot, ten noorden het kind van Jan Leendertsz van der Croes en Baertge Lenaerts van der Horst, belast met een erfpacht van 2 gld 2 st 's jaars, voor 200 gld en een schuldbrief van 275 gld (geroyeerd op 27 november 1719), en is in 1697 Arijen Dirksz Koster, marktschipper alhier, aan de heer Johan Cunes wonende in's-Gravenhage 1600 gld schuldig, tegen de penning 25, d.i. 4 gld van 't honderd in 't jaar, met als onderpand zijn huis en erve in het dorp aan de zuidzijde van de Heerstraat (geroyeerd op 4 juni 1706) 421.
2. Willemijntge Cornelisdr van RIJN, tr. Claes Claesz van der MEER, timmerman te Voorburg.
In Voorburg verklaren in 1688 de kinderen en kindskinderen van Ariaentge Ariens van Cocxhooren, in haar leven weduwe van Dirck Jacobsz Coster, waaronder Arijen Dircksz Coster, op 5 februari 1688 openbaar verkocht te hebben aan Claes Claesz van der Meer timmerman zekere huizinge en erve staande op 't Westeijnde van het dorp aan de zuidzijde van de Heerstraet, belend ten oosten zeker voetpad of strookje erf 't welk mede in eigendom aan deze huizinge behoort, Cornelis Ariensz Eversteijn, Pieter Willemsz van Wormer, Wouter Foreest en Baertge Lenaerts van der Horst, ten zuiden voornoemde Pieter van Wormer, ten westen het kind van Jan Foreest met huis en erf, ten noorden de Heerstraet, met lasten, voor 820 gld in gereed geld, is in 1692 Claas Claasz van der Meer timmerman wonende in 't dorp aan Wouter Foreest 200 gld schuldig, tegen 4 gld 5 st interest in 't jaar, met als onderpand zijn huis en erve in 't dorp aan de zuidzijde van de Heerstraet, belend ten oosten Cornelis Ariensz Eversteijn, ten zuiden Jacobus van der Cijs en de Sloot, ten westen Wouter Foreest, ten noorden de Heerstraet, en verklaart in 1698 Claas Claasz van der Meer openbaar verkocht te hebben aan Wouter Foreest zeker huis en erve in het dorp aan de zuidzijde van de Heerstraat, belend ten oosten een strookje erf, Cornelis Eversteijn, Jacobus van der Cijs, koper en Crijntgen Leenaarts, weduwe, ten zuiden voornoemde van der Cijs, ten westen de koper, ten noorden de Heerstraat, met lasten, o.a. 200 gld aan de koper, voor 10 gld boven de lasten 422.
3. Louris Cornelisz van RIJN.
4. Ariaantje Cornelis van RIJN, tr. Robbregt STEENHOVEN.
5. Aagje Cornelis van RIJN, tr. Huijbregt Harmensz van der SPEK, zn van Harman Dircxz van der SPECK en Trijntge Jacobs PALESTEIJN.
6. Helena Cornelis van RIJN, geb. ca. 1672.
VIb. (van Vm) Louris Pietersz van RIJN, geb. ca. 11 nov. 1618,
tr. 1° (schepenbank) Zegwaard 15 mei 1645 Dirckge JORISDR, bij huwelijk jongedochter van Zegwaard,
tr. 2° (schepenbank) Zegwaard 4 jan. 1648 Maertgen CLAES, bij huwelijk jongedochter van Schieveen wonende te Overschie.
Uit het tweede huwelijk:
1. Claes Louwen, ondertr. (schepenbank) Zoetermeer 17 febr. 1668 Aegje DIRCKS, bij ondertrouw afkomstig van Nieuwerkerk, dr van Dirck ANDRIESZ.
VIc. (van Vn) Neeltje Ariens van RHIJN, geb. Stompwijk,
tr. Leiderdorp 13 okt. 1675 (hij jongeman wonende te Leiderdorp, zij jongedochter van Stompwijk wonende te Leiden) Thijs Arisz van LEEUWEN, ged. (nederd. geref.) Alphen aan de Rijn 25 nov. 1648 (doopgetuige Geertgen Claesdr), zn van Arie Mathijsz van LEEUWEN en Jannetje Commers VOS.
In Zoeterwoude wordt vermeld in het concept-kohier van de belasting op het gemaal enz. van 1680, fol. 5, arbeider Mathijs Arentsz van Leeuwen, karnemelkverkoper, met zijn vrouw, een kind onder de 4 jaar, een weeskind boven de tien, aangeslagen om de armen te ontlasten, in de staat van overgeslagen personen voor het zoutgeld enz., 1680-1681, onder 'onvermogenden', Tys Ariensz van Leeuwen, ¾ kapitalist, op 3:5:12, in het register voor de belasting op het gemaal enz. [1680?], onder 'arbeidsluiden', Tys Arentsz van Leeuwen, man, vrouw, een weeskind boven de tien jaar, 2 kinderen onder de 4 jaar, in het kohier van het gemaal enz. [ca. 1680], onder 'arbeiders', Matys van Lewen, 3 personen, en in het kohier van het zoutgeld enz., Thijs Arentsz van Leeuwen, onvermogend, arbeider, man, vrouw, 1 kind boven de 10, 1 kind onder de 4 423.
Uit dit huwelijk:
1. Arien van LEEUWEN, ged. (nederd. geref.) Leiderdorp 2 aug. 1676 (doopgetuige Willem Ariensen van Leeuwen).
2. Aryen van LEEUWEN, ged. (nederd. geref.) Leiderdorp 23 jan. 1678 (doopgetuigen Willem Ariensen en Maertje Dircx).
3. Jannitje van LEEUWEN, ged. (nederd. geref.) Leiderdorp 23 jan. 1678 (doopgetuigen Willem Ariensen en Maertje Dircx).
4. Arij Thijsz van LEEUWEN, ged. (nederd. geref.) Leiderdorp 1 jan. 1679 (doopgetuigen Willem Ariensen en Maertie Dircx), tr. Herbergie Jooste COORN.
In 1712 verkopen in Zoeterwoude Dirk Tijsz van Leeuwen en Pieter Claasz Lelijvelt in huwelijk hebbende Jannetie Tijsse van Leeuwen voor 160 gld aan Arij Tijsz van Leeuwen twee derde parten in een huis en erf aan de Hogenrijndijk waarvan het resterende part de koper toebehoort 424.
In 1732 wordt voor de verponding de huurwaarde van goed van Arij Tijsse van Leeuwen in Zoeterwoude aan de Rijndijk getaxeerd op 10 gld en 18 gld 425.
5. Dirck Tijsz van LEEUWEN, ged. (nederd. geref.) Leiderdorp 11 febr. 1680 (doopgetuige Aeltie Pieters).
6. Cornelis van LEEUWEN, ged. (nederd. geref.) Leiderdorp 1 jan. 1682 (doopgetuigen Claes Ariensen van Leeuwen en Maritie Ariens).
7. Jannetje Tijsse van LEEUWEN, ged. (nederd. geref.) Leiderdorp 14 febr. 1683 (doopgetuigen Claes Ariensen van Leeuwen en Grietje Pieters), tr. Pieter Claasz LELIJVELT.
VId. (van Vn) Dirck Arentsz van RIJN,
ondertr. 1° (schepenbank)/tr. Stompwijk 31 jan./16 febr. 1666, tr. kerkel. (r.-k.) ald. 15 febr. 1666 Neeltje JANS, wed. van Willem JACOBSZ,
ondertr. 2° (schepenbank)/tr. Stompwijk 9/27 okt. 1682 Marijtjen Cornelis BERCKHOUT.
Uit het eerste huwelijk:
1. Maria Dircksdr, ged. (r.-k.) Stompwijk 12 april 1669.
2. Maria Dircksdr, ged. (r.-k.) Stompwijk 18 nov. 1671.
VIe. (van Vp) Cornelis Dircxz van RHIJN, scheepstimmerman te Voorburg,
In Voorburg verkoopt in 1657 Lenaert Adriaensz van Eijck aan Cornelis Dircx van Rhijn, scheepstimmerman, zijn neef, zijn huizinge en scheepmakerij mitsgaders erve en geldinge met de Westsloot en 't uitpad ten noorden van 't verkochte, en nog al het gereedschap alsmede 3 pramen, 2 schuiten, 2 bedden en andere meubelen, belend in 't geheel met het uitpad, ten oosten zekere havensloot, Sr Petrus Schas en Pieter Jacobsz Veen, ten zuiden de Vliet, ten westen en noorden de weduwe en kinderen van Huijbrecht Davitsz en de Meerwech, belast met een opstallige rente van 2 gld 10 st 's jaars toekomende de voorschreven kinderen en weduwe van Huijbrecht Davitsz, voor een lijfrentebrief op de lijven van comparant en zijn tegenwoordige huisvrouw (aan Lenaert Adriaensz van Eijck en Jopge Claes van Rhijn, echteluiden, comparants oom en moei), en verklaart in 1660 Thonis Henricsz van Oosterwijck, schipper, openbaar verkocht te hebben aan Cornelis Dircxz van Rhijn, scheepstimmerman, een croft teel- en warmoesland op 't Oosteijnde, groot omtrent 4 hond, belend ten oosten Cornelis Jaspersz van Haestert, ten zuiden de Vliet, ten westen Huijbrecht Willemsz Gerdijn, ten noorden de Dwerssloot, belast met een eeuwige rente van 5 gld 's jaars, voor 2000 gld, welke croft als onderpand dient in een schuldbekentenis door Cornelis Dircxz van Rhijn aan Adriaen Cornelisz van Noortveen wonende te Veur van 1400 gld, tegen 3 gld van 't honderd in 't jaar 426.
In Voorburg verkoopt in 1664 Cornelis Dircxz van Rhijn, schiptimmerman, aan Dirck Claesz van Rhijn zijn vader een croft teel- of warmoesland in 't Oosteijnde, groot omtrent 4 hond, belend ten westen Cornelis Sijmonsz, ten oosten Cornelis Jaspersz van Haestrecht, ten zuiden de Vliet, ten noorden Lenaert Huybrechtsz ter halver sloot, belast met 5 st 's jaars aan de kerk, en nog 1400 gld hoofdsom toekomende Arien Cornelisz Noort te Veur, rentende jegens 3 ten honderd in 't jaar, voor 700 gld 427.
ondertr. Voorburg 19 april 1654, eerste gebod (volgens afgegeven attestatie) Naaldwijk 19 april 1654, tr. (schepenbank) Voorburg 5 mei 1654 Annitge Pietersdr van VEEN, geb. Naaldwijkerbroek.
Uit dit huwelijk:
1. Neeltge Cornelis, bij haar ondertrouw vertegenwoordigd door haar vader, ondertr./tr. (schepenbank) Voorburg 16/31 mei 1676 Jan Cornelisz CORPER, zn van Cornelis Crijnsz CORPER en Leentgen ARENTSDR.
VIf. (van Vq) Maria Thonisdr van RHIJN, geb. ca. 1639,
in Voorburg verklaart in 1694 Wilmpje Dirx van Eijk, weduwe van Pieter Claesz Veen, haar tweede man, op 2 januari 1694 openbaar verkocht te hebben aan Maria Thonis van Rijn, weduwe van Arijen Jansz van der Kleij, zeker huis en erve in 't dorp op de Kleijne Laan, belend ten oosten voorschreven laan, ten zuiden Willem van Suijderhout, ten westen de Buijrsloot, ten noorden Evert Huijgen Huijsman, voor 400 gld, daarvoor ontvangen, verkopen in 1696 de kinderen en erfgenamen van Adriaan Kerkhoven zal., in zijn leven houtkoper en meester molenmaker te Leiden, aan Maarten Claasz Overvest, korenmolenaar, en Maria Teunis van Rijn, laatst weduwe van Arij Jansz van der Kleij, elk voor de helft, de stenen windkorenmolen staande op de grond van heer Francois van Haelwijn, voor 7000 gld in contante penningen, en verkoopt in 1698 Maria Thonis van Rijn, laatst weduwe van Arij Jansz van der Kleij, geassisteerd met Dirk Gerrits van der Waart, haar zwager [schoonzoon], aan Jan Jansz van der Mark, schipper, zeker huis en erve in het dorp op de Kleijne Laan, belend ten oosten voorschreven laan, ten zuiden Willem van Zuijderhout, ten westen de Buijrsloot, ten noorden Evert Huijgen Huijsman, voor 550 gld 428.
ondertr. 1°/tr. (schepenbank) Voorburg maart/30 maart 1660 Maerten Adriaensz van COCXHOORN, marktschipper ald., overl. vóór 23 okt. 1677, zn van Adriaen Pietersz COCXHOORN en Barber YEVEN,
In Voorburg bekennen in 1663 Willem Thonisz van Outshooren en Thonis Thonisz van Outshooren, nagelaten mondige zonen en erfgenamen van Neeltge Jansdr, in haar leven weduwe van Thonis Willemsz van Outshooren, hun vader en moeder, op 12 februari 1663 openbaar verkocht te hebben aan Maerten Adriaensz van Cocxhooren, marktschipper alhier, een huizinge en erve op de Kercklaen, belend ten oosten de Buyrsloot, ten zuiden Cornelis Jaspersz Rottenveel, ten westen de Kercklaen, ten noorden Geertge Pietersdr weduwe van Jan Jansz Soete, belast met 450 gld kapitaal toekomende Leentge Pieters, weduwe van Jan Lenaertsz Cocxhooren, voor 200 gld gereed geld en een custingbrief van 150 gld 429.
ondertr. 2°/tr. (schepenbank) Voorburg 23 okt./9 nov. 1677 Adriaen Jansz van der CLEIJ, woonde bij zijn ondertrouw in Rijswijk.
Uit het eerste huwelijk:
1. Anthonette Maertensdr van COCXHOORN, bij haar ondertrouw vertegenwoordigd door haar stiefvader Adriaen Jansz van der Cleij, ondertr./tr. (schepenbank) Voorburg 14/29 april 1685 Dirck Gerritsz van der WAERT, verm. zn van Gerrit Lenaertsz van der WAERT en Leuntge Jansdr van der CLAEU.
VIg. (van Vx) Louris Danielsz van RIJN, geb. ca. 1615, overl. vóór 10 nov. 1679 430,
In Voorschoten verklaren op 15 april 1644 de gemene erfgenamen van Willem Claesz van Raephorst en Leuntge Willemsdr op 30 december 1643 verkocht te hebben aan Louris Danielsz van Rijn een huis en erf met de boomgaard met 3 hond land, belend ten oosten Jan Adriaensz van Rijetbrouck, ten zuiden de Heerwech, ten westen Trijn Jansdr, ten noorden Dirrick Sijmonsz van Leeuwen c.s., belast met 50 st 's jaars erfpacht, voor een custingbrief van 1670 gld (geroyeerd op 1 juni 1647) 431.
Uit het repertorium op de lenen van de hofstede Warmond 432, bij nr 84 (1 hond land met een huis te Voorschoten): 15-2-1637 Floris Jansz voor Laurens Danielsz, zijn neef, oud 21 à 22 jaar, te Voorschoten, bij dode van Daniel Jansz, zijn vader; 12-5-1646 Vechter Vechtersz bij overdracht door Laurens Danielsz te Voorschoten.
In Voorschoten verkoopt op 16 mei 1653 Leendert Leendertsz aan Louris Danielsz van Rijn een huis en erve, belend ten oosten Isbrant Jansz van Toledo, aan de andere zijde Sijmon Arentsz van Alphen, strekkende vóór ten zuiden van de Voorstrate tot achter, ten oosten aan de Achterwech, voor een custingbrief van 805 gld (geroyeerd op 22 april 1720), en verkoopt op 13 juni 1653 Louris Danielsz van Rijn aan Pieter Gerritsz Bouman, kastelein op 't huis te Duijvenvoirde, een huis en erf mitsgaders schuur, potinge en plantinge met 3½ hond teelland en boomgaard, belend ten oosten de weduwe van Jan Adriaensz van Rietbrouck, ten zuiden de Heerwech, ten westen de weduwe van Louris Jansz van Claverdijck, ten noorden Dirck Sijmonsz van Leeuwen, belast met 50 st 's jaars erfpacht aan Arij Jacobsz Starrenburch, voor 450 gld in contanten en een custingbrief van 1000 gld (de pacht is afgekocht op 31 januari 1660, de custingbrief gelost op 14 november 1660) 433.
In Voorschoten worden op 29 juni 1673 Pieter Leendertsz van Swieten en Dirck Jansz van der Fluijt gesteld tot voogden over de minderjarige kinderen van Louris Danielsz van Rhyn en Maritje Pieters van Couwenhoven 434.
In Voorschoten verkoopt op 19 december 1691 Maartjen Pietersdr van Couwenhoven, weduwe van Louris Danielsz van Rijn, geassisteerd met Pieter Huijgen van Noort, herbergier in 't Wapen van Voorschoten, een huis en erf in 't dorp, belend ten oosten de koper, ten zuiden de Voorstraat, ten westen Gerrit Claesz Magdelijn, ten noorden de Agterweg, voor 200 gld, te betalen 40 gld 's jaars of na haar dood (tot welke tijd zij er mag blijven wonen) 25 gld 's jaars aan haar kinderen (geroyeerd op 18 april 1720, betaling is geschied in 5 termijnen) 435.
tr. 1° (schepenbank) Voorschoten 10 nov. 1643 Dammasgen CLAESDR, bij huwelijk jongedochter van Santvliet,
tr. 2° (schepenbank) Voorschoten 23 juni 1647 Marijtgen Pietersdr van COUWENHOVEN.
Uit het tweede huwelijk:
1. Pieter Lourisz.
VIh. (van Vx) Jannetgen Danielsdr van RIJN,
In Voorburg verkoopt in 1682 Jannitge Daniels van Rhijn, weduwe en boedelhoudster van Louris Gerritsz van der Ham, geassisteerd met Crijn Pouwelsz Bol haar zwager mitsgaders Daniel Lourisz van der Ham haar mondige zoon, aan Jan Willemsz Poel zeker huis en erve met een croft teelland daaraan gelegen, in 't Westeijnde, groot omtrent 4½ hond, belend ten oosten Louris Jansz Noortveen, ten zuiden de Heerwech, ten westen Lenaert Jansz Router, ten noorden Harmen Dircksz van der Speck, belast met 15 st 's jaars toekomende voornoemde Harmen van van der Speck, voor 250 gld gereed en een custingbrief van 1000 gld 436.
tr. (schepenbank) Voorschoten 18 juli 1649 Lourens Gerritsz HAM, verm. zn van Gerrit Jacobsz HAM en Maritgen Sijmonsdr ROIJ, wedn. van Aeltgen CORSSENDR.
Uit dit huwelijk:
1. Daniel Lourisz van der HAM.
VIi. (van Vx) Jan Danielsz van RIJN,
In Voorschoten hebben op 30 april 1649 de ambachtsbewaarders Jan Cornelisz van der Marck en Pieter Gijsbertsz van Adegeest openbaar verkocht aan Jan Danielsz van Rijn een partij erf aan 't Westeinde van het dorp, groot 30¾ roeden, belend ten noorden de Voorwech, ten oosten de partij gekocht door Steven Jansz van Velsen, ten zuidwesten de heer van Hazerswoude, voor 12 gld 13 st 6 penn in gereed geld en een custingbrief van 63 gld 10 penn (geroyeerd op 17 december 1657) 437.
In Voorschoten verkoopt op 14 mei 1658 Jan Danielsz van Rijn aan Jochem Jochemsz Altena een stukje erf in 't Westeijnde, belend ten oosten de partij door koper van Steven Jansz van Velsen gekocht, ten zuiden en westen de laan van de heer van Hazerswoude, ten noorden de Voorstraat, voor 60 gld in contanten, verkoopt op 17 mei 1658 Mr Jurijaan Santberch, kaasbaanmeester te Leiden, als gestelde voogd over de nagelaten minderjarige weeskinderen van zal. Mr Emanuel Emanuelsz, in zijn leven chirurgijn te Voorschoten, aan Jan Danielsz van Rijn zekere huizinge en erf met een tuin daarachter in 't Westeijnde, belend ten oosten Jan Corssen wielmaker, ten zuiden de Voorstraat, ten westen Willem Gerretsz Bouman, ten noorden de Heerwech, uitgezonderd de smidsgereedschappen, voor 445 gld in contanten, verkoopt op 5 mei 1662 Jan Danielsz van Rhijn aan Claes Dircxz van Leeuwen een huis en erf in het dorp, belend ten westen Willem Gerritsz, ten oosten de weduwe van Jan Corsz wielmaker, strekkende van de Voorwech tot achter aan de Achterwech, voor 750 gld, en verklaart op 24 mei 1663 Annetgen Cornelisdr van Noort, weduwe van Leendert Lourisz Liesvelt, wonende omtrent Den Haag, openbaar verkocht te hebben aan Jan Danielsz van Rhijn een huis en erf op de Achterwech, belend ten oosten Jacob Leendersz van Wou met bruikwaar, ten westen Cornelis van der Bij smid, strekkende van de Achterwech tot achter aan de weduwe van Nanning Bartholomeusz, voor 560 gld in gereed geld 438.
In Voorschoten verkopen op 21 mei 1666 de erfgenamen van Jan Pietersz van Borselen en Geertge Evertsdr van Leeuwen aan Jan Danielsz van Rijn een ruime, sterke en welgelegen huizinge en erf, mitsgaders tuin en boomgaard met schuur en verdere opstal in 't Westeijnde van het dorp, belend ten oosten en zuiden Ansem Adriaansz van der Werff, ten westen Wouter Huijbertsz van Immerseel, ten noorden de Voorstraat, voor 1200 gld in gereed geld en een custingbrief van 580 gld, verkoopt op 8 mei 1668 Jan Danielsz van Rijn aan Jan Ariensz van Toledo een huis en erf in het dorp aan de Achterwech, belend ten westen Jan Jansz Ravensbergen, ten oosten Phillips Florisz Ammerlaan, strekkende voor van de Achterwech tot achter aan Mees Florisz Ammerlaan, voor 610 gld in gereed geld, en is op 18 december 1676 Jan Jansz Wydoogen aan de kinderen van Jan Danielse van Rijn 34 gld 10 st schuldig, tegen 5 van 't honderd in 't jaar, waaraan hij verbindt zijn huizinge en erf in 't dorp aan de Achterwegh, belend ten oosten comparant, ten zuiden Jacob Jansz Wijdogen, ten westen de weduwe van Pieter Willemsz Wint, ten noorden de Achterwegh 439.
In Voorschoten verklaren op 12 mei 1677 Pieter Joosten den Bleijcker getrouwd hebbende Geertie Jan van Rijn, meerderjarige, mitsgaders Cornelis Janse van Leeuwen, Louris Gerritse Ham en Cornelis Leendertse Wassenaar vervangende Pieter Cornelisse [Lourisse?] van Rijn, als gestelde voogden over de minderjarige kinderen van Jan Danielse van Rijn en Grietje Cornelis van Leeuwen, beiden zal. ged., in 't openbaar verkocht te hebben aan Louris Cornelis van der Werff, bakker alhier, een ruime, sterke, welgelegen huizinge en erf mitsgaders tuin, boomgaard mitsgaders schuur en verder opstal, groot omtrent 2 hond, in 't dorp, belend ten oosten en zuiden Anxem Arentse van der Werfs weduwe, ten westen Wouter Hijbertse cum socio, ten noorden de Voorstraet, met waarbrieven van 7 januari 1603, 15 oktober 1637, 21 mei 1666, voor een custing- of schuldbrief van 1515 gld (geroyeerd 3 april 1683) 440.
tr. (schepenbank) Voorschoten 30 mei 1645 Grietgen Cornelisdr van LEEUWEN.
In Voorschoten wordt in 1676 de staat en inventaris opgemaakt van de boedel, met de dood ontruimd, van Jan Danielsz van Ryn en Grietjen Cornelisdr van Leeuwen, door Pieter Joosten den Bleycker ten wijve hebbende Geertjen Jansdr, meerderjarige dochter, mitsgaders Louris Gerritsz Ham, Pieter Lourisz van Ryn, Cornelis Jansz van Leeuwen en Cornelis Leendertsz Wassenaer als voogden over de minderjarige kinderen, inhoudende o.m. een huis en erve in het dorp aan de zuidzijde van de Heerstraat, belend ten oosten en westen de weduwe van Ansem Arentsz van der Werff, ten westen Wouter Hubertsz, en wordt na de deling op 3 juni 1677 op 4 juni 1677 de rekening opgesteld t.b.v. de minderjarige kinderen Daniel, oud omtrent 20 jaar, en Cornelis, oud omtrent 16 jaar, waarna op 6 september 1680 door de voogden opnieuw een rekening wordt opgesteld en Daniel Jansz van Ryn bekent zijn aanpart ontvangen te hebben 441.
Uit dit huwelijk:
1. Geertjen Jansdr, tr. Pieter Joosten den BLEYCKER.
2. Daniel Jansz, geb. ca. 1656, tr. (schepenbank) Leiden 28 juli 1680 (volgens attestatie van de secretaris van Katwijk op Rijn) Annetge CRIJNEN.
3. Cornelis Jansz, geb. ca. 1660.
VIj. (van Vaa) Jopge Vranckendr van RIJN,
In Voorschoten delen op 27 maart 1705 Pieter Gysbertsz Adegeest, Sybrant Leendertsz Corpershouck in huwelijk hebbende Cornelia Jans van der Clufft en Maartje Jans van der Clufft geassisteerd met Sybrant Leendertsz, de gekregen erfenis van wijlen Jannetje Vranckendr van Ryn, weduwe van jonge Jan Pietersz Adegeest 442.
tr. (schepenbank) Voorschoten 20 febr. 1661 Jan Claasz van der KLUFT, overl. vóór 27 maart 1705.
Uit dit huwelijk:
1. Cornelia Jansdr van der KLUFT, tr. Sybrant Leendertsz CORPERSHOUCK.
2. Maartge Jansdr van der KLUFT.
VIk. (van Vaa) Leuntge Vranckendr van RIJN, overl. vóór 9 juli 1688,
In Voorschoten stelt op 22 februari 1684 Apollonia Franckendr van Rijn, weduwe van Gysbert Pietersz Adegeest, Jan Pietersz Adegeest en Cornelis Pietersz Adegeest als voogden over de nagelaten alsnog minderjarige weeskinderen 443.
In Voorschoten verklaren op 19 juli 1688 door schout en weesmannen aangestelde voogden over de minderjarige kinderen en erfgenamen van zal. Leuntge Vrancken van Rijn, in haar leven weduwe van Gysbert Pietersz Adegeest, op 1 maart 1688 verkocht te hebben aan Johannis van der Waart en Dirck van der Plas een woninge als huis, schuur, boomgaard, 2 bargen, potinge en plantinge, met omtrent ruim 2 morgen wei- en teelland aan 't dorp, belend ten oosten de kinderen van Dirck Jansz van der Plas, ten zuiden Symon Danielsz van Nes enige erve en de Heerweg, ten westen de baljuw van Voorschoten c.s., ten noorden voornoemde baljuw met voornoemde kopers, belast met 3 gld 6 st 's jaars gehypothequeerd op 340 roeden, nog een erfpacht van 2 gld 5 st, voor 1005 gld in gereed geld 444.
tr. Gijsbert Pietersz van ADEGEEST, overl. vóór 22 febr. 1684, zn van Pieter Gysbrechtsz van ADEGEEST en Maertge Jansdr KUYPER.
In Voorschoten verkoopt op 3 januari 1676 Gijsbert Pietersz Adegeest aan Gerrit Pietersz Helburgh een erfje groot 25 roeden liggende aan 't einde van verkopers boomgaard ten noordoosten van kopers huizinge, in 't dorp, belend ten oosten en noorden de verkoper, ten zuiden de Heerwech, ten westen de koper, voor 75 gld in gereed geld 445.
Uit dit huwelijk:
1. Pieter Gijsbertsz ADEGEEST, tr. Geertgen Huijgen BIJVLIET.
Op 10 oktober 1705 testeren Pieter Gijsbertsz Adegeest en Geertgen Huijgen Bijvliet, echte man en vrouw wonende in het dorp van Voorschoten, op de langstlevende 446.
VIl. (van Vac) Jan Willemsz van RIJN, geb. ca. 1635,
In Voorschoten zijn op 27 december 1694 Cornelis Jansz van Rijn, Willem Jansz van Rijn, Kors Jacobs van Noortensjen, Willemboort Willemsz Rietbroeck, mitsgaders Jan Willemsz van Rijn als vader en voogd over Tijs Jansz van Rijn, aan Mr Pieter van Campen als voogd over Jan de Loos, oud omtrent 20 jaar, 220 gld schuldig, tegen 4 gld van ieder honderd in 't jaar, met als onderpand een huis en erf aan de Hogen Rijndijck, belend ten oosten de Rijn, ten zuiden Jan Cornelisz van Leeuwen, ten westen de Rijndijk, ten noorden heer baljuw Points (geroyeerd op 23 januari 1721) 447.
tr. Cornelia DIRCXDR, dr van Dirck CORNELISZ, schipper, en Lijsbeth JEROENSDR.
Uit dit huwelijk:
1. Cornelis Jansz.
In Voorschoten verklaart op 20 april 1695 Harmen Leendertsz Schipper op zekere voorwaarden verkocht te hebben aan Cornelis Jansz van Rijn een huis en erf aan de Hogen Rijndijk, belend aan de ene zijde Dirk Huijgen Breroe, de andere zijde Arij Abramsz van der Klufft, strekkende van de Hoogen Rijndijk tot in de Rijn, voor 220 gld in gereed geld 448.
2. Jeroen Jansz.
3. Willem Jansz.
4. Tijs Jansz.
Noten
GALV = Gemeentearchief Leidschendam-Voorburg
LeenkHvWassenaar = Ons Voorgeslacht 33 (1978), De leenkamers van de Heren van Wassenaar, door C. Hoek
NA = Nationaal Archief te Den Haag
OAR = Oud Archief Hoogheemraadschap Rijnland
OV = Ons Voorgeslacht
RAL = Regionaal Archief Leiden
RepBinckhorst = Ons Voorgeslacht 26 (1971), Repertorium op de lenen van de hofstad Binckhorst 1322-1700, door C. Hoek
RepMade = Repertorium op de lenen van de hofstad Made bij Delft, 1329-1764, door C. Hoek (Ons Voorgeslacht 21 (1966), blz. 355-372).
RepWarmond = Ons Voorgeslacht 35 (1980), Repertorium op de lenen van de hofstede Warmond 1316-1799, door J.C. Kort
1. OAR 8540 (morgenboek Zoeterwoude 1542), fol. 175v.
2. RAL Leiden II 5809 (morgenboek Voorschoten 1543/1544), blz. 2, 19, 51, 55 en 56.
3. NA Staten van Holland vóór 1572 272 (10e penning 1544 van Voorschoten), fol. 12v.
4. GALV RA Stompwijk 123, fol. 206v.
5. RAL Leiden Arch. van de kerken 417 11 april 1523, fol. 184v en 185.
6. RAL Leiden Arch. van de kerken 490 (huurboek van het kapittel van St. Pancras), fol. 96v.
7. OAR 8640 (morgenboek Zoeterwoude 1542), fol. 23, 23v en 165.
8. RAL Leiden II 5809, blz. 90, 92, 93 en 95.
9. NA Staten van Holland vóór 1572, 272 (kohier 10e penning Voorschoten 1544), fol. 15.
10. GALV RA Stompwijk 58, fol. 151, 153, 153v en 154v, 30 mei 1607.
11. OAR 8640 (morgenboek Zoeterwoude 1542, fol. 174.
12. NA Staten van Holland vóór 1572, 818 (kohier 10e penning Voorschoten 1553), fol. 10.
13. GALV RA Stompwijk 123, fol. 44, 177, 203 en 281.
14. RAL RA Voorschoten 1 fol. 3, 10 maart 1577, 1(a), fol. 161 en 161v, 30 jan. 1583, 14v 20 okt. 1585.
15. RAL RA Voorschoten 2, fol. 18v 19 mei 1589, fol. 181v 17 mei 1591.
16. RAL Leiden Arch. van de gasthuizen 308 (St. Catharinagasthuis), dl. 1-7 (periode 1543-1550).
17. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 51 fol. 233, 29 juni 1602.
18. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 51, fol. 260 en 261v, en GALV RA Stompwijk 57 fol. 133, 11 jan. 1603.
19. RAL ONA Leiden 1 (notaris P. A. Storm) fol. 19, akte 14, 3 nov. 1564.
20. RAL ONA Leiden 21 (notaris Salomon Lenaertsz van der Wuert) akte 199, 23 okt. 1593.
21. NA Abdij van Rijnsburg 341, 1 maart 1538.
22. RAL Leiden Arch. van de kloosters 387 fol. 4, 6 febr. 1572.
23. RAL ONA Leiden 52 (notaris Wilhem Claesz van Oudevliet), fol. 278v 21 nov. 1587, fol. 288v 8 dec. 1587.
24. RAL Leiden Arch. van de kerken 490 (huurboek van het kapittel van St. Pancras), fol. 145.
25. OAR 8640 (morgenboek van Zoeterwoude 1542), fol. 154v.
26. RAL Stadsarch. Leiden II 5809, blz. 16, 17, 49, 51, 52, 55, 69, 76, 88.
27. NA Staten van Holland vóór 1572, 272 (kohier 10e penning Voorschoten 1544), fol. 28v.
28. RAL RA Leiden 41 (Kenningboek) fol. 190, 18 febr. 1575.
29. RAL RA Voorschoten 1(a) fol. 108v en 109, 12 aug. 1579.
30. GA Den Haag, Hypotheken RA 335 fol. 8, 27 dec. 1580.
31. RAL RA Voorschoten 1(a) fol. 159, 11 nov. 1582.
32. GALV RA Stompwijk 123, fol. 99v.
33. RAL RA Voorschoten 1(a) fol. 159, 11 nov. 1582, 2 fol. 8, 1 juli 1588.
34. GA Den Haag Weeskamer 2339.
35. Zie Onze Voorouders III (1998), Kwartierstaat Van den Bosch-Oudshoorn, door H.M. Kuypers, blz. 19.
36. RAL ONA Leiden 10 (notaris Salomon Lenaertsz van der Wuert) akte 188bis, 14 juli 1582.
37. GALV RA Stompwijk 1, fol. 61v, 62, 63v en 64, 1 dec. 1594.
38. OAR 9478 fol. 7v, 13 jan. 1599.
39. GALV RA Stompwijk 58, fol. 74, 23 febr. 1606.
40. GALV RA Stompwijk 1 fol. 12, 22 mei 1593.
41. RAL ONA Leiden 62 (notaris Wilhem van Oudevliet) fol. 71v, 28 maart 1598.
42. OAR 8640 morgenboek Zoeterwoude 1580.
43. GALV RA Stompwijk 123, fol. 58v, 202, 214, 223, 224, 235, 296v, 297v en 298.
44. GALV RA Stompwijk 1 fol. 66, 27 dec. 1594, 57 fol. 87, 14 febr. 1602.
45. RAL Zoeterwoude SCH 48 fol. 74v, 21 jan. 1593, SCH 50 fol. 199, 25 febr. 1599.
46. OV 44 (1989), blz. 433 (in: Kwartierstaat Van Zijl/Van Gaalen, door Th.P. van Zijl.)
47. GA Den Haag Hypotheken, RA 348 fol. 10, 24 jan. 1602.
48. RAL ONA Leiden 221 (notaris Jan van Heussen) fol. 19, 14 febr. 1629.
49. RAL Huisarch. Warmond 480 (Beheer onroerende goederen van het convent van de 11000 Maagden).
50. RAL ONA Leiden 5 (notaris Salomon Lenaertsz van der Wuert) fol. 304, 18 juli 1576.
51. NA Hof van Holland 2271 (Dingtalen), 15 juli 1627: akte gepasseerd voor Joost van Rijn, notaris, op 17 oktober 1595.
52. NA Grafelijkheidsrekenkamer (Registers) 165 fol. 45, 20 juni 1614.
53. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 51 fol. 114 en 114v, 10 maart 1601.
54. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 51 fol. 229, 29 juni 1602, GALV RA Stompwijk 57 fol. 105, 29 juni 1602, RAL ONA Leiden 156 (notaris Foijt Ghijsbertsz van Sijp) akte 199 (blz. 325), eind dec. 1616.
55. GALV RA Stompwijk 57 fol. 148v, 16 febr. 1603.
56. RAL ONA Leiden 52 (notaris Willem Claesz van Oudevliet) fol. 104, 7 mei 1587.
57. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 51 fol. 306v, 19 april 1603.
58. RAL Stadsarch. Leiden II 4023 (hoofdgeld 1623), fol. 290.
59. RAL ONA Leiden 56 (notaris Willem Claesz van Oudevliet) fol. 82, 18 april 1581.
60. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 51, fol. 310v 7 juli 1603, fol. 323 en 324, 26 juli 1603.
61. GALV RA Stompwijk 57, fol. 181, 7 juli 1603, fol. 182v en 183v, 26 juli 1603.
62. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 51 fol. 325, 13 aug. 1603.
63. GALV RA Stompwijk 57 fol. 187v, 13 aug. 1603.
64. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 51 fol. 433, 13 sept. 1604.
65. GALV RA Stompwijk 58 fol. 22v, 30 sept. 1604.
66. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 52 fol. 88, 14 jan. 1606.
67. OAR 9478 fol. 3, 13 jan. 1599.
68. NA Arch. Abdij Leeuwenhorst 11, en 7 fol. 85, 9 fol. 83.
69. RAL OA Voorschoten 75 (morgenboek 1577), fol. 19v en 20.
70. RAL ONA Leiden 66 (notaris Lenardt van Overvest), fol. 7v 24 maart 1577, fol. 9 30 maart 1577.
71. RAL RA Voorschoten 1(a) fol.116, 1580/1581.
72. RAL RA Voorschoten 3, fol. 153 4 dec. 1619, fol. 153v en fol. 154, 5 dec. 1619.
73. RAL RA Voorschoten 3 fol. 172, 3 juli 1620.
74. RAL ONA Leiden 8 (notaris Samuel Lenaertsz van der Wuert) fol. 40, 11 febr. 1579.
75. RAL ONA Leiden 3 (notaris Salomon Lenaertsz van der Wuert) blz. 126 (akte 69), 8 sept. 1573.
76. RAL ONA Leiden 52 (notaris Willem Claesz van Oudevliet) fol. 247, 1 okt. 1587.
77. RAL Huisarch. Warmond 570, fol. 88v en 91v, 88 en 92.
78. RepWarmond, onder 'Koudekerk', nr 57 en 58, blz. 697.
79. RAL ONA Leiden 56 (notaris Willem Claesz van Oudevliet) fol. 229, 28 nov. 1591.
80. RAL RA Voorschoten 1(a) fol. 6, 9 maart 1585.
81. RAL RA Voorschoten 1(a) fol. 80, 3 juni 1588.
82. LeenkHvWassenaar nr 443B blz. 634.
83. RepBinckhorst nr 42B blz. 252.
84. RAL RA Voorschoten 1 fol. 8, 6 dec. 1577, 1(a), fol. 120v 29 maart 1581, fol. 188 10 dec. 1583, fol. 202 20 maart 1584, fol. 221 11 jan. 1585, fol. 23 tussen aktes van 27 nov. en 29 dec. 1585.
85. NA Familie-archief Van Vredenburch 33 (Geestelijke goederen) (Nadere toegang 238), fol. 227.
86. NA RA Lisse 1 fol. 110v, 7 juni 1583.
87. RAL RA Voorschoten 2, fol. 74 en 75, 15 juli 1588, fol. 101v en fol. 110v 26 april 1589.
88. GALV RA Stompwijk 57, fol. 194 en 195, 11 nov. 1603.
89. RAL Weeskamer Voorschoten 3, 27 nov. 1623.
90. OAR 9478 fol. 6v, 13 jan. 1599.
91. GALV RA Stompwijk 123, fol. 43.
92. GALV RA Stompwijk 57 fol. 116v, 25 sept. 1602.
93. GALV RA Stompwijk 58 fol. 137, 21 maart 1607.
94. GA Den Haag, Weeskamer 1420.
95. GALV RA Stompwijk 1 fol. 27bis, 14 nov. 1593.
96. NA Hof van Holland 2153 (Dingtalen), 14 dec. 1599.
97. GALV RA Stompwijk 58 fol. 35, 13 maart 1605, 59 fol. 68v, 18 maart 1609.
98. RAL RA Voorschoten 33, 27 jan. 1606, 22 april 1616, 21 okt. 1616, 1 dec. 1617.
99. GALV RA Stompwijk 5 fol. 82 en 83, 13 nov. 1624, fol. 83 en 84v, 15 okt, 1625.
100. GALV RA Stompwijk 57 fol. 213, 11 febr. 1604.
101. GALV RA Stompwijk 57, fol. 50 25 maart 1601, 58, fol. 55v 5 okt. 1605, fol. 106, 18 okt. 1606, 59, fol. 43 21 jan. 1609, 60, fol. 15 26 okt. 1611.
102. GALV RA Stompwijk 60, fol. 116 4 jan. 1613, fol. 122v 16 jan. 1613, fol. 167 en fol. 168, 1 mei 1613.
103. GALV RA Stompwijk 61 fol. 188v, 13 jan. 1616.
104. RAL Leiden Stadsarch. II 4023, fol. 401v.
105. GALV RA Stompwijk 6, fol. 82 en 82v, 13 mei 1629.
106. GALV RA Stompwijk 6 fol. 83 en 83v, 13 mei 1629.
107. GALV RA Stompwijk 6 fol. 118v, 16 jan. 1630, 7 fol. 293v, 15 okt. 1635.
108. GALV RA Stompwijk 17 fol. 314, 22 nov. 1656.
109. GALV RA Stompwijk, 7 fol. 314 12 maart 1636, 10 fol. 219v 1 mei 1646.
110. RAL ONA Leiden 406 (notaris Henrick Melchiorsz Brasser) akte 86, 7 april 1652.
111. GALV RA Stompwijk 57 fol. 178 en fol. 179, 18 juni 1603, 58 fol. 19v, 17 nov. 1604.
112. GALV RA Stompwijk 7 fol. 48v en 50v, 23 juli 1632, 7 fol. 269, 1 mei 1635, 8 fol. 50, 5 maart 1637, 9 fol. 16v, 1 mei 1640, fol. 41v en 42, 22 aug. 1640, fol. 59 14 aug. 1640, fol. 75v en 76, 23 jan. 1641, 10, fol. 107v, 108 en 125, 18 maart 1643, fol. 141 en 141v, 29 april 1643.
113. GALV RA Stompwijk 11 fol. 30 en 31, 15 maart 1645.
114. GALV RA Stompwijk 25 fol. 217, 10 juni 1681.
115. RAL ONA Leiden 406 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 63, 3 maart 1652.
116. ONA Den Haag 430 (notaris Jan Pietersz Nanius) fol. 54, 18 sept. 1661.
117. GALV RA Stompwijk 7 fol. 49 en 50v, 23 juli 1632.
118. GALV RA Stompwijk 24 fol. 101v, 21 aug. 1671.
119. GALV RA Stompwijk 57, fol. 62, 62v en 63, 8 juli 1601, fol. 164 5 april 1603.
120. GALV RA Stompwijk 58, fol. 104v en 105, 18 okt. 1606, fol. 105v en 106, 18 okt. 1606, fol. 129 6 maart 1607, fol. 159 15 juni 1607, 59 fol. 16, 3 sept. 1608, 58 fol. 187v en 188, 21 jan. 1608, 59 fol. 209v en fol. 210, 13 april 1611, 60 fol. 225v, 4 dec. 1613.
121. RAL Leiden Stadsarch. II 4023, fol. 404.
122. GALV RA Stompwijk 6 fol. 127 en 127v, 26 jan. 1630, 7 fol. 313 19 nov. 1636, 8 fol. 92v, 4 okt. 1637, 9 fol. 59, 14 aug. 1640.
123. GALV RA Stompwijk 10, fol. 14 en 14v, 30 okt. 1641, fol. 73v en 75, 15 okt. 1642, fol. 111 1 mei 1643, fol. 141 en 141v, 29 april 1643 en fol. 125 18 maart 1643, 11 fol. 255 en 256, 14 dec. 1646.
124. GALV RA Stompwijk 12, fol. 161 en 161v, 9 maart 1648.
125. GALV RA Stompwijk 13 fol. 145, 23 febr. 1650.
126. RAL Stadsarch. Leiden II 4023 (hoofdgeld 1623), fol. 50.
127. GALV RA Stompwijk 58. fol. 79 6 april 1606, fol. 107 1 nov. 1606.
128. RA Zoetermeer 46 fol. 244, 4 mei 1640.
129. RAL ONA Leiden 261 (notaris Pieter Dircxz van Leeuwen) akte 81, 28 okt. 1634.
130. RAL ONA Leiden 396 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 151, 5 sept. 1642, NA 398 akte 192, 17 sept. 1644.
131. RAL ONA Leiden 410 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 77, 22 maart 1647.
132. RAL ONA Leiden 401 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 111, 26 april 1647.
133. RAL ONA Leiden 401 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 145, 25 mei 1647, 405 akte 171, 1 juli 1651.
134. RAL ONA Leiden 406 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 180, 21 juni 1652.
135. RAL ONA Leiden 391 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 391, 25 juli 1637.
136. RAL ONA Leiden 408 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 10, 9 jan. 1654.
137. RAL ONA Leiden 155 (notaris Foyt Ghijsbrechtsz van Sijp) akte 185, 14 okt. 1614.
138. RAL Stadsarch. Leiden II 4023 (hoofdgeld 1623), fol. 408v.
139. RepBinckhorst nr 34 blz. 249.
140. GALV RA Stompwijk 13 fol. 17, 11 maart 1649.
141. GALV RA Stompwijk 9 fol. 157, 26 juni 1641.
142. RAL RA Voorschoten 8 fol. 3v, 12 juni 1640, 9 fol. 196, 13 mei 1644.
143. GALV RA Stompwijk 13 fol. 46 en 47, 1 mei 1649.
144. GALV RA Stompwijk 13, fol. 85v, 87 en 88, 16 juni 1649.
145. GALV RA Voorburg 1, fol. 48v en 50v, 16 juli 1603, fol. 149v 13 nov. 1607.
146. GALV RA Voorburg 2, fol. 11v en 12, 5 aug. 1609, fol. 16, 16v en 17, 14 okt. 1610.
147. GALV RA Voorburg 7, fol. 7, 8v en 9v, 2 mei 1644.
148. GALV RA Voorburg 11 fol. 64, 29 mei 1683.
149. GALV RA Stompwijk 12 fol. 186, 18 april 1648.
150. GALV RA Voorburg 102, 7 maart 1657.
151. GALV RA Voorburg 10, fol. 16 4 mei 1668, fol. 108v 28 mei 1672, fol. 251v 1 juni 1680.
152. Zie Prometheus, Kwartierstatenboek XI, Delft 1992, o.a. blz. 259.
153. GALV RA Stompwijk 57 fol. 117, 9 sept. 1602.
154. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 51 fol. 16 en 18, 26 febr. 1600.
155. RAL Stadsarch. Leiden II 4023 (hoofdgeld 1623), fol. 393v.
156. RAL Weeskamer Voorschoten 3, 18 sept. 1625.
157. GALV RA Stompwijk 5 fol. 160v, 19 sept. 1625.
158. RAL RA Voorschoten 6 fol. 11, 14 dec. 1629.
159. RAL RA Voorschoten 2 fol. 124, 25 febr. 1590.
160. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 51 fol. 434 en 435, 16 okt. 1604.
161. RAL RA Voorschoten 33 (Dingboek), 28 jan. 1605, 15 juli 1605, omstreeks 8 aug. 1608.
162. RAL RA Voorschoten 118, 1600-1606, 29 mei 1604, 1607-1610, 22 okt. 1608.
163. RAL Weeskamer Voorschoten 5, 12 maart 1634.
164. RAL Stadsarch. Leiden II 4023 (hoofdgeld 1623), fol. 361v.
165. RAL RA Voorschoten 5 fol. 11, 23 maart 1625.
166. RAL RA Voorschoten 33, 30 aug. 1613, 35 fol. 35, 16 mei 1642.
167. RAL ONA Leiden 399 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 173, 12 okt. 1645.
168. RAL ONA Leiden 405 (notaris Henric Melchiorsz Brasser), akte 122 en 123, 3 mei 1651.
169. RAL RA Voorschoten 1 fol. 159(a)v, 11 nov. 1582.
170. OAR 9478 fol. 4, 13 jan. 1599.
171. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 52 fol. 114, 11 maart 1606.
172. RAL RA Voorschoten 7 fol. 106, 26 sept 1636.
173. RAL Stadsarch. Leiden II 4023 (hoofdgeld 1623), fol. 59v.
174. RAL Weeskamer Voorschoten 3, 16 jan. 1620.
175. RAL ONA Leiden 282 (notaris Jan Mote) akte 75, 11 april 1620.
176. RAL ONA Leiden 430 (notaris Kaerl Outerman) akte 68, 2 mei 1637.
177. RAL ONA Leiden 407 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) aktes 133 en 135, 19 mei 1653.
178. RAL RA Voorschoten 8 fol. 36, 10 april 1641.
179. RAL ONA Leiden 407 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 117, 2 mei 1653.
180. RAL RA Voorschoten 11 fol. 22, 17 mei 1658.
181. RAL RA Voorschoten 8 fol. 176v, 5 maart 1644, 9, fol. 212 30 april 1649, fol. 267v 26 okt. 1651.
182. RAL RA Voorschoten 9 fol. 289v, 6 mei 1652.
183. RAL ONA Leiden 394 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 199, 10 nov. 1640.
184. GALV RA Stompwijk 57 fol. 77v, 7 nov. 1601.
185. RAL ONA Leiden 390 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 107, 19 juli 1636.
186. RAL ONA Leiden 404 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 41, 9 febr. 1650.
187. GALV RA Stompwijk 57 fol. 93, 3 april 1602.
188. RAL ONA Leiden 397 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 191, 7 sept. 1643.
189. RAL ONA Leiden, 1046 (notaris Cornelis de Haas) akte 55, 14 oktober 1666, 934 (notaris Frans van Cingelshouck) akte 167, 16 dec. 1666.
190. RAL RA Voorschoten 14 fol.29, 29 april 1679.
191. RAL RA Voorschoten 118, 1614-1615, 17 febr. 1615.
192. RAL Stadsarch. Leiden II 4023 (hoofdgeld 1623), fol. 428.
193. ONA Den Haag 429 (notaris Jan Pietersz Nannius), fol. 79 en 80, 17 dec. 1656.
194. RAL RA Voorschoten 11 fol. 106v, 16 febr. 1661.
195. RAL RA Voorschoten 11, fol. 103 en 104v, 13 jan. 1661.
196. RAL ONA Leiden 399 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 61, 11 april 1645.
197. RAL ONA Leiden 86 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 86, 11 mei 1645.
198. RAL ONA Leiden 405 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 45, 18 febr. 1651.
199. RAL RA Voorschoten 13 fol. 101, 25 mei 1675.
200. RAL ONA Leiden 403 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 183, 1 juli 1649.
201. RAL RA Voorschoten 13 fol. 138v, 23 dec. 1676.
202. RAL RA Voorschoten 33 (Dingboek), 1636.
203. RAL ONA Leiden 935 (notaris Frans van Cingelshouck) akte 46, 28 april 1667, akte 53 3 mei 1667, 54 4 mei 1667, 57 7 mei 1667, 59 7 mei 1667, 68 21 mei 1667.
204. RAL RA Voorschoten 12, fol. 67v, 78-80, 1 april 1667.
205. RAL ONA Leiden 406 (notaris Melchiorsz Brasser) akte 122, 7 mei 1652.
206. RAL RA Voorschoten 11, fol. 134 4 maart 1662, fol. 182 28 sept. 1663.
207. RAL ONA Leiden 935 (notaris Frans van Cingelshouck) akte 29, 6 maart 1667, RA Voorschoten 12 fol. 84v, 1667.
208. RAL RA Voorschoten 12 fol. 153v, 9 mei 1670.
209. RAL ONA Leiden 399 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 86, 11 mei 1645.
210. RAL ONA Leiden 403 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 259, 26 okt. 1649.
211. RAL Weeskamer Voorschoten 3, 28 april 1628.
212. RAL ONA Leiden 403 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 248, 9 okt. 1649.
213. RAL ONA Leiden 400 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 153, 19 juli 1649.
214. RAL ONA Leiden 408 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 113, 2 mei 1654.
215. RepMade nr 8 (blz. 362).
216. RAL RA Voorschoten 3 fol. 153v, 5 dec. 1619.
217. RAL Stadsarch. Leiden II 4023 (hoofdgeld 1623), fol. 392v.
218. RAL ONA Leiden 221 (notaris Jan van Heussen) fol. 30, 19 mei 1629.
219. RAL RA Voorschoten 6 fol. 32, 14 juni 1630.
220. RAL ONA Leiden 223 (notaris Jan van Heussen) akte 86, 8 maart 1634.
221. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 52 fol. 193, 16 maart 1607.
222. RAL ONA Leiden 339 (notaris Henric Nachtegael) akte 107, 9 maart 1630.
223. OAR 9479 fol. 8v, 13 jan. 1599.
224. RAL ONA Leiden 339 (notaris Henric Nachtegael) akte 109, 9 maart 1630.
225. RAL Weeskamer Voorschoten 1, fol. 3v 29 okt. 1630, fol. 8 24 maart 1656.
226. RAL RA Voorschoten 11 fol. 5, 25 jan. 1658.
227. RAL ONA Leiden 339 (notaris Henric Nachtegael) akte 151, 22 nov. 1631.
228. RAL ONA Leiden 403 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 148, 5 juli 1649, 408 akte 22, 17 jan. 1654.
229. RAL RA Voorschoten 12, fol. 154v en 155v, 9 mei 1670.
230. RAL RA Voorschoten 11 fol. 165, 16 febr. 1663.
231. RAL ONA Leiden 886 (notaris Johan van Campen), nr 17 26 maart 1661, nr 38 18 aug. 1665, nr 39 18 aug. 1665.
232. RAL ONA Leiden 1005 (notaris Lambert van Swieten) dl 2 nr 15, 7 juni 1665, dl 3 nr 7, 17 febr. 1667, dl 3 nr 37, 17 dec. 1667.
233. RAL ONA Leiden 1007 (notaris Lambert van Swieten) dl 1 nr 65, 4 april 1671, dl 1 nr 24, 21 aug. 1671.
234. RAL Zoeterwoude SCH 76 fol. 426, 3 maart 1672, ONA Leiden 1052 (notaris Cornelis de Haes) nr 133, 27 mei 1672.
235. GALV RA Stompwijk 58 fol. 10, juni 1604, 60 fol. 3v, 10 juli 1611, 60 fol. 104v, 10 okt. 1612.
236. GALV RA Stompwijk 3, fol. 175 en 175v, 21 okt. 1620.
237. RA Zoetermeer 42 fol. 206, 211 en 214, 5 juni 1620, 43 fol. 137, 16 sept. 1621, 44 fol. 50 en 51, 31 mei 1624, 47 fol. 7, 16 juni 1640, 50 fol. 144v, 8 april 1655.
238. RAL ONA Leiden 1005 (notaris Lambertus van Swieten) dl 2 nr 14, 21 mei 1665.
239. RAL Arch. Zoeterwoude AD 980, haardstedengeld 1666.
240. RAL RA Voorschoten 13 fol. 125, 24 okt. 1676.
241. ONA Rotterdam 274 (notaris Gerridt van der Hout) akte 39 (blz. 67), 15 juni 1652.
242. ONA Rotterdam 553 (notaris Pieter van der Licht) fol. 135 (blz. 242), 23 juni 1652.
243. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 164 fol. 192, 5 maart 1657.
244. RAL ONA Leiden 881 (notaris Johan van Campen) nr 68, 15 juli 1660.
245. RAL ONA Leiden 404 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 233, 20 aug. 1650.
246. RA Zoetermeer 53 fol. 175, 11 mei 1667, 54 fol. 297v, 25 mei 1676, 55 fol. 94v, 9 mei 1681.
247. N.A. Zegwaard 8884 (notaris Simon van Berckel), 28 febr. 1681.
248. GALV RA Stompwijk 11, fol. 216 29 aug. 1646, fol. 222v 26 sept. 1646, 12 fol. 24v, 27 febr. 1647.
249. RA Zoetermeer 47 fol. 42 en 42v, 2 juni 1653.
250. RA Zoetermeer 52 fol. 172, 3 juni 1662.
251. GALV RA Stompwijk 6 fol. 172 en 172v, 31 mei 1630, 6 fol. 350 en 351, 11 febr. 1632, 7 fol. 38, 23 juli 1632, 8 fol. 197v, 1 okt. 1638, 9 fol. 59, 14 aug. 1640.
252. GALV RA Stompwijk 10, fol. 85v en 86, 20 aug. 1642, fol. 206v 22 juni 1644, 11 fol. 160v, 26 sept. 1646.
253. GALV RA Stompwijk 13 fol. 265, 1 nov. 1650, 14, fol. 197v en 198v, 1 mei 1652, 16 fol. 284, 1 nov. 1656.
254. GALV RA Stompwijk 11, fol. 20v 8 nov. 1645, fol. 162v en 163v, 26 okt. 1646, fol. 243 4 maart 1648.
255. GALV RA Stompwijk 10, fol. 86v 20 aug. 1642, fol. 162 12 sept. 1643.
256. GALV RA Stompwijk 16 fol. 285, 1 nov. 1656.
257. GALV RA Voorburg 10 fol. 98, 2 sept. 1671.
258. GALV RA Voorburg 8 fo. 107v, 12 mei 1654.
259. GALV RA Voorburg 9 fol. 241v, 14 mei 1666.
260. GALV RA Voorburg 10 fol. 33, 23 febr. 1680.
261. GALV RA Voorburg 11 fol. 96, 22 nov. 1684.
262. GALV RA Voorburg 11 fol. 238, 5 sept. 1693.
263. GALV RA Stompwijk 11 fol. 40v, 31 maart 1645, 12 fol. 61, 1 mei 1648.
264. GALV RA Stompwijk 13 fol. 128v en 129v, 2 febr. 1650, 14 fol. 28v en 29v, 1 mei 1651.
265. GALV RA Voorburg 8, fol. 98 20 april 1654, fol. 132 11 nov. 1654.
266. GALV RA Voorburg 8 fol. 265v, 8 dec. 1658.
267. GALV RA Stompwijk 17, fol. 274v en 277, 7 nov. 1657.
268. GALV RA Voorburg 11 fol. 79, 10 mei 1684.
269. GALV RA Voorburg 6, fol. 282v en 283, 14 mei 1643.
270. GALV RA Voorburg 8 fol. 270v, 24 febr. 1659.
271. GALV RA Voorburg 6 fol. 133, 27 maart 1663.
272. GALV RA Voorburg 11 fol. 95, 19 nov. 1684.
273. GALV RA Stompwijk 14, fol. 118v 12 okt. 1651, fol. 192v en 193v, 1 mei 1652.
274. RAL Weeskamer Voorschoten 1, fol. 4 en 4v, 15 juli 1626.
275. GALV RA Stompwijk 8 fol. 225v, 26 jan. 1639, 9 fol. 59, 14 aug. 1640, 10 fol. 17v, 18 dec. 1641.
276. GALV RA Stompwijk 10 fol. 118, 1 mei 1643, 11 fol. 218v, 7 nov. 1646.
277. RAL RA Voorschoten 35 fol. 154, 7 okt. 1650, ONA Leiden 405 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 266, 11 nov. 1651.
278. RAL ONA Leiden 406 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 292, 13 sept. 1652.
279. RAL ONA Leiden 408 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 36, 31 jan. 1654.
280. RAL ONA Leiden 262 (notaris Pieter Dircxz van Leeuwen) akte 124, 17 juni 1635.
281. GALV RA Stompwijk 6 fol. 221, 5 januari 1631.
282. ONA Den Haag 430 (notaris Jan Pieters Nannius) fol. 36, 15 juni 1661.
283. ONA Den Haag 430 (notaris Jan Pietersz Nannius) fol. 58, 22 sept. 1661.
284. GALV RA Stompwijk 10 fol. 207, 11 mei 1644.
285. GALV RA Stompwijk 18 fol. 47, 14 augustus 1658.
286. RAL RA Voorschoten 1 fol. 186(a), 12 nov. 1583.
287. GALV RA Stompwijk 60 fol. 23 en fol. 23v, 4 jan. 1612, 61 fol. 23 en fol. 23v, 4 juni 1614, 3 fol. 64, 11 maart 1620, 5 fol. 8v, 14 nov. 1623.
288. RAL Stadsarch. Leiden II 4023, fol. 407v.
289. GALV RA Stompwijk 5 148v, 4 nov. 1625, 7 fol. 239v, 20 dec. 1634.
290. GALV RA Stompwijk 8 fol. 324, 7 maart 1640, 12 fol. 130v, 6 mei 1648.
291. RAL ONA Leiden 403 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 54, 20 febr. 1649.
292. GALV RA Voorburg 4, fol. 185v, 186v, 187v en 188, 11 jan. 1626.
293. GALV RA Voorburg 6, fol. 85 4 okt. 1636, fol. 225v 11 dec. 1640.
294. GALV RA Voorburg 7, fol. 10 2 mei 1644, fol. 34 en 35, 17 mei 1645.
295. GALV RA Voorburg 9, fol. 253v en 254v, 2 okt. 1666.
296. GALV RA Voorburg 10, fol. 71v 15 mei 1670, fol. 73v 9 juli 1670.
297. NA RA Wassenaar 35 (Scabinale procuratiën), 3 mei 1665.
298. GALV RA Voorburg 10 fol. 226v.
299. GALV RA Voorburg 7 fol. 155, 11 mei 1650.
300. GALV RA Voorburg 8, fol. 34 en 35, 26 aug. 1651, fol. 60 27 nov. 1652.
301. GALV RA Voorburg 8, fol. 100 en 101, 29 april 1654, fol. 164v 8 april 1656.
302. GALV RA Voorburg 9, fol. 111v 21 juli 1662, fol. 124v 18 nov. 1662.
303. GALV RA Voorburg 10 fol. 125v, 20 april 1675.
304. GALV RA Voorburg 7, fol. 123 3 juni 1648, fol. 160 16 juni 1650.
305. GALV RA Voorburg 8, fol. 110 27 mei 1654, fol. 251 4 mei 1658.
306. GALV RA Voorburg 9 fol. 133v, 27 maart 1663.
307. RAL RA Voorschoten 11 fol. 142v, 5 mei 1662.
308. RAL RA Voorschoten 9, fol. 126v en 1276v, 16 maart 1647.
309. RAL RA Voorschoten 10 fol. 50, 8 mei 1654.
310. RAL RA Voorschoten 12 fol. 38, 15 mei 1665.
311. RAL ONA Leiden 420 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 49, 24 april 1666.
312. RAL NA Voorschoten 8267A (notaris Franchois Poyntz), 2 jan. 1675.
313. RAL RA Voorschoten 14 fol. 81v, 12 juni 1682.
314. RAL RA Voorschoten 12 fol. 65v, 28 mei 1666.
315. RAL RA Voorschoten 7 fol. 111, 28 nov. 1638.
316. RAL RA Voorschoten 13 fol. 4v, 21 mei 1671.
317. RAL RA Voorschoten 6 fol. 199, 30 dec. 1638.
318. RAL Weeskamer Voorschoten 1 fol. 16, 20 nov. 1654.
319. RAL RA Voorschoten 10 fol. 27v, 16 mei 1653.
320. RAL ONA Leiden 405 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 220, 8 sept. 1651.
321. RAL RA Voorschoten 4, fol. 3 en 4, 25 juni 1621.
322. RAL Stadsarch. Leiden II 4023 (hoofdgeld 1623), fol. 360v.
323. RepWarmond nr 84, blz. 713.
324. RAL RA Voorschoten 118, 10 mei 1655.
325. RAL ONA Leiden 1178 (notaris Pancras IJsselsteijn) akte 136, 28 maart 1670.
326. RAL ONA Leiden 390 (notaris Henric Melchiorsz Brasser), 5 juli 1639.
327. RAL ONA Leiden 405 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 233, 2 okt. 1651.
328. RAL ONA Leiden 221 (notaris Jan van Heussen) fol. 152, 17 febr. 1630.
329. RAL RA Voorschoten 7, fol. 57 en 58, 16 febr. 1635.
330. RAL ONA Leiden 389 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 64, 12 mei 1635.
331. RAL RA Voorschoten 13, fol. 95 en 96v, 3 jan. 1676, 97v 3 jan. 1676.
332. RAL NA Voorschoten 8267A (notaris Franchois Poyntz), 24 juni 1674.
333. RAL RA Voorschoten 14 fol. 9, 5 mei 1678.
334. RAL RA Voorschoten fol. 77v, 7 febr. 1682.
335. LeenkHvWassenaar n3 336 blz. 582.
336. RAL RA Voorschoten 14 fol. 103v, 29 mei 1683.
337. RAL RA Voorschoten 15 fol. 1, 13 mei 1684.
338. RAL RA Voorschoten 15 fol. 13v, 20 sept. 1684.
339. RAL RA Voorschoten 15 fol. 14v, 17 okt. 1684.
340. RAL RA Voorschoten 15 fol. 111v, 28 april 1691.
341. RAL RA Voorschoten 15 fol. 122, 28 sept. 1691.
342. RAL RA Voorschoten 15 fol. 168, 28 mei 1694.
343. RAL Weeskamer Voorschoten 3, 3 nov. 1620.
344. RAL RA Voorschoten 6 fol. 133, 22 sept. 1637.
345. RAL RA Voorschoten 12 fol. 21, 30 mei 1664.
346. RAL ONA Leiden 400 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 120, 2 juni 1646.
347. RAL ONA Leiden 407 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 130, 17 mei 1653.
348. RAL RA Voorschoten 12 fol. 88v, 19 mei 1667.
349. RAL ONA Leiden 935 (notaris Frans van Cingelshouck) akte 67, 19 mei 1667.
350. RAL RA Voorschoten 11 fol. 33, 21 juni 1658.
351. LeenkHvWassenaar nr 443B blz. 635.
352. RAL RA Voorschoten 5 fol. 80, 18 mei 1628, 6 fol. 210, 1 jan. 1639.
353. RAL RA Voorschoten 9, fol. 57v en 58v, 30 april 1646, fol. 180v 11 dec. 1648, fol. 193v 4 aug. 1649, fol. 264 9 juni 1651.
354. RAL ONA Leiden 408 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 66, 7 maart 1654.
355. RAL RA Voorschoten 10, fol. 70v 12 nov. 1654, fol. 158 en 159v, 9 juni 1656.
356. RAL RA Voorschoten 11 fol. 41, 15 nov. 1658.
357. RAL RA Voorschoten 12 fol. 39, 15 mei 1665.
358. RAL RA Voorschoten 16 fol. 12, 1 juni 1695.
359. RAL Weeskamer Voorschoten 3, 25 april 1628.
360. RAL ONA Leiden 1201 (notaris Jacob van der Stoffe), akte 38 24 maart 1703, akte 53 25 aug. 1703.
361. RAL RA Voorschoten 15 fol. 52, 27 mei 1687.
362. RAL RA Voorschoten 16 fol. 179v, 2 mei 1650.
363. RAL ONA Leiden 393 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 124, 2 juli 1639.
364. RAL ONA Leiden 406 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 336, 18 dec. 1652.
365. RAL ONA Leiden 883 (notaris Johannes van Campen) akte 81, 19 sept. 1662.
366. NA RA Wassenaar 11 fol. 21v, 9 mei 1630.
367. NA Weeskamer Wassenaar 9, 11 febr. 1631, en 10, 15 april 1636, 3 juni 1636, 17 juni 1636, 29 juli 1636, 12 aug. 1636.
368. RAL ONA Leiden 393 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 119, 26 juni 1639.
369. RAL RA Voorschoten 11 fol 111, 25 febr. 1661.
370. RAL RA Voorschoten 12 fol. 116, 7 juni 1668.
371. NA RA Wassenaar 36 (Attestatiën enz.), 18 juli 1657.
372. RAL RA Voorschoten 12 fol. 110, 25 april 1668.
373. RAL ONA Leiden 936 (notaris Frans van Cingelshouck) akte 42, 25 april 1668.
374. RAL RA Voorschoten 16 fol. 21v, 20 jan. 1696.
375. RAL RA Voorschoten 35 fol. 4, 8 maart 1641, 8 fol. 93v, 28 febr. 1642.
376. RAL RA Voorschoten 9, fol. 164v 8 mei 1648, fol. 288 en 289, 3 mei 1652.
377. RAL RA Voorschoten 10, fol. 178v en 179v, 8 mei 1657.
378. GALV RA Stompwijk 18 fol. 22, 3 mei 1658.
379. RAL RA Voorschoten 11, fol. 81 en 82, 17 okt. 1659, fol. 172v 24 mei 1663, fol. 186v 15 dec. 1663.
380. RAL RA Voorschoten 12 fol. 40, 15 mei 1665.
381. RAL RA Voorschoten 14 fol. 62v, 17 mei 1681.
382. RAL RA Voorschoten 15 fol. 77v, 15 juli 1688.
383. RAL RA Voorschoten 16 fol. 41, 31 mei 1697.
384. RAL RA Voorschoten 14 fol. 58v, 21 april 1681.
385. RAL Weeskamer Voorschoten 1 fol. 156, 25 nov. 1694.
386. RAL RA Voorschoten 14 fol. 51v, 23 sept. 1680.
387. RAL RA Voorschoten 15 fol. 45, 14 aug. 1686.
388. RAL RA Voorschoten 16, fol. 37v, 38, 39, 39v, 40 en 40v, 31 mei 1697.
389. RAL Weeskamer Voorschoten 3, 22 juli 1627.
390. RAL ONA Leiden 395 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 237, 19 oktober 1641, 403 akte 148, 5 juli 1649.
391. RAL Weeskamer Voorschoten 1 fol. 11v, 27 juli 1627.
392. RAL ONA Leiden 1122 (notaris Johan van Noort) akte 61, 5 mei 1670.
393. RAL RA Voorschoten 15 fol. 129v, 8 april 1692.
394. RAL RA Voorschoten 11 fol. 21, 22 mei 1658, 12 fol. 111, 25 april 1668.
395. RAL RA Voorschoten 15, fol. 97 en 97v, 25 mei 1690.
396. RAL RA Voorschoten 11, fol. 167v en 168v, 20 april 1663.
397. RAL Weeskamer Voorschoten 1 fol. 125v, 20 dec. 1682.
398. RAL RA Voorschoten 15 fol. 158, 26 juli 1693.
399. RAL ONA Leiden 395 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 21. 26 jan. 1641.
400. RAL RA Voorschoten 7 fol. 116v, 15 jan. 1637.
401. RAL RA Voorschoten 6, fol. 196 30 dec. 1638, fol. 231 9 sept. 1639.
402. RAL RA Voorschoten 8 fol. 120v en 121v, 16 mei 1642.
403. RAL ONA Leiden 401 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 130, 11 mei 1647, 403 akte 267, 6 nov. 1649, 404 akte 138, 7 mei 1650.
404. RAL RA Voorschoten 35 (Dingboek) fol. 159v, 5 mei en 29 sept. 1651.
405. RAL ONA Leiden, 401 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) 405 akte 112, 29 april 1651, 406, akte 146 15 mei 1652, akte 194 20 juli 1652, akte 318 7 dec. 1652.
406. GALV RA Stompwijk 14, fol. 22v 12 april 1651, fol. 231v 26 juni 1652.
407. RAL ONA Leiden 407 (notaris Henric Melchiorsz Brasser), akte 85 24 maart 1653, akte 156 5 juni 1653.
408. RAL ONA Leiden 405 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 51, 25 febr. 1651.
409. RAL ONA Leiden 408 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 68, 7 maart 1654.
410. RAL RA Voorschoten 10, fol 76v 19 nov. 1654, fol. 78 27 nov. 1654.
411. RAL RA Voorschoten 11 fol. 84, 31 okt. 1659.
412. RAL ONA Leiden 395 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 96, 25 april 1641.
413. RAL ONA Leiden 406 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 318, 7 dec. 1652.
414. RAL RA Voorschoten 10 fol. 91, 27 febr. 1655.
415. RAL ONA Leiden 407 (notaris Henric Melchiorsz Brasser) akte 243, 4 okt. 1653.
416. RAL Arch. Zoeterwoude SCH 111, 10 maart 1669.
417. GALV RA Voorburg 8 fol 207v en 209, 30 april 1657.
418. GALV RA Voorburg 11 fol. 152, 12 nov. 1687.
419. GALV RA Voorburg 11 fol. 282v, 24 april 1697.
420. De achternaam Van Rhijn van Maritge Lenaertsdr van Rhijn en haar vader is mogelijk incorrect, of is later vervangen door Roderkerck of Oosterbroeck.
421. GALV RA Voorburg 11, fol. 170v en 171v, 12 juni 1688, fol. 283 25 april 1697.
422. GALV RA Voorburg 11, fol. 167v 2 juni 1688, fol. 225 30 juni 1692, fol. 295 16 juli 1698.
423. RAL Arch. Zoeterwoude AD 955, 957, 958, 959 en 961.
424. NA RA Zoeterwoude 41 fol. 317, 29 dec. 1712.
425. NA Financ. van Holland 497, 37 no. 194 en 196.
426. GALV RA Voorburg 8 fol. 193, 7 maart 1657, 9 fol. 29v en 31v, 22 mei 1660.
427. GALV RA Voorburg 9 fol. 181, 1 juli 1664,
428. GALV RA Voorburg 11, fol. 249v 20 mei 1694, fol. 271 15 sept. 1696, fol. 292v 5 mei 1698.
429. GALV RA Voorburg 9, fol. 141v en 143, 27 april 1663.
430. RAL RA Voorschoten 14 fol. 33v, 10 nov. 1679.
431. RAL RA Voorschoten 8 fol. 19, 15 april 1644.
432. RepWarmond nr 84 blz. 713.
433. RAL RA Voorschoten 10, fol. 26 en 26v, 16 mei 1653, fol. 33 en 33v, 13 juni 1653.
434. RAL Weeskamer Voorschoten 1 fol. 112, 29 juni 1673.
435. RAL RA Voorschoten 15 fol. 123, 19 dec. 1691.
436. GALV RA Voorburg 11 fol. 42 en 42v, 13 juni 1682.
437. RAL RA Voorschoten 9 fol. 220v, 30 april 1649.
438. RAL RA Voorschoten 11, fol. 16 14 mei 1658, fol. 24 17 mei 1658, fol. 144v 5 mei 1662, fol. 153v 24 mei 1663.
439. RAL RA Voorschoten 12, fol. 62 en 63, 21 mei 1666, fol. 113 8 mei 1668, 13 fol. 139v, 18 dec. 1676.
440. RAL RA Voorschoten 13 fol. 142 en 143, 12 mei 1677.
441. NA NA 8267A (notaris Franchois Poynts te Voorschoten), 20 dec. 1676, 4 juni 1677, 6 sept. 1680.
442. RAL RA Voorschoten 16 fol. 111v, 27 maart 1705.
443. RAL Weeskamer Voorschoten 1 fol. 135, 22 febr. 1684.
444. RAL RA Voorschoten 15 fol. 75v, 19 juli 1688.
445. RAL RA Voorschoten 13 fol. 77v, 3 jan. 1676.
446. RAL ONA Leiden 1201 (notaris Jacob van der Stoffe) akte 124, 10 okt. 1705.
447. RAL RA Voorschoten 15 fol. 176v, 27 dec. 1694.
448. RAL RA Voorschoten 16 fol. 10v, 20 april 1695.
Voor aanmoediging en informatie ten behoeve van het onderzoek naar deze familie Van Rijn bedanken wij Drs H.M. Kuypers te Voorschoten en Drs J.F. Jacobs te Rijswijk. Ook zijn wij de heer J.J. Duivenvoorden erkentelijk voor aanvullingen uit zijn dossier Woelwijk.
Cuijk, 18 dec. 2013.
H. & A.B. de Vries-Doyle
Jan van Cuijkstraat 46,
5431 GC Cuijk.
Tel. 0485-313614.
Elektronisch adres: hab.devries-doyle@home.nl
>index
Terug naar het begin.
# # # G E N K W A # # #